Bijlagen bij COM(2014)43 - Structurele maatregelen ter verbetering van de veerkracht van Europese kredietverlenende instellingen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage voor meer informatie over hun taken en de wijze waarop de kosten ervan werden berekend (waarvan 40% door de EU en 60% door de lidstaten zal worden gefinancierd).

· De nieuwe taken worden uitgevoerd met de personele middelen die beschikbaar zijn binnen de jaarlijkse toewijzingsprocedure voor de begroting, in het licht van de budgettaire beperkingen die van toepassing zijn op alle EU-organen en in lijn met de financiële programmering voor agentschappen. De middelen die het agentschap nodig heeft voor de nieuwe taken zullen met name consistent en verenigbaar zijn met de personele en financiële toewijzing voor de EBA die is vastgesteld in de recente mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad — Programmering 2014-2020 van de personeels- en financiële middelen voor de gedecentraliseerde agentschappen (COM (2013) 519).

3.2.1.     Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven

miljoenen EUR (tot op drie decimalen)

Rubriek van het meerjarige financiële kader   || Aantal || 1A Slimme en inclusieve groei — Economische, sociale en territoriale samenhang

DG: MARKT || || || 2014 || 2015 || 2016 || 2017 || 2018 || 2019 || 2020 || TOTAAL

Ÿ Beleidskredieten || || || || || || || ||

12.0302 Europese Bankautoriteit (EBA) || Vastleggingen || 1) || 0,00 || 0,00 || 0,16 || 0,15 || 0,15 || 0,15 || 0,15 || 0,76

Betalingen || 2) || 0,00 || 0,00 || 0,16 || 0,15 || 0,15 || 0,15 || 0,15 || 0,76

Uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten[48] || || || || || || || ||

Nummer begrotingsonderdeel || || 3) || || || || || || || ||

TOTAAL kredieten voor DG MARKT || Vastleggingen || =1+1a +3 || 0,00 || 0,00 || 0,16 || 0,15 || 0,15 || 0,15 || 0,15 || 0,76

Betalingen || =2+2a +3 || 0,00 || 0,00 || 0,16 || 0,15 || 0,15 || 0,15 || 0,15 || 0,76

Ÿ TOTAAL beleidskredieten || Vastleggingen || 4) || || || || || || || ||

Betalingen || 5) || || || || || || || ||

Ÿ TOTAAL uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten || 6) || || || || || || || ||

TOTAAL kredieten voor RUBRIEK 1.a van het meerjarig financieel kader || Vastleggingen || =4+ 6 || 0,00 || 0,00 || 0,16 || 0,15 || 0,15 || 0,15 || 0,15 || 0,76

Betalingen || =5+ 6 || 0,00 || 0,00 || 0,16 || 0,15 || 0,15 || 0,15 || 0,15 || 0,76

Betalingen || =5+ 6 || || || || || || || ||

Rubriek van het meerjarige financiële kader   || 5 || "Administratieve uitgaven"

miljoenen EUR (tot op drie decimalen)

|| || || Jaar N || Jaar N+1 || Jaar N+2 || Jaar N+3 || invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) || TOTAAL

DG: ||

Ÿ Personele middelen || || || || || || || ||

Ÿ Andere administratieve uitgaven || || || || || || || ||

TOTAAL DG <…….> || Kredieten || || || || || || || ||

TOTAAL kredieten voor RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader || (totaal vastleggingen = totaal betalingen) || || || || || || || ||

miljoenen EUR (tot op drie decimalen)

|| || || Jaar N[49] || Jaar N+1 || Jaar N+2 || Jaar N+3 || invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) || TOTAAL

TOTAAL kredieten onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 5 van het meerjarig financieel kader || Vastleggingen || || || || || || || ||

Betalingen || || || || || || || ||

3.2.2.     Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

– ¨ Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig

– ýVoor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Vastleggingskredieten, in miljoenen EUR (tot op 3 decimalen)

Vermeld doelstellingen en outputs ò || || || Jaar N || Jaar N+1 || Jaar N+2 || Jaar N+3 || invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) || TOTAAL

OUTPUTS

Type[50] || Gem. kosten || Neen || Kosten || Neen || Kosten || Neen || Kosten || Neen || Kosten || Neen || Kosten || Neen || Kosten || Neen || Kosten || Totaal aantal outputs || Totale kosten

