Overwegingen bij COM(2022)480 - Import, export and transit measures for firearms, components and ammunition, implementing UN Protocol on firearms and Convention against Transnational Organised Crime

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
 nieuw

(1) Verordening (EU) nr. 258/2012 van het Europees Parlement en de Raad 21 moet op een aantal punten worden gewijzigd. Ter wille van de duidelijkheid dient tot herschikking van die verordening te worden overgegaan.


 (EU) nr. 258/2012 overweging 1 (aangepast)

(2) Overeenkomstig Besluit 2001/748/EG van de Raad 22  van 16 oktober 2001 betreffende de ondertekening namens de Europese Gemeenschap van het Protocol, gehecht aan het Verdrag van de Verenigde Naties ter bestrijding van grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit, betreffende de bestrijding van illegale vervaardiging van en handel in vuurwapens, onderdelen ervan en munitie, heeft de Commissie dat het protocol  , gehecht aan het Verdrag van de Verenigde Naties ter bestrijding van grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit, betreffende de bestrijding van illegale vervaardiging van en handel in vuurwapens, onderdelen ervan en munitie (“het VN-protocol inzake vuurwapens”) op 16 januari 2002 namens de Gemeenschap Europese Unie ondertekend.


 (EU) nr. 258/2012 overweging 2

 nieuw

(3) Het VN-protocol inzake vuurwapens, dat als doel heeft de samenwerking tussen de partijen te bevorderen, te vergemakkelijken en te intensiveren ten behoeve van de preventie, bestrijding en uitbanning van de illegale vervaardiging van en handel in vuurwapens, hun essentiële onderdelen componenten en munitie, is op 3 juli 2005 in werking getreden.


 (EU) nr. 258/2012 overweging 5 (aangepast)

In haar mededeling van 18 juli 2005 betreffende maatregelen ter verbetering van de veiligheid met betrekking tot explosieven, ontstekers, benodigdheden om bommen te maken en vuurwapens (5) heeft de Commissie haar voornemen bekendgemaakt om artikel 10 van het VN-protocol inzake vuurwapens uit te voeren als onderdeel van de maatregelen die moeten worden genomen om de Unie in staat te stellen dat protocol te sluiten.


 nieuw

(4) Ter uitvoering van het VN-protocol inzake vuurwapens heeft de Unie Verordening (EU) nr. 258/2012 vastgesteld. Het VN-protocol inzake vuurwapens is door de Unie geratificeerd bij Besluit 2014/164/EU van de Raad 23 .


 (EU) nr. 258/2012 overweging 6

(5) Het VN-protocol inzake vuurwapens verlangt van de partijen dat zij administratieve procedures of systemen vaststellen of verbeteren om de vervaardiging, de markering, de invoer en de uitvoer van vuurwapens doeltreffend te controleren.


 (EU) nr. 258/2012 overweging 8

 nieuw

(6) Deze verordening moet niet van toepassing zijn op transacties betreffende  vuurwapens, hun essentiële onderdelen, essentiële componenten of munitie die specifiek voor militair gebruik  voor het leger zijn bestemd. De maatregelen om te voldoen aan de vereisten van artikel 10 van het VN-protocol inzake vuurwapens moeten worden aangepast om te voorzien in vereenvoudigde procedures voor vuurwapens voor civiel gebruik. Derhalve moet worden gezorgd voor een zekere verlichting met betrekking tot vergunningen voor meerdere transporten, maatregelen inzake doorvoer en tijdelijke invoer en  uitvoer voor legale doeleinden.


 (EU) nr. 258/2012 overweging 9 (aangepast)

(7) Deze verordening doet geen afbreuk aan de toepassing van artikel 346 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, dat verwijst naar de wezenlijke belangen van de veiligheid van de lidstaten, noch heeft zij invloed op Richtlijn 2009/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 betreffende de vereenvoudiging van de voorwaarden voor de overdracht van defensiegerelateerde producten binnen de Gemeenschap 24 , of op Richtlijn 91/477/EEG van de Raad van 18 juni 1991  of Richtlijn (EU) 2021/555  inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens. Bovendien is het VN-protocol inzake vuurwapens, en derhalve ook deze verordening, niet van toepassing op transacties tussen staten onderling of op de overbrenging tussen staten in de gevallen waarin de toepassing van het protocol het recht zou aantasten van een staat die partij is om, in het belang van de nationale veiligheid maatregelen te nemen die met het Handvest van de Verenigde Naties verenigbaar zijn.


