Overwegingen bij COM(2023)147 - Wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1227/2011 en (EU) 2019/942 ter verbetering van de bescherming van de Unie tegen marktmanipulatie op de groothandelsmarkt voor energie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Voor open en eerlijke mededinging op de interne markten voor gas en elektriciteit en om een gelijk speelveld voor de marktdeelnemers te garanderen, zijn integriteit en transparantie vereist op de groothandelsmarkten voor energie. In Verordening (EU) nr. 1227/2011 van het Europees Parlement en de Raad (“Remit”) is een uitvoerig kader vastgesteld om dit te verwezenlijken. Om het vertrouwen van het publiek in goed functionerende energiemarkten te vergroten en de Unie doeltreffend te beschermen tegen pogingen tot marktmanipulatie, moet Verordening (EU) nr. 1227/2011 worden gewijzigd om de ontoereikende transparantie en monitoringcapaciteiten verder te vergroten en te zorgen voor een doeltreffender onderzoek en handhaving van potentiële grensoverschrijdende gevallen van marktmisbruik door de in het huidige kader vastgestelde tekortkomingen aan te pakken.

(2) Financiële instrumenten, waaronder energiederivaten, die op de energiemarkten worden verhandeld, worden steeds belangrijker. Vanwege de steeds nauwere interrelatie tussen financiële markten en groothandelsmarkten voor energie moet Verordening (EU) nr. 1227/2011 beter worden afgestemd op de wetgeving inzake financiële markten, zoals Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad17, onder meer wat betreft de definities van respectievelijk marktmanipulatie en voorwetenschap. Meer in het bijzonder moet de definitie van marktmanipulatie in Verordening (EU) nr. 1227/2011 enigszins worden aangepast om artikel 12 van Verordening (EU) nr. 596/2014 te weerspiegelen. Daartoe moet de definitie van marktmanipulatie uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1227/2011 worden aangepast om rekening te houden met het aangaan van transacties of het geven van een handelsorder, maar ook met elke andere gedraging met betrekking tot voor de groothandel bestemde energieproducten: i) waarbij onjuiste of misleidende signalen worden of waarschijnlijk zullen worden geven met betrekking tot het aanbod van, de vraag naar of de prijs van voor de groothandel bestemde energieproducten; ii) waarbij de prijs van een of meer voor de groothandel bestemde energieproducten op een kunstmatig niveau wordt gehouden of waarschijnlijk zal worden gehouden door een persoon of door samenwerkende personen; of iii) waarbij van een kunstgreep of enigerlei andere vorm van bedrog of misleiding wordt gebruikgemaakt die onjuiste of misleidende signalen geeft of waarschijnlijk zal geven met betrekking tot het aanbod van, de vraag naar of de prijs van voor de groothandel bestemde energieproducten.

(3) De definitie van voorwetenschap moet ook worden aangepast om Verordening (EU) nr. 596/2014 te weerspiegelen. Met name indien voorwetenschap betrekking heeft op een proces dat zich in fasen voltrekt, kan het voor elke fase van dat proces, alsook voor het proces in zijn geheel om voorwetenschap gaan. Een tussenstap in een gefaseerd proces kan op zich een situatie of gebeurtenis vormen die bestaat of waarvan het op basis van een globale beoordeling van de reeds beschikbare gegevens reëel is te veronderstellen dat zij zal ontstaan of plaatsvinden. Dit begrip dient evenwel niet zo te worden geïnterpreteerd dat het inhoudt dat rekening moet worden gehouden met de omvang van de gevolgen van deze situatie of gebeurtenis op de koers van de betrokken financiële instrumenten. Een tussenstap moet worden beschouwd als voorwetenschap indien deze op zichzelf voldoet aan de in deze verordening opgenomen criteria voor voorwetenschap.

(4) Deze verordening laat Verordeningen (EU) nr. 596/2014, (EU) nr. 600/2014 en (EU) nr. 648/2012 en Richtlijn 2014/65/EU evenals de toepassing van het Europees mededingingsrecht op de onder deze verordening vallende praktijken onverlet.

(5) Het delen van informatie tussen de nationale regulerende instanties en de nationale bevoegde financiële autoriteiten is een centraal aspect van de samenwerking en de opsporing van mogelijke inbreuken op zowel de groothandelsmarkten voor energie als de financiële markten. In het licht van de uitwisseling van informatie tussen bevoegde autoriteiten op grond van Verordening (EU) nr. 596/2014 op nationaal niveau, moeten de nationale regulerende instanties relevante informatie die zij ontvangen, delen met de nationale financiële en mededingingsautoriteiten.

