Overwegingen bij COM(2025)180 - Wijziging van Richtlijn 2014/45/EU betreffende de periodieke technische controle van motorvoertuigen en aanhangwagens en Richtlijn 2014/47/EU betreffende de technische controle langs de weg van bedrijfsvoertuigen die in de Unie aan het verkeer deelnemen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Bepalingen inzake technische controles maken al tientallen jaren deel uit van de wetgeving van de Unie. Ze worden echter geleidelijk geharmoniseerd. Unierecht van die strekking is voor het laatst herzien in 2014 met het “pakket technische controles” 45 . . Om de handhaving te verbeteren, is bij de opeenvolgende herzieningen van de regels het toepassingsgebied van de te controleren voertuigen en van de geharmoniseerde regels geleidelijk uitgebreid, met inbegrip van de regels inzake controles langs de weg en kentekenbewijzen. De vereiste testmethoden, procedures en bijbehorende documenten werden gespecificeerd en bijgewerkt om rekening te houden met de technologische vooruitgang.

(2) In Richtlijn 2014/45/EU zijn de minimale inhoud en frequentie van de tests vastgesteld voor elke voertuigcategorie, behalve voor motorfietsen, waarvoor de lidstaten een ruimere discretionaire bevoegdheid hebben. Die richtlijn bevat ook minimumeisen voor de onafhankelijkheid van controlecentra, de opleiding van controleurs, controleapparatuur en de inhoud van het technisch certificaat. De geldigheid van dat certificaat en van elk ander bewijs van testen moet door de lidstaten worden erkend met het oog op het vrije verkeer en de herinschrijving van een voertuig dat al in een andere lidstaat is ingeschreven.

(3) Richtlijn 2014/47/EU vormt een aanvulling op Richtlijn 2014/45/EU door de lidstaten te verplichten controles langs de weg uit te voeren van zware bedrijfsvoertuigen van meer dan 3,5 ton, met inbegrip van bussen, vrachtwagens en aanhangwagens, waarbij jaarlijks 5 % van het wagenpark van de Unie moet worden gecontroleerd. Die controles omvatten een initiële controle langs de weg en, als de controleur dat nodig acht, een nadere technische controle langs de weg. De tijdens de nadere controle geteste punten zijn dezelfde als bij periodieke controles en kunnen ook een controle van het vastzetten van de lading omvatten. Als tijdens een controle langs de weg een groot of gevaarlijk gebrek wordt vastgesteld, moet de lidstaat waar de controle heeft plaatsgevonden de lidstaat van inschrijving daarvan in kennis stellen om de reparatie af te dwingen van het voertuig dat uit het verkeer is gehaald.

(4) Als gevolg van de snelle technologische vooruitgang zijn een aantal van de huidige regels voor het testen van voertuigen achterhaald en moeten die worden gewijzigd om ze aan te passen aan nieuwere technologieën en voertuigen. Het testkader moet verder bijdragen tot de daling van de uitstoot van het vervoer en tot het versnellen en benutten van de digitalisering van de vervoerssector. Het kader moet ook beter worden aangepast aan de evoluties van de voertuigtechnologie, de samenstelling van het wagenpark en de testmethoden.

(5) De digitale transitie is een van de prioriteiten van de Unie. In het kader van de actualisering van de huidige regels voor het testen van voertuigen is het ook belangrijk om de administratieve procedures te harmoniseren, te vereenvoudigen en te digitaliseren en de resterende hinderpalen voor het vrije verkeer op te ruimen. Het gaat onder meer om het niet erkennen van periodieke technische controles die in andere lidstaten dan de lidstaat van inschrijving zijn uitgevoerd. Dat kan het vrije verkeer van personen binnen de Unie belemmeren, evenals het recht om zich te vestigen in een andere lidstaat dan die waar het voertuig op dat moment is ingeschreven.

(6) Sommige van de bestaande emissietestmethoden zijn ontoereikend voor het testen van voertuigen met moderne beheersingstechnologie voor de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen en met een lage basisuitstoot. Er is ook potentieel om de uitstoot van verontreinigende stoffen verder te verminderen door geschiktere tests en controles. Gebruik van de beste beschikbare testmethoden zou de lidstaten helpen bij het halen van strengere luchtkwaliteitsnormen, namelijk de grenswaarden voor de bescherming van de menselijke gezondheid die zijn vastgesteld bij Richtlijn (EU) 2024/2881 van het Europees Parlement en de Raad 46 , met name voor fijne zwevende deeltjes en stikstofoxiden (NOX).

