Overwegingen bij COM(2025)140 - Wijziging van Verordening (EU) 2021/691 wat betreft steun aan werknemers die dreigen ontslagen te worden bij ondernemingen die worden geherstructureerd

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Bij Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad 3 is het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) opgericht voor de looptijd van het meerjarig financieel kader, van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2013. Het EFG is opgericht om de Unie in staat te stellen solidariteit te tonen met werknemers die zijn ontslagen als gevolg van door de globalisering veroorzaakte grote structurele veranderingen in de wereldhandelsstromen.

(2) Het toepassingsgebied van het EFG is in 2009 in het kader van het Europees economisch herstelplan uitgebreid tot steun aan werknemers die zijn ontslagen als rechtstreeks gevolg van de wereldwijde financiële en economische crisis.

(3) Bij Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad 4 is het EFG opgericht voor de looptijd van het meerjarig financieel kader, van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2020. Ook is het toepassingsgebied van het EFG uitgebreid tot ontslagen die voortvloeien uit een eventuele nieuwe wereldwijde financiële en economische crisis. Voorts is Verordening (EU) nr. 1309/2013 gewijzigd om regels in te voeren waardoor het EFG uitzonderlijk collectieve aanvragen door kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) die gelegen zijn in dezelfde regio en actief zijn in verschillende NACE Rev. 2-afdelingen 5 , in behandeling kan nemen, indien de aanvragende lidstaat aantoont dat kleine en middelgrote ondernemingen in die regio het voornaamste of enige type onderneming vormen.

(4) Bij Verordening (EU) 2021/691 van het Europees Parlement en de Raad is het EFG opgericht voor de looptijd van het meerjarig financieel kader, van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2027. Om het EFG beter te laten inspelen op de snel veranderende economische uitdagingen in een geglobaliseerde economie, werd het toepassingsgebied van het EFG opnieuw uitgebreid tot alle soorten grootschalige herstructureringen, ongeacht de oorzaak ervan. Een lagere drempel sluit beter aan op de realiteit in minder bevolkte regio’s. In het licht van de dubbele digitale en groene transitie werden maatregelen die begunstigden voorbereiden op de dubbele transitie beschouwd als verplichte elementen van elk gecoördineerd pakket gepersonaliseerde maatregelen dat aan begunstigden werd aangeboden. Voorts werden de medefinancieringspercentages afgestemd op het hoogste medefinancieringspercentage van het Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+) dat is vastgesteld bij Verordening (EU) 2021/1057 van het Europees Parlement en de Raad 6 in de betrokken lidstaat. Daarnaast werd een verplichte enquête onder begunstigden ingevoerd.

(5) Het belangrijkste instrument van de Unie om steun te verlenen aan getroffen werknemers is het ESF+, dat is opgezet om anticiperende bijstand te bieden. Het EFG is ook bedoeld om bijstand te verlenen naar aanleiding van grote herstructureringen. Deze opzet weerspiegelt echter niet naar behoren het feit dat grootschalige herstructureringen over het algemeen over een lange periode plaatsvinden. De lidstaten kunnen het ESF+ gebruiken om werknemers bij en om te scholen, maar het ESF+ biedt geen steun voor de bij- en omscholing van werknemers in noodsituaties, zoals die waarin werknemers die dreigen ontslagen te worden zich bevinden. De ondernemingen waar de betrokken werknemers werkzaam zijn, verkeren vaak in economische moeilijkheden en kunnen dergelijke bijstand daarom zelf niet bieden.