(6) Wanneer informatie niet of niet meer gevoelig is vanuit commercieel of veiligheidsoogpunt, moet het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (het “Agentschap” of “ACER”) deze informatie bekend kunnen maken aan de marktdeelnemers en het ruimere publiek, teneinde bij te dragen aan verbeterde kennis van de markt. Dit moet de mogelijkheid voor ACER omvatten om informatie over georganiseerde markten, IIP’s en RRM’s bekend te maken overeenkomstig de toepasselijke wetgeving inzake gegevensbescherming, teneinde de transparantie van de groothandelsmarkten voor energie te verbeteren en op voorwaarde dat dit de mededinging op die energiemarkten niet verstoort.

(7) Georganiseerde markten die activiteiten verrichten met betrekking tot de handel in voor de groothandel bestemde energieproducten die financiële instrumenten zijn in de zin van artikel 4, lid 1, punt 15, van Richtlijn 2014/65/EU, moeten naar behoren zijn toegestaan overeenkomstig de voorschriften van die richtlijn.

(8) De technologie op het gebied van de effectenhandel heeft de afgelopen tien jaar een sterke ontwikkeling doorgemaakt en wordt steeds meer gebruikt op de groothandelsmarkten voor energie. Veel marktdeelnemers maken gebruik van algoritmische handel en hoogfrequente algoritmische technieken met minimale of geen menselijke tussenkomst. De risico’s die uit deze praktijken voortvloeien, moeten worden aangepakt in het kader van Verordening (EU) nr. 1227/2011.

(9) De naleving van de rapportageverplichtingen uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1227/2011 en de kwaliteit van de gegevens die het Agentschap ontvangt, zijn van het grootste belang om te zorgen voor een doeltreffende monitoring en opsporing van mogelijke inbreuken om de doelstelling van Verordening (EU) nr. 1227/2011 te verwezenlijken. Inconsistenties in de kwaliteit, opmaak, betrouwbaarheid en kosten van handelsgegevens hebben een nadelig effect op de transparantie, consumentenbescherming en marktefficiëntie. Het is van essentieel belang dat de door het Agentschap ontvangen informatie nauwkeurig en volledig is zodat het zijn taken en functies doeltreffend kan uitvoeren.

(10) Om het markttoezicht door het Agentschap te verbeteren en de gegevensverzameling omvattender te maken, moet de huidige rapportageregeling worden verbeterd. De verzamelde gegevens moeten worden uitgebreid om lacunes in de gegevensverzameling weg te werken en moeten gekoppelde markten, nieuwe balanceringsmarkten, contracten voor balanceringsmarkten en producten met potentiële levering in de Unie omvatten. Georganiseerde markten moeten worden verplicht de volledige reeks gegevens uit het orderboek aan het Agentschap te verstrekken. Aanbieders van orderboeken moeten ook worden aangewezen als personen die beroepshalve transacties tot stand brengen die onderworpen zijn aan de verplichting om vermoedelijke inbreuken te monitoren en te melden.

(11) Platformen voor voorwetenschap (IIP’s) moeten een belangrijke rol spelen bij de doeltreffende en tijdige bekendmaking van voorwetenschap. Het moet verplicht zijn voorwetenschap openbaar te maken op specifieke IIP’s om de informatie gemakkelijk toegankelijk te maken en de transparantie te vergroten. Om het vertrouwen in de IIP’s te waarborgen, moeten ze worden vergund en geregistreerd.

(12) Om de rapportage van gegevens aan het Agentschap te stroomlijnen en doeltreffender te maken, moet de informatie worden verstrekt via geregistreerde rapportagemechanismen (RRM’s) en moet de werking van RRM’s worden vergund door het Agentschap. De RRM’s moeten te allen tijde voldoen aan de voorwaarden voor vergunning en de wetgeving inzake gegevensbescherming. Het Agentschap moet ook een register van alle RRM’s in de Unie opzetten.

(13) Ter vergemakkelijking van de monitoring om potentiële handel op basis van voorwetenschap op te sporen en van de gegevenskwaliteit van verzamelde informatie, moet de verzameling van voorwetenschap worden afgestemd op de huidige processen voor de rapportage van handelsgegevens.