SPECIFIEKE DOELSTELLING nr. 1[51] ... || || || || || || || || || || || || || || || ||

- Output || || || || || || || || || || || || || || || || || ||

- Output || || || || || || || || || || || || || || || || || ||

- Output || || || || || || || || || || || || || || || || || ||

Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 1 || || || || || || || || || || || || || || || ||

SPECIFIEKE DOELSTELLING nr. 2 ... || || || || || || || || || || || || || || || ||

- Output || || || || || || || || || || || || || || || || || ||

Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 2 || || || || || || || || || || || || || || || ||

TOTALE KOSTEN || || || || || || || || || || || || || || || ||

3.2.3.     Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

3.2.3.1.  Samenvatting

– ý Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig

– ¨Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

miljoenen EUR (tot op drie decimalen)

|| Jaar N[52] || Jaar N+1 || Jaar N+2 || Jaar N+3 || invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) || TOTAAL

RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader || || || || || || || ||

Personele middelen || || || || || || || ||

Andere administratieve uitgaven || || || || || || || ||

Subtotaal RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader || || || || || || || ||

Buiten RUBRIEK 5[53] van het meerjarige financiële kader || || || || || || || ||

Personele middelen || || || || || || || ||

Andere administratieve uitgaven || || || || || || || ||

Subtotaal buiten RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader || || || || || || || ||

TOTAAL || || || || || || || ||

Voor de kredieten voor personele middelen zal een beroep worden gedaan op de kredieten van het DG die reeds voor het beheer van de actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

3.2.3.2.  Geraamde personeelsbehoeften

– ý Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig.

– ¨  Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Raming in voltijdequivalenten

|| || Jaar N || Jaar N+1 || Jaar N+2 || Jaar N+3 || invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

|| Ÿ Formatieplaatsen (ambtenaren en/of tijdelijk personeel) || ||

|| XX 01 01 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie) || || || || || || ||

|| XX 01 01 02 (delegaties) || || || || || || ||

|| XX 01 05 01 (onderzoek door derden) || || || || || || ||

|| 10 01 05 01 (eigen onderzoek) || || || || || || ||

Ÿ Extern personeel (in voltijdequivalenten: VTE)[54] ||

|| XX 01 02 01 (CA, SNE, INT van de "totale financiële middelen") || || || || || || ||

|| XX 01 02 02 (CA, LA, SNE, INT en JED in de delegaties) || || || || || || ||

|| XX 01 04 jj[55] || - zetel || || || || || || ||

|| - delegaties || || || || || || ||

|| XX 01 05 02 (CA, SNE, INT - onderzoek door derden) || || || || || || ||

|| 10 01 05 02 (CA, INT, SNE - eigen onderzoek) || || || || || || ||

|| Ander begrotingsonderdeel (te vermelden) || || || || || || ||

|| TOTAAL || || || || || || ||

XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel

De benodigde personele middelen zullen worden gefinancierd uit de middelen die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

Beschrijving van de uit te voeren taken

Ambtenaren en tijdelijk personeel ||

Extern personeel ||

3.2.4.     Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader

– ý Het voorstel/initiatief is verenigbaar met het huidige meerjarige financiële kader.

– De middelen die de EBA nodig heeft voor de nieuwe taken zullen met name consistent en verenigbaar zijn met het MFK 2014-2020 en de personele en financiële toewijzing voor de EBA die is vastgesteld in de recente mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad — Programmering 2014-2020 van de personeels- en financiële middelen voor de gedecentraliseerde agentschappen (COM (2013) 519).

– ¨Het voorstel/initiatief vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van het meerjarige financiële kader

Zet uiteen welke herprogrammering nodig is, onder vermelding van de betrokken begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.

– ¨  Het voorstel/initiatief vergt toepassing van het flexibiliteitsinstrument of herziening van het meerjarige financiële kader[56].

Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.

3.2.5.     Bijdrage van derden aan de financiering

– Het voorstel/initiatief voorziet in medefinanciering, zoals hieronder wordt geraamd:

Kredieten in miljoenen EUR (tot op 3 decimalen)

|| 2014 || 2015 || 2016 || 2017 || 2018 || 2019 || 2020 || Totaal

Lidstaten || 0,00 || 0,00 || 0,00 || 0,00 || 0,00 || 0,00 || 0,00 || 0,00

TOTAAL medegefinancierde kredieten || 0,00 || 0,00 || 0,00 || 0,00 || 0,00 || 0,00 || 0,00 || 0,00

3.3.        Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

– ¨ Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten.

