Overwegingen bij COM(2023)726 - Wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) (ST 10158/21 en ST 10158/21 ADD 1) betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Duitsland

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Nadat Duitsland op 28 april 2021 zijn nationale herstel- en veerkrachtplan had ingediend, heeft de Commissie de Raad een voorstel voor een positieve beoordeling voorgelegd. De Raad heeft de positieve beoordeling goedgekeurd door middel van het uitvoeringsbesluit van 13 juli 2021 2 .

(2) Overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2021/241 moet de maximale financiële bijdrage voor niet-terugbetaalbare financiële steun van elke lidstaat uiterlijk 30 juni 2022 worden bijgewerkt aan de hand van de daarin vastgestelde methode. Op 30 juni 2022 heeft de Commissie de bijgewerkte resultaten van die update aan het Europees Parlement en de Raad voorgelegd.

(3) Op 9 december 2022 heeft Duitsland, in overeenstemming met artikel 21, lid 1, van Verordening (EU) 2021/241, een gewijzigd herstel- en veerkrachtplan ingediend bij de Commissie. Nadat Duitsland zijn gewijzigde herstel- en veerkrachtplan had ingediend, heeft de Commissie de Raad een voorstel voor een positieve beoordeling voorgelegd. De Raad heeft de positieve beoordeling goedgekeurd door middel van het uitvoeringsbesluit van 14 februari 2023 3 .

(4) Op 15 september 2023 heeft Duitsland bij de Commissie een gewijzigd nationaal herstel- en veerkrachtplan ingediend, overeenkomstig artikel 18, lid 2, van Verordening (EU) 2021/241. In het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan wordt rekening gehouden met de geactualiseerde maximale financiële bijdrage.

(5) Op 14 juli 2023 heeft de Raad in het kader van het Europees Semester aanbevelingen aan Duitsland gericht. De Raad beval Duitsland met name aan om de uitvoering van zijn gewijzigde herstel- en veerkrachtplan aanzienlijk te versnellen. De Raad beval Duitsland verder aan om de digitalisering van de openbare dienstverlening te versnellen en de investeringen in digitale communicatienetwerken met hoge capaciteit op te voeren, de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen en de inspanningen op het gebied van energie-efficiëntie in het vervoer, de bouw en de industrie op te voeren, onder meer door te investeren in groene verwarmingssystemen. De aanbevelingen omvatten ook het opvoeren van de Duitse beleidsinspanningen gericht op het aanbieden en verwerven van de vaardigheden en competenties die nodig zijn voor de groene transitie, het verbeteren van belastingprikkels om het aantal gewerkte uren te verhogen en het veiligstellen van de houdbaarheid van het pensioenstelsel op lange termijn.

(6) De indiening van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan volgde op een in overeenstemming met het nationale rechtskader uitgevoerd proces van raadpleging van regionale autoriteiten, sociale partners, maatschappelijke organisaties, milieuorganisaties en andere relevante belanghebbenden. De samenvatting van de raadplegingen is samen met het gewijzigde nationale herstel- en veerkrachtplan ingediend. Krachtens artikel 19 van Verordening (EU) 2021/241 heeft de Commissie de relevantie, doeltreffendheid, efficiëntie en samenhang van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan beoordeeld in overeenstemming met de in bijlage V bij die verordening opgenomen beoordelingsrichtsnoeren.

Actualiseringen op basis van artikel 18, lid 2, van Verordening (EU) 2021/241

(7) In het door Duitsland ingediende gewijzigde herstel- en veerkrachtplan worden twee maatregelen bijgewerkt door het niveau van de vereiste uitvoering ervan te verhogen en wordt een nieuwe maatregel toegevoegd om rekening te houden met de bijgewerkte maximale financiële bijdrage. Duitsland heeft toegelicht dat vanwege de verhoging van de maximale financiële bijdrage van 26 359 833 613 EUR 4 naar 28 018 501 973 EUR 5 een wijziging van drie maatregelen in het plan gerechtvaardigd was om de verhoogde bijdrage te kunnen leveren. Voor twee maatregelen in het kader van component 1.2 “Klimaatvriendelijke mobiliteit” is het niveau van de vereiste uitvoering verhoogd, met name voor 1.2.1 “Steun voor de aanleg van oplaadinfrastructuur” en 1.2.3 “Steun voor de vervanging van het particuliere wagenpark”, en is een nieuwe maatregel 1.1.6 “Federale steun voor efficiënte warmtenetten” ingevoerd in component 1.1 “Koolstofarm maken met hernieuwbare waterstof in het bijzonder”.

