Bijlagen bij COM(2005)138 - Standpunt EG met betrekking tot het Voorstel tot wijziging van de Internationale Overeenkomst van 1982 inzake de harmonisatie van de goederencontroles aan de grenzen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

BIJLAGE

Bijlage 8

VEREENVOUDIGING VAN DE GRENSPROCEDURES VOOR HET INTERNATIONALE WEGVERVOER

Artikel 1 Beginselen

Deze bijlage, die de bepalingen van de Overeenkomst en met name die van bijlage 1 aanvult, bevat maatregelen die moeten worden uitgevoerd met het oog op de vereenvoudiging van de grensprocedures voor het internationale wegvervoer.

Artikel 2 Vereenvoudiging van de visumprocedures voor beroepschauffeurs

1. De overeenkomstsluitende partijen streven ernaar de procedures voor de toekenning van visa aan beroepschauffeurs in het internationale wegvervoer te vereenvoudigen overeenkomstig de beste nationale praktijken voor alle visumaanvragers, de nationale immigratieregels en de internationale verbintenissen.

2. De overeenkomstsluitende partijen komen overeen regelmatig informatie uit te wisselen over de beste praktijken voor de vereenvoudiging van de visumprocedures voor beroepschauffeurs.

Artikel 3 Internationaal wegvervoer

1. Om het internationale goederenvervoer te vergemakkelijken lichten de overeenkomstsluitende partijen alle bij dit vervoer betrokken partijen regelmatig op geharmoniseerde en gecoördineerde wijze in over van toepassing zijnde of geplande grenscontrolevoorschriften voor het internationale wegvervoer en over de feitelijke toestand aan de grenzen.

2. De overeenkomstsluitende partijen streven ernaar alle noodzakelijke controleprocedures voorzover mogelijk, en niet alleen voor douanevervoer, te laten plaatsvinden op de plaatsen van oorsprong en bestemming van de over de weg vervoerde goederen, met de bedoeling de congestie aan de grensposten te verminderen.

3. Met betrekking tot met name artikel 7 van deze Overeenkomst wordt voorrang gegeven aan dringende zendingen, bijv. levende dieren en aan bederf onderhevige goederen. Met name moeten de bevoegde diensten aan de grensposten:

(i) de nodige maatregelen treffen om voor in het kader van de ATP-overeenkomst goedgekeurde voertuigen die aan bederf onderhevige levensmiddelen vervoeren of voor voertuigen die levende dieren vervoeren, de wachttijd tussen hun aankomst aan de grens en het ogenblik waarop de wettelijke controles, de administratieve controles, de douanecontroles en de sanitaire controles worden verricht, zoveel mogelijk te beperken;

(ii) ervoor zorgen dat de voorgeschreven wettelijke controles zo snel mogelijk worden uitgevoerd;

(iii) voorzover mogelijk toestaan dat de benodigde koeleenheden van voertuigen die aan bederf onderhevige levensmiddelen vervoeren, bij de grensoverschrijding blijven functioneren, tenzij dit wegens de voorgeschreven controleprocedure onmogelijk is;

(iv) samenwerken, met name door voorafgaande uitwisseling van informatie, met hun collega’s in andere overeenkomstsluitende partijen om de grensprocedures voor aan bederf onderhevige goederen en levende dieren te versnellen wanneer op die ladingen sanitaire controles moeten worden uitgevoerd.

Artikel 4 Voertuiginspectie

1. De overeenkomstsluitende partijen die nog geen partij zijn bij de Overeenkomst van 1997 betreffende het aannemen van eenvormige eisen voor periodieke technische inspecties van wielvoertuigen en de wederzijdse erkenning van dergelijke inspecties, streven ernaar om, met inachtneming van de terzake geldende nationale en internationale wet- en regelgeving, de grensovergang voor wegvoertuigen te vergemakkelijken, en wel door het internationaal certificaat van technische inspectie waarin deze Overeenkomst voorziet, te aanvaarden. Aanhangsel 1 bij deze bijlage bevat een model van het certificaat van technische inspectie zoals het sinds 1 januari 2002 in de Overeenkomst is opgenomen.

