Overwegingen bij COM(2022)227 - Standpunt EU in Commissie van technisch deskundigen van Intergouvernementele Organisatie voor het internationale spoorwegvervoer m.b.t. wijzigen van technische voorschriften

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) De Unie is toegetreden tot het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer van 9 mei 1980, zoals gewijzigd bij het Protocol van Vilnius van 3 juni 1999 (het “COTIF”), overeenkomstig Besluit 2013/103/EU8 van de Raad en de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Intergouvernementele Organisatie voor het internationale spoorwegvervoer tot toetreding van de Europese Unie tot het COTIF (“de overeenkomst”).

(2) De overeenkomstig artikel 13, § 1, c), van het COTIF ingestelde Herzieningscommissie zal naar verwachting via een schriftelijke procedure een besluit nemen over de wijziging van artikel 3a, § 5, en artikel 15, § 2, van de Uniforme Regelen betreffende de technische toelating van spoorwegmaterieel dat wordt gebruikt in internationaal verkeer (ATMF) – aanhangsel G bij het COTIF.

(3) Naar aanleiding van het voorstel van de CTE 2021 betreffende de herziening van aanhangsel G bij het COTIF, artikel 3a, § 5, en artikel 15, § 2, zijn vragen gerezen betreffende de tekst die moet worden opgenomen in de geconsolideerde toelichting over de Uniforme Regelen ATMF. Het voorstel in het CTE-werkdocument TECH-20045-CTE13-7 moet derhalve worden herzien overeenkomstig het door de ad-hoccommissie juridische zaken en internationale samenwerking tijdens haar eerste vergadering in november 2021 (OTIF-21008-JUR 1) aangenomen advies, alvorens door de Herzieningscommissie te worden goedgekeurd.

(4) Het besluit van de Herzieningscommissie heeft tot doel de Uniforme Regelen ATMF in overeenstemming te brengen met Richtlijn (EU) 2016/798.

(5) Op grond van artikel 13, §1, f), van het COTIF is de Commissie van technisch deskundigen (CTE) van de OTIF opgericht.

(6) Overeenkomstig artikel 20, § 1, b), van het COTIF en overeenkomstig artikel 6 van de Uniforme Regelen betreffende de validering van technische normen en de vaststelling van uniforme technische voorschriften die van toepassing zijn op spoorwegmaterieel bestemd voor gebruik in internationaal verkeer (APTU) – Aanhangsel F van het COTIF, is de CTE bevoegd om onder meer de uniforme technische voorschriften (UTP) betreffende telematicatoepassingen voor het goederenvervoer (UTP TAF) vast te stellen of te wijzigen.

(7) Overeenkomstig artikel 20, § 1, e), van het COTIF en de artikelen 7a en 21 van de Uniforme Regelen ATMF is de CTE bevoegd om bijlage B bij de Uniforme Regelen ATMF betreffende afwijkingen van de toepasselijke uniforme technische voorschriften vast te stellen of te wijzigen.

(8) Op de agenda van de 14e zitting van de CTE, die op 14 en 15 juni 2022 plaatsvindt, staat een voorstel voor besluiten tot wijziging van de UTP TAF — telematicatoepassingen voor het goederenvervoer en voor de herziening van bijlage B bij de Uniforme Regelen ATMF betreffende afwijkingen van de uniforme technische voorschriften.

(9) Aangezien de voorgestelde wijzigingen voor de Unie bindend zullen zijn, is het passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in de CTE en, wat de herziening van de ATMF betreft, in de Herzieningscommissie van de OTIF.

(10) Het CTE-besluit heeft tot doel de UTP TAF in overeenstemming te brengen met de EU-regelgeving, namelijk met Uitvoeringsverordening (EU) 2021/5419 van de Commissie en bijlage B bij de Uniforme Regelen ATMF met Richtlijn (EU) 2016/797.

(11) De beoogde besluiten zijn in overeenstemming met het recht en de strategische doelstellingen van de Unie doordat ze bijdragen tot de afstemming van de OTIF-regelgeving op de gelijkwaardige bepalingen van het EU-recht en moeten daarom door de Unie worden gesteund.