(8) De nieuwe maatregel 1.1.6 in component 1.1 bestaat uit een investering om financiële steun te bieden voor de uitbreiding en transformatie van stadsverwarmingssystemen om hernieuwbare energie en restwarmte te integreren en voor de bouw van nieuwe stadsverwarmingssystemen op basis van hernieuwbare energiebronnen en restwarmte. De maatregel financiert ook haalbaarheidsstudies en transformatieplannen om de Duitse stadsverwarmingssector tegen 2045 koolstofvrij te maken.

(9) Wat de wijziging van de maatregelen van component 1.2 betreft, wordt streefdoel 24 van maatregel 1.2.1 (Steun voor de aanleg van oplaadinfrastructuur) verhoogd en wordt streefdoel 30 bis van maatregel 1.2.3 (Steun voor de vervanging van het particuliere wagenpark) toegevoegd om het niveau van de vereiste uitvoering ten opzichte van het oorspronkelijke plan te verhogen, wat de verhoogde financiële bijdrage voor Duitsland weerspiegelt.

(10) De Commissie is van oordeel dat de door Duitsland aangevoerde redenen de actualisering overeenkomstig artikel 18, lid 2, van Verordening (EU) 2021/241 rechtvaardigen.

Een evenwichtige respons die bijdraagt tot de zes pijlers

(11) Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt a), van Verordening (EU) 2021/241 en criterium 2.1 van bijlage V daarbij, vormt het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan in hoge mate (score A) een alomvattende en voldoende evenwichtige respons op de economische en sociale situatie en draagt het zodoende bij aan elk van de zes in artikel 3 van die verordening bedoelde pijlers, daarbij rekening houdend met de specifieke uitdagingen van en de financiële toewijzing aan de betrokken lidstaat.

(12) In het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan is het ambitieniveau met betrekking tot de eerste pijler over groene transitie hoger dan in het oorspronkelijke plan. De ambitie voor de groene transitie wordt vergroot doordat verdere steun voor de aanleg van oplaadinfrastructuur en voor de vervanging van particuliere elektrische voertuigen de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen vermindert, en de nieuw toegevoegde steun voor groene stadsverwarmingsnetwerken de energie-efficiëntie verbetert en het koolstofvrij maken van de energie- en gebouwensector in het bijzonder versnelt.

(13) Voor de andere pijlers hebben de aard en de omvang van de voorgestelde wijzigingen aan het herstel- en veerkrachtplan geen gevolgen voor de positieve beoordeling die is goedgekeurd bij het uitvoeringsbesluit van de Raad van 13 juli 2021, dat in grote mate een alomvattende en voldoende evenwichtige respons op de economische en sociale situatie vormt, en voor de passende bijdrage ervan aan alle zes pijlers die in artikel 3 van Verordening (EU) 2021/241 worden genoemd.

Aanpakken van alle of een significant deel van de in de landspecifieke aanbevelingen vastgestelde uitdagingen

(14) Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt b), van Verordening (EU) 2021/241 en criterium 2.2 van bijlage V daarbij, zal het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan naar verwachting bijdragen tot een doeltreffende aanpak van alle of een significant deel van de uitdagingen (score A) die zijn vastgesteld in de tot Duitsland gerichte landspecifieke aanbevelingen, met inbegrip van de begrotingsaspecten en de aanbevelingen die krachtens artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 zijn gedaan, of de uitdagingen die zijn vastgesteld in andere relevante documenten die officieel door de Commissie zijn vastgesteld in het kader van het Europees Semester.

(15) In het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan wordt met name rekening gehouden met landspecifieke aanbevelingen die formeel door de Raad zijn aangenomen vóór de beoordeling van het gewijzigde plan door de Commissie. Aangezien de maximale financiële bijdrage voor Duitsland naar boven is bijgesteld, zijn alle structurele aanbevelingen van 2022 en 2023 meegenomen in de algehele beoordeling.