2. Om de in het kader van de ATP-overeenkomst goedgekeurde voertuigen die aan bederf onderhevige levensmiddelen vervoeren, te kunnen identificeren mogen de overeenkomstsluitende partijen gebruik maken van de identificatietekens die op die vervoermiddelen zijn aangebracht en van het ATP-certificaat of de ATP-goedkeuringsplaat waarin is voorzien bij de Overeenkomst van 1970 inzake het internationale vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen en het gebruik van speciale vervoermiddelen bij dit vervoer.

Artikel 5 Internationaal weegcertificaat voor voertuigen

1. Om de grensovergang te versnellen streven de overeenkomstsluitende partijen, met inachtneming van de terzake geldende nationale en internationale wet- en regelgeving, ernaar te voorkomen dat voertuigen bij het oversteken van de grenzen herhaaldelijk moeten worden gewogen, en wel door het internationaal weegcertificaat voor voertuigen, waarvan een model is opgenomen in aanhangsel 2 bij deze bijlage, te aanvaarden en wederzijds te erkennen. Als de overeenkomstsluitende partijen die certificaten aanvaarden, worden, afgezien van steekproefsgewijze controles en controles in geval van een vermoeden van onregelmatigheid, geen verdere wegingen uitgevoerd. De wegingen waarvan de resultaten op die certificaten worden genoteerd, vinden uitsluitend plaats in het land van oorsprong van de internationale vervoertransactie. De weegresultaten worden naar behoren op die certificaten vermeld en gecertificeerd.

2. Elke overeenkomstsluitende partij die het internationaal weegcertificaat voor voertuigen aanvaardt, laat een lijst van alle weegstations in haar land die overeenkomstig internationale beginselen zijn erkend, en alle eventuele wijzigingen in die lijst publiceren. Deze lijst en de eventuele wijzigingen worden aan de uitvoerend secretaris van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (VN/ECE) voorgelegd om te worden verspreid bij alle overeenkomstsluitende partijen en bij de internationale organisaties als bedoeld in artikel 2 van bijlage 7 bij deze Overeenkomst.

3. De minimumvoorschriften voor erkende weegstations, de beginselen voor de verlening van de erkenning en de basiskenmerken van de toe te passen weegmethoden zijn opgenomen in aanhangsel 2 bij deze bijlage.

Artikel 6 Grensposten

Om ervoor te zorgen dat de vereiste formaliteiten aan de grensposten worden gestroomlijnd en sneller worden afgehandeld, zien de overeenkomstsluitende partijen erop toe dat er voorzover mogelijk wordt voldaan aan de volgende minimumvoorschriften voor grensposten voor het internationale goederenverkeer:

(i) deze posten moeten beschikken over voorzieningen die het mogelijk maken om, telkens als dit vanuit commercieel standpunt gerechtvaardigd is, 24 uur per dag gezamenlijke controles tussen buurlanden te verrichten (systeem van de één enkele stop), met inachtneming van het verkeersreglement;

(ii) aan beide zijden van de grens zijn de verschillende soorten verkeer van elkaar gescheiden, waardoor voorrang kan worden gegeven aan voertuigen met een geldig internationaal douanevervoerdocument (TIR, T) of aan voertuigen waarmee levende dieren of aan bederf onderhevige levensmiddelen worden vervoerd;

(iii) er zijn van de rijweg verwijderde inspectiezones voor steekproefsgewijze controles van ladingen en voertuigen;

(iv) er zijn adequate parkeerplaatsen en terminals;

(v) er zijn behoorlijke sanitaire voorzieningen, ontmoetingsplaatsen en telecommunicatiefaciliteiten voor chauffeurs;

(vi) de installatie van expediteurs aan de grensposten wordt bevorderd doordat er adequate voorzieningen worden aangeboden, waardoor diensten tegen concurrentiële prijzen aan vervoerondernemers kunnen worden verleend.

