Overwegingen bij COM(2023)364 - Eurobankbiljetten en -munten als wettig betaalmiddel

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
dossier COM(2023)364 - Eurobankbiljetten en -munten als wettig betaalmiddel.
document COM(2023)364
datum 28 juni 2023
 
(1) Overeenkomstig artikel 3, lid 1, punt c), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese (VWEU) is de Unie exclusief bevoegd op het gebied van het monetair beleid voor de lidstaten die de euro als munt hebben.

(2) Overeenkomstig artikel 128, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 10 van Verordening (EG) nr. 974/98 van de Raad11 zijn de in euro luidende bankbiljetten de enige bankbiljetten die in alle deelnemende lidstaten de hoedanigheid van wettig betaalmiddel hebben. Overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EG) nr. 974/98 zijn in euro luidende muntstukken de enige muntstukken die in alle deelnemende lidstaten de hoedanigheid van wettig betaalmiddel hebben.

(3) De aanbeveling van de Commissie betreffende de draagwijdte en de gevolgen van de hoedanigheid van wettig betaalmiddel van eurobankbiljetten en -munten12 bevat een gemeenschappelijke definitie van de hoedanigheid van wettig betaalmiddel van eurobankbiljetten en -munten.

(4) In een arrest van 26 januari 202113 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie verduidelijkt dat het in artikel 128, lid 1, VWEU gebezigde begrip “wettig betaalmiddel” een Unierechtelijk begrip is dat in de gehele Unie autonoom en uniform moet worden uitgelegd14. Ten tweede heeft het Hof geoordeeld dat het begrip “hoedanigheid van wettig betaalmiddel” van een betaalmiddel dat in een bepaalde munteenheid luidt, inhoudt dat “in het algemeen niet kan worden geweigerd dat dit betaalmiddel wordt gebruikt om een in dezelfde munteenheid luidende schuld tegen de nominale waarde van deze schuld [en zonder toeslagen voor de betaler] en met bevrijdende werking te verevenen”15. Ten derde heeft het Hof gepreciseerd dat een verplichting om eurobankbiljetten en -munten te aanvaarden in beginsel door de lidstaten die de euro als munt hebben, kan worden beperkt om redenen van openbaar belang en overeenkomstig hun bevoegdheden buiten het gebied van het monetair recht en beleid en buiten andere exclusieve bevoegdheden van de Unie, voor zover die beperkingen worden gerechtvaardigd door een doelstelling van algemeen belang en evenredig zijn aan die doelstelling16.

(5) De aanvaarding van als betaalmiddel aangeboden eurobankbiljetten en -munten kan bij wijze van uitzondering worden geweigerd indien de weigering te goeder trouw gebeurt, op basis van legitieme gronden en concrete omstandigheden, waarop de begunstigde geen invloed heeft, en indien de weigering evenredig is. Zo kan de weigering gerechtvaardigd zijn indien het ter vereffening van een monetaire schuld aangeboden eurobankbiljet niet in verhouding staat tot het aan de begunstigde verschuldigde bedrag, bijvoorbeeld wanneer een bankbiljet van tweehonderd euro wordt aangeboden om een schuld van minder dan vijf euro te vereffenen. Overeenkomstig Verordening 974/98 van de Raad is behalve de uitgevende autoriteit en personen die specifiek in de nationale wetgeving van de uitgevende lidstaat zijn aangewezen, geen enkele partij verplicht voor één betaling meer dan vijftig muntstukken te aanvaarden.

(6) Teneinde te verzekeren dat het beginsel van verplichte aanvaarding van betalingen in eurobankbiljetten en -munten niet daadwerkelijk wordt ondermijnd door wijdverbreide en structurele weigeringen van contante betalingen, moeten de lidstaten toezicht houden op de mate van eenzijdige uitsluitingen vooraf van contante betalingen wanneer transacties in fysieke gebouwen worden verricht. De lidstaten moeten daarom regelmatig toezicht houden op de mate van eenzijdige uitsluitingen vooraf van betalingen in contanten wanneer betalingen worden verricht in fysieke gebouwen op hun gehele grondgebied, in al hun verschillende regio’s, met inbegrip van zowel stedelijke als niet-stedelijke gebieden, op basis van gemeenschappelijke indicatoren die vergelijkingen tussen de lidstaten mogelijk maken. Indien de aanvaarding van betalingen in contanten op hun grondgebied volgens hun beoordeling wordt gewaarborgd, zouden de lidstaten geen specifieke maatregelen hoeven te nemen in verband met hun respectieve verplichting. Zij zouden de situatie echter wel verder moeten blijven volgen. Indien een lidstaat besluit dat eenzijdige uitsluitingen vooraf van contanten de verplichte aanvaarding van betalingen in eurobankbiljetten en -munten op hun gehele grondgebied of een deel daarvan ondermijnen, zou de desbetreffende lidstaat doeltreffende en evenredige maatregelen moeten nemen om de situatie te verhelpen, zoals een verbod op of beperkingen van eenzijdige uitsluitingen vooraf van contanten op hun gehele grondgebied of een deel daarvan, bijvoorbeeld in landelijke gebieden, of in bepaalde sectoren die essentieel worden geacht, zoals postkantoren, supermarkten, apotheken of gezondheidszorg, of voor bepaalde soorten betalingen die essentieel worden geacht.