(7) Het aantal doden en zwaargewonden op de wegen in de Unie blijft onaanvaardbaar hoog, met 20 400 doden in 2023. Er zijn meer maatregelen nodig om de doelstellingen voor verkeersveiligheid te halen die zijn vastgesteld in het EU-beleidskader voor verkeersveiligheid 2021-2030 47 .

(8) De technische controle van motorfietsen heeft uitgesproken voordelen voor de verkeersveiligheid. Dat blijkt ook uit het aantal lidstaten dat motorfietsen al in hun systemen voor technische controle heeft opgenomen. Bijgevolg is de huidige mogelijkheid om motorfietsen met een cilinderinhoud van meer dan 125 cm³ vrij te stellen, niet langer passend en moeten dergelijke voertuigen zonder uitzondering verplicht een periodieke controle ondergaan.

(9) Volgens de lidstaten en vertegenwoordigers van de sector zijn de huidige wettelijke voorschriften die moeten waarborgen dat controlecentra kunnen beschikken over de voor periodieke technische controle benodigde gegevens, ondoeltreffend gebleken. Daarom moet worden gespecificeerd dat een minimale reeks gegevens kosteloos en zonder onnodige vertraging ter beschikking moet worden gesteld van de bevoegde instanties, die er vervolgens voor moeten zorgen dat de door hen vergunde controlecentra ook de vereiste toegang hebben.

(10) De lidstaat van inschrijving moet een door een andere lidstaat afgegeven voorlopig technisch certificaat erkennen voor een periode van maximaal zes maanden, op voorwaarde dat de daaropvolgende periodieke technische controle wordt uitgevoerd in de lidstaat van inschrijving. Dat zal bijdragen tot het vrije verkeer van personen en er tegelijk voor zorgen dat wordt voldaan aan de basisvereiste dat voertuigen in het algemeen moeten worden getest in de lidstaat van inschrijving.

(11) Om dezelfde reden moet een lidstaat van inschrijving kunnen kiezen voor erkenning van door een andere lidstaat afgegeven technische certificaten. In dat geval moet hij de andere lidstaten en de Commissie daarvan in kennis stellen. De technische certificaten in kwestie moeten door alle lidstaten worden beschouwd als gelijkwaardig aan certificaten die worden afgegeven door de lidstaat van inschrijving.

(12) Om fraude in verband met de kilometerstand van gebruikte voertuigen te bestrijden, wordt de kilometerstand geregistreerd tijdens de periodieke technische controle. De doeltreffendheid van die maatregel is echter beperkt gebleven omdat de eerste controle in de meeste lidstaten pas vier jaar na de eerste inschrijving wordt uitgevoerd en in veel lidstaten daarna slechts om de twee jaar. Om fraude met kilometertellers verder aan te pakken, moeten de lidstaten ervoor zorgen dat de kilometerstand wordt opgenomen telkens wanneer een dienstverlener onderhouds- of reparatiewerkzaamheden aan een voertuig uitvoert en dat die gegevens in een nationale databank of een nationaal register worden geregistreerd. De lidstaten moeten die gegevens in geanonimiseerde vorm ter beschikking stellen aan controleurs, de bevoegde instanties en de houder van het kentekenbewijs. Bovendien moeten de lidstaten fabrikanten verplichten de kilometerstand van verbonden voertuigen om de drie maanden door te geven. Om consumenten in staat te stellen fraude met de kilometerstand vast te stellen voordat zij een voertuig kopen, moeten de lidstaten consumenten er ook van op de hoogte brengen dat de houder van het kentekenbewijs over de geschiedenis van de kilometerstand beschikt, met name in het kader van de verkoop van voertuigen. Om de beschikbaarheid van statistieken over het voertuiggebruik te verbeteren zonder extra rapportagelast voor de nationale overheden, moeten de lidstaten de kilometerstand in geanonimiseerde vorm ter beschikking stellen van de nationale bureaus voor de statistiek en van de Commissie (Eurostat).