(16) Na beoordeling van de vooruitgang bij de uitvoering van alle relevante landspecifieke aanbevelingen in het kader van het Europees Semester 2023, stelt de Commissie vast dat er aanzienlijke vooruitgang is geboekt met betrekking tot aanbeveling 2019.2.5 inzake het versterken van de voorwaarden voor een hogere salarisgroei.

(17) Het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan omvat een uitgebreide lijst hervormingen en investeringen die elkaar versterken en die bijdragen tot een doeltreffende aanpak van alle of een significant deel van de economische en sociale uitdagingen, zoals door de Raad is beschreven in haar landspecifieke aanbevelingen aan Duitsland in het kader van het Europees Semester. Het gaat hierbij met name om het verminderen van de algehele afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en het verbeteren van de energie-efficiëntie (LSA’s 2022.4.1 en 2022.4.2), en om energie-efficiëntie in vervoer en gebouwen, onder andere door investeringen in groene stadsverwarmingssystemen (LSA’s 2023.4.3 en 2023.4.4). Dit wordt gerealiseerd door zowel de aanleg van nieuwe groene stadsverwarmingsnetwerken als het koolstofvrij maken van bestaande netwerken te financieren. De regeling zal faciliteiten voor de opwekking van hernieuwbare warmte ondersteunen, evenals maatregelen die nodig zijn om hernieuwbare warmte en restwarmte te integreren, met inbegrip van energie-efficiëntiemaatregelen en opslagunits, en zal de uitvoering van decarbonisatiestrategieën stimuleren. De maatregel is volledig in overeenstemming met de aanbevelingen om meer inspanningen te leveren om energie te besparen en fossiele brandstoffen te vervangen en vormt een aanvulling op de lopende hervormingen in Duitsland.

(18) Overeenkomstig de aanbevelingen 2022.4.1 en 2022.4.2, die gericht zijn op het verminderen van de algehele afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en het verbeteren van de energie-efficiëntie, en aanbeveling 2023.4.3 om de energie-efficiëntie in de transportsector te verbeteren, wordt een aanzienlijke inspanning geleverd om investeringen in klimaatvriendelijke mobiliteit te versnellen. In het oorspronkelijke herstel- en veerkrachtplan waren maatregelen opgenomen om de verkoop van elektrische voertuigen te bevorderen, waarbij steun werd gegeven aan batterij-elektrische voertuigen. Deze inspanning werd aangevuld met steun voor de aanleg van oplaadinfrastructuur. In het gewijzigde plan wordt het niveau van de vereiste uitvoering van de maatregelen 1.2.1 Steun voor de aanleg van oplaadinfrastructuur en 1.2.3 Steun voor de vervanging van het particuliere wagenpark verhoogd. Er wordt verwacht dat de maatregelen in het kader van component 1.2 Klimaatvriendelijke mobiliteit Duitsland zullen helpen bij het behalen van de doelstellingen voor het terugdringen van broeikasgasemissies in de vervoerssector. De steunregeling voor e-voertuigen van maatregel 1.2.3 zal naar verwachting de vraag naar dit soort personenauto’s rechtstreeks stimuleren door middel van gerichte steun, en van maatregel 1.2.1 wordt verwacht dat deze de noodzakelijke oplaadinfrastructuur verder uitbreidt.

(19) Door de bovengenoemde uitdagingen aan te pakken, zal het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan naar verwachting ook bijdragen tot het corrigeren van de onevenwichtigheden waarmee Duitsland wordt geconfronteerd, zoals vastgesteld in de aanbevelingen op grond van artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 in 2019, 2020, 2022 en 2023, die met name verband houden met het aanhoudend grote overschot op de lopende rekening, dat ook de matige investeringen ten opzichte van de besparingen weerspiegelt.