(7) Teneinde de doeltreffende uitvoering te verzekeren van hun verplichting om voldoende en effectieve toegang tot contanten te waarborgen, zouden de lidstaten regelmatig toezicht moeten houden op de mate van toegang tot contanten op hun gehele grondgebied, in al hun verschillende regio’s, met inbegrip van zowel stedelijke als niet-stedelijke gebieden, op basis van gemeenschappelijke indicatoren die vergelijkingen tussen de lidstaten mogelijk maken. Gemeenschappelijke indicatoren kunnen onder meer factoren zijn die van invloed zijn op de toegang tot contanten, zoals de dichtheid van toegangspunten tot contanten in verhouding tot de bevolking, de voorwaarden voor het opnemen en storten van contanten, met inbegrip van de vergoedingen, het bestaan van verschillende netwerken met verschillende toegangsmodaliteiten voor klanten, verschillen tussen stad en platteland en sociaaleconomische verschillen en problemen bij de toegang voor bepaalde bevolkingsgroepen. Indien de toegang tot contanten op hun grondgebied volgens hun beoordeling voldoende en effectief wordt geacht, zouden de lidstaten geen specifieke maatregelen hoeven te nemen in verband met hun respectieve verplichting. Zij zouden de situatie echter wel verder moeten blijven volgen. Indien een lidstaat concludeert dat de toegang tot contanten niet voldoende en effectief is op zijn gehele grondgebied of een deel daarvan, of dat het risico van verslechtering bestaat indien er geen maatregelen worden genomen, moeten passende maatregelen worden genomen om de situatie te verhelpen, zoals geografische toegangsvereisten voor betalingsdienstaanbieders die geldopnemingsdiensten verstrekken om cashdiensten te blijven aanbieden in een voldoende hoog aantal bijkantoren waar zij actief zijn, of via een aangewezen agent voor kredietinstellingen die uitsluitend online actief zijn, of om een voldoende dichtheid van geldautomaten te handhaven waar zij actief zijn, rekening houdend met een goede geografische spreiding in verhouding tot de bevolking en met een mogelijke bundeling van geldautomaten. Andere corrigerende maatregelen zijn bijvoorbeeld aanbevelingen aan niet-kredietinstellingen, zoals onafhankelijke exploitanten van geldautomaten, detailhandelaren of postkantoren, om hen ertoe aan te moedigen de cashdiensten van banken aan te vullen.

(8) De Commissie moet gemachtigd worden om uitvoeringshandelingen vast te stellen met betrekking tot gemeenschappelijke indicatoren die algemeen van toepassing zijn in de eurozone, hetgeen de lidstaten in staat zou stellen om de aanvaarding van betalingen in contanten en de toegang tot contanten op hun grondgebied, in al hun regio’s, met inbegrip van zowel stedelijke als niet-stedelijke gebieden, doeltreffend te monitoren en te beoordelen. Met het oog op de voorbereiding van dergelijke uitvoeringshandelingen moet de Commissie de Europese Centrale Bank raadplegen.

(9) De Commissie moet de bevoegdheid krijgen om tot een specifieke lidstaat gerichte uitvoeringshandelingen vast te stellen wanneer de door die lidstaat voorgestelde maatregelen onvoldoende lijken of in gevallen waarin, ondanks de bevindingen van het door die lidstaat ingediende jaarverslag, eenzijdige uitsluitingen vooraf van contanten het beginsel van verplichte aanvaarding van betalingen in eurobankbiljetten en -munten ondermijnen en/of de toegang tot contanten niet voldoende of effectief is. Bij een dergelijke uitvoeringshandeling zou de betrokken lidstaat kunnen worden verplicht om maatregelen te nemen zoals bedoeld in de overwegingen 7 en 8, of maatregelen die in andere lidstaten doeltreffend zijn bevonden om het beginsel van verplichte aanvaarding van betalingen in contanten te waarborgen, of om te voorkomen dat de voldoende en effectieve toegang tot contanten wordt ondermijnd.

(10) Overeenkomstig het beginsel van loyale samenwerking moeten de Commissie, de Europese Centrale Bank en de aangewezen bevoegde nationale autoriteiten met de vereiste bevoegdheden met betrekking tot de aanvaarding van betalingen in contanten en de toegang tot contanten en de met contanten verband houdende marktactiviteiten van de contantensector, nauw samenwerken aan kwesties die verband houden met de aanvaarding van betalingen in contanten en de toegang tot contanten. Een regelmatige dialoog tussen deze instellingen en autoriteiten, met name op basis van de jaarverslagen van de lidstaten aan de Commissie en de Europese Centrale Bank, moet gericht zijn op het in kaart brengen van gevallen van wijdverbreide eenzijdige uitsluiting vooraf van contanten of ontoereikende toegang tot contanten in specifieke nationale gebieden of regio’s. Deze dialoog zou ook gericht zijn op het ontwerpen en vaststellen van corrigerende maatregelen die de lidstaten moeten nemen ter nakoming van hun verplichtingen om de aanvaarding van contanten en voldoende en effectieve toegang tot contanten te waarborgen.

