Overwegingen bij COM(2022)187 - Wijziging van Verordening 2018/1727, over het bij Eurojust verzamelen, bewaren en analyseren van bewijs i.v.m. genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Bij Verordening (EU) 2018/1727 van het Europees Parlement en de Raad8 is Eurojust opgericht en zijn de taken, bevoegdheden en functies ervan vastgesteld.

(2) Eurojust is bevoegd voor de in bijlage I bij Verordening (EU) 2018/1727 genoemde vormen van ernstige criminaliteit, waaronder genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden. Krachtens artikel 3, lid 4, van Verordening (EU) 2018/1727 strekt de bevoegdheid van Eurojust zich ook uit tot strafbare feiten die verband houden met de in bijlage I genoemde strafbare feiten.

(3) Op 24 februari 2022 is Rusland begonnen met een militaire agressie tegen Oekraïne. Er zijn gegronde redenen om aan te nemen dat er in Oekraïne misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden werden en worden gepleegd in het kader van de huidige vijandelijkheden.

(4) Gezien de ernst van de situatie moet de Unie met spoed alle nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat de daders van deze misdaden in Oekraïne ter verantwoording worden geroepen.

(5) Openbare aanklagers in verschillende lidstaten en in Oekraïne hebben een onderzoek ingesteld naar de gebeurtenissen in Oekraïne, waar nodig met de steun van Eurojust. Eurojust heeft op 27 juni 2016 een samenwerkingsovereenkomst met Oekraïne gesloten. Krachtens deze overeenkomst wordt bij Eurojust een Oekraïense verbindingsmagistraat gedetacheerd om de samenwerking tussen Eurojust en Oekraïne te vergemakkelijken.

(6) Overeenkomstig het Statuut van Rome9 heeft het Internationaal Strafhof de bevoegdheid zijn rechtsmacht uit te oefenen ten aanzien van personen die verantwoordelijk zijn voor de ernstigste misdrijven die de internationale gemeenschap aangaan, zoals bedoeld in het Statuut van Rome. De rechtsmacht van het Internationaal Strafhof vormt een aanvulling op de nationale strafrechtspleging. De aanklager van het Internationaal Strafhof heeft aangekondigd dat hij een onderzoek heeft geopend naar de situatie in Oekraïne.

(7) Gezien de toepassing van het beginsel van universele rechtsmacht in verschillende lidstaten en het aanvullende karakter van de rechtsmacht van het Internationaal Strafhof, is coördinatie en uitwisseling van bewijsmateriaal tussen nationale onderzoeks- en vervolgingsautoriteiten in verschillende rechtsgebieden, alsook met het Internationaal Strafhof of een ander gerecht, tribunaal of mechanisme dat daartoe is ingesteld, belangrijk om de doeltreffendheid te waarborgen van het onderzoek naar en de vervolging van genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden en daarmee verband houdende strafbare feiten, waaronder die welke mogelijk in het kader van de huidige vijandelijkheden in Oekraïne worden gepleegd.

(8) Om ervoor te zorgen dat bewijsmateriaal en beste praktijken met betrekking tot de vervolging van genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden worden gedeeld met nationale en internationale justitiële autoriteiten, moet Eurojust zijn samenwerking met strafrechtbanken, tribunalen en mechanismen die zijn ingesteld om inbreuken op het internationaal recht aan te pakken, versterken. Daartoe moet Eurojust nauwe samenwerking tot stand brengen met het Internationaal Strafhof en elk ander gerecht, tribunaal of mechanisme dat tot doel heeft strafbare feiten aan te pakken die de internationale vrede en veiligheid schaden. Eurojust moet derhalve ook de tenuitvoerlegging van verzoeken tot justitiële samenwerking van het Internationaal Strafhof of speciale strafrechtbanken, tribunalen of mechanismen betreffende bewijsmateriaal in verband met genocide, misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en daarmee verband houdende strafbare feiten vergemakkelijken.

(9) Bewijsmateriaal in verband met genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden kan niet veilig worden opgeslagen op het grondgebied waar de vijandelijkheden plaatsvinden, zoals het geval is met het bewijsmateriaal in verband met de aanhoudende vijandelijkheden in Oekraïne. Daarom is er een centrale opslagplaats noodzakelijk. Ook voor bewijsmateriaal dat is verzameld door agentschappen en organen van de Unie en internationale autoriteiten of derden, zoals maatschappelijke organisaties, kan er een centrale opslagplaats nodig zijn met het oog op toegankelijkheid voor de bevoegde justitiële autoriteiten.

(10) Eurojust beschikt over de deskundigheid en ervaring om het onderzoek naar en de vervolging van grensoverschrijdende misdrijven, waaronder genocide, misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en daarmee verband houdende strafbare feiten, te ondersteunen. Dit omvat bewaring, analyse en opslag van bewijsmateriaal met het oog op de toelaatbaarheid voor rechterlijke instanties en de betrouwbaarheid ervan.

(11) Door bewijsmateriaal in verband met ernstige internationale misdrijven te verzamelen, te bewaren en te analyseren en, indien nodig en passend, de uitwisseling ervan mogelijk te maken, kan Eurojust het onderbouwen van zaken in nationale en internationale onderzoeken ondersteunen en aanvullende steun verlenen aan de bevoegde nationale en internationale autoriteiten. Dergelijk bewijsmateriaal kan bijzonder waardevol zijn om de betrouwbaarheid van getuigenverklaringen te verifiëren.

(12) Er moet een nieuwe tijdelijke faciliteit voor opslag worden opgezet die dergelijke opslag, analyse en bewaring mogelijk maakt. Aangezien het dringend noodzakelijk is om dergelijk bewijsmateriaal op te slaan, moet Eurojust het in een faciliteit voor geautomatiseerd gegevensbeheer en geautomatiseerde gegevensopslag buiten het casemanagementsysteem opslaan, totdat het nieuwe casemanagementsysteem volledig operationeel is. De algemene bepalingen van het afzonderlijke hoofdstuk van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad inzake de verwerking van operationele persoonsgegevens moeten van toepassing zijn, zonder afbreuk te doen aan de specifieke gegevensbeschermingsbepalingen van Verordening (EU) 2018/1727. De faciliteit voor geautomatiseerd gegevensbeheer en geautomatiseerde gegevensopslag moet worden geïntegreerd in het nieuwe casemanagementsysteem, dat naar verwachting zal worden opgezet in het kader van het voorstel voor een verordening inzake de digitale uitwisseling van informatie in terrorismezaken10.

(13) De opslag, analyse en bewaring van bewijsmateriaal in verband met genocide, misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en daarmee verband houdende strafbare feiten in de faciliteit voor geautomatiseerd gegevensbeheer en geautomatiseerde gegevensopslag, alsmede de toegankelijkheid ervan voor de bevoegde justitiële autoriteiten, waar nodig en passend, moeten voldoen aan de hoogste normen op het gebied van cyberbeveiliging en gegevensbescherming, overeenkomstig de artikelen 7 en 8 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

(14) Satellietbeelden, foto’s, video’s en geluidsopnamen kunnen nuttig zijn om het plegen van genocide, misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en daarmee verband houdende strafbare feiten aan te tonen. Daarom moet Eurojust dergelijke gegevens met dit doel kunnen verwerken en opslaan.

(15) Eurojust en Europol moeten nauw samenwerken in het kader van hun respectieve mandaten, met name wat betreft de verwerking en analyse van informatie in het kader van het bestaande en specifieke systeem (het zogeheten analyseproject) van Europol inzake internationale misdrijven, ter ondersteuning van de bevoegde autoriteiten bij het onderzoeken en vervolgen van genocide, misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en daarmee verband houdende strafbare feiten. Daarom kan Eurojust overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt j), van Verordening (EU) 2018/1727 informatie die het bij de uitvoering van zijn taken heeft ontvangen, doorgeven aan Europol. De samenwerking moet een regelmatige gezamenlijke evaluatie van operationele en technische kwesties omvatten.

(16) [Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 en artikel 4 bis, lid 1, van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, en onverminderd artikel 4 van dat Protocol, neemt Ierland niet deel aan de vaststelling van deze verordening en is deze niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.] OF [Overeenkomstig artikel 3 en artikel 4 bis, lid 1, van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, heeft Ierland te kennen gegeven dat het aan de vaststelling en toepassing van deze verordening wenst deel te nemen.]

(17) Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van deze verordening en is deze niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.

(18) De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is geraadpleegd overeenkomstig artikel 42 van Verordening (EU) 2018/1725, en heeft op XX/XX/20XX advies uitgebracht.