(13) Hoewel elektrische voertuigen, waaronder hybride elektrische voertuigen, al vele jaren deel uitmaken van het verkeer en hun aantal gestaag toeneemt, zijn er geen geharmoniseerde regels voor de technische controle van de hoogspanningssystemen van dergelijke voertuigen en hebben de lidstaten verschillende testprotocollen ontwikkeld. Om de veilige werking van dergelijke voertuigen gedurende hun nuttige levensduur te waarborgen en tegenstrijdige testpraktijken in de lidstaten te vermijden, moeten toepasselijke testpunten worden opgenomen in de minimumeisen voor de inhoud van tests en de aanbevolen testmethoden.

(14) Verordening (EU) 2019/2144 van het Europees Parlement en de Raad 48 schrijft de installatie voor van een verscheidenheid aan geavanceerde rijhulpsystemen die zijn ontworpen om botsingen te vermijden en ongevallen met dodelijke en zwaar gewonde slachtoffers te beperken. Die zullen echter niet de verwachte voordelen opleveren als ze in de loop van de tijd verslechteren of gemanipuleerd worden. Om te verzekeren dat ze de verwachte veiligheidsvoordelen opleveren, moeten die nieuwe elektronische systemen worden getest tijdens periodieke controles en controles langs de weg. Om de veilige werking van geautomatiseerde voertuigen te waarborgen en elektronische veiligheidssystemen gedurende hun hele nuttige levensduur te testen, moeten toepasselijke testpunten worden opgenomen in de minimale voorschriften voor de inhoud van tests en de aanbevolen testmethoden in de respectieve bijlagen bij de Richtlijnen 2014/45/EU en 2014/47/EU.

(15) Hoewel het wegvervoer aanzienlijk bijdraagt tot de uitstoot van schadelijke luchtverontreinigende stoffen, met name NOX en fijnstof, zijn de huidige testmethoden voor uitlaatemissies niet aangepast aan recentere voertuigen en technologieën. Met Aanbeveling (EU) 2023/688 van de Commissie 49 werd een eerste stap gezet in de harmonisatie van de deeltjesaantalmeting tijdens technische controles. In het belang van de volksgezondheid, de bescherming van het milieu en de eerlijke concurrentie moeten de deeltjesaantalmeting en de meting van NOX nu ook worden opgenomen in de toepasselijke punten die tijdens periodieke technische controles moeten worden getest, zoals vermeld in de bijlagen bij de Richtlijnen 2014/45/EU en 2014/47/EU.

(16) Oudere voertuigen vertonen doorgaans meer gebreken, zijn vaker betrokken bij ongevallen en vertegenwoordigen een groter deel van de voertuigen met een hoge uitstoot. Een jaarlijkse controle van oudere auto’s en lichte bedrijfsvoertuigen kan aanzienlijk bijdragen tot het beperken van botsingen en schadelijke uitstoot. Auto’s en lichte bedrijfsvoertuigen moeten daarom uiterlijk tien jaar na de datum van de eerste inschrijving jaarlijks worden gecontroleerd.

(17) Omdat lichte bedrijfsvoertuigen bovendien intensiever worden gebruikt dan personenauto’s, en vaak in dichtbevolkte gebieden, moet de uitstoot ervan jaarlijks worden gecontroleerd vanaf één jaar na de datum van de eerste inschrijving.

(18) Behalve aan geplande periodieke technische controles moeten voertuigen ook aan een technische controle worden onderworpen als de veiligheids- of milieusystemen en -onderdelen van het voertuig ingrijpend zijn gewijzigd of aangepast. Het gaat om gevallen waarin de voertuigcategorie of de emissieniveaus worden gewijzigd, bijvoorbeeld na de installatie van een deeltjesfilter of als een voertuig wordt omgebouwd om op een alternatieve brandstof te rijden.

(19) Om de digitale transitie te bevorderen en de kosten voor controlecentra te verlagen, moeten technische certificaten in een gestandaardiseerd elektronisch formaat worden afgegeven. Op verzoek moet ook een afdruk op papier van het technisch certificaat worden afgegeven aan de persoon die het voertuig voor controle heeft aangeboden. De lidstaten moeten beide formaten aanvaarden als de eigendom van het voertuig wordt gewijzigd of als het voertuig in een andere lidstaat opnieuw wordt ingeschreven. Om soortgelijke redenen moet het verslag van de nadere controle langs de weg in elektronische vorm worden verstrekt.

