Overwegingen bij COM(2025)391 - Standpunt EU in het Comité douanesamenwerking dat is opgericht bij de Associatieovereenkomst met Turkije ten aanzien van de vaststelling van een besluit over de onderlinge erkenning van het programma inzake geautoriseerde marktdeelnemers van de EU en het programma inzake geautoriseerde marktdeelnemers van Turkije - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2025)391 - Standpunt EU in het Comité douanesamenwerking dat is opgericht bij de Associatieovereenkomst met Turkije ten aanzien van de ... |
---|---|
document | COM(2025)391 ![]() ![]() |
datum | 14 juli 2025 |
(2) Overeenkomstig artikel 24 van de associatieovereenkomst kan de Associatieraad besluiten comités in te stellen die hem kunnen bijstaan bij de vervulling van zijn taken.
(3) Bij Besluit nr. 2/69 van de Associatieraad van 15 december 1969 is het Comité douanesamenwerking opgericht.
(4) In artikel 2 van Besluit nr. 2/69 van de Associatieraad van 15 december 1969 is bepaald dat “het Comité douanesamenwerking belast is met de administratieve samenwerking tussen de overeenkomstsluitende partijen met het oog op de correcte en uniforme toepassing van de douanebepalingen van de associatieovereenkomst en met de uitvoering van alle andere taken op douanegebied die het Associatiecomité aan dat comité kan toevertrouwen”.
(5) Op grond van artikel 28, leden 1 en 3, van Besluit nr. 1/95 van de Associatieraad is het Comité douanesamenwerking belast met de vaststelling van passende maatregelen voor de uitvoering van de douanebepalingen van dat besluit.
(6) De veiligheid en de facilitatie van de toeleveringsketen in de internationale handel kunnen aanzienlijk worden verbeterd door de wederzijdse erkenning van de respectieve partnerschapsprogramma’s met het bedrijfsleven, te weten het programma inzake geautoriseerde marktdeelnemers (AEO) van de Europese Unie en het nationale AEO-programma van de Republiek Turkije.
(7) Deze beide AEO-programma’s zijn gebaseerd op internationaal erkende veiligheidsnormen zoals voorgestaan door het SAFE-Framework of Standards to Secure and Facilitate Global Trade, dat in juni 2005 door de Werelddouaneorganisatie is vastgesteld (SAFE-Framework).
(8) Wederzijdse erkenning stelt de partijen in staat faciliteiten te verlenen aan marktdeelnemers die inspanningen hebben geleverd op het gebied van de veiligheid van de toeleveringsketen en als dusdanig in hun respectieve programma’s zijn gecertificeerd.
(9) Uit bezoeken ter plaatse en een gezamenlijke evaluatie van de AEO-programma’s van de Europese Unie en van de Republiek Turkije is gebleken dat de veiligheidsnormen waaraan moet worden voldaan, met elkaar verenigbaar zijn en tot gelijkwaardige resultaten leiden.
(10) Het Comité douanesamenwerking zal op zijn vergadering in 2025 dan wel via schriftelijke procedure indien de partijen dat overeenkomen, een besluit aannemen betreffende wederzijdse erkenning van het programma inzake geautoriseerde marktdeelnemers (veiligheidsdeel) van de Europese Unie en het programma inzake geautoriseerde marktdeelnemers van de Republiek Turkije.
(11) Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het Comité douanesamenwerking, aangezien het besluit betreffende wederzijdse erkenning van de AEO-programma’s voor de Unie bindend zal zijn.