– ¨  Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:

¨         voor de eigen middelen

¨         voor de diverse ontvangsten

miljoenen EUR (tot op drie decimalen)

Begrotingsonderdeel voor ontvangsten: || Voor het lopende begrotingsjaar beschikbare kredieten || Gevolgen van het voorstel/initiatief[57]

2014 || 2015 || 2016 || 2017 || 2018 || 2019 || 2020

Artikel …………. || || 0,00 || 0,00 || 0,00 || 0,00 || 0,00 || 0,00 || 0,00

Voor de diverse ontvangsten die worden "toegewezen", vermeld het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.

Vermeld de wijze van berekening van de gevolgen voor de ontvangsten.

Bijlage betreffende structurele maatregelen ter verbetering van de weerbaarheid van EU-kredietinstellingen

Raming voor de EBA

Het voorstel van de Commissie omvat bepalingen voor de EBA om vier gedelegeerde handelingen en zes technische normen te ontwikkelen die moeten waarborgen dat bepalingen met een uitermate technisch karakter in de gehele EU op consistente wijze ten uitvoer worden gelegd.

De Commissie moet technische reguleringsnormen die door de EBA zijn ontwikkeld met betrekking tot de methodologie voor de consistente aflezing en toepassing van de maatstaven betreffende de berekening van de drempel waarboven scheiding van de handelsactiviteiten moet plaatsvinden. De Commissie en EBA moeten ervoor zorgen dat die normen door alle betrokken instellingen kunnen worden toegepast op een wijze die in verhouding staat tot de aard, de omvang en de complexiteit van deze instellingen en hun activiteiten. Bovendien moet de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen technische uitvoeringsnormen vaststellen die door de EBA zijn ontwikkeld met betrekking tot de methodologie voor de berekening van het bedrag van de handelsactiviteiten van kredietinstellingen en moedermaatschappijen en de uniforme template voor openbaarmaking van het totale bedrag en de onderdelen van de handelsactiviteiten van kredietinstellingen en moedermaatschappijen. De geplande werkzaamheden vereisen bilaterale en multilaterale bijeenkomsten met de belanghebbenden, analyse en beoordeling van opties en het opstellen van raadplegingsdocumenten, openbare raadpleging van belanghebbenden, opzetten en beheren van permanente deskundigengroepen bestaande uit toezichthouders van de lidstaten, het opzetten en beheer van ad-hocdeskundigengroepen, analyse van de reacties op de raadplegingen, het opstellen van kosten/batenanalyse en opstelling van de wettekst.

Er is vanuit gegaan dat de verordening eind 2015 in werking zal treden. De bijkomende EBA-middelen zijn bijgevolg pas vanaf 2016 vereist. Er zijn twee posten van tijdelijk functionaris nodig om de vereiste taken uit te voeren op lange termijn:

Gedelegeerde handelingen van de Commissie:

· Maatstaven: niveau, aantal weerlegbaar vermoeden;

· Verstrekking van risicobeheerproducten: plafond waarboven door de handelsentiteit risicobeheerproducten moeten worden verstrekt;

· Scheidingsregels – grote blootstellingen:  in aanmerking komende kredietrisicolimiteringstechnieken.

· Territoriaal toepassingsgebied: criteria voor gelijkwaardigheid

Technische normen van de Commissie:

· verbod op handel voor eigen rekening — methodologie voor het berekenen van de handelsactiviteiten ten behoeve van de algemene drempel;

· verbod op handel voor eigen rekening — uniforme template voor de openbaarmaking van handelsactiviteiten;

· scheiding - maatstaven: consistente aflezing en toepassing;

· bijzonderheden en inwerkingtreding rapportageverplichting)

· registratie van transactieregisters;

· Autoriteiten die toegang hebben tot de gegevens van transactieregisters.

Aanname extra middelen:

· er wordt vanuit gegaan dat de twee extra posten betrekking hebben op een tijdelijke functionaris van functiegroep en rang AD 7;

· de gemiddelde loonkosten voor de verschillende categorieën personeel zijn gebaseerd op richtsnoeren van DG BUDG;

· de salariscorrectiecoëfficiënt voor Londen is 1,344;

· de kosten van dienstreizen worden geraamd op 10.000 EUR;

· de kosten voor het aanwerven van medewerkers (reis- en verblijfkosten, medische onderzoeken, installatie- en andere vergoedingen, verhuiskosten enz.) worden geraamd op 12.700 EUR.