 (EU) nr. 258/2012 overweging 10 (aangepast)

 nieuw

(8) Richtlijn 91/477/EEG  (EU) 2021/555 regelt de overbrenging van vuurwapens voor civiel gebruik op het grondgebied van de Unie terwijl deze verordening betrekking heeft op maatregelen inzake de  in- en  uitvoer vanuit het douanegebied van de Unie naar of door derde landen.


 (EU) nr. 258/2012 overweging 11 (aangepast)

 nieuw

(9) Vuurwapens, hun essentiële onderdelen en essentiële en munitie en alarm- en seinwapens , indien geïmporteerd uit derde landen, vallen onder het Unierecht en in het bijzonder onder de voorschriften van Richtlijn 91/477/EEG   EU 2021/555  .


 (EU) nr. 258/2012 overweging 17 (aangepast)

(10) Deze verordening laat de uniale regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik, zoals ingesteld bij Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik   Verordening (EU) 2021/821 van het Europees Parlement en de Raad 25   , onverlet.


 (EU) nr. 258/2012 overweging 18 (aangepast)

 nieuw

(11) Deze verordening strookt   moet stroken  met de andere relevante bepalingen inzake vuurwapens, hun onderdelen, essentiële componenten en munitie voor militair gebruik, veiligheidsstrategieën, illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens en uitvoer van militaire technologie, met inbegrip van het Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB van de Raad van 8 december 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de controle op de uitvoer van militaire goederen en technologie 26   en Besluit (GBVB) 2021/38 van de Raad 27 .


 (EU) nr. 258/2012 overweging 15 (aangepast)

(12) De Unie heeft een corpus douanevoorschriften vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (EU) nr. 952/2013 en in de uitvoeringsbepalingen daarvan, zoals vervat in Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie.Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie 28 ,  Er moet ook rekening worden gehouden met Verordening (EG) nr. 450/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (gemoderniseerd douanewetboek) waarvan de bepalingen volgens artikel 188 288 daarvan van Verordening (EU) nr. 952/2013 gefaseerd van toepassing zijn. De onderhavige verordening laat de uit het communautair douanewetboek en de uitvoeringsbepalingen daarvan  Verordening (EU) nr. 952/2013 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie voortvloeiende bevoegdheden onverlet.


 nieuw

(13) Meerdere definities zijn rechtstreeks overgenomen uit Richtlijn (EU) 2021/555 van het Europees Parlement en de Raad 29 of uit Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad 30 .


 nieuw

(14) Een mondelinge aangifte van een vuurwapen is niet mogelijk overeenkomstig de toepasselijke douanewetgeving.

(15) De bevoegde autoriteiten moeten informatie ontvangen over het gebruik van het ATA-carnet. ATA is een systeem dat het vrije verkeer van goederen over de grenzen heen en de tijdelijke invoer ervan in een douanegebied met vrijstelling van rechten en belastingen mogelijk maakt. De goederen worden gedekt door één enkel document, het ATA-carnet genaamd, dat door een internationaal garantiestelsel is beveiligd. Deze vereenvoudiging van de douaneformaliteiten mag transparantie niet in de weg staan.


 nieuw

(16) Vuurwapens, hun essentiële onderdelen en munitie mogen alleen in het vrije verkeer worden gebracht als zij naar behoren zijn gemarkeerd overeenkomstig de vuurwapenrichtlijn. In afwachting van deze markering moeten importeurs de vuurwapens onder een andere douaneregeling plaatsen, zoals douane-entrepots of vrije zones, en dan kunnen zij de markeringsverplichting toepassen, hetzij in hun eigen gebouwen, hetzij in andere goedgekeurde gebouwen, zoals nationale testbanken of proefbanken, overeenkomstig de douanewetgeving van de Unie.

(17) Wanneer vuurwapens en hun essentiële onderdelen niet naar behoren zijn gemarkeerd overeenkomstig artikel 8 van het VN-protocol inzake vuurwapens of overeenkomstig de vuurwapenrichtlijn, kunnen de lidstaten besluiten in beslag genomen vuurwapens op kosten van de importeur te vernietigen.

(18) Onbruikbaar gemaakte vuurwapens mogen alleen in het vrije verkeer worden gebracht als zij vergezeld gaan van het certificaat van onbruikbaarmaking en zijn gemarkeerd overeenkomstig artikel 5 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2403. In afwachting van de ontvangst van dit certificaat of de correcte markering moeten importeurs de onbruikbaar gemaakte vuurwapens onder een andere douaneregeling plaatsen, zoals douane-entrepots of vrije zones, en dan kunnen zij de overeenkomstig artikel 15 van Richtlijn (EU) 2021/555 aangewezen controlerende autoriteiten verzoeken de onbruikbaarmaking te controleren en het certificaat af te geven overeenkomstig artikel 3 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2403 van de Commissie 31 .

