Overwegingen bij COM(2022)263 - Machtiging van Polen om de wijziging van het Verdrag voor de instandhouding en het beheer van de koolvisbestanden in het centrale gedeelte van de Beringzee te ratificeren

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) De Europese Unie (“Unie”) is partij bij het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 10 december 1982 7 , waarin is bepaald dat alle leden van de internationale gemeenschap de plicht hebben samen te werken voor de instandhouding en het beheer van de levende rijkdommen van de zee.

(2) De Unie is ook partij bij de Overeenkomst over de toepassing van de bepalingen van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 10 december 1982 die betrekking hebben op de instandhouding en het beheer van de grensoverschrijdende en de over grote afstanden trekkende visbestanden 8 .

(3) Krachtens artikel 3, lid 1, punt d), en artikel 3, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) is de Unie exclusief bevoegd op het gebied van de instandhouding van de biologische rijkdommen van de zee in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid. De aldus op intern niveau aan de Unie verleende bevoegdheden omvatten ook de bevoegdheid van de Unie om samen te werken in internationale organisaties, onder meer in het kader van regionale organisaties voor visserijbeheer.

(4) De Republiek Polen is verdragsluitende partij bij het Verdrag voor de instandhouding en het beheer van de koolvisbestanden in het centrale gedeelte van de Beringzee (“het verdrag”). De Unie is geen partij bij het verdrag. Krachtens artikel 6, lid 9, van de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond 9 , worden de visserijovereenkomsten die de nieuwe lidstaten met derde landen hebben gesloten, met ingang van de datum van toetreding beheerd door de Unie. Alle in het kader van dat verdrag vastgestelde besluiten moeten in de rechtsorde van de Unie worden geïmplementeerd.

(5) De Unie heeft er belang bij een effectieve rol bij de uitvoering van het verdrag te spelen. Deze handelswijze vergroot ook de samenhang van de op instandhouding gerichte benadering van de Unie in alle oceanen en versterkt haar engagement voor de instandhouding op de lange termijn en het duurzame gebruik van de visbestanden wereldwijd.

(6) Bij een besluit van de Raad 10 werd de Republiek Polen gemachtigd om in het belang van de Europese Unie te onderhandelen over een wijziging van het verdrag die de deelname van de Europese Unie als volwaardige partij bij het verdrag mogelijk zou maken. Daartoe moest de Republiek Polen een wijziging van het verdrag voorstellen die het mogelijk maakt dat regionale organisaties voor economische integratie aan het verdrag deelnemen en dat de Europese Unie partij bij het verdrag wordt.

(7) De Republiek Polen heeft de depositaris van het verdrag in oktober 2016 in kennis gesteld van het voorstel voor de genoemde wijziging van het verdrag.

(8) De Republiek Polen moet derhalve worden gemachtigd om de wijziging van het verdrag te ratificeren.