Overwegingen bij COM(2023)673 - Wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) (ST 10154/21 INIT; ST 10154/21 ADD 1) van 13 juli 2021 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Denemarken

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Nadat Denemarken op 30 april 2021 zijn nationale herstel- en veerkrachtplan had ingediend, heeft de Commissie de Raad een voorstel voor een positieve beoordeling voorgelegd. De Raad heeft de positieve beoordeling goedgekeurd door middel van het uitvoeringsbesluit van de Raad van 13 juli 2021 2 .

(2) Overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2021/241 moet de maximale financiële bijdrage voor niet-terugbetaalbare financiële steun van elke lidstaat uiterlijk 30 juni 2022 worden bijgewerkt volgens de daarin vastgestelde methode. Op 30 juni 2022 heeft de Commissie de resultaten van die bijwerking aan het Europees Parlement en de Raad voorgelegd.

(3) Op 31 mei 2023 heeft Denemarken bij de Commissie een gewijzigd nationaal herstel- en veerkrachtplan ingediend, met inbegrip van een REPowerEU-hoofdstuk overeenkomstig artikel 21 quater van Verordening (EU) 2021/241.

(4) Op 12 juli 2022 heeft de Raad in het kader van het Europees Semester aanbevelingen aan Denemarken gericht. De Raad heeft Denemarken met name aanbevolen de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen, de energievoorziening te diversifiëren en op de toenemende vraag en flexibiliteitsbehoeften in te spelen door de nodige ontwikkelingen van het elektriciteitsnet op transmissie- en distributieniveau te stimuleren. Bovendien heeft de Raad verzocht de toepasselijke vergunningsregels voor hernieuwbare energie te stroomlijnen, aanvullende maatregelen uit te voeren die de energie-efficiëntie in particuliere en openbare gebouwen ondersteunen om de energierekeningen en de kosten van het energiesysteem te verlagen, te zorgen voor een betere uitrol van koolstofvrije verwarmingsbronnen en de beleidsinspanningen op te voeren die gericht zijn op het voorzien in en verwerven van vaardigheden die nodig zijn voor de groene transitie.

(5) De indiening van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan volgde op een in overeenstemming met het nationale rechtskader uitgevoerd proces van raadpleging van lokale en regionale autoriteiten, sociale partners, maatschappelijke organisaties, jongerenorganisaties en andere relevante belanghebbenden. De samenvatting van de raadplegingen is samen met het gewijzigde nationale herstel- en veerkrachtplan ingediend. Krachtens artikel 19 van Verordening (EU) 2021/241 heeft de Commissie de relevantie, doeltreffendheid, efficiëntie en samenhang van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan beoordeeld in overeenstemming met de in bijlage V bij die verordening opgenomen beoordelingsrichtsnoeren.

(6) Het REPowerEU-hoofdstuk omvat één nieuwe hervorming en vier nieuwe investeringen. De nieuwe hervorming bestaat uit de oprichting van een nationaal energiecrisisteam (NEKST) dat de uitvoering van de groene transitie moet versnellen. NEKST moet zich met name inspannen voor het versnellen van de uitfasering van gas voor verwarmingsdoeleinden en de uitrol van zonne- en windenergie op het vasteland. De eerste investering is bedoeld om de ontwikkeling van vier gigawatt aan windenergiecapaciteit op zee te ondersteunen. De tweede investering bestaat uit de financiering van de screening van de windenergiecapaciteit op zee van Denemarken, een noodzakelijke stap om de aanleg van grootschalige windmolenparken op zee te versnellen. De derde investering voorziet in steun voor het testen en installeren van experimentele windturbines en draagt bij tot het stimuleren van onderzoek en ontwikkeling op het gebied van windenergie. De vierde investering ondersteunt aanbieders van beroepsonderwijs en -opleiding om groene bijscholing in verband met voortgezet beroepsonderwijs, voortgezette beroepsopleiding en volwassenenonderwijs te bevorderen. In het algemeen dragen de nieuwe hervorming en de nieuwe investeringen in het REPowerEU-hoofdstuk bij tot het verhogen van het aandeel hernieuwbare energie en het versnellen van de uitrol ervan, en tot het ondersteunen van de groene transitie door middel van een versnelde om- en bijscholing van de beroepsbevolking naar groene vaardigheden. De hervorming draagt tevens bij tot de aanpak van energiearmoede door de installatie van energie-efficiëntere en kosteneffectievere verwarmingsoplossingen in huishoudens te vergemakkelijken.

(7) Het REPowerEU-hoofdstuk bevat ook opgeschaalde maatregelen die van invloed zijn op twee maatregelen onder component 3 (Energie-efficiëntie, groene verwarming en koolstofafvang en -opslag). De opgeschaalde maatregelen in het REPowerEU-hoofdstuk zorgen voor een aanzienlijke verbetering van het ambitieniveau van de maatregelen die al in het nationale herstel- en veerkrachtplan zijn opgenomen. De opgeschaalde maatregel inzake het vervangen van oliebranders en gasovens versterkt de bijdrage van het hoofdstuk aan de bestrijding van energiearmoede door subsidie te verlenen voor de installatie van groene, energie-efficiënte verwarmingsoplossingen in huishoudens.

