Overwegingen bij COM(2023)399 - Ondertekening en voorlopige toepassing van de Overeenkomst met Albanië inzake operationele activiteiten van het Europees Grens- en kustwachtagentschap in Albanië

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1)Artikel 73, lid 3, van Verordening (EU) 2019/1896 13 bepaalt dat als de omstandigheden vereisen dat grensbeheerteams van het permanente korps van de Europese grens- en kustwacht worden ingezet in een derde land waar de teamleden uitvoerende bevoegdheden zullen uitoefenen, tussen de Unie en het desbetreffende derde land op grond van artikel 218 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie een statusovereenkomst moet worden gesloten.

(2)Op 18 november 2022 heeft de Raad de Commissie machtiging verleend om met de Republiek Albanië onderhandelingen te starten over een overeenkomst inzake operationele activiteiten van het Europees Grens- en kustwachtagentschap in de Republiek Albanië (hierna “de overeenkomst” genoemd) 14 .

(3)Deze onderhandelingen zijn succesvol afgesloten.

(4)Dit besluit vormt een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad 15 ; Ierland neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van dit besluit en dit is niet bindend voor, noch van toepassing op Ierland.

(5)Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken 16 , gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van dit besluit en is het besluit noch bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat. Aangezien dit besluit voortbouwt op het Schengenacquis, beslist Denemarken overeenkomstig artikel 4 van het bovengenoemde protocol binnen een termijn van zes maanden nadat de Raad heeft beslist over dit besluit, of het dit in zijn interne recht zal omzetten.

(6)De overeenkomst moet namens de Unie ondertekend worden onder voorbehoud van de sluiting ervan op een latere datum. De aan de overeenkomst gehechte verklaring moet namens de Unie worden goedgekeurd.

(7)Om ervoor te zorgen dat het permanente korps van de Europese grens- en kustwacht met spoed op het grondgebied van de Republiek Albanië kan worden ingezet, moet de overeenkomst worden toegepast vanaf de datum waarop de partijen kennis hebben gegeven van de voltooiing van de interne procedures in die zin.