Overwegingen bij COM(2023)179 - Standpunt EU op de 15e vergadering van de commissie van technisch deskundigen van de Intergouvernementele Organisatie voor het internationale spoorwegvervoer (OTIF)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
dossier COM(2023)179 - Standpunt EU op de 15e vergadering van de commissie van technisch deskundigen van de Intergouvernementele Organisatie voor ...
document COM(2023)179 NLEN
datum 22 mei 2023
 
(1)De Unie is toegetreden tot het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer van 9 mei 1980, zoals gewijzigd bij het Protocol van Vilnius van 3 juni 1999 (het “Cotif”), overeenkomstig Besluit 2013/103/EU van de Raad 12 en de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Intergouvernementele Organisatie voor het internationale spoorwegvervoer betreffende de toetreding van de Europese Unie tot het Cotif (“de overeenkomst”).

(2)Op grond van artikel 13, § 1, f), van het Cotif is de commissie van technisch deskundigen (CTE) van de OTIF opgericht.

(3)Overeenkomstig artikel 20, § 1, b), van het Cotif en artikel 6 van de Uniforme Regelen betreffende de verbindendverklaring van technische normen en de aanneming van uniforme technische voorschriften die van toepassing zijn op spoorwegmaterieel bestemd voor gebruik in internationaal verkeer (APTU) – Aanhangsel F van het Cotif, is de CTE bevoegd om onder meer de uniforme technische voorschriften (UTP’s) betreffende de kwalificaties en de onafhankelijkheid van beoordelende entiteiten (UTP GEN-E), betreffende een gemeenschappelijke veiligheidsmethode voor risico-evaluatie en -beoordeling (UTP GEN-G) en betreffende telematicatoepassingen voor het goederenvervoer (UTP TAF) aan te nemen of te wijzigen.

(4)Overeenkomstig artikel 16, lid 10, van het Cotif is de CTE bevoegd om een herziening van haar reglement van orde voor te stellen.

(5)De CTE heeft in de agenda van haar 15e vergadering, op 13 en 14 juni 2023, een voorstel opgenomen voor besluiten tot volledige herziening van de UTP GEN-E betreffende de kwalificaties en de onafhankelijkheid van beoordelende entiteiten, tot wijziging van de UTP GEN-G betreffende een gemeenschappelijke veiligheidsmethode voor risico-evaluatie en -beoordeling, tot wijziging van het reglement van orde van de commissie van technisch deskundigen en tot bijwerking van de verwijzingen naar de technische documenten van de TSI TAF die zijn opgenomen in aanhangsel I van de UTP TAF.

(6)Aangezien de voorgestelde besluiten voor de Unie bindend zullen zijn, is het passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie in de CTE moet worden ingenomen.

(7)Die besluiten hebben tot doel de UTP GEN-E met betrekking tot de kwalificaties en de onafhankelijkheid van beoordelende entiteiten in overeenstemming te brengen met Richtlijn (EU) 2016/797 van het Europees Parlement en de Raad 13 , de UTP GEN-G betreffende een gemeenschappelijke veiligheidsmethode voor risico-evaluatie en ‑beoordeling te herzien, het reglement van orde van de commissie van technisch deskundigen te wijzigen en de UTP TAF in overeenstemming te brengen met de EU-regels, namelijk Uitvoeringsverordening (EU) 2021/541 van de Commissie 14 .

(8)Doordat ze bijdragen tot de afstemming van de OTIF-regelgeving op de gelijkwaardige bepalingen van het EU-recht, zijn de beoogde besluiten van de OTIF in overeenstemming met het recht en de strategische doelstellingen van de Unie en moeten ze derhalve door de Unie worden gesteund.