Bijdrage aan het groeipotentieel, de banencreatie en de economische, sociale en institutionele veerkracht

(20) Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt c), van Verordening (EU) 2021/241 en criterium 2.3 van bijlage V daarbij, zal het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan naar verwachting een hoge impact (score A) hebben op het versterken van het groeipotentieel, de banencreatie en de economische, sociale en institutionele veerkracht van Duitsland, waarmee wordt bijgedragen tot de uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten, onder meer door middel van de bevordering van het kinder- en jeugdbeleid, alsmede op het verzachten van de economische en sociale gevolgen van de COVID-19-crisis en daarmee het bevorderen van de economische, sociale en territoriale cohesie en de convergentie binnen de Unie.

(21) Het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan, dat de maatregelen met betrekking tot de klimaattransitie versterkt en zich richt op het afstappen van fossiele brandstoffen en het verhogen van de energie-efficiëntie in omstandigheden waarin de hoge fossiele energieprijzen een duidelijk negatief effect op de economie hebben, levert een belangrijke bijdrage aan het groeipotentieel en de veerkracht. In het bijzonder zorgen de wijzigingen voor meer investeringen en investeringssteun in het koolstofvrij maken van de bouw- en energiesector en klimaatvriendelijke mobiliteit.

(22) De wijzigingen van het plan hebben geen invloed op de algemene impact van het oorspronkelijke plan wat betreft het bevorderen van slimme, duurzame en inclusieve groei, en ook niet op de impact van het plan met betrekking tot sociale cohesie en het socialebeschermingssysteem en de link met de pijler van sociale rechten en de focus op kinderen en jongeren.

(23) Volgens gestileerde simulaties van de diensten van de Commissie kan het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van de verhoogde financiële bijdrage, samen met de overige maatregelen van het herstelinstrument van de Europese Unie, het bbp van Duitsland tegen 2025 met 0,4 % tot 0,8 % verhogen, waarbij het mogelijke positieve effect van structurele hervormingen niet expliciet is meegerekend.

Geen ernstige afbreuk doen

(24) Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt d), van Verordening (EU) 2021/241 en criterium 2.4 van bijlage V daarbij, zal het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan naar verwachting waarborgen dat geen enkele erin opgenomen maatregel (score A) voor de uitvoering van hervormingen en investeringsprojecten ernstige afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852 van het Europees Parlement en de Raad 6 (het beginsel “geen ernstige afbreuk doen”).

(25) Duitsland heeft gezorgd voor een verhoging van het niveau van de vereiste uitvoering van de maatregelen 1.2.1 en 1.2.3 die al waren opgenomen in het oorspronkelijke herstel- en veerkrachtplan, dat positief werd beoordeeld met betrekking tot het beginsel “geen ernstige afbreuk doen”. De wijziging van deze maatregelen heeft geen invloed op de aard ervan en de beoordeling blijft ongewijzigd. Daarnaast biedt de nieuw geïntroduceerde maatregel 1.1.6, die voorziet in steun voor groene stadsverwarmingssystemen, geen steun voor warmtebronnen die fossiele brandstoffen gebruiken. Deze maatregel zorgt ervoor dat bestaande verwarmingsnetwerken koolstofvrij worden gemaakt en is gericht op de integratie van hernieuwbare warmtebronnen en restwarmte voor nieuwe netwerken. Op grond hiervan wordt verwacht dat het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan ervoor zal zorgen dat geen enkele maatregel “ernstige afbreuk doet”.

Bijdrage aan de groene transitie, met inbegrip van biodiversiteit

(26) Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt e), van Verordening (EU) 2021/241 en criterium 2.5 van bijlage V daarbij, bevat het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan maatregelen die in hoge mate (score A) bijdragen tot de groene transitie, met inbegrip van biodiversiteit, of de aanpak van de daaruit voortvloeiende uitdagingen. De maatregelen ter ondersteuning van de klimaatdoelstellingen zijn goed voor 47,0 % van de totale toewijzing van het herstel- en veerkrachtplan, berekend volgens de in bijlage VI bij die verordening beschreven methode. Overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EU) 2021/241 strookt het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met de informatie in het nationaal energie- en klimaatplan 2021-2030.

