Overwegingen bij COM(2023)343 - Ondertekening van het Verdrag van de VN inzake de internationale gevolgen van de gerechtelijke verkoop van schepen, aangenomen door de Algemene Vergadering van de VN te New York op 7 december 2022

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Op 23 mei 2022 heeft de Raad de Commissie gemachtigd onderhandelingen te openen over een verdrag inzake de internationale gevolgen van de gerechtelijke verkoop van schepen. Deze onderhandelingen zijn met succes afgerond met de aanneming van de tekst van het verdrag door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties te New York op 7 december 2022. 

(2) Het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de internationale gevolgen van de gerechtelijke verkoop van schepen (“Verdrag van Peking inzake de gerechtelijke verkoop van schepen”), dat op 7 december 2022 door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties te New York is aangenomen, versterkt het bestaande internationale rechtskader inzake scheepvaart en levert een nuttige bijdrage aan de ontwikkeling van harmonieuze internationale economische betrekkingen.  Daarom is het wenselijk dat de bepalingen van dat instrument zo spoedig mogelijk worden toegepast. 

(3) De Europese Unie beijvert zich om een gemeenschappelijke justitiële ruimte tot stand te brengen die is gebaseerd op het beginsel van wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen. In dat verband heeft de Uniewetgever onder meer Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken19 en Verordening (EU) 2020/1784 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2020 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken20 vastgesteld.

(4) Sommige van de aangelegenheden die worden geregeld in het Verdrag van Peking inzake de gerechtelijke verkoop van schepen tasten Verordening (EU) nr. 1215/2012 en Verordening (EU) 2020/1784 aan. De Unie is derhalve exclusief bevoegd voor deze aangelegenheden, terwijl de andere aangelegenheden die in het Verdrag van Peking inzake de gerechtelijke verkoop van schepen worden geregeld, niet onder die bevoegdheid vallen.

(5) De lidstaten moeten het Verdrag van Peking inzake de gerechtelijke verkoop van schepen ondertekenen om de volledige toepassing van het verdrag tussen de Unie en derde landen te waarborgen.

(6) Artikel 18, lid 1, van het Verdrag van Peking inzake de gerechtelijke verkoop van schepen bepaalt dat regionale organisaties voor economische integratie die bevoegd zijn ter zake van bepaalde aangelegenheden die in dat verdrag worden geregeld, dat verdrag kunnen ondertekenen, aanvaarden, goedkeuren of ertoe toetreden.

(7) Artikel 18, lid 2, van het Verdrag van Peking inzake de gerechtelijke verkoop van schepen bepaalt dat een regionale organisatie voor economische integratie op het tijdstip van ondertekening, aanvaarding, goedkeuring of toetreding een verklaring aflegt waarin de in dat verdrag geregelde aangelegenheden worden gespecificeerd ter zake waarvan de bevoegdheid door haar lidstaten aan die organisatie is overgedragen. De Unie moet derhalve een dergelijke verklaring afleggen bij de ondertekening van het Verdrag van Peking inzake de gerechtelijke verkoop van schepen.

(8) Daarom moet het Verdrag van Peking inzake de gerechtelijke verkoop van schepen namens de Unie worden ondertekend, onder voorbehoud van de sluiting ervan op een latere datum, en moet de aangehechte verklaring worden goedgekeurd.

(9) [Overeenkomstig artikel 3 van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, heeft Ierland te kennen gegeven dat het aan de vaststelling en toepassing van dit besluit wenst deel te nemen.]

OF

[Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en onverminderd artikel 4 van dat protocol, neemt Ierland niet deel aan de vaststelling van dit besluit en is dit niet bindend voor, noch van toepassing op Ierland.].

(10) Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van dit besluit en is dit niet bindend voor, noch van toepassing op Denemarken.