Overwegingen bij COM(2025)143 - Wijziging van Verordening (EU) 2018/1727, wat betreft de verlenging van de termijn voor het opzetten van het casemanagementsysteem van Eurojust

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Het Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust) is opgericht bij Verordening (EU) 2018/1727 van het Europees Parlement en de Raad 5  en de taken, bevoegdheden en functies van dit agentschap zijn tevens bij die verordening vastgesteld. 

(2) Om alle operationele persoonsgegevens op een beveiligde manier op te slaan, heeft Eurojust een casemanagementsysteem opgezet dat bestaat uit tijdelijke werkbestanden en een register. Via het casemanagementsysteem wisselen de nationale leden van Eurojust alle zaakgerelateerde informatie uit op een beveiligde manier en met volledige inachtneming van de gegevensbeschermingsregels. Eurojust mag geen ander geautomatiseerd gegevensbestand aanmaken om operationele persoonsgegevens te verwerken. 

(3) Teneinde te voorzien in het rechtskader voor een gemoderniseerd casemanagementsysteem, is Verordening (EU) 2018/1727 gewijzigd bij Verordening (EU) 2023/2131 van het Europees Parlement en de Raad 6 . Het nieuwe casemanagementsysteem heeft tot doel de functies van het Europees gerechtelijk register voor terrorismebestrijding te integreren en te activeren en Eurojust beter in staat te stellen verbanden te leggen tussen grensoverschrijdende gerechtelijke procedures tegen verdachten van strafbare feiten van terroristische aard en bij Eurojust verwerkte informatie over andere ernstige strafbare feiten. Daarbij moet als regel ten volle gebruik worden gemaakt van bestaande nationale en Uniemechanismen voor het vergelijken van biometrische gegevens.

(4) De uiterste datum voor het opzetten van het nieuwe casemanagementsysteem is 1 december 2025. Vanwege externe factoren en het complexe karakter van de migratie zal Eurojust het nieuwe casemanagementsysteem echter niet binnen die termijn kunnen opzetten. Daarom moet worden bepaald dat Eurojust het uit tijdelijke werkbestanden en een register bestaande casemanagementsysteem kan blijven gebruiken totdat het nieuwe casemanagementsysteem is opgezet.

(5) De termijn moet worden verlengd zodat Eurojust de werking en de interoperabiliteit van het nieuwe casemanagementsysteem overeenkomstig Verordening (EU) 2024/903 van het Europees Parlement en de Raad 7 kan testen en waarborgen, en de gegevens kunnen worden gemigreerd uit het uit tijdelijke werkbestanden en een index bestaande casemanagementsysteem naar het nieuwe casemanagementsysteem.

(6) Eurojust moet het uit tijdelijke werkbestanden en een register bestaande casemanagementsysteem na de inbedrijfstelling van het nieuwe casemanagementsysteem uiterlijk tot 1 december 2027 kunnen behouden, zodat de gegevens uit het uit tijdelijke werkbestanden en een register bestaande casemanagementsysteem kunnen worden gemigreerd naar het nieuwe casemanagementsysteem en de juistheid van de gemigreerde gegevens kan worden geverifieerd. Door de huidige termijn voor het opzetten van het nieuwe casemanagementsysteem met twee jaar te verlengen krijgt Eurojust voldoende tijd om het nieuwe casemanagementsysteem volledig op te zetten, en wordt de termijn waarbinnen het dupliceren van operationele persoonsgegevens bij wijze van uitzondering is toegestaan, beperkt.

(7) [Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 en artikel 4 bis, lid 1, van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en onverminderd artikel 4 van dat protocol, neemt Ierland niet deel aan de vaststelling van deze verordening en is deze niet bindend voor, noch van toepassing op Ierland.] OF [Overeenkomstig artikel 3 en artikel 4 bis, lid 1, van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, heeft Ierland [bij brief van ...] te kennen gegeven dat het aan de vaststelling en toepassing van deze verordening wenst deel te nemen.]

(8) Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van deze verordening en is deze niet bindend voor, noch van toepassing op Denemarken.

(9) De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is geraadpleegd overeenkomstig artikel 42 van Verordening (EU) 2018/1725 en heeft op […] een advies uitgebracht.