(27) Maatregel 1.1.6 betreffende federale financiering voor groene stadsverwarmingsnetwerken is erop gericht de broeikasgasemissies tegen 2045 naar netto nul te brengen in de verwarmingssector en gerelateerde sectoren (bouw en industrie) en in overeenstemming met de tussentijdse doelstellingen in het nationaal energie- en klimaatplan van Duitsland. Groene stadsverwarming kan aanzienlijk bijdragen tot de vermindering van broeikasgasemissies en verontreinigende stoffen in de energie-, industrie- en gebouwensector, onder andere door de vervanging van individuele boilers door gebouwen op het netwerk aan te sluiten, energie-efficiëntiewinst en de geleidelijke afschaffing van kolengestookte elektriciteitscentrales. De maatregel werkt samen met belangrijke hervormingen in de Duitse bouw- en verwarmingssector en met nationaal gefinancierde aanvullende financiering voor stadsverwarming, zoals de wet inzake warmtekrachtkoppeling. De maatregel is uitsluitend bedoeld om gebruik te maken van duurzame biomassa en zo bij te dragen tot het behoud van de soortenrijkdom.

(28) Van de maatregelen 1.2.1 en 1.2.3 wordt verwacht dat ze bijdragen tot het koolstofvrij maken van de transportsector door de invoering van emissievrije voertuigen te versnellen en de beschikbaarheid van oplaadinfrastructuur te verbeteren. Van alle maatregelen worden nevenvoordelen voor de biodiversiteit verwacht door hun verwachte effect op de vermindering van de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen en broeikasgassen.

Bijdrage aan de digitale transitie

(29) Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt f), van Verordening (EU) 2021/241 en criterium 2.6 van bijlage V daarbij, bevat het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan maatregelen die in hoge mate bijdragen tot de digitale transitie of die helpen het hoofd te bieden aan de uit die transitie voortvloeiende uitdagingen. De maatregelen ter ondersteuning van de doelstellingen inzake digitalisering zijn goed voor 48,1 % van de totale toewijzing voor het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan, berekend volgens de in bijlage VII bij die verordening beschreven methode.

(30) De herziening van het Duitse herstel- en veerkrachtplan heeft geen invloed op de digitale maatregelen van het plan. In het gewijzigde plan wordt een significant aandeel van de totale toewijzing nog steeds ingezet voor de digitale transitie en wordt in de meeste componenten ervan een prominente plaats ingeruimd voor digitale aspecten en legt het herstel- en veerkrachtplan van Duitsland sterk de nadruk op de digitale transitie en de daaruit voortvloeiende uitdagingen in alle sectoren.

Blijvende effecten

(31) Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt g), van Verordening (EU) 2021/241 en criterium 2.7 van bijlage V daarbij, zal het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan naar verwachting in hoge mate (score A) een blijvend effect sorteren voor Duitsland.

(32) In het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan wordt de ambitie van het herstel- en veerkrachtplan als geheel verhoogd, waarbij verdere investeringen naar verwachting een blijvend effect zullen hebben, met name wat betreft de groene transitie. Met name de verhoogde steun voor de uitbreiding van de oplaadinfrastructuur en de vervanging van het particuliere wagenpark kan de schaaleffecten vergroten door de transitie te versnellen. De uitbreiding van stadsverwarmingsnetwerken resulteert in de aanleg van infrastructuur met een lange levensduur.

Monitoring en uitvoering

(33) Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt h), van Verordening (EU) 2021/241 en criterium 2.8 van bijlage V daarbij, zijn de in het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan voorgestelde regelingen passend (score A) om te zorgen voor de doeltreffende monitoring en uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van het beoogde tijdschema en de beoogde mijlpalen en streefdoelen alsmede de bijbehorende indicatoren.

(34) Uit de initiële beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan, overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt h), van Verordening (EU) 2021/241 en criterium 2.8 van bijlage V daarbij, bleek dat de in het herstel- en veerkrachtplan voorgestelde regelingen passend zijn om te zorgen voor de doeltreffende monitoring en uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van het beoogde tijdschema en de beoogde mijlpalen en streefdoelen alsmede de bijbehorende indicatoren.