(6) De rol van het EFG blijft belangrijk als een flexibel fonds om werknemers die bij grootschalige herstructureringen hun baan verliezen, te ondersteunen en zo snel mogelijk aan een andere baan te helpen. De Unie moet specifieke, eenmalige steun blijven verlenen om werknemers in regio’s, bedrijfstakken, gebieden of arbeidsmarkten die door een ernstige economische ontwrichting worden getroffen, te helpen een fatsoenlijke en duurzame baan te vinden. De EU moet zorgen voor een duurzaam welvarend en concurrerend Europa en moet daarbij haar unieke sociale markteconomie in stand houden, de dubbele transitie tot een goed einde brengen en haar democratie, economische veiligheid en geopolitieke positie veiligstellen. Om de toekomst van de EU als economische macht en haar vooruitgang met de dubbele digitale en groene transitie te waarborgen, is het van essentieel belang om werknemers te ondersteunen die dreigen ontslagen te worden bij ondernemingen die worden geherstructureerd, zodat zij de vaardigheden kunnen verwerven die hen zullen helpen om naar een andere functie over te stappen of van baan te veranderen.

(7) Derhalve moet Verordening (EU) 2021/691 worden gewijzigd om ervoor te zorgen dat het EFG ook bijstand kan bieden aan werknemers die dreigen ontslagen te worden bij ondernemingen die worden geherstructureerd. Aangezien die werknemers nog steeds in actieve dienst zijn, kan hun werkgever om bijstand verzoeken via de bevoegde autoriteiten van de desbetreffende lidstaten. Aangezien het EFG onder gedeeld beheer valt, kunnen de autoriteiten van de lidstaten na ontvangst van een verzoek van een onderneming verzoeken om medefinanciering uit het EFG, mits de onderneming ermee instemt de nationale medefinanciering te verstrekken. Indien de financiële bijdrage uit het EFG wordt toegekend, moet de betrokken lidstaat de gevraagde middelen binnen twee weken na ontvangst ervan ter beschikking van de onderneming stellen. De onderneming moet de lidstaat met name uiterlijk zes maanden na het einde van de uitvoering van de bijstand alle informatie ter beschikking stellen die nodig is om het eindverslag over de uitvoering van de betrokken financiële bijdrage op te stellen. De Commissie zal een enquête onder begunstigden opstellen en de onderneming moet de werknemers die aan het programma hebben deelgenomen, toegang bieden tot de enquête.

(8) Gezien de doelstelling om werknemers te ondersteunen, moeten de gerichte pakketten ter ondersteuning van werknemers die dreigen ontslagen te worden zodanig worden samengesteld dat elke discretionaire bevoegdheid van de lidstaten met betrekking tot de subsidiabiliteitscriteria of de selectie van begunstigden wordt uitgesloten. Indien de lidstaten discretionaire bevoegdheid hadden ten aanzien van het gebruik van de EFG-middelen, met name wat betreft de selectie van de ondernemingen waarvan de werknemers van gerichte programma’s zouden genieten, zouden EFG-middelen als staatsmiddelen worden beschouwd en derhalve aan de EU-staatssteunregels moeten voldoen.

(9) Bij de verlening van steun aan werknemers die dreigen ontslagen te worden bij ondernemingen die worden geherstructureerd, moet rekening worden gehouden met bestaande vormen van steun die in het kader van nationale maatregelen beschikbaar zijn. Regelingen voor werktijdverkorting mogen niet in aanmerking komen voor EFG-steun, aangezien deze geen ontslagen betreffen, maar een tijdelijke schorsing van de arbeidsovereenkomst. Indien de nationale maatregelen dit toelaten, kan de verzoekende onderneming de uitvoering van het gecoördineerde pakket gepersonaliseerde maatregelen of delen daarvan uitbesteden.

(10) Het medefinancieringspercentage voor dergelijke maatregelen die gericht zijn op werknemers die dreigen ontslagen te worden bij ondernemingen die worden geherstructureerd, moet gelijk zijn aan het medefinancieringspercentage voor EFG-bijstand aan ontslagen werknemers. Ondernemingen die EFG-bijstand aanvragen, moeten de nationale medefinanciering verstrekken.