De berekeningsmethode voor de toename van het vereiste budget voor de komende drie jaar wordt meer in detail toegelicht in de onderstaande tabel. Bij de berekening wordt ervan uitgegaan dat 40 % van de kosten uit de uniale begrotingsmiddelen wordt gefinancierd.

Soort kosten || Berekening || Bedrag (in duizenden)

2016 || 2017 || 2018 || Totaal

Personeelsuitgaven || || || || ||

11 Salarissen en toelagen || =2 x 132 x1.344 || 355 || 355 || 355 || 1.064

12 Uitgaven in verband met aanwerving || =2 x 13 || 25 || || || 25

13 Uitgaven voor dienstreizen || =2 x 10 || 20 || 20 || 20 || 60

Totaal: personeelsuitgaven || || 400 || 375 || 375 || 1,150

|| || || || ||

Waarvan bijdrage van de Gemeenschap (40 %) || || 160 || 150 || 150 || 460

Waarvan bijdrage van de lidstaten (60 %) || || 240 || 225 || 225 || 690

[1]               Voor het mandaat van de groep en een lijst van de leden, zie http://ec.europa.eu/internal_market/bank/docs/high-level_expert_group/mandate_en.pdf.

[2]               De andere aanbevelingen van de deskundigengroep hadden betrekking op (2) de eventuele noodzaak om bijkomende activiteiten af te scheiden, als voorwaarde voor het herstel- en afwikkelingsplan; (3) het gebruik van bail-in als afwikkelingsinstrument; (4) een herziening van de kapitaalvereisten wat betreft voor handelsdoeleinden aangehouden activa en leningen met betrekking tot vastgoed; en (5) maatregelen om de governance en de controle van de banken te verstrengen alsook om het toezicht op de banken en de marktdiscipline te verscherpen.

[3]               Europees Parlement (McCarthy 2013), De structurele hervorming van de bankensector in de EU, 2013/2021 (INI).

[4]               "Too-big-to-fail" betekent te belangrijk om failliet te gaan, te vervlochten om failliet te gaan alsook te complex om failliet te gaan. Zie ook Europese Commissie (2013b).

[5]               Richtlijn xx/xxxx/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van de Richtlijnen 77/91/EEG en 82/891/EEG van de Raad, van de Richtlijnen 2001/27/EG, 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2005/56/EG, 2007/36/EG en 2011/35/EU, en van Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad (PB L -- xxx)..

[6]               COM(2012) 102 final, http://ec.europa.eu/internal_market/bank/docs/shadow/green-paper_en.pdf.

[7]           Deze definitie is ontwikkeld door de FSB in zijn verslag van 27 oktober 2011 over de versterking van het toezicht op en de reglementering van schaduwbankieren, http://www.financialstabilityboard.org/publications/r_111027a.pdf.

[8]               P7_TA(2012)0427, http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?type=TA&reference=P7-TA-2012-0427&language=NL. .

[9]               Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over schaduwbankieren – Het aanpakken van nieuwe bronnen van risico in de financiële sector, COM(2013), 614 final.

[10]             Raadpleging van de deskundigengroep over de hervoming van de structuur van het Europese bankwezen, mei/juni 2012. http://ec.europa.eu/internal_market/consultations/2012/banking_sector_en.htm. De deskundigengroep heeft 83 antwoorden ontvangen, die voor de overgrote meerderheid afkomstig waren van banken en andere financiële instellingen, vervolgens van retailcliënten en betrokken verenigingen, en in de laatste plaats van ondernemingen.

[11]             Raadpleging over de aanbevelingen van de deskundigengroep inzake de structuur van het Europese bankwezen, http://ec.europa.eu/internal_market/consultations/2012/hleg-banking_en.htm. Van de 89 binnengekomen antwoorden kwam bijna de helft van de banksector.

