Overwegingen bij COM(2024)152 -

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
dossier COM(2024)152 - .
document COM(2024)152
datum 8 april 2024
 
(1) Krachtens artikel 287, punt 10, van Richtlijn 2006/112/EG mag de Republiek Letland (hierna “Letland” genoemd) vrijstelling van de btw verlenen aan belastingplichtigen met een jaaromzet die niet hoger is dan de tegenwaarde van 17 200 EUR in de nationale munteenheid tegen de op de dag van zijn toetreding geldende omrekeningskoers.

(2) Bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/24083 van de Raad, zoals gewijzigd bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/12614 van de Raad, werd Letland gemachtigd tot en met 31 december 2024 een bijzondere maatregel te blijven toepassen die afwijkt van artikel 287, punt 10, van Richtlijn 2006/112/EG, waarbij vrijstelling van de btw wordt verleend aan belastingplichtigen met een jaaromzet die ten hoogste gelijk is aan 40 000 EUR (hierna de “oorspronkelijke bijzondere maatregel” genoemd).

(3) Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 14 december 2023, heeft Letland verzocht om de drempel van de oorspronkelijke bijzondere maatregel tot 50 000 EUR te mogen verhogen van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2024 (hierna “de bijzondere maatregel” genoemd).

(4) Bij brief van 16 januari 2024 heeft de Commissie de overige lidstaten overeenkomstig artikel 395, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 2006/112/EG van het verzoek van Letland in kennis gesteld. Bij brief van 17 januari 2024 heeft de Commissie Letland ervan in kennis gesteld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

(5) De bijzondere maatregel is in overeenstemming met Richtlijn (EU) 2020/2855 van de Raad, die tot doel heeft de btw-nalevingslasten voor kleine ondernemingen te beperken en concurrentieverstoringen in de interne markt te vermijden, en die op 1 januari 2025 in werking zal treden.

(6) De bijzondere maatregel zal facultatief blijven voor belastingplichtigen aangezien zij nog altijd voor het normale btw-stelsel kunnen kiezen krachtens artikel 290 van Richtlijn 2006/112/EG.

(7) Volgens de door Letland verstrekte gegevens zal de bijzondere maatregel geen noemenswaardige invloed hebben op de totale belastingopbrengst in het stadium van het eindverbruik in Letland.

(8) Met de inwerkingtreding van Verordening (EU, Euratom) 2021/7696 van de Raad op 1 januari 2021 mag Letland geen compensatieberekening meer verrichten met betrekking tot het overzicht van de eigen btw-middelen vanaf het begrotingsjaar 2021.

(9) De toepassing van de bijzondere maatregel moet in de tijd worden beperkt. De periode moet lang genoeg zijn zodat de Commissie kan evalueren of de drempel doeltreffend en passend is. Aangezien voorts de bepalingen tot vaststelling van drempels die zijn neergelegd in artikel 284 van Richtlijn 2006/112/EG, zoals gewijzigd bij Richtlijn (EU) 2020/285, uiterlijk op 31 december 2024 door de lidstaten moeten zijn omgezet en met ingang van 1 januari 2025 moeten worden toegepast, is het passend Letland te machtigen de bijzondere maatregel tot en met 31 december 2024 toe te passen.

(10) Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2408 moet daarom worden ingetrokken.