(8) De Commissie heeft het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk beoordeeld aan de hand van de criteria van artikel 19, lid 3, van Verordening (EU) 2021/241.

Evenwichtige respons die bijdraagt tot de zes pijlers

(9) Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt a), van en criterium 2.1 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241, vormt het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk in hoge mate (score A) een alomvattende en voldoende evenwichtige respons op de economische en sociale situatie en draagt het zodoende op passende wijze bij tot elk van de zes pijlers in artikel 3 van die verordening, rekening houdend met de specifieke uitdagingen van en de financiële toewijzing aan de betrokken lidstaat.

(10) Het REPowerEU-hoofdstuk bevat maatregelen ter ondersteuning van de eerste en de zesde pijler. De nieuwe en opgeschaalde maatregelen onder component 8 versterken de focus van het oorspronkelijke plan op de groene transitie. De maatregelen dragen met name bij tot het versnellen van de uitrol van installaties voor hernieuwbare energie, het verminderen van de algemene afhankelijkheid van fossiele brandstoffen voor verwarmingsdoeleinden en het koolstofvrij maken van de industrie. Zij dragen ook bij tot het verbeteren van het beleid voor de volgende generatie door de vaardigheden die nodig zijn voor de groene transitie te ontwikkelen door middel van investeringen in het postinitiële deel van het stelsel van beroepsonderwijs en -opleiding, met bijzondere aandacht voor de verwerving van de vaardigheden en competenties die nodig zijn voor de groene transitie.

Aanpakken van alle of een significant deel van de in de landspecifieke aanbevelingen vastgestelde uitdagingen

(11) Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt b), van en criterium 2.2 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241, zal het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk naar verwachting bijdragen tot een doeltreffende aanpak van alle of een significant deel van de uitdagingen (score A) die zijn vastgesteld in de relevante landspecifieke aanbevelingen aan Denemarken, met inbegrip van begrotingsaspecten daarvan, of uitdagingen die zijn vastgesteld in andere relevante documenten die de Commissie in het kader van het Europees Semester officieel heeft goedgekeurd.

(12) In het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan wordt met name rekening gehouden met landspecifieke aanbevelingen die formeel door de Raad zijn aangenomen vóór de beoordeling van het gewijzigde plan door de Commissie. Aangezien de maximale financiële bijdrage aan Denemarken naar beneden is bijgesteld, zijn de aanbevelingen van 2022 en 2023 die geen verband houden met energie-uitdagingen, niet in aanmerking genomen in de totale beoordeling. Bij de vormgeving van de wijzigingen is ook rekening gehouden met de landspecifieke aanbevelingen van 2023 inzake energie, met name de aanbevelingen om de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen, de vergunningsregels voor hernieuwbare energie te stroomlijnen, te zorgen voor een betere uitrol van koolstofvrije verwarmingsbronnen en het voorzien in en verwerven van groene vaardigheden te verbeteren.

(13) Na de voortgang bij de uitvoering van de landspecifieke aanbevelingen ten tijde van de indiening van het gewijzigde nationale herstel- en veerkrachtplan te hebben beoordeeld, stelt de Commissie vast dat de horizontale aanbeveling om te voorzien in meer overheidsinvesteringen voor de groene en de digitale transitie (landspecifieke aanbeveling 2022.1.2) volledig is uitgevoerd. Er is aanzienlijke vooruitgang geboekt met betrekking tot de aanbevelingen om de energietransmissienetwerken te verbeteren, de interconnecties met buurlanden te verbeteren (landspecifieke aanbeveling 2022.4.3), de veerkracht van het gezondheidszorgstelsel te vergroten (landspecifieke aanbeveling 2020.1.2), rijpe publieke investeringsprojecten te vervroegen, particuliere investeringen te bevorderen en investeringen te richten op duurzaam vervoer en op onderzoek en innovatie (landspecifieke aanbevelingen 2020.2.1, 2.2, 2.4, 2.5).

(14) Met het REPowerEU-hoofdstuk omvat het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan een uitgebreide reeks elkaar versterkende hervormingen en investeringen die bijdragen tot een doeltreffende aanpak van een significant deel van de economische en sociale uitdagingen die zijn beschreven in de landspecifieke aanbevelingen die de Raad in het kader van het Europees Semester aan Denemarken heeft gericht. Het gaat hierbij met name om het verminderen van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en het verhogen van het aandeel hernieuwbare energie in de energievoorziening, het stroomlijnen van de toepasselijke vergunningsregels voor hernieuwbare energie, het uitvoeren van aanvullende maatregelen die de energie-efficiëntie in particuliere en openbare gebouwen ondersteunen om de energierekeningen en de kosten van het energiesysteem te verlagen, het zorgen voor een betere uitrol van koolstofvrije verwarmingsbronnen en het opvoeren van de beleidsinspanningen die gericht zijn op het voorzien in en verwerven van vaardigheden en competenties die nodig zijn voor de groene transitie.

