Overwegingen bij COM(2025)447 - Machtiging tot het openen van onderhandelingen over een kaderovereenkomst met de VS inzake de uitwisseling van informatie voor veiligheidsscreenings en identiteitsverificaties in verband met grensprocedures en visumaanvragen - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2025)447 - Machtiging tot het openen van onderhandelingen over een kaderovereenkomst met de VS inzake de uitwisseling van informatie ... |
---|---|
document | COM(2025)447 ![]() ![]() |
datum | 23 juli 2025 |
(2) De kaderovereenkomst moet de grondrechten eerbiedigen en de beginselen in acht nemen die in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn neergelegd, inzonderheid het recht op vrijheid en veiligheid, conform artikel 6 van het Handvest, het recht op eerbiediging van het privéleven en van het familie- en gezinsleven, conform artikel 7 van het Handvest, het recht op de bescherming van persoonsgegevens, conform artikel 8 van het Handvest, en het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht, conform artikel 47 van het Handvest. De kaderovereenkomst moet worden toegepast overeenkomstig die rechten en beginselen en met passende inachtneming van het evenredigheidsbeginsel overeenkomstig artikel 52, lid 1, van het Handvest.
(3) De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is geraadpleegd overeenkomstig artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad en heeft op [XX] advies uitgebracht.
(4) De kaderovereenkomst moet het mogelijk maken bilaterale regelingen te sluiten tussen de Verenigde Staten van Amerika en de lidstaten over aangelegenheden die onder de kaderovereenkomst vallen, mits de bepalingen van die bilaterale regelingen verenigbaar zijn met die van de kaderovereenkomst en met het recht van de Unie.
(5) De Commissie moet worden aangewezen als onderhandelaar namens de Unie.
(6) Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en aan het VWEU, neemt Denemarken niet deel aan de aanneming van deze aanbeveling; deze is bijgevolg niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.
(7) Deze aanbeveling vormt een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad. Ierland neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van deze aanbeveling, die bijgevolg niet bindend is voor, noch van toepassing is op deze lidstaat.