(35) De voor het oorspronkelijke herstel- en veerkrachtplan voorgestelde regelingen blijven van kracht en de eerdere positieve beoordeling blijft ongewijzigd. Het coördinatieorgaan van het federale ministerie van Financiën en de vakministeries zijn verantwoordelijk voor de effectieve uitvoering van het plan. De diverse regelingen die zijn opgezet om te onderhandelen over, vorm te geven aan en in te staan voor een efficiënte en regelmatige uitvoering van het plan, zijn geloofwaardig wat betreft het wettelijke mandaat en de bestuurlijke capaciteit. De mijlpalen en streefdoelen van het plan vormen een systeem dat geschikt is om toezicht te houden op de uitvoering van het plan. De mijlpalen en streefdoelen zijn duidelijk en realistisch, en de indicatoren voor deze mijlpalen en streefdoelen zijn relevant, aanvaardbaar en robuust. De mijlpalen en streefdoelen zijn ook relevant voor reeds voltooide maatregelen die in aanmerking komen uit hoofde van artikel 17, lid 2, van Verordening (EU) 2021/241. De door de Duitse autoriteiten beschreven controlemechanismen, gegevensverzamelingsmethoden en verantwoordelijkheden lijken voldoende robuust om de uitbetalingsverzoeken op passende wijze te rechtvaardigen, zodra de mijlpalen en streefdoelen op bevredigende wijze zijn bereikt.

Kosten

(36) Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt i), van Verordening (EU) 2021/241 en criterium 2.9 van bijlage V daarbij, is de in het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan verstrekte motivering voor het bedrag van de geraamde totale kosten van het herstel- en veerkrachtplan in redelijke mate (score B) redelijk en aannemelijk, strookt het met het kostenefficiëntiebeginsel en staan de kosten in verhouding tot de verwachte nationale economische en sociale gevolgen.

(37) De door Duitsland verstrekte kosteninformatie voor de twee gewijzigde en één nieuwe maatregel hebben geen invloed op de B-score van het oorspronkelijke plan. Duitsland heeft gedetailleerde informatie verstrekt voor de nieuwe investering en voor de investeringen waarvoor het niveau van de vereiste uitvoering is verhoogd in het geactualiseerde herstel- en veerkrachtplan krachtens artikel 18, lid 2, van Verordening (EU) 2021/241. De geraamde kosten van deze investeringen zijn in overeenstemming met hun aard en type en gaan vergezeld van relevante bewijsstukken en analyses van de kosten. De kosten van de nieuwe maatregel met betrekking tot stadsverwarming zijn goed onderbouwd, redelijk, aannemelijk en omvatten geen kosten die door andere bestaande of geplande EU-financiering worden gedekt. Voor de nieuwe maatregel waren de details over de methode en aannames die ten grondslag lagen aan de verstrekte kostenramingen beperkt. Tot slot stroken de geraamde totale kosten van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met het kostenefficiëntiebeginsel en staan zij in verhouding tot de verwachte nationale economische en sociale gevolgen.

Bescherming van de financiële belangen van de Unie

(38) Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt j), van Verordening (EU) 2021/241 en criterium 2.10 van bijlage V daarbij, zijn de in het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan voorgestelde regelingen en de in dit besluit vermelde aanvullende maatregelen passend (score A) om corruptie, fraude en belangenconflicten bij het gebruik van de financiële middelen die op grond van deze verordening zijn verstrekt, te voorkomen, op te sporen en recht te zetten, en wordt verwacht dat de regelingen daadwerkelijk dubbele financiering in het kader van de verordening en andere Unieprogramma’s voorkomen. Dit laat de toepassing onverlet van andere instrumenten om de naleving van het Unierecht te bevorderen en te handhaven, onder meer voor het voorkomen, opsporen en rechtzetten van corruptie, fraude en belangenconflicten, en het beschermen van de begroting van de Unie, overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) 2020/2092 van het Europees Parlement en de Raad 7 .

(39) In de oorspronkelijke beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan, overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt j), van Verordening (EU) 2021/241 en criterium 2.10 van bijlage V daarbij, werd geconcludeerd dat de in het oorspronkelijke herstel- en veerkrachtplan voorgestelde regelingen als toereikend waren beoordeeld om corruptie, fraude en belangenconflicten bij het gebruik van de financiële middelen die afkomstig zijn van de faciliteit te voorkomen, op te sporen en recht te zetten, waaronder regelingen die gericht zijn op het voorkomen van dubbele financiering van de faciliteit en andere Unieprogramma’s.  Aangezien er geen wijzigingen zijn aangebracht, blijft die beoordeling relevant.