(15) Het REPowerEU-hoofdstuk levert significante bijdragen tot de uitvoering van de horizontale aanbeveling om te zorgen voor “meer overheidsinvesteringen voor de groene en de digitale transitie en voor energiezekerheid, met inachtneming van het REPowerEU-initiatief, onder meer door gebruik te maken van de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere Uniefondsen” (landspecifieke aanbeveling 2022.1.2). De in het hoofdstuk opgenomen investeringen dragen allemaal bij tot de groene transitie door het gebruik van hernieuwbare energie uit te breiden, te investeren in groene technologieën voor het koolstofvrij maken van de industrie, zoals koolstofafvang en -opslag van biogene en atmosferische CO2, en de beroepsbevolking voor te bereiden om zich aan de uitdagingen van de groene transitie aan te passen door middel van groene bijscholing. De opgeschaalde maatregel inzake het vervangen van oliebranders en gasovens draagt ook bij tot de energiezekerheid door machines op fossiele brandstoffen te vervangen door hernieuwbare of groene energiebronnen.

(16) Het REPowerEU-hoofdstuk draagt bij tot het aanpakken van verschillende uitdagingen die zijn vastgesteld in de energiegerelateerde landspecifieke aanbevelingen uit 2022 (landspecifieke aanbeveling 2022.4) en de energiegerelateerde landspecifieke aanbevelingen uit 2023 (landspecifieke aanbeveling 2023.4). De investeringen in het kader van de maatregel voor hernieuwbare energie dragen bij tot de acties “de totale afhankelijkheid van fossiele brandstoffen verminderen” (landspecifieke aanbeveling 2022.4.1 en landspecifieke aanbeveling 2023.4.1) en “de economie koolstofvrij helpen maken door de uitrol van hernieuwbare energie te versnellen, onder meer door hervormingen door te voeren om de administratieve en vergunningsprocedures te vereenvoudigen en te versnellen” (landspecifieke aanbeveling 2022.4.2, landspecifieke aanbevelingen 2023.4.2, 4.4). De hervorming inzake NEKST zal naar verwachting de administratieve lasten aanzienlijk verminderen en de vergunningsprocedures voor de uitrol van hernieuwbare energie op het vasteland en voor de overgang van gas naar groene verwarmingsbronnen vereenvoudigen. NEKST en de opgeschaalde maatregel die voorziet in een steunregeling om oliebranders en gasovens te vervangen door stadsverwarming uit hernieuwbare bronnen of elektrische warmtepompen, dragen bij tot de actie “de energie-efficiëntie […] verhogen” (landspecifieke aanbeveling 2022.4.4) en tot het “zorgen voor een betere uitrol van koolstofvrije verwarmingsbronnen” (landspecifieke aanbeveling 2023.4.6). De maatregel inzake groene bijscholing zal naar verwachting ook bijdragen tot het opvoeren van de beleidsinspanningen die gericht zijn op het “voorzien in en verwerven van vaardigheden en competenties die nodig zijn voor de groene transitie” (landspecifieke aanbeveling 2023.4.7).

Geen ernstige afbreuk doen

(17) Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt d), van en criterium 2.4 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241, zal het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk naar verwachting waarborgen dat geen enkele erin opgenomen maatregel (score A) voor de uitvoering van hervormingen en investeringsprojecten ernstige afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852 van het Europees Parlement en de Raad 3 (het beginsel “geen ernstige afbreuk doen”).

(18) In het gewijzigde plan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk is de naleving van het beginsel “geen ernstige afbreuk doen” beoordeeld aan de hand van de methodologie die is uiteengezet in de technische richtsnoeren van de Commissie over de toepassing van het beginsel “geen ernstige afbreuk doen” in het kader van de verordening betreffende de faciliteit voor herstel en veerkracht (2021/C58/01). De beoordeling is systematisch uitgevoerd voor elke nieuwe en opgeschaalde maatregel volgens een tweestappenaanpak. De conclusie van de beoordeling is dat voor alle nieuwe en opgeschaalde maatregelen in het REPowerEU-hoofdstuk geldt dat er geen risico op ernstige afbreuk bestaat of dat er, indien een risico is vastgesteld, een meer gedetailleerde beoordeling is uitgevoerd waaruit blijkt dat er geen sprake is van ernstige afbreuk. Denemarken heeft verslag uitgebracht over de gedetailleerde beoordeling van de nieuwe maatregelen in het REPowerEU-hoofdstuk. Voor geen van de maatregelen in het REPowerEU-hoofdstuk was een afwijking van het beginsel “geen ernstige afbreuk doen” vereist. Waar nodig zijn de eisen voor de naleving van het beginsel “geen ernstige afbreuk doen” vastgelegd in het ontwerp van een maatregel en gespecificeerd in een mijlpaal die of een streefdoel dat een dergelijke maatregel vertegenwoordigt. Op basis van de verstrekte informatie kan worden geconcludeerd dat het gewijzigde plan er naar verwachting voor zal zorgen dat geen enkele maatregel ernstige afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852.

Bijdrage tot de REPowerEU-doelstellingen

(19) Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt d bis), van en criterium 2.12 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241, zal het REPowerEU-hoofdstuk naar verwachting daadwerkelijk en in hoge mate (score A) bijdragen tot energiezekerheid, de diversificatie van de energievoorziening van de Unie, een toename van het gebruik van hernieuwbare energiebronnen en van de energie-efficiëntie, een verhoging van de opslagcapaciteit voor energie of tot de noodzakelijke vermindering van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen vóór 2030.

