Overwegingen bij COM(2024)153 -

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
dossier COM(2024)153 - .
document COM(2024)153
datum 8 april 2024
 
(1) Het Verdrag inzake de bescherming van het mariene milieu in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan3 (“het verdrag”), waarbij de Unie partij is, is op 25 maart 1998 in werking getreden.

(2) Overeenkomstig artikel 10, lid 3, van het verdrag kan de bij artikel 10, lid 1, van het verdrag ingestelde commissie (“de Ospar-commissie”) besluiten aannemen in overeenstemming met artikel 13 van het verdrag.

(3) Op 24 juni 2024 zal de Ospar-commissie tijdens haar 27e zitting/vergadering een besluit vaststellen tot wijziging van Ospar-besluit 98/3 inzake de verwijdering van niet meer gebruikte offshore-installaties.

(4) Het beoogde besluit wijzigt de definitie van “betonnen installatie” om te verduidelijken dat celinhoud binnen de onderbouw geen deel uitmaakt van de installatie.

(5) Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in de Ospar-commissie, aangezien het besluit van die commissie bindend zal zijn voor de Unie.

(6) Het standpunt van de Unie moet zijn dat voor het besluit tot wijziging van Ospar-besluit 98/3 wordt gestemd, omdat dit de uitvoering van het beleid en de wetgeving van de EU zal vergemakkelijken en schade aan het mariene milieu zal voorkomen,