(14) Personen die beroepshalve transacties tot stand brengen en uitvoeren, zijn verplicht transacties te melden waarvan zij vermoeden dat ze in strijd zijn met de bepalingen inzake handel met voorkennis en marktmanipulatie. Ter vergroting van de mogelijkheid om tegen dergelijke inbreuken op te treden, moeten de personen die beroepshalve transacties tot stand brengen, ook verplicht zijn verdachte orders en mogelijke inbreuken op de verplichting tot openbaarmaking van voorwetenschap te melden. Aanbieders van directe elektronische toegang en aanbieders van gedeelde orderportefeuilles moeten worden beschouwd als personen die beroepshalve transacties tot stand brengen.

(15) Verordening (EU) 2015/1222 van de Commissie tot vaststelling van richtsnoeren betreffende capaciteitstoewijzing en congestiebeheer voorziet in de mogelijkheid van deelname van derde landen aan de eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling van de Unie in de elektriciteitssector. Aangezien de marktkoppelingbeheerder een specifiek algoritme gebruikt om biedingen en aanbiedingen optimaal te matchen, kan dit ertoe leiden dat handelsorders worden geplaatst in een derde land dat deelneemt aan de eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling van de Unie, maar resulteren in een elektriciteitsleveringscontract met levering in de Unie. Het plaatsen van dergelijke handelsorders in derde landen die deelnemen aan de eenvormige day-ahead- en intradaykoppeling van de Unie met levering in de Unie als mogelijk resultaat, moet vallen onder de definitie van voor de groothandel bestemd energieproduct uit hoofde van deze verordening.

(16) Om een nauwkeurige, objectieve en betrouwbare beoordeling van de prijs voor lng-leveringen aan de Unie te verkrijgen, moet het Agentschap alle lng-marktgegevens verzamelen die nodig zijn om een dagelijkse lng-prijsraming vast te stellen. De prijsraming moet worden uitgevoerd op basis van alle transacties met betrekking tot lng-leveringen aan de Unie. ACER moet de bevoegdheid krijgen om die marktgegevens te verzamelen bij alle deelnemers die betrokken zijn bij lng-leveringen aan de Unie. Al die deelnemers moeten worden verplicht al hun lng-marktgegevens, zo goed als technologisch mogelijk is, in bijna-realtime te rapporteren aan ACER, hetzij na het sluiten van een transactie, hetzij na het doen van een bieding of aanbieding om een transactie aan te gaan. De prijsraming van ACER moet de meest volledige dataset omvatten, waaronder transactieprijzen en, vanaf 31 maart 2023, prijzen van biedingen en aanbiedingen voor lng-leveringen aan de Unie. De dagelijkse publicatie van die objectieve prijsraming en van het verschil dat is vastgesteld in vergelijking met andere referentieprijzen op de markt in de vorm van een lng-benchmark, effent de weg voor het vrijwillige gebruik ervan door marktdeelnemers als de referentieprijs in hun contracten en transacties. Zodra de lng-prijsraming en de lng-benchmark zijn vastgesteld, kunnen die ook een referentietarief worden voor derivatencontracten die worden gebruikt om de prijs van lng of het prijsverschil tussen de lng-prijs en andere gasprijzen in te dekken.

(17) Delegatie van taken en verantwoordelijkheden kan een doeltreffend instrument zijn om dubbel werk te voorkomen, samenwerking te bevorderen en de lasten voor marktdeelnemers te verminderen. Daarom moet worden voorzien in een duidelijke rechtsgrondslag voor een dergelijke delegatie. De nationale regulerende instanties moeten taken en verantwoordelijkheden kunnen delegeren aan een andere nationale regulerende instantie. Het moet mogelijk zijn specifieke voorwaarden in te voeren en de ruimte voor delegatie te beperken tot wat nodig is voor een doeltreffend toezicht op grensoverschrijdende marktdeelnemers of groepen. Voor de delegaties moet het beginsel gelden dat bevoegdheden worden toegewezen aan een autoriteit die in de beste positie verkeert om ter zake op te treden.

