Overwegingen bij COM(2024)83 - Standpunt EU in de Internationale Raad voor tropisch hout via besluit zonder bijeen te komen in verband met de verlenging van de Internationale Overeenkomst inzake tropisch hout van 2006

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) De Internationale Overeenkomst inzake tropisch hout van 2006 (ITTA 2006) is door de Unie gesloten bij Besluit 2011/731/EU van de Raad4 en is op 7 december 2011 in werking getreden.

(2) Krachtens artikel 44, lid 1, van de ITTA 2006 blijft de overeenkomst van kracht gedurende een tijdvak van tien jaar na de inwerkingtreding – tot en met 6 december 2021 – tenzij de Internationale Raad voor tropisch hout (ITTC), bij bijzondere stemming overeenkomstig artikel 12, besluit de overeenkomst te verlengen, nieuwe onderhandelingen erover te voeren of haar te beëindigen.

(3) De ITTC kan – als hoogste autoriteit van de Internationale Organisatie voor tropisch hout (ITTO), die krachtens artikel 6 van de ITTA 2006 uit alle leden van de ITTO bestaat – krachtens artikel 44, lid 2, tweemaal besluiten de overeenkomst te verlengen, een eerste maal met vijf jaar en een tweede maal met drie jaar.

(4) De ITTA 2006 is verlengd bij besluit 4 van de ITTC (LVII) en het respectieve EU-standpunt vastgesteld bij Besluit (EU) 2021/837 van de Raad van 6 mei 20215 voor een periode van vijf jaar met ingang van 7 december 2021 tot en met 6 december 2026.

(5) Tijdens de 59e zitting van de ITTC in november 2023 heeft de ITTC besloten om vóór 1 juni 2024 zonder bijeen te komen een besluit te nemen over de vraag of de ITTA 2006 met drie jaar wordt verlengd met ingang van 7 december 2026 tot en met 6 december 2029.

(6) De aanvullende verlenging van de ITTA 2006 met een periode van drie jaar is in het belang van de Europese Unie, aangezien de ITTO voldoende tijd en middelen nodig heeft om eventuele latere overeenkomsten voor te bereiden.

(7) Het standpunt van de Unie in de ITTC moet worden vastgesteld.