Artikel 7 Verslaggeving

Met betrekking tot de artikelen 1 tot en met 6 van deze bijlage verricht de uitvoerend secretaris van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (VN/ECE) om de twee jaar bij de overeenkomstsluitende partijen een onderzoek naar de vorderingen die zijn gemaakt om de grensprocedures in hun landen te verbeteren.

Aanhangsel 1 bij bijlage 8 bij de Overeenkomst

INTERNATIONAAL CERTIFICAAT VAN TECHNISCHE INSPECTIE

krachtens de Overeenkomst van 1997 betreffende het aannemen van eenvormige eisen voor periodieke technische inspecties van wielvoertuigen en de wederzijdse erkenning van dergelijke inspecties, die op 27 januari 2001 in werking is getreden.

1. Het is aan de erkende centra voor technische inspectie om keuringen te verrichten, certificaten van overeenstemming met de relevante inspectievoorschriften van de bijlage bij het Akkoord van Wenen van 1997 af te geven, en de uiterste datum voor de volgende inspectie te vermelden in rubriek 12.5 van het internationaal certificaat van technische inspectie (zie onderstaand model).

2. Het internationaal certificaat van technische inspectie moet de hieronder aangegeven informatie bevatten. Het kan de vorm hebben van een boekje van A6-formaat (148x105 mm), met groene omslag en witte binnenpagina’s, of het kan een blad groen of wit papier zijn van A4-formaat (210x197 mm) dat zodanig tot A6-formaat is gevouwen dat het kenteken van het land of het embleem van de Verenigde Naties aan de bovenkant van het gevouwen certificaat staat.

3. De rubrieken van het certificaat moeten worden ingevuld in de nationale taal van de overeenkomstsluitende partij die het certificaat afgeeft, en de nummering moet worden gehandhaafd.

4. De periodieke inspectieverslagen die in gebruik zijn bij de overeenkomstsluitende partijen bij de Overeenkomst, mogen als alternatief worden gebruikt. Voorbeelden daarvan moeten ter informatie van de overeenkomstsluitende partijen aan de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties worden voorgelegd.

5. Alleen de bevoegde autoriteiten mogen handgeschreven, getikte of met de computer aangemaakte vermeldingen op het internationaal certificaat van technische inspectie aanbrengen, en zij moeten daartoe Latijnse karakters gebruiken.

MODEL INTERNATIONAAL CERTIFICAAT VAN TECHNISCHE CONTROLE

Ruimte voor het kenteken van het land of het VN-embleem ................................ (Administratieve instantie die voor de technische inspectie verantwoordelijk is) ……………………[4] CERTIFICAT INTERNATIONAL DE CONTROLE TECHNIQUE [5] |

INTERNATIONAAL CERTIFICAAT VAN TECHNISCHE INSPECTIE 1. Nummerplaat (registratienummer) ....................................................................... 2. Identificatienummer van het voertuig ............................................................... 3. Eerste registratie na de bouw (land, autoriteit)[6] ..................................................... 4. Datum van de eerste registratie na de bouw .......................................................... 5. Datum van de technische inspectie ........................................................................ CERTIFICAAT VAN OVEREENSTEMMING 6. Dit certificaat wordt afgegeven voor het in de punten 1 en 2 geïdentificeerde voertuig, dat op de in punt 5 vermelde datum in overeenstemming is met de voorschriften van de bijlage bij de Overeenkomst van 1997 betreffende het aannemen van eenvormige eisen voor periodieke technische inspecties van wielvoertuigen en de wederzijdse erkenning van dergelijke inspecties. 7. Uiterste datum voor de volgende technische inspectie van het voertuig overeenkomstig de in punt 6 genoemde voorschriften: (maand/jaar): ............................................................................................................. 8. Afgegeven door ........................................................................................................ 9. In (plaats) ................................................................................................................. 10. Datum .................................................................................................................... 11. Handtekening[7] .......................................................................................................... |

