Overwegingen bij COM(2023)296 - Toetreding tot het door de Wereldgezondheidsorganisatie opgerichte wereldwijde digitale gezondheidscertificeringsnetwerk en tijdelijke regelingen om internationaal reizen te vergemakkelijken met het oog op het verstrijken van Verordening 2021/953

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Het digitale EU-covidcertificaat, dat is ingevoerd bij Verordening (EU) 2021/953 van het Europees Parlement en de Raad10, is snel uitgegroeid tot een wereldwijde norm voor vaccinatie-, test- en herstelcertificaten: naast de 27 lidstaten hebben 51 derde landen en gebieden zich bij dit systeem aangesloten. Dankzij zijn externe dimensie is het digitale EU-covidcertificaat ook de meest gebruikte oplossing en het meest gebruikte instrument gebleken om veilig internationaal reizen en herstel op mondiaal niveau te bevorderen. Het gebruik van digitale COVID-certificaten maakte niet alleen reizen gemakkelijker, maar zorgde ook voor de continuïteit van grensoverschrijdende vaccinatie.

(2) Het digitale EU-covidcertificaat was van cruciaal belang om vrij verkeer en reizen te waarborgen en de onderliggende technologie kan dienst blijven doen om ons voor te bereiden op mogelijke toekomstige gezondheidscrises, zodat burgers en bedrijven de gevolgen van besmettelijke ziekten kunnen beperken en een goede paraatheid gewaarborgd is. Dit is ook in overeenstemming met het speciaal verslag van de Europese Rekenkamer11.

(3) Verordening (EU) 2021/953 verstrijkt op 30 juni 2023.

(4) De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) zal een wereldwijd netwerk voor digitale gezondheidscertificering opzetten. Het wereldwijde netwerk voor digitale gezondheidscertificering is een mechanisme ter ondersteuning van de verificatie van certificaten die worden afgegeven door deelnemers aan het wereldwijde netwerk voor digitale gezondheidscertificering. Dit zou in eerste instantie betrekking hebben op COVID-19-certificaten en zou in een later stadium ook de certificering van andere documenten kunnen omvatten, zoals routinematige immunisatiedossiers en het internationaal certificaat van vaccinatie of profylaxe met het oog op internationaal reizen en continuïteit van de zorg.

(5) De invoering van systemen om de gevolgen van wereldwijde gezondheidscrises voor reizen van burgers en bedrijven te beperken, moet worden gezien als een belangrijke pijler van de paraatheidsagenda van de EU. Deelname aan het wereldwijde netwerk voor digitale gezondheidscertificering van de WHO zou bijdragen tot de wereldwijde afstemming van de normen voor gezondheidscertificaten en tot de invoering van een systeem voor de erkenning van digitale gezondheidscertificaten voor internationaal reizen en continuïteit van de zorg.

(6) Het vertrouwenskader, de beginselen en de open technologieën van het digitale EU-covidcertificaat worden geïntegreerd in de structuur het wereldwijde netwerk voor digitale gezondheidscertificering dat door de WHO wordt ontwikkeld. De lidstaten moeten worden aangemoedigd om zich zo spoedig mogelijk vóór 30 september 2023 aan te sluiten op het wereldwijde netwerk voor digitale gezondheidscertificering van de WHO, op voorwaarde dat dit netwerk voldoet aan de technische specificaties die zijn vastgesteld overeenkomstig Verordening (EU) 2021/953. Met het oog op een vlotte overgang van het systeem van digitale EU-covidcertificaten naar het wereldwijde netwerk voor digitale gezondheidscertificering van de WHO moet de lidstaten worden verzocht nieuwe digitale ondertekeningscertificaten af te geven die worden gebruikt voor de afgifte van de digitale EU-covidcertificaten vóór het verstrijken van Verordening (EU) 2021/953, om de maximale technische geldigheid ervan te garanderen en deze in de EU-gateway te registreren.

(7) De Commissie zal de soepele overgang van de lidstaten naar het wereldwijde netwerk voor digitale gezondheidscertificering van de WHO garanderen door de EU-gateway tot en met 30 september 2023 te handhaven op een wijze die de doelstellingen van deze aanbeveling ondersteunt. Daartoe is zij voornemens de EU-gateway te financieren via het programma Digitaal Europa, dat is vastgesteld bij Verordening (EU) 2021/694 van het Europees Parlement en de Raad12. Dit moet de lidstaten en derde landen die op de EU-gateway zijn aangesloten voldoende tijd geven om de procedures vast te stellen die nodig zijn om over te stappen naar het wereldwijde netwerk voor digitale gezondheidscertificering van de WHO.

