Overwegingen bij COM(2024)397 - Standpunt EU in het Gemengd Comité EU-CTC dat is ingesteld bij de overeenkomst inzake de vereenvoudiging van de formaliteiten in het goederenverkeer van 20 mei 1987 en in de Gemengde Commissie EU-CTC die is ingesteld bij de overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer van 20 mei 1987, met betrekking tot uitnodigingen aan Georgië om toe te treden tot die overeenkomsten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) De overeenkomst inzake de vereenvoudiging van de formaliteiten in het goederenverkeer van 20 mei 1987 7 en de overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer van 20 mei 1987 8 (“de overeenkomsten”) zijn gesloten tussen de Europese Economische Gemeenschap, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland, de Republiek IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, het Koninkrijk Zweden en de Zwitserse Bondsstaat op 20 mei 1987 en in werking getreden op 1 januari 1988.

(2) Georgië heeft de wens geuit tot de overeenkomsten toe te treden zodra het aan de toetredingsvoorwaarden heeft voldaan.

(3) Krachtens artikel 11, lid 3, van de overeenkomst inzake de vereenvoudiging van de formaliteiten in het goederenverkeer kan het bij die overeenkomst ingestelde Gemengd Comité EU-CTC (landen die deelnemen aan het gemeenschappelijk douanevervoer) bij besluit uitnodigingen aan derde landen vaststellen om tot de overeenkomst toe te treden.

(4) Krachtens artikel 15, lid 3, van de overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer kan de bij die overeenkomst ingestelde Gemengde Commissie EU-CTC bij besluit uitnodigingen aan derde landen vaststellen om tot de overeenkomst toe te treden.

(5) Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Gemengd Comité EU-CTC dat en de Gemengde Commissie EU-CTC die bij de respectieve overeenkomst is ingesteld, aangezien de besluiten waarbij Georgië wordt uitgenodigd om tot de overeenkomsten toe treden, voor de Unie bindend zullen zijn.

(6) De overeenkomsten zullen efficiënte procedures voor grensoverschrijding tussen Georgië en de overeenkomstsluitende partijen waarborgen.

(7) De Unie moet in het Gemengd Comité en de Gemengde Commissie die bij de overeenkomsten zijn ingesteld, derhalve een positief standpunt innemen ten aanzien van een uitnodiging aan Georgië om tot die overeenkomsten toe te treden, en dat standpunt moet worden gebaseerd op de daartoe strekkende ontwerpbesluiten.

(8) Om de tijdige toetreding van Georgië te vergemakkelijken, moet dit besluit onverwijld worden vastgesteld.