(20) De maatregelen in het REPowerEU-hoofdstuk zullen naar verwachting bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen krachtens artikel 21 quater, lid 3, punten b), c) en f), van Verordening (EU) 2021/241. De verwachte stroomlijning en vereenvoudiging van de administratieve en vergunningsprocedures en de daarmee verband houdende processen die met de hervorming inzake NEKST moet worden gerealiseerd, moet bijdragen tot het verhogen van het aandeel hernieuwbare energie en het versnellen van de uitrol ervan door de vergunningsprocedures te verkorten en te stroomlijnen. Ook zal hierdoor worden bijgedragen tot het koolstofvrij maken van de verwarming van huishoudens door de uitrol van stadsverwarming te vergemakkelijken. De drie investeringen in het kader van de hervorming moeten het aandeel hernieuwbare energie verhogen en de uitrol ervan versnellen door nieuwe capaciteit voor windenergie op zee te ontwikkelen, door het potentieel aan windenergie op zee van Denemarken te screenen en door experimentele windturbines te installeren en te testen. De investeringen in de subsidiëring van het vervangen van oliebranders en gasovens voor de verwarming van huishoudens moeten bijdragen tot het vergroten van de energie-efficiëntie en tot het verhogen van het aandeel hernieuwbare energie en het versnellen van de uitrol ervan door de installatie van groene, energie-efficiënte oplossingen in huishoudens te stimuleren. Zij zullen eveneens bijdragen tot de bestrijding van energiearmoede. Investeringen in technologieën voor koolstofafvang en -opslag moeten bijdragen tot het koolstofvrij maken van de industrie door de CO2-emissies tussen 2025 en 2032 met naar schatting 0,5 miljoen ton per jaar te verminderen. Investeringen in groene bijscholing moeten bijdragen tot de ondersteuning van de doelstellingen krachtens artikel 21, lid 3, punten b), c) en f), van Verordening (EU) 2021/241 door een versnelde scholing van de beroepsbevolking naar groene vaardigheden door middel van het financieren van de ontwikkeling en beproeving van opleidingscursussen op het gebied van groene technologieën en duurzaamheid.

(21) De maatregelen in het REPowerEU-hoofdstuk zijn in overeenstemming met de inspanningen van Denemarken om de in artikel 21 quater, lid 3, van Verordening (EU) 2021/241 vastgestelde doelstellingen te verwezenlijken, rekening houdend met de maatregelen in het oorspronkelijke herstel- en veerkrachtplan en met andere nationaal gefinancierde en door de Unie gefinancierde aanvullende of begeleidende maatregelen. De maatregelen in het hoofdstuk zijn afgestemd op het Deense beleidskader dat erop gericht is de broeikasgasemissies van Denemarken tegen 2030 met 70 % te verminderen (ten opzichte van het niveau van 1990) en uiterlijk in 2045 klimaatneutraliteit te bereiken. Verschillende maatregelen in het REPowerEU-hoofdstuk vormen een aanvulling op andere door de Unie gefinancierde maatregelen in het kader van het Fonds voor een rechtvaardige transitie, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Europees Sociaal Fonds Plus, zoals groene bijscholing en koolstofafvang en -opslag.

(22) Gezien de bovenstaande overwegingen zal het REPowerEU-hoofdstuk naar verwachting daadwerkelijk en in hoge mate bijdragen tot energiezekerheid, de diversificatie van de energievoorziening van de Unie, een toename van het gebruik van hernieuwbare energiebronnen en van de energie-efficiëntie, een verhoging van de opslagcapaciteit voor energie en tot de noodzakelijke vermindering van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen vóór 2030.

Maatregelen met een grensoverschrijdende of meerlandendimensie of een soortgelijk effect

(23) Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt d ter), van en criterium 2.13 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241, wordt verwacht dat de in het REPowerEU-hoofdstuk opgenomen maatregelen in hoge mate (score A) een grensoverschrijdende of meerlandendimensie dan wel een grensoverschrijdend of meerlandeneffect zullen hebben.

(24) Het REPowerEU-hoofdstuk draagt bij tot het veiligstellen van de energievoorziening in de Unie als geheel, onder meer door de uitdagingen aan te pakken die in de meest recente behoefteanalyse van de Commissie zijn geïdentificeerd, in overeenstemming met de in artikel 21 quater, lid 3, van Verordening (EU) 2021/241 bedoelde doelstellingen, rekening houdend met de voor Denemarken beschikbare financiële bijdrage en zijn geografische ligging. De maatregelen in het REPowerEU-hoofdstuk dragen bij tot het veiligstellen van de energievoorziening in de Unie door extra capaciteit voor hernieuwbare energie te ontwikkelen en door het EU-streefcijfer van 300 GW aan windenergie op zee in Europa vóór 2050 te bevorderen.