(20) Er moet worden gewaarborgd dat de verwerking van persoonsgegevens voor de uitvoering van deze richtlijn in overeenstemming is met het kader inzake gegevensbescherming van de Unie, met name Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad 50 . Overeenkomstig het beginsel van gegevensbescherming door standaardinstellingen moeten voor de controle van technische certificaten verificatietechnieken worden gebruikt waarvoor geen persoonsgegevens op individuele certificaten moeten worden doorgestuurd.

(21) Om voor een adequate follow-up van gebreken te zorgen als een voertuig een periodieke technische controle in een andere lidstaat dan de lidstaat van inschrijving niet heeft doorstaan wegens een of meer grote gebreken, moeten het resultaat van de test en de termijn voor de daaropvolgende test aan de lidstaat van inschrijving worden meegedeeld en in het voertuigregister worden opgenomen. De termijn voor de daaropvolgende test mag niet meer dan twee maanden bedragen en moet in een van beide lidstaten plaatsvinden. Als een voertuig de periodieke technische controle niet heeft doorstaan vanwege een of meer gevaarlijke gebreken, moet de lidstaat of de bevoegde instantie bovendien, om onmiddellijke risico’s voor de verkeersveiligheid of het milieu te vermijden, kunnen besluiten dat het voertuig in kwestie niet op de openbare weg mag worden gebruikt en de lidstaat van inschrijving kunnen verzoeken de vergunning voor het gebruik van het voertuig in het wegverkeer op te schorten totdat de gebreken zijn verholpen. De opschorting moet worden opgetekend in het voertuigregister van de lidstaat van inschrijving.

(22) Geknoei met of manipulatie van onderdelen van een voertuig moet worden beschouwd als een groot of gevaarlijk gebrek en moet daarom worden bestraft met doeltreffende, evenredige, afschrikkende en niet-discriminerende sancties.

(23) De huidige voorschriften in de Richtlijnen 2014/45/EU en 2014/47/EU voor de onderlinge samenwerking tussen de lidstaten bij de uitvoering van die richtlijnen bieden de lidstaten niet de mogelijkheid om de juridische en technische status van een voertuig te controleren in grensoverschrijdende situaties. Om ook in dergelijke situaties voor meer doeltreffendheid te zorgen, moeten de lidstaten elkaar helpen om de richtlijn systematischer uit te voeren. Er moeten regels worden vastgesteld voor de uitwisseling van informatie en voertuiggegevens, zodat de lidstaten elkaars voertuigregisters en databanken van technische controles kunnen raadplegen, met inbegrip van de inhoud van technische certificaten en verslagen van technische controles langs de weg.

(24) Voor de uitwisseling van informatie over in de Unie ingeschreven voertuigen heeft de Commissie MOVE-HUB ontwikkeld, een platform voor de uitwisseling van berichten dat de nationale elektronische registers van de lidstaten met elkaar verbindt 51 . Het platform zorgt momenteel voor de onderlinge koppeling van de Europese registers van wegvervoerondernemingen (ERRU), her rijbewijzennetwerk (Resper), registers van de opleiding van beroepschauffeurs (ProDriveNet), registers van tachograafkaarten (TACHOnet) en de melding van storingen bij voertuigcontroles langs de weg (RSI) 52 .

(25) Voor de toepassing van de Richtlijnen 2014/45/EU en 2014/47/EU moeten de functies van MOVE-HUB worden uitgebreid om de noodzakelijke uitwisseling van informatie en voertuiggegevens mogelijk te maken. De lidstaten moeten daarom hun elektronische systemen met informatie over technische certificaten en de geschiedenis van de kilometerstand aansluiten op MOVE-HUB. De uitwisseling van informatie en gegevens via MOVE-HUB moet operationeel zijn binnen één jaar na de vaststelling van de overeenkomstige uitvoeringshandelingen krachtens artikel 16 van Richtlijn 2014/45/EU en artikel 18 bis van Richtlijn 2014/47/EU.

(26) Crisissen die het gevolg zijn van ernstige gebeurtenissen die zich binnen of buiten de Unie voordoen, kunnen de werking van het systeem van technische controles aanzienlijk verstoren. In tijden van crisis moeten de lidstaten de geldigheid van technische certificaten, met inbegrip van voorlopige technische certificaten, kunnen verlengen. Onder voorbehoud van toestemming van de Commissie moeten de lidstaten de administratieve geldigheid van verlopen technische en voorlopige technische certificaten met zes maanden kunnen verlengen. Als de crisis aanhoudt, moet de geldigheidsduur verder kunnen worden verlengd.

