Overwegingen bij COM(2022)659 - Etikettering van biologisch voeder voor gezelschapsdieren

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
dossier COM(2022)659 - Etikettering van biologisch voeder voor gezelschapsdieren.
document COM(2022)659 NLEN
datum 18 oktober 2023
 
(1) Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad 4 bevat voorschriften voor de etikettering van diervoeders en is zowel van toepassing op diervoeders voor voedselproducerende dieren als op diervoeders voor gezelschapsdieren. Op grond van die verordening mogen bij de productie van biologische diervoeders niet-biologische ingrediënten van agrarische oorsprong worden gebruikt, maar mag in de verkoopbenaming geen naar biologische productie verwijzende term worden gebruikt wanneer sommige ingrediënten van agrarische oorsprong niet biologisch zijn, zelfs al gaat het maar om enkele ingrediënten. Bovendien mogen dergelijke diervoeders niet voorzien zijn van het logo voor de biologische productie van de Europese Unie. Bijgevolg worden de eindverbruikers niet rechtstreeks geïnformeerd over de conformiteit van het product met de voorschriften voor biologische productie.

(2) Professionele exploitanten krijgen overeenkomstig punt 2.1.2 van bijlage III bij Verordening (EU) 2018/848 informatie over de samenstelling en het aandeel biologische, omschakelings- en niet-biologische elementen in diervoeders. Maar voor diervoeders die rechtstreeks in de detailhandel aan de eindverbruikers worden verkocht, zijn er momenteel geen regels voor de verstrekking van informatie over de biologische elementen in het voeder wanneer niet alle ingrediënten van agrarische oorsprong biologisch zijn. Dit is met name relevant voor voeder voor gezelschapsdieren.

(3) Vóór de toepassing van Verordening (EU) 2018/848 hadden bepaalde lidstaten overeenkomstig artikel 95, lid 5, van Verordening (EG) nr. 889/2008 van de Commissie 5 nationale voorschriften vastgesteld of private normen erkend die het mogelijk maakten om in de verkoopbenaming van voeder voor gezelschapsdieren een naar biologische productie verwijzende term te gebruiken wanneer de ingrediënten van agrarische oorsprong van het product voor ten minste 95 gewichtsprocent biologisch waren; dit weerspiegelde de voorschriften voor biologische verwerkte levensmiddelen.

(4) De etiketteringsvoorschriften voor biologisch voeder voor gezelschapsdieren op het niveau van de Unie moeten daarom die voor biologische levensmiddelen weerspiegelen, aangezien beide categorieën producten voornamelijk in de detailhandel aan eindverbruikers worden verkocht. Informatie over de conformiteit met de voorschriften voor biologische productie moet worden verstrekt door middel van de naar biologische productie verwijzende termen in de verkoopbenaming en door het gebruik van het logo voor de biologische productie van de Europese Unie. Om de bewustmaking over de conformiteit met de voorschriften voor biologische productie te bevorderen, moet het logo voor de biologische productie van de Europese Unie verplicht zijn voor alle voorverpakte voeders voor gezelschapsdieren die voldoen aan Verordening (EU) 2018/848 en deze verordening en die in de Unie worden geproduceerd, zoals dat het geval is bij voorverpakte levensmiddelen krachtens artikel 32, lid 1, punt b), van Verordening (EU) 2018/848.

(5) Om de verdere ontwikkeling van de sector voeder voor gezelschapsdieren te bevorderen, moeten specifieke bepalingen worden opgenomen inzake de etikettering van biologisch voeder voor gezelschapsdieren, het gebruik van naar biologische productie verwijzende termen in de verkoopbenaming en in de ingrediëntenlijst, en het gebruik van het logo voor de biologische productie van de Europese Unie.

(6) Aangezien de doelstellingen van deze verordening beter op het niveau van de Unie kunnen worden gerealiseerd door de vaststelling van uniforme regels voor de etikettering van biologisch voeder voor gezelschapsdieren, kan de Unie maatregelen nemen overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.