Samenhang van het herstel- en veerkrachtplan

(40) Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt k), van Verordening (EU) 2021/241 en criterium 2.11 van bijlage V daarbij, bevat het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan in hoge mate (score A) maatregelen voor de uitvoering van projecten voor hervormingen en overheidsinvesteringen die coherente acties vormen.

(41) In het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan worden twee van de bestaande tien componenten gewijzigd. De wijzigingen veranderen niets aan de algemene samenhang van het herstel- en veerkrachtplan, rekening houdend met de manier waarop de componenten elkaar versterken en aanvullen. De twee maatregelen waarvoor het niveau van de vereiste uitvoering is verhoogd en de nieuwe maatregel zorgen verder voor een sterkere vermindering van broeikasgasemissies en bevorderen het gebruik van hernieuwbare energie, wat vooral belangrijk is in het kader van de vermindering van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen.

Raadplegingsproces

(42) In het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan wordt toegelicht dat er regelmatig overleg is geweest met belanghebbenden (deelstaten, sociale partners, welzijnsorganisaties, milieuverenigingen, vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties) en dat dit overleg tijdens de uitvoering van zowel het oorspronkelijke als het gewijzigde plan zal worden voortgezet. Ter voorbereiding van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan hielden de Duitse autoriteiten bijeenkomsten met de deelstaten, de sociale partners, welzijnsorganisaties en milieuverenigingen. Tijdens deze bijeenkomsten werden de geplande maatregelen voor de actualisering van het herstel- en veerkrachtplan aan de belanghebbenden gepresenteerd en besproken. Er werden individuele vragen beantwoord en er werd rekening gehouden met opmerkingen en suggesties bij het opstellen van de definitieve maatregelen voor het plan. De feedback die tijdens het oorspronkelijke raadplegingsproces werd ontvangen, met name met betrekking tot de noodzaak om te investeren in de uitbreiding en transformatie van stadsverwarmingssystemen om hernieuwbare energie en restwarmte te integreren, is in aanmerking genomen in de nieuwe maatregel “Federale steun voor efficiënte warmtenetten”. Om te zorgen voor draagvlak bij de desbetreffende actoren is het van cruciaal belang dat alle betrokken lokale autoriteiten en belanghebbenden, waaronder de sociale partners, bij de uitvoering van de in het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan opgenomen investeringen en hervormingen worden betrokken.

Positieve beoordeling

(43) De Commissie heeft het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan positief beoordeeld en concludeert dat het plan op bevredigende wijze voldoet aan de beoordelingscriteria van Verordening (EU) 2021/241. Nu moeten, overeenkomstig artikel 20, lid 2, van, en bijlage V bij die verordening, de hervormings- en investeringsprojecten die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan worden vastgelegd, alsmede de relevante mijlpalen, streefdoelen en indicatoren en het bedrag dat door de Unie ter beschikking wordt gesteld voor de uitvoering van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan in de vorm van niet-terugbetaalbare financiële steun.

Financiële bijdrage

(44) De totale kosten van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan worden geraamd op 28 749 958 599 EUR. 8 Aangezien het bedrag van de geraamde totale kosten van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan hoger is dan de geactualiseerde maximale financiële bijdrage die voor Duitsland beschikbaar is, moet de overeenkomstig artikel 11 berekende financiële bijdrage die aan het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan van Duitsland is toegewezen, gelijk zijn aan het totale bedrag van de financiële bijdrage die voor het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan van Duitsland beschikbaar is. Dit bedrag is gelijk aan 28 018 501 973 EUR. 

(45) Uitvoeringsbesluiten ST 10158/21 en ST 10158/21 ADD 1 van de Raad van 13 juli betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Duitsland, zoals gewijzigd bij Uitvoeringsbesluit ST 5536/23 van de Raad van 14 februari 2023, moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.