(8) Alle burgers en ingezetenen van de Unie die buiten de Unie reizen, moeten over middelen beschikken om hun COVID-19-gerelateerde status aan te tonen, wanneer dit specifiek vereist is voor reizen buiten de Unie. Het ontbreken van dergelijke bewijsmiddelen zou de bereidheid en het vermogen van passagiers uit de Unie om naar bepaalde bestemmingen te reizen, kunnen doen afnemen, wat op zijn beurt negatieve gevolgen kan hebben voor het aanbieden van vervoersdiensten. Bovendien kunnen ongelijke voorwaarden voor de afgifte van dergelijke certificaten tussen de lidstaten afbreuk doen aan de eerlijke concurrentie tussen vervoerders indien internationaal reizen vanuit bepaalde lidstaten minder omslachtig is omdat de relevante COVID-19-certificaten gemakkelijk toegankelijk zijn. Daarom moeten de lidstaten, zodra zij zijn aangesloten op het wereldwijde netwerk voor digitale gezondheidscertificering van de WHO, ook worden verzocht om op verzoek certificaten af te geven in een formaat dat verenigbaar is met de technische specificaties die zijn vastgesteld in Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/1073 van de Commissie13, met het oog op het vergemakkelijken van internationale reizen naar derde landen waarvoor dergelijke certificaten vereist zijn, met welk vervoermiddel dan ook. De afgifte van dergelijke certificaten maakt het niet alleen gemakkelijker om internationaal te reizen, maar draagt ook bij tot de wereldwijde afstemming van de normen voor gezondheidscertificaten en tot de invoering van een systeem voor de erkenning van digitale gezondheidscertificaten die de continuïteit van de zorg faciliteren.

(9) De lidstaten moeten dergelijke certificaten, ook tijdens de overgangsperiode, afgeven in een digitaal of papieren formaat, of beide. De aanvragers moeten het recht hebben de certificaten te ontvangen in het formaat van hun keuze. De informatie in de certificaten moet ook in voor mensen leesbare vorm worden weergegeven, in ten minste de officiële taal of talen van de lidstaat van afgifte en in het Engels.

(10) De opname van het digitale EU-covidcertificaat in het wereldwijde netwerk voor digitale gezondheidscertificering van de WHO moet derde landen die nog steeds beschikken over COVID-19-gerelateerde vereisten als voorwaarden voor binnenkomst op hun grondgebied en die verbonden zijn met de gateway voor interoperabiliteit van het bij Verordening (EU) 2021/953 opgezette vertrouwenskader (de “EU-gateway”) in staat stellen zowel vóór als na 1 juli 2023 afgegeven certificaten te aanvaarden en te verifiëren.

(11) Situaties waarin een burger of ingezetene van de Unie door een derde land wordt verzocht een COVID-certificaat te tonen en dat niet gemakkelijk kan verstrekken omdat het systeem van het digitale EU-covidcertificaat niet operationeel is, moeten worden vermeden, aangezien dit een beperking zou betekenen voor internationaal reizen met om het even welk vervoermiddel.

(12) Vanuit het perspectief van reizigers naar de Unie zouden een of meer lidstaten in de toekomst bovendien nieuwe volksgezondheidsmaatregelen kunnen invoeren om de toegang tot hun grondgebied te beperken voor personen die vanuit derde landen reizen, aangezien een heropleving van COVID-19 of een uitbraak van een andere ziekte in geen enkel deel van de wereld kan worden uitgesloten. Hoewel dergelijke beperkingen moeten worden toegepast in overeenstemming met de algemene beginselen van evenredigheid en non-discriminatie, kunnen zij gerechtvaardigd zijn om redenen van algemeen belang, namelijk de bescherming van de volksgezondheid. Om ervoor te zorgen dat dergelijke volksgezondheidsproblemen adequaat kunnen worden aangepakt, moeten de lidstaten door derde landen afgegeven certificaten kunnen blijven aanvaarden en verifiëren in overeenstemming met de hoge normen die momenteel in Verordening (EU) 2021/953 zijn vastgesteld. Wanneer de lidstaten een bewijs van COVID-19-vaccinatie, -test of -herstel verlangen om vrijstelling te verlenen van beperkingen om naar de Unie te reizen, moeten zij, overeenkomstig de aanpak van Aanbeveling (EU) 2022/254814 van de Raad, bewijzen van COVID-19-vaccinatie, -herstel of -tests aanvaarden die voorheen onder een op grond van artikel 3, lid 10, of artikel 8, lid 2, van Verordening (EU) 2021/953 van de Raad vastgestelde uitvoeringshandeling vielen.