(19) Alleen alarm- en seinwapens die voldoen aan de normen van Uitvoeringsrichtlijn (EU) 2019/69 van de Commissie 32 kunnen worden beschouwd als alarm- en seinwapens en niet als vuurwapens. Apparaten die gemakkelijk tot vuurwapens kunnen worden omgebouwd, moeten altijd als vuurwapens worden geclassificeerd overeenkomstig de douanenomenclatuur en door de douaneautoriteiten als vuurwapens worden behandeld. Om het risico van omleiding te voorkomen, moet de consistentie van de praktijken van de nationale douaneautoriteiten bij de classificatie van als alarm- en seinwapens aangegeven apparaten bij invoer worden gewaarborgd.

(20) Gezien het hoge risico van illegale vervaardiging van vuurwapens uit ingevoerde onafgewerkte en ongemarkeerde producten mogen alleen wapenhandelaren en -makelaars met een vergunning worden gemachtigd om halffabricaten van vuurwapens en essentiële onderdelen in te voeren.

(21) De controles van het strafregister van aanvragers van invoervergunningen in het bij Kaderbesluit 2009/315/JBZ van de Raad 33 ingestelde Europees Strafregisterinformatiesysteem (Ecris) moeten even streng zijn als voor uitvoervergunningen. De bevoegde autoriteiten moeten met name controleren of de ingevoerde vuurwapens als verloren, gestolen of anderszins gezocht met het oog op inbeslagneming zijn geregistreerd in het Schengeninformatiesysteem en in de iARMS-databank van Interpol.

(22) Een strafblad met gedragingen die een in artikel 2, lid 2, van Kaderbesluit 2002/584/JBZ van de Raad 34 genoemd strafbaar feit vormen, moet een reden zijn om de invoer van vuurwapens, hun essentiële onderdelen en munitie te verbieden.

(23) De informatie met betrekking tot vuurwapens die voor tijdelijke invoer zijn aangegeven, moet duidelijk worden omschreven om de douane en de bevoegde autoriteiten in staat te stellen efficiënt over te gaan tot de beëindiging van de procedure en het risico te beperken dat vuurwapens illegaal in het douanegebied van de Unie blijven.

(24) Om de administratieve vereenvoudiging te vergemakkelijken, moet de douaneaangifte voor tijdelijke invoer en wederuitvoer of tijdelijke uitvoer en wederinvoer dienen als een invoer- of uitvoervergunning voor tijdelijke invoer en wederuitvoer of wederinvoer. Bijgevolg zullen vuurwapeneigenaars die in specifieke gevallen profiteren van administratieve vereenvoudigingen, worden vrijgesteld van invoer- en uitvoervergunningen.

(25) Gezien het risico van omleiding van vuurwapens tijdens het externe douanevervoer in de Unie, hun essentiële onderdelen, munitie en alarm- en seinwapens die afkomstig zijn uit niet-EU-landen en bestemd zijn voor een ander niet-EU-land, moeten de douaneautoriteiten en bevoegde autoriteiten een dergelijk extern douanevervoer op het douanegebied van de Unie uitdrukkelijk toestaan voordat dat plaatsvindt in het douanegebied van de Unie.

(26) Met het oog op meer rechtszekerheid en voorspelbaarheid moet de toestemming van het derde land van doorvoer worden geacht te zijn verleend indien binnen 20 werkdagen geen bezwaren tegen de doorvoer zijn ontvangen. Het besluit van de lidstaten om uitdrukkelijke toestemming te eisen, moet transparant zijn voor alle marktdeelnemers.

(27) De regels inzake het bewijs van invoer in het derde land van bestemming moeten worden geharmoniseerd. Daarom moeten exporteurs aan de bevoegde autoriteit die de uitvoervergunning heeft afgegeven, een bewijs overleggen van de ontvangst van de verzonden zending vuurwapens, essentiële onderdelen of munitie in het derde land van invoer, hetgeen met name moet worden gewaarborgd door het overleggen van de desbetreffende douanedocumenten voor invoer.

(28) Exporteurs moeten in aanmerking kunnen komen voor een uitvoervergunning met een geldigheidsduur van ten hoogste drie jaar, ook als die gedekt is door verschillende opeenvolgende, door importerende niet-EU-landen afgegeven kortlopende invoervergunningen.