(27) Gezien het toegenomen aantal lichte bedrijfsvoertuigen dat in de Unie aan het verkeer deelneemt, moeten ook die aan controles langs de weg worden onderworpen om een gelijk speelveld voor commerciële exploitanten in de hele Unie te bevorderen en de veiligheids- en milieuprestaties verder te verbeteren.

(28) In het geval van controles langs de weg is de screening van de uitlaatemissies van grote aantallen voertuigen met behulp van teledetectieapparatuur een doeltreffende maatregel om voertuigen met een hoge uitstoot op te sporen. Het verhoogt de detectiegraad aanzienlijk in vergelijking met de verplichte testmethoden. De lidstaten moeten daarom systematisch teledetectieapparatuur gebruiken om grote delen van het wagenpark in reële omstandigheden te screenen. Eén enkele teledetectiemeting die wijst op emissies die hoger zijn dan de wettelijke grenswaarden, kan verband houden met verschillende factoren, zoals een tijdelijke acceleratie of een koude motor. Meerdere metingen die systematisch emissies aangeven die hoger zijn dan het gemiddelde, kunnen echter wijzen op een gebrekkig emissiebeheersingssysteem of ongeoorloofde wijzigingen, zoals manipulatie. Omdat dergelijke gebreken en wijzigingen buitensporige emissies veroorzaken die risico’s voor de menselijke gezondheid en het milieu inhouden, moeten ze worden hersteld, en elke vorm van manipulatie moet worden bestraft.

(29) Bijgevolg moet screening door middel van teledetectie in elke lidstaat deel uitmaken van het systeem van controles langs de weg. Om doeltreffend te zijn, moet elke lidstaat het equivalent van ten minste 30 % van zijn geregistreerde motorvoertuigen screenen, met inbegrip van auto’s en motorfietsen. Op basis van de teledetectiegegevens moeten de lidstaten de uitlaatemissies en het geluidsniveau controleren van voertuigen waarvan wordt vermoed dat ze meer dan tweemaal het gemiddelde niveau van soortgelijke voertuigen uitstoten, of dat hun geluidsniveau meer dan 3 dB boven het gemiddelde ligt. Die controle kan worden uitgevoerd tijdens een controle langs de weg onmiddellijk na een meting door middel van teledetectie of in een centrum voor technische controle in de lidstaat van inschrijving. Wat betreft voertuigen die in een andere lidstaat zijn ingeschreven, moet de bevoegde instantie van het land waar de teledetectiemeting heeft plaatsgevonden de bevoegde instantie van de lidstaat van inschrijving in kennis stellen van het resultaat van de meting en van eventuele daaropvolgende controles langs de weg.

(30) In Richtlijn 2014/47/EU is het minimumaandeel zware bedrijfsvoertuigen bepaald dat jaarlijks in de Unie langs de weg moet worden gecontroleerd, maar is geen streefcijfer vastgesteld op het niveau van de lidstaten, met als gevolg dat het moeilijk is om dat minimumaandeel te handhaven. Om te waarborgen dat controles langs de weg van bedrijfsvoertuigen bijdragen tot een betere verkeersveiligheid en minder luchtverontreiniging in de hele Unie, moet elke lidstaat elk jaar een aantal initiële technische controles langs de weg uitvoeren dat overeenkomt met ten minste 5 % van het totale aantal zware bedrijfsvoertuigen dat op zijn grondgebied is ingeschreven.

(31) Om de digitale transformatie te bevorderen en de kosten in de vervoerssector te verlagen, moeten de lidstaten hun bevoegde instanties vragen om elektronische bewijzen van controles langs de weg te aanvaarden.

(32) Omdat gebrekkig of gevaarlijk vastgezette ladingen een ernstige bedreiging kunnen vormen voor de verkeersveiligheid en het milieu, moet in elke lidstaat tijdens controles langs de weg worden gecontroleerd of de lading goed is vastgezet.

