Bijlagen bij COM(1994)561 - Certificering van dieren en dierlijke produkten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(1994)561 - Certificering van dieren en dierlijke produkten.
document COM(1994)561 NLEN
datum 17 december 1996
bijlage A bij Richtlijn 89/662/EEG en in de bijlagen A en B bij Richtlijn 90/424/EEG.

2. Onder "certificerend ambtenaar" wordt verstaan een persoon die door de bevoegde autoriteiten is gemachtigd om de krachtens de veterinaire wetgeving vereiste certificaten te ondertekenen.

3. Voorts zijn de in artikel 2 van de Richtlijnen 89/662/EEG en 90/425/EEG vastgestelde definities van overeenkomstige toepassing.


Artikel 3

1. Certificerende ambtenaren mogen alleen certificeren wat zij persoonlijk kunnen weten of wat zij kunnen verifiëren. In voorkomend geval gaan de certificaten, wanneer zij aan de certificerende ambtenaar worden overgelegd, vergezeld van een schriftelijke toelichting waarin wordt aangegeven welke enquêtes, tests of onderzoeken normaal zouden moeten worden verricht.

2. De certificerende ambtenaren mogen geen blanco of onvolledige certificaten ondertekenen, noch certificaten die betrekking hebben op dieren of produkten die zij niet zelf hebben geïnspecteerd of die aan hun controle zijn ontsnapt. Wanneer een certificaat wordt ondertekend op basis van een ander certificaat of verklaring, dient de certificerende ambtenaar in het bezit te zijn van dat document voordat hij zijn handtekening plaatst.

3. De certificerende ambtenaren hebben een zodanige status dat hun onpartijdigheid wordt gegarandeerd en zij mogen met name geen rechtstreeks commercieel voordeel kunnen halen uit de dieren of produkten waarvoor zij een certificaat afgeven.


Artikel 4

1. De bevoegde autoriteiten treffen de nodige maatregelen om toe te zien op de deugdelijkheid van de certificering. Zij zien er met name op toe dat de door hen aangewezen certificerende ambtenaren in rechte gebonden zijn door hun verplichtingen en zich ten volle bewust zijn van de inhoud en de betekenis van elk certificaat dat zij ondertekenen.

2. Elke bevoegde autoriteit houdt een register bij met de handtekeningen van haar certificerende ambtenaren en bewaart gedurende een redelijke tijd een kopie van elk in haar naam afgegeven certificaat.


Artikel 5

1. De bevoegde autoriteiten stellen een onderzoek in naar elk geval van valse of misleidende certificering waarvan zij in kennis worden gesteld, en treffen de nodige strafmaatregelen. Een straf moet ten minste zwaar genoeg zijn om elk onrechtmatig verkregen financieel voordeel teniet te doen.

2. Wanneer wordt geconstateerd dat een certificerend ambtenaar willens en wetens een frauduleus certificaat heeft afgegeven, neemt de bevoegde autoriteit de nodige maatregelen, onverminderd andere juridische stappen, om ervoor te zorgen dat de betrokken persoon niet meer hetzelfde vergrijp kan plegen.


Artikel 6

Deze verordening treedt in werking op de dertigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.


Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.


(1) PB nr. L 395 van 30. 12. 1989, blz. 13.

(2) PB nr. L 62 van 15. 3. 1993, blz. 49.

(3) PB nr. L 224 van 18. 8. 1990, blz. 29.