Overwegingen bij COM(2023)553 - Door de partijen bij het Europees Ontwikkelingsfonds te betalen financiële bijdragen voor de financiering van dit fonds en tot vaststelling van het maximum voor 2025, het jaarlijkse bedrag voor 2024, het bedrag van de eerste tranche voor 2024 en een indicatieve en niet-bindende prognose voor de verwachte jaarlijkse bedragen van de bijdragen voor de jaren 2026 en 2027

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Overeenkomstig artikel 46 van Verordening (EU) 2018/1877 van de Raad moet de Europese Investeringsbank (EIB) de Commissie haar geactualiseerde vastleggings- en betalingsramingen betreffende de door haar beheerde instrumenten doen toekomen.

(2) Overeenkomstig de procedure van artikel 19, lid 2, van Verordening (EU) 2018/1877 van de Raad dient de Commissie per 15 oktober 2023 een voorstel in tot vaststelling van het maximum voor het bedrag van de bijdrage voor 2025, het jaarlijkse bedrag van de bijdrage voor 2024, het bedrag van de eerste tranche van de bijdrage voor 2024, en een indicatieve en niet-bindende prognose voor de verwachte jaarlijkse bedragen van de bijdragen voor de jaren 2026 en 2027.

(3) Op grond van artikel 20, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1877 moeten bij de verzoeken om bijdragen eerst in chronologische volgorde de bedragen voor voorgaande Europese Ontwikkelingsfondsen (EOF) worden opgebruikt. Daarom moet een verzoek om bijdragen op grond van Verordening (EU) 2018/1877 voor de EIB en voor de Commissie worden gedaan.

(4) Op grond van artikel 152 van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (het “terugtrekkingsakkoord”) blijft het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (het “Verenigd Koninkrijk”) partij bij het EOF tot de afsluiting van het 11e EOF en alle voorgaande EOF’s die nog niet zijn afgesloten. Op grond van artikel 153 van het terugtrekkingsakkoord wordt het aandeel van het Verenigd Koninkrijk in vrijgemaakte middelen voor projecten in het kader van het 11e EOF, wanneer deze na 31 december 2020 zijn vrijgemaakt, of van voorgaande EOF’s, echter niet hergebruikt.

(5) Bij Besluit (EU) 2022/ 224211 van de Raad is het maximum voor het jaarlijkse bedrag van de bijdrage van de partijen aan het EOF voor 2024 vastgesteld op 1 300 000 000 EUR12 voor de Commissie, en 300 000 000 EUR voor de Europese Investeringsbank.

(6) Opdat de maatregelen waarin dit besluit voorziet, snel kunnen worden toegepast, moet dit besluit in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.