Overwegingen bij COM(2022)195 - Tijdelijke liberalisering van de handel bovenop de handelsconcessies die op Oekraïense producten van toepassing zijn krachtens de Associatieovereenkomst met Oekraïne

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) De Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds2 (de “Associatieovereenkomst”), vormt de basis voor de betrekkingen tussen de Unie en Oekraïne. Titel IV van de Associatieovereenkomst, die betrekking heeft op handel en daarmee verband houdende aangelegenheden, wordt sinds 1 januari 2016 voorlopig toegepast3 en is na ratificatie door alle lidstaten volledig van kracht sinds 1 september 2017.

(2) In de Associatieovereenkomst wordt uitdrukking gegeven aan de wens van de Partijen om de betrekkingen op ambitieuze en innoverende wijze te versterken en uit te breiden, om geleidelijke economische integratie te vergemakkelijken en tot stand te brengen, en om dit te doen met inachtneming van de rechten en plichten die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Wereldhandelsorganisatie van de Partijen.

(3) Volgens artikel 2 van de Associatieovereenkomst zijn onder meer de eerbiediging van de democratische beginselen, de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, alsmede de bevordering van respect voor de beginselen van soevereiniteit en territoriale integriteit, onschendbaarheid van de grenzen en onafhankelijkheid een essentieel onderdeel van de overeenkomst.

(4) Artikel 25 van de Associatieovereenkomst voorziet in de geleidelijke totstandbrenging van een vrijhandelszone tussen de Partijen in overeenstemming met artikel XXIV van de Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel (GATT) 1994. Daartoe voorziet artikel 29 van de Associatieovereenkomst in de geleidelijke afschaffing van de douanerechten in overeenstemming met de in de Associatieovereenkomst opgenomen lijsten en voorziet het in de mogelijkheid om die afschaffing versneld en in ruimere mate te realiseren. Artikel 48 van de Associatieovereenkomst bepaalt dat het algemeen belang in aanmerking moet worden genomen alvorens tussen de Partijen antidumpingmaatregelen worden toegepast.

(5) De niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde militaire agressie van Rusland tegen Oekraïne sinds 24 februari 2022 heeft ernstige negatieve gevolgen gehad voor het vermogen van Oekraïne om handel te drijven met de rest van de wereld, mede door de vernietiging van productiecapaciteit en de onbeschikbaarheid van een aanzienlijk deel van de vervoersmogelijkheden als gevolg van de sluiting van de toegang tot de Zwarte Zee. Om de negatieve economische gevolgen van de agressie te verzachten, is het noodzakelijk de ontwikkeling van nauwere economische betrekkingen tussen de Unie en Oekraïne te versnellen om in deze uitzonderlijke omstandigheden snel steun te kunnen verlenen aan de autoriteiten en de bevolking van Oekraïne. Het is derhalve passend en noodzakelijk handelsstromen te stimuleren en concessies te verlenen in de vorm van handelsliberaliseringsmaatregelen voor alle producten, in overeenstemming met de versnelde afschaffing van de douanerechten ter zake van handel tussen de Unie en Oekraïne.

(6) Overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie ziet de Unie toe op de samenhang tussen de diverse onderdelen van haar externe optreden. Overeenkomstig artikel 207, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie wordt de gemeenschappelijke handelspolitiek gevoerd in het kader van de beginselen en doelstellingen van het externe optreden van de Unie.

(7) De bij deze verordening ingestelde handelsliberaliseringsmaatregelen moeten de volgende vorm aannemen: i) de volledige afschaffing van de invoerrechten (“preferentiële douanerechten”) op de invoer van industrieproducten uit Oekraïne; ii) de opschorting van de toepassing van het stelsel van invoerprijzen op groenten en fruit; iii) de opschorting van de nultariefcontingenten en de volledige afschaffing van invoerrechten; iv) in afwijking van artikel 14, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad4 mogen antidumpingrechten op invoer van oorsprong uit Oekraïne tijdens de periode van toepassing van deze verordening op geen enkel tijdstip worden geïnd, ook niet na het vervallen van deze verordening; en v) de tijdelijke opschorting van de toepassing van Verordening (EU) 2015/478 van het Europees Parlement en de Raad5. Met deze maatregelen zal de Unie tijdelijk passende economische en financiële steun verlenen aan Oekraïne en de betrokken marktdeelnemers.

(8) Om fraude te voorkomen moeten de bij deze verordening vastgestelde preferentiële regelingen onderworpen zijn aan de voorwaarde dat Oekraïne voldoet aan alle toepasselijke voorwaarden voor het verkrijgen van voordelen uit hoofde van de Associatieovereenkomst, met inbegrip van de regels inzake de oorsprong van de betrokken producten en de daarmee samenhangende procedures, en zich ertoe verbindt administratief nauw met de Unie samen te werken, overeenkomstig die overeenkomst.

(9) Oekraïne mag geen nieuwe douanerechten of heffingen van gelijke werking en nieuwe kwantitatieve beperkingen of maatregelen van gelijke werking instellen, mag de bestaande douanerechten of heffingen niet verhogen en mag geen andere beperkingen van de handel met de Unie invoeren, tenzij de oorlogssituatie dat duidelijk rechtvaardigt. De Commissie moet de bevoegdheid krijgen om alle of een deel van de bij deze verordening vastgestelde preferentiële regelingen tijdelijk op te schorten indien Oekraïne aan een of meer van deze voorwaarden niet voldoet.

(10) Artikel 2 van de Associatieovereenkomst bepaalt dat onder meer de eerbiediging van de democratische beginselen, de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, alsmede de strijd tegen massavernietigingswapens, daarmee samenhangende materialen en de overbrengingsmiddelen daarvoor, essentiële elementen zijn van de betrekkingen met Oekraïne, waarop die overeenkomst van toepassing is. Voorts wordt in artikel 3 van de Associatieovereenkomst gesteld dat de rechtsstaat, goed bestuur, corruptiebestrijding, de strijd tegen de verschillende vormen van grensoverschrijdende georganiseerde misdaad en terrorisme, de bevordering van duurzame ontwikkeling en efficiënt multilateralisme van wezenlijk belang zijn om de betrekkingen tussen de Partijen uit te bouwen. Er moet worden voorzien in de mogelijkheid de in deze verordening vastgestelde preferentiële regelingen tijdelijk op te schorten wanneer Oekraïne de algemene beginselen van de Associatieovereenkomst niet eerbiedigt, zoals dat in andere door de Unie gesloten associatieovereenkomsten het geval is.

(11) Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend die haar in staat stellen om — wanneer de producenten in de Unie door invoer overeenkomstig deze verordening ernstig worden of kunnen worden getroffen — de in de punten i), ii) of iii) van overweging 7 bedoelde preferentiële regelingen tijdelijk op te schorten en corrigerende maatregelen te nemen. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad6.

(12) Er moet worden voorzien in de mogelijkheid om, wanneer na onderzoek door de Commissie blijkt dat een binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallend product ernstige moeilijkheden veroorzaakt of dreigt te veroorzaken voor producenten van soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten in de Unie, de anders krachtens de Associatieovereenkomst toepasselijke douanerechten opnieuw in te stellen.

(13) Het jaarverslag van de Commissie over de tenuitvoerlegging van de diepe en brede vrijhandelsruimte, die integraal deel uitmaakt van de Associatieovereenkomst, moet een gedetailleerde beoordeling bevatten van de uitvoering van de bij deze verordening vastgestelde handelsliberaliseringsmaatregelen.

(14) Gezien de noodsituatie in Oekraïne moet deze verordening voorzien in een passende overgangsbepaling en in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.