12. Volgende periodieke technische inspectie(s)[8] |

12.1. Uitgevoerd door (Centrum voor technische inspectie)[9] ................................................ 12.2. (stempel) 12.3. Datum .............................................................................................................................. 12.4. Handtekening .................................................................................................................... 12.5. Volgende inspectie uiterlijk op: (maand/jaar) ............................................................... |

Aanhangsel 2 bij bijlage 8 bij de Overeenkomst

INTERNATIONAAL WEEGCERTIFICAAT VOOR VOERTUIGEN

1. Het internationaal weegcertificaat voor voertuigen (IWV) is bedoeld om de grensprocedures te vereenvoudigen en met name te voorkomen dat wegvoertuigen voor goederenvervoer die onderweg zijn in de overeenkomstsluitende partijen, herhaaldelijk moeten worden gewogen. Naar behoren ingevulde certificaten moeten, als zij door de overeenkomstsluitende partijen worden aanvaard, door de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende partijen als geldig weegbewijs worden aanvaard. De bevoegde autoriteiten moeten zich ervan onthouden om, afgezien van steekproefsgewijze controles en controles in het geval van een vermoeden van onregelmatigheid, verdere wegingen te eisen.

2. Het internationaal weegcertificaat voor voertuigen, dat moet worden opgesteld volgens het onderstaande model, wordt volgens de in dat certificaat beschreven procedure afgegeven en gebruikt onder toezicht van een overheidsinstantie die wordt aangewezen in elke overeenkomstsluitende partij (die dergelijke certificaten aanvaardt).

3. Het gebruik van het certificaat door de vervoerondernemers is facultatief.

4. De overeenkomstsluitende partijen die dergelijke certificaten aanvaarden, erkennen weegstations die gemachtigd worden om, samen met de vervoerondernemer of de chauffeur van het wegvoertuig voor goederenvervoer, het internationaal weegcertificaat voor voertuigen in te vullen; om erkend te worden moeten de weegstations aan de volgende minimumvoorschriften voldoen:

1. zij moeten uitgerust zijn met gecertificeerde weegtoestellen. De overeenkomstsluitende partijen die dergelijke certificaten aanvaarden, mogen voor de gewichtsmetingen de methode en de toestellen kiezen die zij daarvoor geschikt achten. De overeenkomstsluitende partijen die dergelijke certificaten aanvaarden, garanderen bijv. via een erkenning of een evaluatie dat de weegstations voldoende deskundig zijn en dat zij geschikte weegtoestellen gebruiken, gekwalificeerd personeel in dienst hebben en gedocumenteerde kwaliteitssystemen en testprocedures toepassen;

2. de weegstations en hun toestellen worden goed onderhouden. De toestellen worden regelmatig gecontroleerd en verzegeld door de voor maten en gewichten bevoegde autoriteiten. De weegtoestellen, het maximaal toegestane foutenpercentage en het gebruik ervan moeten in overeenstemming zijn met de aanbevelingen van de Internationale organisatie voor wettelijke metrologie (OIML);

3. de weegstations moeten uitgerust zijn met weegtoestellen die behoren tot:

4. nauwkeurigheidsklasse III of hoger van OIML-aanbeveling R 76 “Niet-automatische weeginstrumenten”, of

5. nauwkeurigheidsklasse 0,5, 1, 2 of hoger van ontwerpaanbeveling van de OIML “Automatische instrumenten voor het wegen van wegvoertuigen in beweging”, zodat het maximaal toegestane foutenpercentage ± 2%, 1% en 0,5% of lager is.

Als het gewicht per as wordt gewogen, mag het foutenpercentage hoger zijn.