(25) Het REPowerEU-hoofdstuk draagt ook bij tot het verminderen van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en tot het verminderen van de vraag naar energie door de uitrol van hernieuwbare energie te bevorderen, door huishoudens te ondersteunen bij het loskoppelen van gas en de omschakeling naar groene verwarmingsoplossingen, en door operationele steun te verlenen voor de ontwikkeling van innovatieve technologieën voor koolstofafvang en -opslag met een groot potentieel voor het koolstofvrij maken van de industrie. Technologie voor koolstofafvang en -opslag heeft een aanzienlijk grensoverschrijdend potentieel, aangezien de gebieden voor dergelijke opslag op Deens grondgebied wellicht kunnen worden gebruikt voor de opslag van CO2 uit internationale bronnen en de ontwikkelde technologie wellicht kan worden uitgevoerd.

(26) De geraamde kosten van de in het REPowerEU-hoofdstuk opgenomen maatregelen met een grensoverschrijdende of meerlandendimensie of een soortgelijk effect vertegenwoordigen 53 % van de geraamde totale kosten van het REPowerEU-hoofdstuk. Daarom wordt geoordeeld dat het hoofdstuk in hoge mate een grensoverschrijdende of meerlandendimensie of een soortgelijk effect heeft.

Bijdrage tot de groene transitie, met inbegrip van biodiversiteit

(27) Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt e), van en criterium 2.5 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241, bevat het REPowerEU-hoofdstuk maatregelen die in hoge mate (score A) bijdragen tot de groene transitie, met inbegrip van biodiversiteit, of tot het aanpakken van de daaruit voortvloeiende uitdagingen. De maatregelen ter ondersteuning van de klimaatdoelstellingen vertegenwoordigen 69 % van de totale toewijzing voor het herstel- en veerkrachtplan en 100 % van de totale geraamde kosten van de maatregelen in het REPowerEU-hoofdstuk berekend volgens de in bijlage VI bij die verordening beschreven methode. Overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EU) 2021/241 strookt het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk met de informatie in het nationale energie- en klimaatplan voor de periode 2021-2030.

(28) Het REPowerEU-hoofdstuk heeft als overkoepelende doelstelling de groene transitie te versnellen door middel van de uitrol van hernieuwbare energie, groene bijscholing en de vermindering of verwijdering van CO2-emissies.

(29) Deze meervoudige doelstelling moet worden bereikt door a) de administratieve en vergunningsprocedures voor de uitrol van projecten op het gebied van hernieuwbare energie en de uitrol van stadsverwarming uit hernieuwbare bronnen te vereenvoudigen en te versnellen; b) de ontwikkeling van windenergiecapaciteit op zee te bevorderen en het testen van experimentele windturbines te ondersteunen; c) initiatieven voor groene bijscholing te financieren; d) het vervangen van oliebranders en gasovens te subsidiëren; e) innovatieve technologieën voor koolstofafvang en -opslag te ondersteunen voor het koolstofvrij maken van industrieën, met een potentieel om de CO2-emissies in de periode 2025-2032 met 0,5 miljoen ton per jaar te verminderen.

(30) Het REPowerEU-hoofdstuk bevat maatregelen die bijdragen tot de verwezenlijking van de klimaatdoelstellingen van de Unie voor 2030 en de doelstelling van klimaatneutraliteit van de EU in 2050, door de uitrol en het gebruik van hernieuwbare energie te versnellen, door gas voor verwarming in huishoudens geleidelijk af te schaffen, door de industrie koolstofvrij te maken en door de groene vaardigheden te ontwikkelen die nodig zijn om de beroepsbevolking van de toekomst voor te bereiden op een groene transitie.

Bijdrage tot de digitale transitie

(31) Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt f), van en criterium 2.6 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241, bevat het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan maatregelen die in hoge mate bijdragen tot de digitale transitie of tot de aanpak van de daaruit voortvloeiende uitdagingen. Het aandeel steeg van 25 % in het uitvoeringsbesluit van de Raad van 13 juli 2021 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Denemarken, terwijl de verlaging van de financiële toewijzing aan Denemarken in juni 2022 heeft geleid tot een stijging van het digitale aandeel tot 27 % als gevolg van het noemereffect. Het aandeel is berekend volgens de in bijlage VII bij die verordening beschreven methode. Daarom wordt ervan uitgegaan dat het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan maatregelen blijft bevatten die in hoge mate (score A) doeltreffend bijdragen tot de digitale transitie of de aanpak van de daaruit voortvloeiende uitdagingen.

Blijvend effect

(32) Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt g), van en criterium 2.7 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241, zal het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk naar verwachting in hoge mate (score A) een blijvend effect sorteren voor Denemarken.

(33) Door de opschaling van de maatregel met betrekking tot het vervangen van olie- en gasketels zal het plan naar verwachting de broeikasgasemissies van huishoudens blijvend verminderen en de overgang van fossiele brandstoffen naar duurzamere verwarmingsbronnen stimuleren. De maatregelen van het hoofdstuk inzake hernieuwbare energie voorzien in duurzame ondersteuning van de groene transitie tot na de tijdlijn van het herstel- en veerkrachtplan. De maatregel inzake de screening van de windenergiecapaciteit op zee legt de basis voor Denemarken om bij te dragen tot de EU-doelstelling van 300 GW aan windenergie op zee tegen 2050. Door de hervorming die gericht is op het vereenvoudigen en verkorten van de administratieve procedures voor de uitrol van projecten op het gebied van hernieuwbare energie, worden de randvoorwaarden voor het gebruik van hernieuwbare energiebronnen blijvend verbeterd. Daarnaast wordt de beroepsbevolking door de maatregel voor groene bijscholing voorbereid op de groene transitie, met vaardigheden die ook na de looptijd van de herstel- en veerkrachtfaciliteit nog zullen worden gebruikt.