(11) Opdat aanvullende uitzonderingen op de verplichte aanvaarding van eurocontanten in een latere fase kunnen worden ingevoerd indien dit nodig is, moet de Commissie de bevoegdheid krijgen overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen om deze verordening aan te vullen door aanvullende uitzonderingen op het beginsel van verplichte aanvaarding in te voeren voor de gehele eurozone. De Commissie kan dergelijke aanvullende uitzonderingen alleen vaststellen indien zij noodzakelijk zijn, in verhouding tot het beoogde doel staan en de doeltreffendheid van eurocontanten als wettig betaalmiddel handhaven. De bevoegdheid van de Commissie om gedelegeerde handelingen vast te stellen tot instelling van aanvullende uitzonderingen op de verplichte aanvaarding van eurocontanten mag geen afbreuk doen aan de mogelijkheid voor de lidstaten om, overeenkomstig hun eigen bevoegdheden op gebieden die onder gedeelde bevoegdheid vallen, nationale wetgeving vast te stellen tot invoering van uitzonderingen op de verplichte aanvaarding die voortvloeit uit de hoedanigheid van wettig betaalmiddel overeenkomstig de voorwaarden die het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft vastgesteld in het arrest in de gevoegde zaken C-422/19 en C-423/19. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen plaatsvinden in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven. Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen, ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen stelselmatig toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.

(12) Teneinde uniforme voorwaarden voor de bepalingen inzake de aanvaarding van betalingen in contanten en voldoende en effectieve toegang tot contanten te verzekeren, moeten de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad17. De adviesprocedure zou moeten worden gebruikt voor de vaststelling van uitvoeringshandelingen inzake de aanvaarding van en de toegang tot contanten, aangezien het gaat om maatregelen met een gering effect, te weten indicatoren voor het toezicht op de aanvaarding van en de toegang tot contanten, of handelingen die gericht zijn tot individuele lidstaten die in bepaalde omstandigheden mogelijk passende maatregelen moeten nemen die de specifieke kenmerken van hun nationale grondgebied, regio’s en stedelijke gebieden weerspiegelen, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad.

(13) Deze verordening waarborgt de volledige eerbiediging van het grondrecht op vrijheid van ondernemerschap en het grondrecht op consumentenbescherming die zijn verankerd in respectievelijk de artikelen 16 en 38 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Deze verordening heeft betrekking op de betaalmethode van voorkeur, te weten valuta die de hoedanigheid van wettig betaalmiddel hebben, waarvoor burgers rechtmatig kunnen kiezen om hun schulden te vereffenen. De maatregelen in deze verordening hebben dus alleen betrekking op de manier waarop ondernemingen betalingen ontvangen. De inmenging in die grondrechten is dus indirect en zeer beperkt. Zij is gerechtvaardigd door de doelstelling van algemeen belang om de doeltreffendheid van het wettige betaalmiddel te waarborgen en staat in verhouding tot deze doelstelling.

(14) Het aandeel contante betalingen in vergelijking met elektronische betalingen is hoger voor bepaalde kwetsbare groepen, waaronder ouderen, personen met een handicap en mensen met beperkte digitale vaardigheden of met een lager inkomen. Dit voorstel sluit aan op de Europese toegankelijkheidswet18, waarin geldautomaten aan bod komen. Bovendien zijn financieel uitgesloten personen, zoals personen zonder bankrekening, asielzoekers en migranten, die mogelijk niet in staat of bereid zijn door de particuliere sector ter beschikking gestelde betaalmiddelen te gebruiken, afhankelijk van contanten als betaalmiddel. Contanten worden geacht een duidelijk overzicht te geven van de uitgaven, ze zijn bijzonder gebruiksvriendelijk, snel en veilig en bieden een hoge mate van privacy. Deze kwetsbare groepen lopen een groter risico de toegang tot een betaalmethode te verliezen als hun toegang tot contanten wordt aangetast. Deze verordening zou er daarom op gericht zijn de financiële inclusie van kwetsbare groepen die afhankelijk zijn van contante betalingen, in stand te houden door ervoor te zorgen dat iedereen in de eurozone vrij de betaalmethode van zijn of haar voorkeur kan kiezen en toegang heeft tot basiscashdiensten, en zou tegelijkertijd de lidstaten ondersteunen bij het voortzetten van hun beleidsinspanningen ter bevordering van digitale financiële inclusie, bijvoorbeeld via maatregelen om de financiële geletterdheid en meer in het bijzonder de geletterdheid op het gebied van digitale financiën in de onderwijs- en opleidingsstelsels te vergroten en kloven in de digitale infrastructuur aan te pakken, ook in landelijke gebieden.

(15) Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel is het noodzakelijk en passend dat voorschriften worden vastgesteld ter verwezenlijking van de basisdoelstelling om de aanvaarding van contanten en de toegang tot contanten te verzekeren. Deze verordening gaat overeenkomstig artikel 5, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie niet verder dan nodig is om de beoogde doelstellingen te verwezenlijken.