(11) Het medefinancieringspercentage voor de uitgaven van de lidstaat in verband met aanvragen voor EFG-bijstand, met inbegrip van de voorbereiding van aanvragen en het toezicht op en de controle van de toegekende steun, en in verband met voorlichtings- en publiciteitsmaatregelen, moet 100 % bedragen.

(12) Aangezien de werknemers die dreigen ontslagen te worden nog steeds in actieve dienst zijn, mogen alleen actieve arbeidsmarktbeleidsmaatregelen die hen helpen om of bij te scholen en die begeleiding of mentorschap bieden, met inbegrip van maatregelen gericht op werknemers die erover denken ooit hun eigen bedrijf te starten, in aanmerking komen. Daarom mogen er geen toelagen of starterspremies in aanmerking komen.

(13) Werknemers die dreigen ontslagen te worden en EFG-bijstand ontvangen, moeten in aanmerking blijven komen, zelfs als hun arbeidsbetrekking eindigt. Zij moeten ook in aanmerking blijven komen voor mogelijke volgende aanvragen van de respectieve lidstaten ter ondersteuning van ontslagen werknemers van dezelfde onderneming.

(14) Gezien de toenemende taken van de Commissie betreffende de uitvoering van Verordening (EU) 2021/691 moet de Commissie de mogelijkheid krijgen om te verzoeken om technische bijstand ten belope van maximaal 1,5 % van het totale jaarlijkse maximumbedrag van het EFG. Het hogere percentage is ook gerechtvaardigd aangezien het jaarlijkse maximumbedrag van het EFG bij de tussentijdse herziening van het meerjarig financieel kader is verlaagd.

(15) Om werknemers die dreigen ontslagen te worden bij ondernemingen die worden geherstructureerd of ontslagen werknemers sneller te ondersteunen en hen in staat te stellen baat te hebben bij de solidariteit van de Unie in de huidige context van economische ontwrichting en snelle veranderingen, moet de steun aan de werknemers worden versneld. Een van de manieren om dit te doen is de Commissie te verplichten het Europees Parlement en de Raad te verzoeken het volledige jaarlijkse maximumbedrag aan het begin van elk jaar beschikbaar te stellen, indien aan specifieke voorwaarden is voldaan. In het voorstel van de Commissie moet daarom worden aangegeven op grond van welke omstandigheden de Commissie tot de conclusie is gekomen dat aan de voorwaarden voor een verzoek om volledige beschikbaarstelling van het jaarlijkse maximumbedrag is voldaan. Het voorstel van de Commissie moet gebaseerd zijn op informatie die de lidstaten aan het einde van elk jaar verstrekken. Het voorstel moet het aantal potentiële aanvragen van elke betrokken lidstaat, de betrokken activiteitensectoren, het geraamde aantal ondernemingen dat de lidstaten kan verzoeken EFG-steun aan te vragen, en het geraamde aantal werknemers dat dreigt ontslagen te worden of ontslagen is, vermelden. De gegevens van de betrokken ondernemingen mogen niet worden bekendgemaakt als de informatie nog niet algemeen bekend is.

(16) Zodra de volledige beschikbaarstelling van het jaarlijkse maximumbedrag door het Europees Parlement en de Raad is goedgekeurd, moet de Commissie financieringsbesluiten over afzonderlijke aanvragen vaststellen en moet zij worden verplicht het Europees Parlement en de Raad onmiddellijk in kennis stellen van de vaststelling van die besluiten. Indien de Commissie in een bepaald jaar het volledige beschikbaar gestelde jaarlijkse maximumbedrag niet gebruikt, vervalt dat bedrag aan het einde van het begrotingsjaar.

(17) De voorgestelde wijzigingen zullen volledig in overeenstemming zijn met artikel 8 van Verordening 2020/2093 van de Raad 7 en met punt 9 van het Interinstitutioneel Akkoord van 16 december 2020 8 .

(18) Om snel hulp te verlenen aan de betroffen werknemers moet deze verordening met spoed in werking treden, op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.