Monitoring en uitvoering

(34) Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt h), van en criterium 2.8 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241, zijn de regelingen die worden voorgesteld in het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk passend (score A) om te zorgen voor de doeltreffende monitoring en uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van het beoogde tijdschema en de beoogde mijlpalen en streefdoelen alsmede de bijbehorende indicatoren.

(35) Uit de beoordeling van het oorspronkelijke herstel- en veerkrachtplan bleek dat, overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt h), van en criterium 2.8 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241, het oorspronkelijke herstel- en veerkrachtplan passend (score A) is om te zorgen voor de doeltreffende monitoring en uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van het beoogde tijdschema en de beoogde mijlpalen en streefdoelen alsmede de bijbehorende indicatoren.

(36) De aard en omvang van de voorgestelde wijzigingen in het herstel- en veerkrachtplan van Denemarken hebben geen gevolgen voor de vorige beoordeling van de doeltreffende monitoring en uitvoering van het plan. Het Ministerie van Financiën blijft verantwoordelijk voor de monitoring en uitvoering van het plan. De mijlpalen en streefdoelen bij de maatregelen in het oorspronkelijke herstel- en veerkrachtplan zijn duidelijk en realistisch en de voorgestelde indicatoren voor die mijlpalen en streefdoelen zijn relevant, acceptabel en robuust. Daarnaast zijn de mijlpalen en streefdoelen bij de nieuwe maatregelen en de nieuwe maatregelen in het REPowerEU-hoofdstuk duidelijk en realistisch en zijn de voorgestelde indicatoren voor die mijlpalen en streefdoelen relevant, acceptabel en robuust. De mijlpalen en streefdoelen zijn ook relevant voor reeds voltooide maatregelen die in aanmerking komen uit hoofde van artikel 17, lid 2, van Verordening (EU) 2021/241. Om een betalingsverzoek te kunnen rechtvaardigen, moeten deze mijlpalen en streefdoelen in de loop van de tijd op bevredigende wijze worden bereikt.

Kosten

(37) Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt i), van en criterium 2.9 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241, is de in het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk verstrekte motivering van het bedrag van de geraamde totale kosten van het herstel- en veerkrachtplan in redelijke mate (score B) redelijk en aannemelijk, in overeenstemming met het kostenefficiëntiebeginsel, en staan de kosten in verhouding tot de verwachte nationale economische en sociale gevolgen.

(38) Uit de beoordeling van het oorspronkelijke Deense plan is gebleken dat de in het herstel- en veerkrachtplan verstrekte motivering van het bedrag van de geraamde totale kosten van het plan in redelijke mate (score B) redelijk en aannemelijk is, in overeenstemming is met het kostenefficiëntiebeginsel, en dat de kosten in verhouding staan tot de verwachte nationale economische en sociale gevolgen. Denemarken had kostenramingen verstrekt voor alle maatregelen in de zeven componenten van het oorspronkelijke herstel- en veerkrachtplan. De ramingen geven enig inzicht in de kostenelementen en kostenfactoren. In sommige gevallen zijn ze gebaseerd op soortgelijke beleidsmaatregelen uit het verleden, onderzoek en andere bronnen. De grootste kostenelementen waren gebaseerd op macro-economische simulaties. Sommige kostenelementen gingen vergezeld van onvolledige documentatie, zoals contracten, eenheidsprijzen of aannamen.

(39) De informatie over de kosten van het REPowerEU-hoofdstuk gaat in sommige gevallen vergezeld van voorbeelden van kosten van eerdere soortgelijke activiteiten. In sommige gevallen zijn eenheidsprijzen, zoals personeelskosten, bijgevoegd. Sommige kostenelementen zijn echter niet volledig gedocumenteerd, wat leidt tot de beoordeling dat de informatie over de kosten in redelijke mate duidelijk is. Tot slot stroken de geraamde totale kosten van het gewijzigde plan met inbegrip van een REPowerEU-hoofdstuk met het kostenefficiëntiebeginsel en staan zij in verhouding tot de verwachte nationale economische en sociale gevolgen.

Bescherming van de financiële belangen van de Unie 

(40) Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt j), van en criterium 2.10 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241, zijn de in het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk voorgestelde regelingen en de in dit besluit vermelde aanvullende maatregelen passend (score A) om corruptie, fraude en belangenconflicten bij het gebruik van de financiële middelen die op grond van deze verordening zijn verstrekt, te voorkomen, op te sporen en recht te zetten, en wordt verwacht dat de regelingen daadwerkelijk dubbele financiering op grond van deze verordening en andere Unieprogramma’s voorkomen. Dit laat de toepassing onverlet van andere instrumenten om de naleving van het Unierecht te bevorderen en te handhaven, onder meer voor het voorkomen, opsporen en rechtzetten van corruptie, fraude en belangenconflicten, en het beschermen van de begroting van de Unie overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) 2020/2092 van het Europees Parlement en de Raad 4 .