(13) Aangezien de afgifte van passende, interoperabele certificaten kan bijdragen tot het vergemakkelijken van internationale reizen naar bepaalde derde landen met om het even welk vervoermiddel, moet de lidstaten worden verzocht ervoor te zorgen, ook tijdens de overgangsperiode, dat exploitanten van grensoverschrijdende personenvervoersdiensten die verplicht zijn om COVID-19-gerelateerde volksgezondheidsmaatregelen toe te passen, de verificatie van dergelijke certificaten integreren in de exploitatie van grensoverschrijdende vervoersinfrastructuur, zoals luchthavens, havens en spoorweg- en busstations, indien van toepassing.

(14) De Raad heeft de Commissie ertoe opgeroepen “de toegevoegde waarde te onderzoeken van een digitale versie van vaccinatiecertificaten, rekening houdend met de ervaringen met Europese digitale infrastructuur en andere bestaande instrumenten, zoals het internationaal certificaat van vaccinatie of de profylaxe”15. Soortgelijke ontwikkelingen zijn gepland door de WHO, die voornemens is het wereldwijde netwerk voor digitale gezondheidscertificering van de WHO verder te ontwikkelen, bijvoorbeeld om de digitalisering van het internationaal certificaat van vaccinatie of profylaxe of vaccinatiecertificaten voor routinematige immunisatie te ondersteunen. Daarom moet de lidstaten worden verzocht actief deel te nemen aan de inspanningen om het netwerk verder te ontwikkelen, en andere soorten vaccinatiecertificaten of gezondheidsgegevens, naargelang het geval, af te geven, te aanvaarden en te verifiëren.

(15) Gedurende een overgangsperiode tot en met 30 september 2023 en met het oog op een soepele overgang naar het wereldwijde netwerk voor digitale gezondheidscertificering van de WHO, moeten de lidstaten die nog niet zijn aangesloten op het wereldwijde netwerk voor digitale gezondheidscertificering van de WHO, op verzoek COVID-19-vaccinatie-, test- en herstelcertificaten blijven afgeven in een formaat dat verenigbaar is met de technische specificaties die zijn vastgesteld in Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/1073 van de Commissie16. Wanneer lidstaten tijdens deze overgangsperiode een bewijs van COVID-19-vaccinatie, -test of -herstel verlangen om vrijstelling te verlenen van beperkingen om naar de Unie te reizen, moeten zij, overeenkomstig de aanpak van Aanbeveling (EU) 2022/254817 van de Raad, bewijzen van COVID-19-vaccinatie, -herstel of -tests aanvaarden die voorheen onder een op grond van artikel 3, lid 10, of artikel 8, lid 2, van Verordening (EU) 2021/953 van de Raad vastgestelde uitvoeringshandeling vielen.

(16) In dezelfde periode moeten de lidstaten die nog niet zijn aangesloten op het wereldwijde netwerk voor digitale gezondheidscertificering van de WHO ook aangesloten blijven op de EU-gateway, voor zover die gateway door de Commissie wordt gehandhaafd. De lidstaten die reeds zijn aangesloten op het wereldwijde netwerk voor digitale gezondheidscertificering van de WHO moeten de informatie die zij uploaden naar dit netwerk synchroniseren met de EU-gateway.

(17) De lidstaten moeten uitvoering geven aan deze aanbeveling met ingang van 1 juli, de dag na het verstrijken van Verordening (EU) 2021/953, zodat mogelijke verstoringen, met name met betrekking tot internationale reizen naar derde landen waarvoor nog een COVID-certificaat vereist is, worden vermeden. De lidstaten kunnen met name alleen een nieuw digitaal ondertekeningscertificaat afgeven zolang Verordening (EU) 2021/953 nog van kracht is. Zij worden derhalve verzocht de grootst mogelijke technische geldigheid te geven aan dit certificaat en het vóór het verstrijken van Verordening (EU) 2021/953 op 30 juni 2023 in de EU-gateway te registreren.

(18) Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad18 is van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens bij de tenuitvoerlegging van de onderhavige verordening. De lidstaten moeten er daarom te allen tijde voor zorgen dat de relevante bepalingen van het Unierecht inzake persoonsgegevens worden nageleefd.