5. In uitzonderlijke gevallen en met name wanneer onregelmatigheden worden vermoed, of indien de vervoerondernemer of de chauffeur van het betrokken wegvoertuig daarom verzoeken, mogen de bevoegde autoriteiten het voertuig opnieuw wegen . Als een controle-instantie van een overeenkomstsluitende partij die dergelijke certificaten aanvaardt, constateert dat een weegstation herhaaldelijk verkeerde wegingen verricht, nemen de bevoegde autoriteiten van het land waar het weegstation zich bevindt, passende maatregelen om ervoor te zorgen dat dergelijke fouten zich niet meer voordoen.

6. Het certificaatmodel mag worden gesteld in een van de talen van de overeenkomstsluitende partijen die dergelijke certificaten aanvaarden, op voorwaarde dat de lay-out van het certificaat en de presentatie van de rubrieken niet worden gewijzigd.

7. Elke overeenkomstsluitende partij die dergelijke certificaten aanvaardt, publiceert een lijst van alle weegstations in haar land die volgens internationale beginselen zijn erkend, alsmede alle wijzigingen in die lijst. Deze lijst en de eventuele wijzigingen worden aan de uitvoerend secretaris van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (VN/ECE) voorgelegd om te worden verspreid bij alle overeenkomstsluitende partijen en bij de internationale organisaties als bedoeld in artikel 2 van bijlage 7 bij deze Overeenkomst.

8. (Overgangsbepaling) Aangezien tot dusver slechts heel weinig weegstations zijn uitgerust met weegtoestellen die het gewicht per as of assengroep kunnen wegen, gaan de overeenkomstsluitende partijen die dergelijke certificaten aanvaarden, ermee akkoord dat tijdens een overgangsperiode die 12 maanden na de inwerkingtreding van deze bijlage verstrijkt, het brutogewicht van het voertuig als ingevuld in rubriek 7.3 van het internationaal weegcertificaat volstaat en door de bevoegde nationale autoriteiten wordt aanvaard.

[pic] ECONOMISCHE COMMISSIE VOOR EUROPA VAN DE VERENIGDE NATIES VN/ECE | INTERNATIONAAL WEEGCERTIFICAAT VOOR VOERTUIGEN (IWV) overeenkomstig bijlage 8 – Vereenvoudiging van de grensprocedures voor het internationale wegvervoer – bij de Internationale Overeenkomst van 1982 inzake de harmonisatie van de goederencontroles aan de grenzen Geldig voor internationaal goederenvervoer over de weg |

In te vullen door de vervoerondernemer(s) of de chauffeur(s) VOORDAT het voertuig wordt gewogen. |

1. Vervoerondernemer/-bedrijf (naam en adres, incl. land) | Tel. |

Fax. |

E-mailadres: |

2. Nummer v.h. vervoercontract (1) | Nr. v.h. TIR-carnet (indien van toepassing)(2) |

3. Gegevens over het voertuig |

3.1. Inschrijvingsnummer | Trekker/vrachtwagen | Oplegger/aanhangwagen |

3.2. Ophanging | Trekker/vrachtwagen ? pneumatische ? mechanische ? andere | Oplegger/aanhangwagen ? pneumatische ? mechanische ? andere |

In te vullen door de beheerder van het erkende weegstation < ‘ |

4. Erkend weegstation (naam en adres, incl. land) Nauwkeurigheidsklasse van het weeginstrument(4) ? Klasse II ? Klasse III en/of ? <0,5 ? 1 ? 2 4.2. Datum van laatste ijking | 5. Voertuigweging nr. (3) --- -- ----- |

6. Datum van afgifte (dag, maand, jaar) |

7. Weegresultaten voor wegvoertuigen voor goederenvervoer (het origineel van het officiële verslag van het weegstation moet aan dit certificaat worden gehecht) 7.1. Type voertuig(5) |

7.2. Asbelasting, in kg |

aangedreven as | niet-aangedreven as | enkelvoudige as | tandemas | drievoudige as |

