Overwegingen bij COM(2023)591 - Wijziging van Verordeningen (EG) nr. 80/2009, (EU) nr. 996/2010 en (EU) nr. 165/2014 wat betreft bepaalde rapportagevereisten op het gebied van het wegvervoer en de luchtvaart

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1)Rapportagevereisten spelen een belangrijke rol bij het waarborgen van een goede monitoring en correcte handhaving van wetgeving. Het is echter belangrijk om die vereisten te stroomlijnen, om ervoor te zorgen dat zij het beoogde doel dienen en om de administratieve lasten te verlichten.

(2)De Verordeningen (EG) nr. 80/2009 8 , (EU) nr. 996/2010 9 en (EU) nr. 165/2014 10 van het Europees Parlement en de Raad bevatten een aantal rapportagevereisten op het gebied van het wegvervoer en de luchtvaart, die dus moeten worden vereenvoudigd, overeenkomstig de mededeling van de Commissie "Concurrentievermogen op lange termijn van de EU: blik op de periode na 2030” 11 .

(3)Meer in het bijzonder schrijft artikel 12 van Verordening (EG) nr. 80/2009 voor dat elke systeemverkoper van geautomatiseerde boekingssystemen om de vier jaar en daarnaast op verzoek van de Commissie een door een onafhankelijke instantie gecontroleerd verslag moet indienen waarin de eigendomsstructuur en het bestuursmodel worden beschreven.

(4)Deze controle- en rapportagevereiste is bedoeld om de Commissie in staat te stellen toezicht te houden op de toepassing van artikel 10 van Verordening (EG) nr. 80/2009, waarin specifieke regels voor moedermaatschappijen zijn vastgesteld. Deze regels zijn met name bedoeld om te voorkomen dat moedermaatschappijen concurrerende CRS zouden discrimineren, en dat CRS die eigendom zijn van deze maatschappijen, andere luchtvaartmaatschappijen zouden discrimineren. Uit de in 2020 uitgevoerde evaluatie van Verordening (EG) nr. 80/2009 12 is gebleken dat deze bepalingen inzake moedermaatschappijen mogelijk overbodig zijn omdat luchtvaartmaatschappijen niet langer eigenaar zijn van CRS, en er geen aanwijzingen zijn dat zij deze zouden trachten te verwerven als die regels niet zouden bestaan. Daarom is de verplichting om eens in de vier jaar een gecontroleerd verslag in te dienen, niet meer gerechtvaardigd. De Commissie moet niettemin de bevoegdheid behouden om, indien nodig, gecontroleerde verslagen te vragen, teneinde de regels inzake moedermaatschappijen doeltreffend te kunnen handhaven.

(5)Op grond van artikel 4, lid 5, van Verordening (EU) nr. 996/2010 moet op nationaal niveau jaarlijks een overzicht van de veiligheid in de luchtvaart worden gepubliceerd om het publiek te informeren over het algemene veiligheidsniveau van de luchtvaart. Het doel van die vereiste was te zorgen voor transparantie over de algemene stand van zaken op het gebied van luchtvaartveiligheid in de lidstaten, en met name over de bijdrage van de activiteiten op het gebied van ongevallenonderzoek in dat verband, rekening houdend met de context van deze verordening. Dit is echter overbodig geworden in het licht van de jaarlijkse veiligheidsevaluatie die het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart overeenkomstig artikel 72, lid 7, van Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad 13 publiceert, en die betrekking heeft op het volledige luchtvaartsysteem van de Unie, met inbegrip van ongevallenonderzoek.

(6)Op grond van artikel 24, lid 5, van Verordening (EU) nr. 165/2014 moeten de bevoegde autoriteiten van de lidstaten de Commissie, indien mogelijk elektronisch, jaarlijks de lijsten toezenden van erkende installateurs en werkplaatsen die tachografen mogen installeren, controleren, inspecteren en repareren, en van de aan hen afgegeven kaarten. De Commissie moet deze lijsten vervolgens publiceren op haar website.

(7)De combinatie van het feit dat werkplaatskaarten een jaar geldig zijn en het feit dat de mededeling van de lidstaten aan de Commissie slechts een momentopname is van de erkende werkplaatsen en de geldige kaarten die aan hen zijn afgegeven, betekent dat in de loop van het daaropvolgende jaar een steeds groter wordend aandeel van de op de website van de Commissie gepubliceerde werkplaatskaarten niet meer geldig is. De lidstaten moeten daarom worden verplicht die informatie op een voor het publiek toegankelijke website bekend te maken en voortdurend actueel te houden. De Commissie moet de lijst publiceren van de websites van de lidstaten waarop die informatie te vinden is. Sommige lidstaten beschikken al over dergelijke websites. Aangezien deze verplichting zorgt voor een actuelere en doeltreffendere informatieverspreiding, leidt ze tot een afname van de administratieve lasten voor zowel de Commissie als de lidstaten en tot lagere handhavingskosten voor belanghebbenden.

(8)De Verordeningen (EG) nr. 80/2009, (EU) nr. 996/2010 en (EU) nr. 165/2014 moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,