(29) Er moet voor worden gezorgd dat de voorwaarden voor uitvoervergunningen gedurende de gehele geldigheidsduur van de vergunning vervuld blijven, zoals het geval is voor vergunningen voor het voorhanden hebben of verwerven van een vuurwapen in de Europese Unie overeenkomstig Richtlijn (EU) 2021/555.

(30) Om het risico van omleiding te voorkomen en tegelijkertijd de administratieve lasten te beperken, is het noodzakelijk verdachte situaties te onderzoeken waarin de lidstaten om bevestiging van ontvangst door de autoriteiten van het derde land van bestemming moeten verzoeken.

(31) De verantwoordelijkheden van de bevoegde autoriteiten met betrekking tot controles na verzending moeten worden verduidelijkt. De administratieve lasten die dergelijke controles voor de lidstaten met zich meebrengen, kunnen de toepassing van artikel 20 van Verordening (EG) nr. 515/97 van de Raad 35 rechtvaardigen. Het vereist ook de mogelijkheid om derden te belasten met de uitvoering van de controles na verzending in hun naam, met name door de uitvoering van Besluit (GBVB) 2019/2191 van de Raad 36 .

(32) De lidstaten moeten de bevoegde autoriteiten toegang verlenen tot het Europees Strafregisterinformatiesysteem (Ecris) met het oog op de uitvoering van deze verordening.

(33) Artikel 47 van Verordening (EU) 2018/1862 van het Europees Parlement en de Raad 37 voorziet in toegang tot het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) voor instanties die belast zijn met de registratie van vuurwapens. Voor de toepassing van deze verordening moeten douaneautoriteiten worden beschouwd als instanties die belast zijn met de registratie van vuurwapens.

(34) Om de traceerbaarheid van vuurwapens, hun essentiële onderdelen en munitie te waarborgen, is het van het grootste belang dat de douane toegang krijgt tot Siena, de applicatie voor veilige informatie-uitwisseling van Europol. De lidstaten die Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad toepassen 38 , moeten deze toegang verlenen.

(35) Om de in artikel 22, lid 6, bedoelde risicogebaseerde aanpak mogelijk te maken voor de in bijlage I vermelde vuurwapens, hun essentiële onderdelen, munitie en alarm- en seinwapens die de markt van de Unie binnenkomen of verlaten, en om ervoor te zorgen dat de controles doeltreffend zijn en worden uitgevoerd overeenkomstig de voorschriften van deze verordening, moeten de Commissie, de bevoegde autoriteiten en de douaneautoriteiten nauw samenwerken en informatie uitwisselen.


 (EU) nr. 258/2012 overweging 3

(36) Teneinde de tracering van vuurwapens te vergemakkelijken en de illegale handel in vuurwapens, hun essentiële onderdelen en essentiële componenten en munitie doelmatig te kunnen bestrijden, moet de uitwisseling van informatie tussen lidstaten worden verbeterd, in het bijzonder door het beter gebruik van bestaande communicatiekanalen.


 nieuw

(37) Overeenkomstig artikel 128 van Verordening (EU) nr. 952/2013 moet het douanekantoor van eerste binnenkomst vóór aankomst van de vuurwapens, hun essentiële onderdelen, munitie en alarm- en seinwapens ervoor zorgen dat voor veiligheidsdoeleinden een risicoanalyse wordt uitgevoerd op basis van de summiere aangifte bij binnenbrengen, en moet het de nodige maatregelen nemen op basis van de resultaten van die risicoanalyse.


 (EU) nr. 258/2012 overweging 4

(38) Persoonsgegevens moeten worden verwerkt in overeenstemming met de regels neergelegd in Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens [3] en in Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad 39 en Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad 40 .


 (EU) nr. 258/2012 overweging 12

(39) Samenhang moet worden gewaarborgd met de krachtens het Unierecht geldende bepalingen inzake registratie.


 nieuw

(40) Om de doeltreffende informatiestroom te waarborgen, moeten de bevoegde autoriteiten worden aangesloten aan het douane-informatiesysteem (“DIS”) zoals ingesteld bij Verordening (EG) nr. 515/97 van de Raad en moeten de door de bevoegde autoriteiten geproduceerde of uitgewisselde gegevens verenigbaar en vergelijkbaar zijn.