Eerste as |

Tweede as |

Derde as |

Vierde as |

Vijfde as |

Zesde as(6) |

7.3. Brutogewicht van het voertuig, in kg | Trekker/vrachtwagen | Oplegger/aanhangwagen | Totaal brutogewicht van het voertuig |

8. Bijzondere gewichtskenmerken | 8.3. Aantal reservebanden |

8.1. Met de motor verbonden tank(s) Brandstofpeil ?¼ ?½ ?¾ ?1/1 8.2. Extra tank(s) (voor koelapparatuur, enz.) Brandstofpeil ?¼ ?½ ?¾ ?1/1 | 8.4. Aantal personen aan boord bij het wegen |

8.5. Hefbare as ? ja ? neen |

Ondergetekende verklaart bovenstaande wegingen naar behoren te hebben uitgevoerd in een erkend weegstation. | Stempel |

Naam van de beheerder van het weegstation | Handtekening |

(1) Bijvoorbeeld: nummer van de CMR-vrachtbrief.

(2) Overeenkomstig de TIR-overeenkomst van 1975.

(3) Zie de aantekeningen op blz. 2.

(4) Overeenkomstig OIML-aanbeveling R 76 en/of ontwerpaanbeveling “ Automatische instrumenten voor het wegen van wegvoertuigen in beweging ”.

(5) Code van het voertuigtype zoals aangegeven op bijgaande afbeeldingen, bijv. A2 of A2S2.

(6) Als er meer dan 6 assen zijn, moet dit op bladzijde 2, onder “opmerkingen” worden vermeld.

In te vullen door de vervoerondernemer(s) of de chauffeur(s) NADAT het voertuig is gewogen. |

Ondergetekende verklaart dat: de op de voorzijde vermelde wegingen zijn uitgevoerd door het bovengenoemde weegstation, de rubrieken 1 tot en met 8 correct zijn ingevuld, en na de weging in het bovengenoemde weegstation geen enkele vracht aan het voertuig is toegevoegd. |

Datum | Naam van de chauffeur(s) van het wegvoertuig | Handtekening(en) |

Eventuele opmerkingen |

Aantekeningen |

Het nummer van de voertuigweging bestaat uit drie door streepjes gescheiden gegevenselementen: (1) de landcode (overeenkomstig het VN-Verdrag inzake het wegverkeer van 1968); (2) een tweecijfercode voor de identificatie van het nationale weegstation; (3) een code van (op zijn minst) vijf cijfers voor de identificatie van elke aparte weging. Voorbeelden: GR-01-23456 of RO-14-000510. Dit reeksnummer komt overeen met het nummer in het register van het weegstation. |

