Overwegingen bij COM(2023)421 - Standpunt EU in de Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1)Bij het besluit van de Raad van 9 juni 1986 20 heeft de Europese Gemeenschap het Internationaal Verdrag voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (het Iccat-verdrag) gesloten, waarbij de Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen is opgericht.

(2)De Iccat stelt maatregelen vast die waarborgen dat de visbestanden in het Iccat-verdragsgebied op lange termijn in stand worden gehouden en duurzaam worden gebruikt, en die de mariene ecosystemen waarin deze bestanden voorkomen, beschermen. Dergelijke maatregelen kunnen bindend worden voor de Unie.

(3)In Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad 21 is bepaald dat de Unie er borg voor moet staan dat de activiteiten in het kader van de visserij en de aquacultuur uit ecologisch oogpunt duurzaam op de lange termijn zijn en worden beheerd op een manier die strookt met de doelstellingen voordelen te realiseren op economisch en sociaal gebied en op het gebied van werkgelegenheid, alsmede bij te dragen tot de beschikbaarheid van voedselvoorraden. Die verordening bepaalt eveneens dat de Unie de voorzorgsbenadering moet toepassen bij het visserijbeheer en ernaar moet streven dat de levende biologische rijkdommen van de zee zo worden geëxploiteerd dat de populaties van de gevangen soorten boven een niveau worden gebracht en gehouden dat de maximale duurzame opbrengst kan opleveren. Voorts is in die verordening bepaald dat de Unie maatregelen inzake beheer en instandhouding moet nemen op basis van het beste beschikbare wetenschappelijke advies, de ontwikkeling van wetenschappelijke kennis en wetenschappelijk advies moet ondersteunen, teruggooi geleidelijk moet uitbannen en vangstmethoden moet bevorderen die bijdragen tot selectievere visserij, tot het zo veel mogelijk voorkomen en beperken van ongewenste vangsten en tot visserij met een lage impact op het mariene ecosysteem en de visbestanden. Daarnaast is in Verordening (EU) nr. 1380/2013 specifiek bepaald dat de Unie deze doelstellingen en beginselen moet toepassen bij haar externe betrekkingen op visserijgebied.

(4)Overeenkomstig de biodiversiteits 22 -, de klimaatadaptatie 23 - en de “van boer tot bord” 24 -strategie is het essentieel om de natuur te beschermen en de achteruitgang van ecosystemen te keren. De risico’s die voortvloeien uit de klimaatverandering en het biodiversiteitsverlies mogen de beschikbaarheid van goederen en diensten die gezonde mariene ecosystemen leveren aan vissers, kustgemeenschappen en de mensheid in het algemeen niet in gevaar brengen.

(5)In de kunststoffenstrategie 25 wordt verwezen naar specifieke maatregelen ter vermindering van kunststoffen en mariene verontreiniging, alsook van het verlies of achterlaten van vistuig op zee. Voorts is het actieplan om de vervuiling tot nul terug te dringen 26 erop gericht het kunststofafval op zee met 50 % en het vrijkomen van microplastics in het milieu met 30 % te verminderen.

(6)Overeenkomstig de gezamenlijke mededeling over internationale oceaangovernance 27 zijn de bescherming en instandhouding van de mariene biodiversiteit belangrijke prioriteiten in het kader van het externe optreden van de EU. De EU is wereldwijd de belangrijkste speler in regionale organisaties voor visserijbeheer (ROVB’s) en visserijorganen. In dit kader bevordert de EU de duurzaamheid van de visbestanden, ijvert zij voor transparante besluitvorming op basis van gedegen wetenschappelijk advies, en stimuleert zij wetenschappelijk onderzoek en de naleving van de regels.

(7)Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in de vergaderingen van de Iccat is momenteel vastgesteld in Besluit (EU) 2019/868 28 . Het is passend dat besluit in te trekken en een nieuw besluit voor de periode 2024-2028 vast te stellen.

(8)Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in de vergaderingen van de Iccat voor de periode 2024-2028, aangezien de instandhoudingsmaatregelen van de Iccat bindend kunnen zijn voor de Unie en mogelijk een beslissende invloed kunnen uitoefenen op de inhoud van het recht van de Unie, met name Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad 29 ; Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad 30 ; en Verordening (EU) 2017/2403 van het Europees Parlement en de Raad 31 . Verordening (EU) 2016/1627 van het Europees Parlement en de Raad 32 , Verordening (EG) nr. 1936/2001 van de Raad 33 ; Verordening (EG) nr. 520/2007 van de Raad 34 ; Verordening (EG) nr. 1984/2003 35 , Verordening (EU) 2017/2107 van het Europees Parlement en de Raad 36 en Verordening (EU) 2019/1154 van het Europees Parlement en de Raad 37 .

(9)In het licht van de steeds veranderende aard van de visbestanden in het Iccat-verdragsgebied en de daaruit volgende noodzaak voor de Unie om in haar standpunt rekening te houden met nieuwe ontwikkelingen zoals nieuwe wetenschappelijke en andere relevante gegevens die voor of tijdens de vergaderingen van de Iccat worden gepresenteerd, moeten procedures worden vastgesteld voor de jaarlijkse nadere bepaling van het standpunt van de Unie voor de periode 2024-2028. Deze standpunten moeten in overeenstemming zijn met het beginsel van loyale samenwerking tussen de instellingen van de Unie, dat is neergelegd in artikel 13, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie.