Overwegingen bij COM(2024)52 - Wijziging van Beschikking 2003/17/EG wat betreft de gelijkwaardigheid van in Moldavië verrichte veldkeuringen van gewassen voor de teelt van zaaizaad van groenvoedergewassen en de gelijkwaardigheid van in Moldavië voortgebracht zaaizaad van groenvoedergewassen, en wat betreft de gelijkwaardigheid van in Oekraïne verrichte veldkeuringen van gewassen voor de teelt van bietenzaad en gewassen voor de teelt van zaaizaad van oliehoudende gewassen en de gelijkwaardigheid van in Oekraïne voortgebracht bietenzaad en zaaizaad van oliehoudende gewassen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
1. Bij Beschikking 2003/17/EG van de Raad3 is bepaald dat veldkeuringen van bepaalde gewassen voor de teelt van zaaizaad die in de in bijlage I bij die beschikking vermelde derde landen worden verricht onder bepaalde voorwaarden moeten worden beschouwd als gelijkwaardig aan overeenkomstig het Unierecht verrichte veldkeuringen en dat zaaizaad van bepaalde soorten dat in die landen is voortgebracht onder bepaalde voorwaarden moet worden beschouwd als gelijkwaardig aan zaad dat overeenkomstig het Unierecht is voortgebracht.

1. In 2022 heeft de Republiek Moldavië bij de Commissie een verzoek ingediend om gelijkwaardigheid te verlenen aan zijn systeem van veldkeuringen van zaaizaad van groenvoedergewassen, alsmede van in de Republiek Moldavië geproduceerd en gecertificeerd zaaizaad van groenvoedergewassen.

2. De Commissie heeft de desbetreffende wetgeving van de Republiek Moldavië onderzocht. In 2016 heeft zij ook een audit verricht van het systeem van officiële controles en certificering van zaaizaad van granen, groentegewassen, oliehoudende planten en vezelgewassen in de Republiek Moldavië en haar bevindingen in een verslag gepubliceerd4. Op basis van de audit concludeerde de Commissie dat de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de zaadcertificering in de Republiek Moldavië bekwaam zijn, over adequate voorzieningen beschikken en naar behoren functioneren. Deze autoriteiten zijn ook verantwoordelijk voor de veldkeuringen van zaadproducerende voedergewassen en voor de certificering van zaaizaad van groenvoedergewassen.

3. Op basis van het onderzoek van de wetgeving en de conclusies van de audit heeft de Commissie geconcludeerd dat de veldkeuringen van gewassen voor de teelt van zaaizaad van groenvoedergewassen, de bemonstering, de tests en de officiële controles achteraf van zaaizaad van groenvoedergewassen naar behoren worden verricht en voldoen aan de voorwaarden van bijlage II bij Beschikking 2003/17/EG en Richtlijn 66/401/EEG van de Raad5.

4. In 2022 heeft Oekraïne bij de Commissie een verzoek ingediend om gelijkwaardigheid te verlenen aan zijn systeem van veldkeuringen van gewassen voor de teelt van zaaizaad van Beta vulgaris (bieten), Helianthus annuus (zonnebloemen) en Brassica napus (koolzaad) en aan zaaizaad van die gewassen die in dat land worden geproduceerd en gecertificeerd.

5. In 2023 heeft Oekraïne bij de Commissie een ander verzoek ingediend om gelijkwaardigheid te verlenen aan zijn systeem van veldkeuringen van gewassen voor de teelt van zaaizaad van Glycine max (sojabonen) en aan zaaizaad van die gewassen die in dat land worden geproduceerd en gecertificeerd.

6. De Commissie heeft de desbetreffende wetgeving van Oekraïne onderzocht. In 2015 heeft zij ook een audit verricht van het systeem van officiële controles en certificering van zaaigranen in Oekraïne en haar bevindingen in een verslag gepubliceerd6. Op basis van de audit concludeerde de Commissie dat de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de zaadcertificering in Oekraïne bekwaam zijn, over adequate voorzieningen beschikken en naar behoren functioneren. Deze autoriteiten zijn ook verantwoordelijk voor de veldkeuringen van gewassen voor de teelt van zaaizaad van bieten, zonnebloemen, koolzaad en sojabonen, en voor de certificering van zaaizaad van die gewassen.

7. Op basis van het onderzoek van de wetgeving en de conclusies van de audit heeft de Commissie geconcludeerd dat de veldkeuringen van gewassen voor de teelt van zaaizaad van bieten, zonnebloemen, koolzaad en sojabonen, de bemonstering, de tests en de officiële controles achteraf van bieten-, zonnebloem-, koolzaad- en sojazaad naar behoren worden verricht en voldoen aan de voorwaarden van bijlage II bij Beschikking 2003/17/EG en Richtlijnen 2002/54/EG7 en 2002/57/EG8 van de Raad.

8. De Republiek Moldavië is wat voedergewassen betreft toegelaten tot de programma’s van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) voor de certificering van rassen van zaaizaad in het internationale handelsverkeer.

9. Oekraïne is wat betreft bieten, zonnebloemen, koolzaad en sojabonen toegelaten tot het OESO-programma voor de certificering van rassen van zaaizaad in het internationale handelsverkeer.

10. De Republiek Moldavië en Oekraïne beschikken over zaadlaboratoria die zijn erkend door de International Seed Testing Association. Dit feit biedt extra garantie over de kwaliteit van de inspecties en het in die landen geproduceerde zaaizaad en de naleving van de wetgeving van de Unie.

11. Derhalve is het passend de gelijkwaardigheid te erkennen van de veldkeuringen die in de Republiek Moldavië voor gewassen voor de teelt van zaaizaad van groenvoedergewassen worden uitgevoerd, alsmede van het in de Republiek Moldavië voortgebrachte en door de autoriteiten van de Republiek Moldavië officieel gecertificeerde zaaizaad van groenvoedergewassen.

12. Het is tevens passend de gelijkwaardigheid te erkennen van de veldkeuringen die in Oekraïne voor gewassen voor de teelt van zaaizaad van bieten, zonnebloemen, koolzaad en sojabonen worden uitgevoerd, alsmede van het in Oekraïne voortgebrachte en door de autoriteiten van Oekraïne officieel gecertificeerd zaaizaad van bieten, zonnebloemen, koolzaad en sojabonen.

13. Beschikking 2003/17/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.