(41) In de oorspronkelijke beoordeling werden de in het herstel- en veerkrachtplan beschreven regelingen als passend (score A) beoordeeld om de bescherming van de financiële belangen van de Unie te waarborgen. Het Ministerie van Financiën moet de algemene verantwoordelijkheid dragen voor de uitvoering van het plan en moet namens andere ministeries antwoorden voor wat de operationele en administratieve aspecten van het plan betreft. Binnen het Ministerie van Financiën is het bureau voor controle en toezicht verantwoordelijk voor het verrichten van controles op de besteding van de financiële middelen door de ministeries en de documentatie en verwezenlijking van doelstellingen en mijlpalen.

(42) Het internecontrolesysteem dat wordt beschreven in het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan van Denemarken en de aanvullende maatregelen in dit besluit, berust op robuuste processen en structuren en omvat een duidelijke omschrijving van de actoren en hun rollen en verantwoordelijkheden voor het uitvoeren van de internecontroletaken. Het internecontrolesysteem voorziet in een passende scheiding van de relevante functies en bestaat uit de volgende twee niveaus: i) beheersverificaties, audits en controles door vakdepartementen op decentraal niveau en ii) audits door het Ministerie van Financiën op centraal niveau. Het internecontrolesysteem en andere relevante regelingen in het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan van Denemarken, onder meer voor de verificatiemechanismen, gegevensverzameling en -opslag en de verantwoordelijkheden van de relevante actoren, zijn toereikend voor het voorkomen, opsporen en rechtzetten van corruptie, fraude en belangenconflicten bij het gebruik van de financiële middelen uit hoofde van Verordening (EU) 2021/241 en om dubbele financiering uit hoofde van die verordening en andere Unieprogramma’s te voorkomen.

(43) Er moeten aanvullende mijlpalen inzake audit en controle worden geïntroduceerd om te zorgen voor een volledig operationeel en functioneel gegevensopslagsysteem, op grond waarvan Denemarken moet voorzien in een volledige en betrouwbare gegevensverzameling die is verzameld en opgeslagen overeenkomstig artikel 22, lid 2, punt d), van Verordening (EU) 2021/241, en een actieplan moet vaststellen in verband met de strategie ter bestrijding van fraude en corruptie. Dit moet de maatregelen ter bescherming van de financiële belangen van de Unie verder versterken.

Coherentie van het herstel- en veerkrachtplan

(44) Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt k), van en criterium 2.11 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241, bevat het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk in hoge mate (score A) maatregelen voor de uitvoering van projecten voor hervormingen en overheidsinvesteringen die coherente acties vormen.

(45) De coherentie van het Deense plan wordt verder ondersteund door het REPowerEU-hoofdstuk, dat aanvullende, elkaar versterkende elementen omvat. De hervorming vergemakkelijkt de geplande investeringen van het hoofdstuk en draagt verder bij tot het versnellen van groene investeringen in het oorspronkelijke herstel- en veerkrachtplan door middel van vereenvoudigde en versnelde administratieve procedures. De opschaling van de maatregel inzake koolstofafvang en -opslag moet worden gezien als een aanvulling op en uitbreiding van de oorspronkelijke maatregel in component 3, en van het onderzoekspartnerschap inzake koolstofafvang en -opslag in component 7 van het oorspronkelijke herstel- en veerkrachtplan. Geen enkele maatregel is strijdig met of ondermijnt de doeltreffendheid van een andere maatregel en er zijn geen inconsistenties of tegenstrijdigheden tussen verschillende componenten vastgesteld.

Eventuele andere beoordelingscriteria

(46) De Commissie is van oordeel dat de door Denemarken voorgestelde wijzigingen geen gevolgen hebben voor de positieve beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan in het uitvoeringsbesluit van de Raad van 13 juli 2021 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Denemarken met betrekking tot de relevantie, doeltreffendheid, efficiëntie en samenhang van het plan aan de hand van de beoordelingscriteria van artikel 19, lid 3, punten c) en f), van Verordening (EU) 2021/241.

Raadplegingsproces

(47) Ter voorbereiding van het REPowerEU-hoofdstuk heeft het Ministerie van Financiën van Denemarken een online portaal voor openbare raadpleging gelanceerd op de speciale webpagina van het herstel- en veerkrachtplan van Denemarken. Ook heeft het ministerie een bijeenkomst met belanghebbenden georganiseerd, die werd bijgewoond door vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties, beroepsverenigingen en vakbonden, belangengroepen en andere actoren. De maatregelen in het gewijzigde plan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk weerspiegelen de suggesties die in de raadpleging zijn gedaan met betrekking tot het opvoeren van investeringen in hernieuwbare energie — met name zonne-energie en windenergie op zee (opgenomen in C8.I1.1: Voorbereiding van een aanbesteding voor 4 gigawatt windenergie op zee, C8.I1.2: Screening van de windenergiecapaciteit op zee van Denemarken, C8.I1.3: Steun voor de inbedrijfstelling van experimentele windturbines), het stroomlijnen van vergunningsprocedures voor projecten op het gebied van hernieuwbare energie (opgenomen in C8.R1: nationaal energiecrisisteam (NEKST)), verhoogde energie-efficiëntie en uitfasering van gasketels (opgenomen in C8.I3: Vervangen van oliebranders en gasovens), het versnellen van de afvang en opslag van koolstof (opgenomen in C8.14: Het potentieel voor koolstofafvang en -opslag (CCS)) en het opnemen van groene vaardigheden in permanente educatie (opgenomen in C8.I2: groene bijscholing). Aan andere suggesties, zoals steun voor biogas, verhoogde belastingaftrek of nieuwe CO2-belastingen, kon niet worden voldaan in het kader van het REPowerEU-hoofdstuk. Met dergelijke input wordt in verschillende mate iets gedaan via nationaal gefinancierde initiatieven.