(18) Er is een uniform en sterker kader nodig om marktmanipulatie en andere inbreuken op Verordening (EU) nr. 1227/2011 in de lidstaten te voorkomen. Sancties voor inbreuken op die verordening moeten evenredig, doeltreffend en afschrikkend zijn en de aard van de inbreuken weerspiegelen, rekening houdend met het “ne bis in idem”-beginsel. Administratieve sancties, dwangsommen en toezichtmaatregelen zijn complementaire onderdelen van een doeltreffende handhavingsregeling. Een geharmoniseerd toezicht op de groothandelsmarkt voor energie vereist een consistente aanpak van de nationale regulerende instanties.

(19) Tot op heden vallen het toezicht op en de handhaving van activiteiten uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1227/2011 onder de verantwoordelijkheid van de lidstaten. Marktmisbruik is in toenemende mate grensoverschrijdend van aard en heeft vaak gevolgen voor verschillende lidstaten. Handhavingsmaatregelen tegen grensoverschrijdende gevallen van marktmisbruik kunnen jurisdictieproblemen opleveren met betrekking tot het bepalen van de nationale regulerende instantie die in de beste positie verkeert om het onderzoek in kwestie voort te zetten.

(20) Gevallen van marktmisbruik waarbij meerdere grensoverschrijdende elementen en buiten de Unie gevestigde marktdeelnemers betrokken zijn, zijn ook bijzonder problematisch vanuit het oogpunt van handhaving. De huidige toezichtstructuur is niet geschikt voor het gewenste niveau van marktintegratie. Het ontbreken van een mechanisme om te zorgen voor de best mogelijke toezichtbesluiten voor grensoverschrijdende gevallen, waarbij gezamenlijk optreden van de nationale regulerende instanties en het Agentschap momenteel ingewikkelde regelingen vereist en er een lappendeken van toezichtregelingen is, moet worden aangepakt. Daarom moet een efficiënte en doeltreffende toezichts- en onderzoeksregeling worden ingesteld voor dit soort gevallen van marktmisbruik, die vanwege de Uniebrede elementen niet alleen door maatregelen van de lidstaten kunnen worden aangepakt.

(21) Het onderzoek naar inbreuken op deze verordening met een grensoverschrijdende dimensie moet worden uitgevoerd door middel van een uniform proces op het niveau van de Unie. De complexiteit van grensoverschrijdende zaken en de noodzaak om te zorgen voor voldoende middelen voor dergelijke gevallen vereisen de betrokkenheid van het Agentschap, met name op een meer geïntegreerde energiemarkt. Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EU) nr. 1227/2011 heeft het Agentschap aanzienlijke ervaring opgedaan met het monitoren en verzamelen van relevante gegevens over de groothandelsmarkten voor energie in de Unie om de integriteit en transparantie ervan te waarborgen. Voortbouwend op deze ervaring moet het Agentschap de bevoegdheid krijgen om onderzoeken uit te voeren ter bestrijding van inbreuken op Verordening (EU) nr. 1227/2011. Het Agentschap moet dergelijke onderzoeken uitvoeren in samenwerking met de nationale regulerende instanties om hun handhavingsactiviteiten te ondersteunen en aan te vullen. Evenzo moeten de relevante nationale regulerende instanties, waar nodig, in het kader van een onderzoek door het Agentschap onderling samenwerken om het Agentschap bij te staan.

(22) Het Agentschap moet de bevoegdheid krijgen om onderzoeken uit te voeren door inspecties ter plaatse te verrichten en verzoeken om informatie te richten tot de personen tegen wie onderzoeken lopen, met name wanneer de vermoedelijke inbreuken op Verordening (EU) nr. 1227/2011 een duidelijke grensoverschrijdende dimensie hebben. Bij het verrichten van de inspecties ter plaatse en het richten van verzoeken om informatie aan de personen tegen wie een onderzoek loopt, moet het Agentschap nauw en actief samenwerken met de relevante nationale regulerende instanties, die op hun beurt het Agentschap volledige bijstand moeten verlenen, ook wanneer een persoon weigert aan de inspectie te worden onderworpen of de gevraagde informatie te verstrekken. Het is belangrijk dat de procedurele waarborgen en de grondrechten van de betrokken personen die voorwerp zijn van onderzoek van het Agentschap, volledig worden geëerbiedigd. De vertrouwelijkheid van informatie die wordt verstrekt door de aan het onderzoek onderworpen personen moet worden gewaarborgd overeenkomstig de toepasselijke gegevensbeschermingsregels van de Unie.

(23) Daar de doelstellingen van deze verordening niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, maar beter op het niveau van de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel, gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken,