Bijlagen bij COM(1995)570 - Wijziging van Verordening (EEG) nr. 1601/91 tot vaststelling van de algemene voorschriften betreffende de definitie, de aanduiding en de aanbiedingsvorm van gearomatiseerde wijnen, gearomatiseerde dranken op basis van wijn en gearomatiseerde cocktails van wijnbouwprodukten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage I, punten 12 tot en met 18, van Verordening (EEG) nr. 822/87 (*), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1544/95 (**), met uitzondering van Retsina-tafelwijn, maar met inbegrip van de in bepaalde gebieden voortgebrachte kwaliteitswijnen zoals gedefinieerd in artikel 1, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 823/87 (***), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3896/91 (****), waaraan eventueel druivemost en/of gedeeltelijk gegiste druivemost is toegevoegd,

en/of

- most van verse druiven, waarvan de gisting door toevoeging van wijnalcohol is gestuit, zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 5, van Verordening (EEG) nr. 822/87;

(*) PB nr. L 84 van 27. 3. 1987, blz. 1.

(**) PB nr. L 148 van 30. 6. 1995, blz. 1.

(***) PB nr. L 84 van 27. 3. 1987, blz. 59.

(****) PB nr. L 368 van 31. 12. 1991, blz. 3.";

ii) wordt de voorlaatste alinea vervangen door:

"In het eindprodukt moet de hoeveelheid wijn en/of most die voor de bereiding van een gearomatiseerde wijn is gebruikt vóór verrijking met andere produkten dan druiven ten minste 75 % bedragen. Onverminderd artikel 5 is het minimale natuurlijke alcoholvolumegehalte van de gebruikte produkten het gehalte dat is bepaald in artikel 18, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 822/87.".

2. In artikel 2, lid 3, letter f), "Glühwein", wordt de eerste zin vervangen door:

"Gearomatiseerde drank die uitsluitend wordt verkregen uit rode of witte wijn, zonder toevoeging van water, en die hoofdzakelijk door middel van kaneel en/of kruidnagels is gearomatiseerd; deze drank mag worden verzoet overeenkomstig het bepaalde in artikel 3, letter a).".

3. Artikel 5 wordt vervangen door

"Artikel 5

1. De overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 822/87 vastgestelde oenologische behandelingen en procédés mogen ook worden toegepast op wijn en most die voor de bereiding van de in artikel 1 bedoelde produkten worden gebruikt.

2. De behandelingen die mogen worden toegepast op de tussenprodukten en de grondstoffen die niet zijn verkregen uit druiven en die nodig zijn voor de bereiding van de in deze verordening bedoelde eindprodukten, kunnen worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 14. De Lid-Staten kunnen specifieke regels ter zake vaststellen, voor zover deze regels met het Gemeenschapsrecht verenigbaar zijn.".


Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.


Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

(1) PB nr. L 149 van 14. 6. 1991, blz. 1.

(2) PB nr. L 366 van 31. 12. 1994, blz. 1.