(33) Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze richtlijn te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend voor de specificatie van: a) de technische informatie en gegevens die nodig zijn voor technische controles en die ter beschikking van de bevoegde instanties moeten worden gesteld, b) de interoperabiliteitskenmerken en beveiligingsmaatregelen die van toepassing zijn op de QR-codes op technische certificaten, c) de nodige kenmerken en voorschriften voor het formaat en de inhoud van de uit te wisselen informatie en gegevens en d) het formaat waarin de gegevens over periodieke controles en controles langs de weg moeten worden meegedeeld. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad 53 .

(34) Om de doelstellingen van deze richtlijn te verwezenlijken, met name om de bijlagen bij de Richtlijnen 2014/45/EU en 2014/17/EU aan te passen aan technische, operationele of wetenschappelijke ontwikkelingen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden gedelegeerd om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen om a) de methoden voor de deeltjesaantalmeting van elektrische-ontstekingsmotoren en voor de NOX-meting van compressieontstekingsmotoren en elektrische-ontstekingsmotoren te specificeren, en b) de gemeenschappelijke grenswaarden voor uitlaat- en/of geluidsemissies vast te stellen die moeten worden gebruikt om voertuigen met een hoge uitstoot op te sporen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren overeenkomstig de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven 54 . Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.

(35) De doelstellingen van deze richtlijn, namelijk het verbeteren van de verkeersveiligheid, het bevorderen van het vrije verkeer van personen en het verminderen van de uitstoot van verontreinigende stoffen, kunnen niet voldoende door de lidstaten alleen worden gerealiseerd, omdat de nationale regels voor die voertuigcontroles tot uiteenlopende voorschriften zouden leiden. Bijgevolg worden dergelijke doelstellingen beter op het niveau van de Unie gerealiseerd door gemeenschappelijke minimumvoorschriften en geharmoniseerde voorschriften vast te stellen voor periodieke technische controles en technische controles langs de weg van voertuigen die in de Unie aan het verkeer deelnemen. De Unie kan derhalve maatregelen treffen overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

(36) Hoewel er op nationaal niveau gegevens beschikbaar zijn over de werking van regelingen voor technische controles, is dat niet geval op het niveau van de Unie. Dat gebrek aan gegevens belemmert de analyse en evaluatie van het systeem van technische controles. Om die tekortkomingen aan te pakken, moeten de lidstaten bij de uitvoering van Richtlijn 2014/45/EU regelmatig aan de Commissie verslag uitbrengen over de belangrijkste gegevens inzake het aantal controlecentra in elke lidstaat, het totale aantal gecontroleerde voertuigen per categorie, de gecontroleerde gebieden en de afgekeurde punten, en over de technische controles die zijn uitgevoerd op voertuigen die in een andere lidstaat zijn ingeschreven. Wat controles langs de weg betreft, moeten de huidige rapportageverplichtingen van de lidstaten worden beperkt en vereenvoudigd en moet de frequentie worden verlaagd.

(37) Om de administratieve last tot een minimum te beperken en tegelijk het nut van de gerapporteerde informatie te waarborgen, moeten de lidstaten om de drie jaar verslag uitbrengen over de uitvoering van de Richtlijnen 2014/45/EU en 2014/47/EU.

(38) Het systeem voor technische controles heeft een direct effect op de verkeersveiligheid, de geluidshinder en de uitstoot en moet derhalve periodiek worden beoordeeld. Op basis van de input van de autoriteiten van de lidstaten moet de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad verslag uitbrengen over de doeltreffendheid van de bepalingen van Richtlijn 2014/45/EU, met inbegrip van het toepassingsgebied, de frequentie van de controles en de erkenning van voorlopige technische certificaten, en de bepalingen van Richtlijn 2014/47/EU, met inbegrip van teledetectie.

(39) Overeenkomstig artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725 is de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming geraadpleegd; hij heeft een advies uitgebracht op [DD/MM/YYYY].

(40) Overeenkomstig de gezamenlijke politieke verklaring van 28 september 2011 van de lidstaten en de Commissie over toelichtende stukken 55 hebben de lidstaten zich ertoe verbonden om in gerechtvaardigde gevallen de kennisgeving van hun omzettingsmaatregelen vergezeld te doen gaan van een of meer stukken waarin het verband tussen de onderdelen van een richtlijn en de overeenkomstige delen van de nationale omzettingsinstrumenten wordt toegelicht. Met betrekking tot deze richtlijn acht de wetgever de toezending van die stukken gerechtvaardigd.

(41) De Richtlijnen 2014/45/EU en 2014/47/EU moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.