Overwegingen bij COM(2023)252 - Toewijzing van de vangstmogelijkheden in het kader van het Protocol tot uitvoering van de visserijovereenkomst met Kiribati (2023‐2028)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Op 23 juli 2007 heeft de Raad zijn goedkeuring gehecht aan Verordening (EG) nr. 893/20071 betreffende de sluiting van de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Republiek Kiribati, anderzijds (“de overeenkomst”).

(2) Het eerste protocol2 bij de overeenkomst voorzag voor een periode van zes jaar in vangstmogelijkheden voor vaartuigen van de Unie die in de visserijzone in de wateren van Kiribati vissen, alsmede in de financiële tegenprestatie van de Unie. De periode waarin dat protocol van toepassing was, liep af op 15 september 2012.

(3) Het tweede protocol3 bij de overeenkomst voorzag voor een periode van drie jaar in vangstmogelijkheden voor vaartuigen van de Unie die in de visserijzone in de wateren van Kiribati vissen, alsmede in de financiële tegenprestatie van de Unie. De periode waarin dat protocol van toepassing was, liep af op 15 september 2015.

(4) Op 28 januari 2015 machtigde de Raad de Commissie om met Kiribati onderhandelingen te openen met het oog op de sluiting van een nieuw protocol tot uitvoering van de overeenkomst4. Die onderhandelingen zijn afgerond en op 18 december 2022 is een nieuw protocol tot uitvoering van de overeenkomst voor een periode van vijf jaar (2023-2028) geparafeerd.

(5) Overeenkomstig Besluit [XXX] van de Raad van […] is het Protocol (2023-2028) tot uitvoering van de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Republiek Kiribati, anderzijds (“het protocol”) ondertekend op [datum invoegen], onder voorbehoud van de sluiting ervan op een latere datum.

(6) Het protocol voorziet in vangstmogelijkheden voor vaartuigen van de Unie in de wateren van Kiribati, op basis van het beste beschikbare wetenschappelijke advies en met inachtneming van de instandhoudings- en beheersmaatregelen die zijn vastgesteld door de Commissie voor de visserij in de westelijke en centrale Stille Oceaan.

(7) De vangstmogelijkheden waarin het protocol voorziet, moeten voor de gehele periode van toepassing ervan worden verdeeld over de betrokken lidstaten.

(8) Het protocol moet zo spoedig mogelijk worden uitgevoerd vanwege het economisch belang van de visserijactiviteiten van de Unie in de wateren van Kiribati en om ervoor te zorgen dat die activiteiten zo snel mogelijk kunnen worden hervat.

(9) Om ervoor te zorgen dat de vaartuigen van de Unie hun visserijactiviteiten kunnen uitoefenen, is het protocol voorlopig van toepassing met ingang van de datum van ondertekening ervan. Deze verordening moet daarom met ingang van diezelfde datum van toepassing zijn.