Overwegingen bij COM(2022)219 - Machtiging van Finland een verlaagd belastingtarief toe te passen op elektriciteit die wordt geleverd aan warmtepompen, elektrische ketels en recirculerende waterpompen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Bij brief van 6 augustus 2021 heeft Finland overeenkomstig artikel 19 van Richtlijn 2003/96/EG verzocht om machtiging tot toepassing van een verlaagd belastingtarief op elektriciteit die wordt geleverd aan warmtepompen en elektrische ketels die warmte opwekken voor het stadsverwarmingsnet, aan warmtepompen met een nominaal thermisch vermogen van ten minste 0,5 MW die niet zijn aangesloten op het stadsverwarmingsnet, en aan recirculerende waterpompen in geothermische verwarmingsinstallaties. De Finse autoriteiten hebben aanvullende informatie en nadere toelichtingen bij hun verzoek verstrekt op 4 november 2021, 26 januari 2022 en 16 februari 2022.

(2) Finland streeft ernaar door middel van het beoogde verlaagde tarief de elektrificatie van de verwarmingseindgebruikerssector te verhogen en de productie van warmte zonder verbranding te bevorderen om emissies te verminderen. Het hogere gebruik van elektrisch aangedreven verwarmingsinstallaties zal naar verwachting leiden tot milieu- en klimaatvoordelen.

(3) De machtiging van Finland om een verlaagd belastingtarief toe te passen op elektriciteit die wordt geleverd aan warmtepompen en elektrische ketels die warmte opwekken voor het stadsverwarmingsnet, aan warmtepompen met een nominaal thermisch vermogen van ten minste 0,5 MW die niet zijn aangesloten op het stadsverwarmingsnet, en aan recirculerende waterpompen in geothermische verwarmingsinstallaties, gaat niet verder dan wat nodig is om de elektrificatie van de verwarmingseindgebruikerssector te verhogen. Dergelijke verwarmingsinstallaties bevorderen de groene transitie en leiden ertoe dat er minder warmte wordt geproduceerd door de verbranding van brandstoffen. Deze installaties zijn nog niet concurrerend op de markt en de maatregel beperkt de administratieve lasten. Daarom valt niet te verwachten dat de maatregel gedurende de looptijd ervan tot grote concurrentieverstoringen zal leiden en de goede werking van de interne markt zal belemmeren.

(4) Overeenkomstig artikel 19, lid 2, van Richtlijn 2003/96/EG verleende machtigingen dienen strikt beperkt in de tijd te zijn. Om ervoor te zorgen dat de machtiging lang genoeg geldt om de marktdeelnemers er niet van te weerhouden de noodzakelijke investeringen te doen, is het passend de gevraagde machtiging van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2027 te verlenen. Om evenwel toekomstige algemene ontwikkelingen van het bestaande juridische kader niet te ondergraven, is het passend te bepalen dat deze machtiging, mocht de Raad op basis van artikel 113 of een andere bepaling van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie een gewijzigde algemene regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit invoeren waaraan deze machtiging niet zou zijn aangepast, zou vervallen op de dag waarop die algemene regeling van toepassing wordt.

(5) Om ervoor te zorgen dat exploitanten van installaties het gebruik bevorderen van warmtepompen en elektrische ketels die warmte opwekken voor het stadsverwarmingsnet, warmtepompen met een nominaal thermisch vermogen van ten minste 0,5 MW die niet zijn aangesloten op het stadsverwarmingsnet, en recirculerende waterpompen in geothermische verwarmingsinstallaties, moet Finland de mogelijkheid krijgen de belastingvermindering, zoals gevraagd, met ingang van 1 januari 2022 toe te passen.

(6) Dit besluit laat de toepassing van de Unieregels betreffende staatssteun onverlet.