(41) Het Schengenacquis omvat met name een besluit van het Uitvoerend Comité van 28 april 1999 betreffende de illegale wapenhandel (SCH/Com-ex (99) 10) 41 , op grond waarvan de lidstaten uiterlijk op 31 juli van elk jaar de nationale gegevens van het voorgaande jaar met betrekking tot de 'sluikhandel in wapens' moeten meedelen, op basis van de bij dat besluit gevoegde tabel voor het opstellen van statistieken. Daarnaast heeft de Commissie in 2018 aanbevolen dat de lidstaten met betrekking tot het voorgaande jaar gedetailleerde statistische gegevens zouden moeten verzamelen 
over het aantal vergunningen voor de invoer en uitvoer van vuurwapens, het aantal weigeringen en de betrokken hoeveelheden en waarde, uitgesplitst volgens herkomst dan wel bestemming, en deze gegevens zouden moeten verstrekken aan de Commissie 42 .

(42) De algemene handhaving van deze verordening zal worden vergemakkelijkt door de koppeling tussen het bij deze verordening ingestelde elektronische vergunningensysteem en de éénloketomgeving van de EU voor de douane, die is ingesteld bij [de overeenkomstige titel en alle informatie in de voetnoot invoegen zodra de handeling is vastgesteld]. Het elektronisch vergunningensysteem biedt een aantal functies, waaronder de registratie van marktdeelnemers en natuurlijke personen die overeenkomstig de vuurwapenrichtlijn gemachtigd zijn om vuurwapens, hun essentiële onderdelen, munitie of alarm- en seinwapens te vervaardigen, te verwerven, voorhanden te hebben of te verhandelen. Zij moeten zich registreren voordat zij invoer- of uitvoervergunningen aanvragen. Bijgevolg zullen vuurwapeneigenaren die profiteren van administratieve vereenvoudigingen, niet verplicht zijn zich in het systeem te registreren.


 (EU) nr. 258/2012 overweging 13

(43) Om de correcte toepassing van deze verordening te waarborgen, dienen lidstaten maatregelen te nemen om de bevoegde instanties passende bevoegdheden te verlenen.


 (EU) nr. 258/2012 overweging 7

(44) Naleving van het VN-protocol inzake vuurwapens vereist ook dat het illegaal fabriceren of verhandelen van vuurwapens, hun essentiële onderdelen en essentiële componenten en munitie strafbaar wordt gesteld, en dat maatregelen worden genomen om de inbeslagname van aldus vervaardigde of ingevoerde voorwerpen mogelijk te maken.


 (EU) nr. 258/2012 overweging 16

(45) De lidstaten moeten regels vaststellen inzake sancties wegens inbreuken op deze verordening en erop toezien dat deze regels worden uitgevoerd. Deze sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.


 nieuw

(46) De bij Richtlijn (EU) 2019/1937 van het Europees Parlement en de Raad 43  ingevoerde klokkenluidersregeling moet ook van toepassing zijn op personen die inbreuken op de regels in verband met de in- en uitvoer van vuurwapens melden.


 (EU) nr. 258/2012 overweging 14

 nieuw

(47) Teneinde  de technische kenmerken van halffabricaten van vuurwapens en essentiële onderdelen vast te stellen, de bijlagen II en III bij deze verordening te wijzigen en  de lijst van vuurwapens, hun essentiële onderdelen, en essentiële componenten en munitie en alarm- en seinwapens waarvoor op grond van deze verordening een vergunning is vereist te beheren, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen ten aanzien van de aanpassing van bijlage I bij deze verordening aan bijlage I van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad 44  van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief en aan bijlage I van Richtlijn 91/477/EEG (EU) 2021/555  en ten aanzien van het vaststellen van de technische kenmerken van halffabricaten van vuurwapens en essentiële onderdelen en van het aanpassen van de bijlagen II en III bij deze verordening aan de digitalisering en wijzigingen in de douaneprocedures . Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau   , en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven 45 . Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen  .


 nieuw

(48) Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van deze verordening, moeten overeenkomstig artikel 291 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad 46 .


 (EU) nr. 258/2012 overweging 19

(49) De Commissie en de lidstaten dienen elkaar in kennis te stellen van de maatregelen die uit hoofde van deze verordening worden genomen, alsmede van andere relevante informatie waarover zij in verband met deze verordening beschikken.


 (EU) nr. 258/2012 overweging 20 (aangepast)

(50) Deze verordening belet   mag  de lidstaten niet   beletten  om hun grondwettelijke voorschriften inzake de toegang van het publiek tot officiële documenten toe te passen, rekening houdend met Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie 47 ,


 (EU) nr. 258/2012 (aangepast)

 nieuw