Positieve beoordeling

(48) De Commissie heeft het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk positief beoordeeld en concludeert dat het plan op bevredigende wijze voldoet aan de beoordelingscriteria van Verordening (EU) 2021/241. Nu moeten, overeenkomstig artikel 20, lid 2, van en bijlage V bij die verordening, de hervormingen en investeringsprojecten die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk worden vastgelegd, alsmede de relevante mijlpalen, streefdoelen en indicatoren en het bedrag dat de Unie in de vorm van niet-terugbetaalbare financiële steun ter beschikking stelt voor de uitvoering van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk.

Financiële bijdrage

(49) De geraamde totale kosten van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk van Denemarken bedragen 13 477 000 000 DKK, wat overeenkomt met 1 812 233 337 EUR op basis van de ECB-referentiekoers EUR/DKK van 30 april 2021 voor het oorspronkelijke plan en op basis van de ECB-referentiekoers EUR/DKK van 31 mei 2023 voor het REPowerEU-hoofdstuk. Aangezien het bedrag van de geraamde totale kosten van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan hoger is dan de geactualiseerde maximale financiële bijdrage die voor Denemarken beschikbaar is, moet de overeenkomstig artikel 11 berekende financiële bijdrage die aan het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk van Denemarken is toegewezen, gelijk zijn aan het totale bedrag van de financiële bijdrage die voor het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk van Denemarken beschikbaar is. Dit bedrag is gelijk aan 1 429 149 364 EUR 5

(50) Overeenkomstig artikel 21 bis, lid 5, van Verordening (EU) 2021/241 heeft Denemarken op 31 mei 2023 een verzoek ingediend tot toewijzing van de in artikel 21 bis, lid 1, van die verordening bedoelde ontvangsten, die over de lidstaten worden verdeeld op basis van de indicatoren die zijn vastgesteld in de methode van bijlage IV bis bij Verordening (EU) 2021/241. De totale kosten van de in artikel 21 quater, lid 3, punten b) tot en met f), bedoelde maatregelen in het REPowerEU-hoofdstuk worden geraamd op 1 467 000 000 DKK, wat overeenkomt met 196 965 628 EUR op basis van de ECB-referentiekoers EUR/DKK van 31 mei 2023. Aangezien dit bedrag hoger is dan het voor Denemarken beschikbare toewijzingsaandeel, moet de aanvullende niet-terugbetaalbare financiële steun die voor Denemarken beschikbaar is, gelijk zijn aan het toewijzingsaandeel. Dit bedrag is gelijk aan 130 714 933 EUR 6 .

(51) Daarnaast heeft Denemarken overeenkomstig artikel 4 bis van Verordening (EU) 2021/1755 7  op 1 maart 2023 een met redenen omkleed verzoek ingediend om een deel van zijn resterende voorlopige toewijzing uit de middelen van de reserve voor aanpassing aan de Brexit, ten bedrage van 66 026 588 EUR, naar de faciliteit over te dragen. Dat bedrag moet als aanvullende niet-terugbetaalbare financiële steun beschikbaar worden gesteld ter ondersteuning van de hervormingen en investeringen in het REPowerEU-hoofdstuk.

(52) De totale financiële bijdrage die voor Denemarken beschikbaar is, moet 1 625 890 885 EUR bedragen.

Voorfinanciering voor REPowerEU

(53) Denemarken heeft verzocht om de volgende financiering voor de uitvoering van zijn REPowerEU-hoofdstuk: overdracht van 66 026 588 EUR uit de voorlopige toewijzing uit de middelen van de reserve voor aanpassing aan de Brexit en 130 714 933 EUR uit de inkomsten uit het emissiehandelssysteem uit hoofde van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad.

(54) Voor deze bedragen heeft Denemarken op 31 mei 2023 krachtens artikel 21 quinquies van Verordening (EU) 2021/241 verzocht om 20 % van de gevraagde financiering voor te financieren. Afhankelijk van de beschikbare middelen moet die voorfinanciering ter beschikking van Denemarken worden gesteld, onder voorbehoud van de inwerkingtreding van en in overeenstemming met een tussen de Commissie en Denemarken te sluiten overeenkomst krachtens artikel 23, lid 1, van Verordening (EU) 2021/241 (de “financieringsovereenkomst”).

(55) Uitvoeringsbesluit van de Raad (ST 10154/21 INIT; ST 10154/21 ADD 1) van 13 juli 2021 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Denemarken moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. Ten behoeve van de duidelijkheid moet de bijlage bij dat uitvoeringsbesluit volledig worden vervangen,