[12]             Raadpleging van de Commissie over de structurele hervorming van de banksector http://ec.europa.eu/internal_market/consultations/2013/banking-structural-reform/index_en.htm. De diensten van de Commissie ontvingen meer dan 500 antwoorden. Deze waren afkomstig van banken en andere financiële instellingen, ondernemingen, beleggers, overheden en consumentenverenigingen en individuele personen - antwoorden van individuele personen (439) en consumentenverenigingen (11).

[13]             Ingevoerd bij Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (PB L287 van 29.10.2013, blz. 63).

[14]             Ingevoerd door de aanneming van het [SRM].

[15]             Dit is de drempel voor "belangrijke instellingen" die in Verordening nr. 1024/2013 wordt gebruikt.

[16]             Zie bijlage 6 van de effectbeoordeling.

[17]             Verordening (EU) Nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012, PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1; Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG, PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338.

[18]             Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012, PB L 284 van 27.7.2009, blz. 1.

[19]             Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 betreffende betalingsdiensten in de interne markt (PB L 319 van 5.12.2007, blz. 1).

[20]             PB C , , p. .

[21]             PB C […] van […], blz. […].

[22]             PB C […] van […], blz. […].

[23]             Ingevoerd bij Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (PB L287 van 29.10.2013, blz. 63).

[24]             Ingevoerd bij het [SRM].

[25]             Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (PB L 287 van 29.10.2013, blz. 63).

[26]             Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010.

[27]             Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338).

[28]             Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).

[29]             Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten, tot wijziging van de Richtlijnen 85/611/EEG en 93/6/EEG van de Raad en van Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 93/22/EEG van de Raad ( PB L 145 van 30.4.2004, blz. 1).

[30]             Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12).

[31]             Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013

betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L176 van 27.6.2013, blz. 1).

[32]             Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad, PB L 182 van 29.6.2013, blz. 19.

[33]          Richtlijn 94/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 1994 inzake de depositogarantiestelsels, PB L 135 van 31.5.1994, blz. 5 tot en met 14.

[34]             Verordening (EG) nr. 1287/2006 van de Commissie van 10 augustus 2006 tot uitvoering van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de voor beleggingsondernemingen geldende verplichtingen betreffende het bijhouden van gegevens, het melden van transacties, de markttransparantie, de toelating van financiële instrumenten tot de handel en de definitie van begrippen voor de toepassing van genoemde richtlijn betreft (PB L 241 van 2.9.2006, blz. 1).

[35]             Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010 (PB L 174 van 1.7.2011, blz. 1).

[36]             Verordening (EU) nr. 345/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 betreffende Europese durfkapitaalfondsen (PB L 115 van 25.4.2013, blz. 1).

[37]          Verordening (EU) nr. 346/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 inzake Europese sociaalondernemerschapsfondsen (PB L 115 van 25.4.2013, blz. 18).

[38]             Verordening (EU) nr. xx/xxxx van het Europees Parlement en de Raad betreffende Europese langetermijninvesteringsfondsen (PB L xx van xx).

[39]             Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) (PB L 302 van 17.11.2009, blz. 32.

[40]             Richtlijn 94/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 1994 inzake de depositogarantiestelsels (PB L 135 van 31.5.1994, blz. 5 tot en met 14).

[41]             Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 betreffende betalingsdiensten in de interne markt (PB L 319 van 5.12.2007, blz. 1 tot en met 36).

[42]             Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012

betreffende OTC-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters.

[43]             ABM: activity-based management – ABB: activity-based budgeting.

[44]             Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: http://www.cc.cec/budg/man/budgmanag/budgmanag_en.html

[45]             GK = gesplitste kredieten/NGK = niet-gesplitste kredieten.

[46]             EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.

[47]             Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, potentiële kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan.

[48]             Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU (vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.

[49]             Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen.

[50]             Outputs zijn de te verstrekken producten en diensten (bv. aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen, enz.).

[51]             Zoals beschreven in punt 1.4.2. "Specifieke doelstelling(en)…"

[52]             Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen.

[53]             Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU (vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.

[54]             CA= arbeidscontractant; LA= plaatselijk functionaris; SNE= gedetacheerd nationaal deskundige; INT = personeel agentschap; JED= jonge deskundige in delegaties.

[55]             Onder het maximum voor extern personeel uit beleidskredieten (vroegere "BA"-onderdelen).

[56]             Zie de punten 19 en 24 van het Interinstitutioneel Akkoord (voor de periode 2007-2013).

[57]             Voor traditionele eigen middelen (douanerechten en suikerheffingen) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 25% aan inningskosten.