INTERNATIONAAL WEEGCERTIFICAAT VOOR VOERTUIGEN (IWV) RECHTSGROND Het internationale weegcertificaat voor voertuigen is opgesteld overeenkomstig bijlage 8 – Vereenvoudiging van de grensprocedures voor het internationale wegvervoer – bij de Internationale Overeenkomst van 1982 inzake de harmonisatie van de goederencontroles aan de grenzen. DOEL Het internationale weegcertificaat voor voertuigen heeft tot doel te voorkomen dat wegvoertuigen voor goederenvervoer die onderweg zijn in het kader van het internationale vervoer, herhaaldelijk moeten worden gewogen, met name bij grensovergangen. Het gebruik van dit certificaat door de vervoerondernemers is facultatief. PROCEDURE Als de overeenkomstsluitende partijen het internationale weegcertificaat voor voertuigen aanvaarden[10], moet dit certificaat, als het naar behoren is ingevuld door a) de beheerder van een erkend weegstation en b) de vervoerondernemer(s) of de chauffeur(s) van het wegvoertuig voor goederenvervoer, door de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende partijen worden aanvaard en erkend als geldig weegbewijs. In de regel moeten de bevoegde autoriteiten de op dit certificaat vermelde gegevens als geldig aanvaarden en zien zij ervan af verdere wegingen te eisen. Om misbruik te voorkomen mogen de bevoegde autoriteiten evenwel in uitzonderlijke gevallen, en met name wanneer onregelmatigheden worden vermoed, het voertuiggewicht controleren overeenkomstig de nationale regelgeving. Wegingen met het oog op de opstelling van dit certificaat worden op verzoek van de vervoerondernemer(s) of de chauffeur(s) van het wegvoertuig voor goederenvervoer van wie het voertuig is geregistreerd in een van de overeenkomstsluitende partijen die dergelijke certificaten aanvaarden, uitgevoerd door erkende weegstations tegen een vergoeding die beperkt is tot de kostprijs van de verleende dienst. Voor de toepassing van dit certificaat moeten erkende weegstations uitgerust zijn met weeginstrumenten die behoren tot: - nauwkeurigheidsklasse III of hoger van OIML-aanbeveling R 76 “Niet-automatische weeginstrumenten”, of - nauwkeurigheidsklasse 0,5, 1, 2 of hoger van de ontwerpaanbeveling van de OIML “Automatische instrumenten voor het wegen van wegvoertuigen in beweging”, zodat het maximaal toegestane foutenpercentage ± 2%, 1% en 0,5% is. Als de belasting per as wordt gewogen, mag het foutenpercentage hoger zijn. SANCTIES Als de vervoerondernemer(s) of de chauffeur(s) van de wegvoertuigen voor goederenvervoer op het internationale weegcertificaat voor voertuigen onjuiste gegevens invullen, zijn de sancties van toepassing waarin de nationale regelgeving voorziet. Bij de bepaling van de juridische waarde van de gewichtsmeting(en) moet voor elk weegsysteem een raming van de mogelijke weegfout worden gemaakt. Deze foutwaarde, die bestaat uit de intrinsieke fout van de weegapparatuur en de aan externe factoren toe te schrijven fout, moet van het gewogen gewicht worden afgetrokken om te voorkomen dat een mogelijk overgewicht wordt veroorzaakt door de onnauwkeurigheid van de weegapparatuur en/of van de toegepaste weegmethode. Bijgevolg worden aan vervoerondernemers die dit certificaat gebruiken, geen boetes opgelegd tenzij de op dit certificaat vermelde weegresultaten min de grootst mogelijke weegfout (d.i. ten hoogste 2 procent of 800 kg voor een voertuig van 40 ton) groter zijn dan het bij de nationale regelgeving vastgestelde maximaal toelaatbare gewicht. |

BIJVOEGSEL bij het INTERNATIONAAL WEEGCERTIFICAAT VOOR VOERTUIGEN (IWV) Afbeeldingen van de soorten wegvoertuigen voor goederenvervoer (in te vullen in rubriek 7.1 van het IWV) |

Nr. | Wegvoertuigen voor goederenvervoer | Voertuigtype * eerste alternatieve asconfiguratie ** tweede alternatieve asconfiguratie | Afstand tussen de assen (m)¹ ¹ wordt niet vermeld als dit criterium niet relevant is |

I. STIJVE VOERTUIGEN |

1 | [pic] | A2 | D ( 4,0 |

2 | [pic] | A2* | D ( 4,0 |

3 | [pic] | A3 |

4 | [pic] | A4 |

5 | [pic] | A3* |

6 | [pic] | A4* |

7 | [pic] | A5 |

Nr. | Wegvoertuigen voor goederenvervoer | Voertuigtype * eerste alternatieve asconfiguratie ** tweede alternatieve asconfiguratie | Afstand tussen de assen (m)¹ ¹ wordt niet vermeld als dit criterium niet relevant is |

II. GECOMBINEERDE VOERTUIGEN (gekoppelde voertuigen in de zin van artikel 1, onder t), van hoofdstuk I van het Verdrag inzake wegverkeer (1968) |

1 | [pic][pic] | A2 T2 |

2 | [pic][pic] | A2 T3 |

3 | [pic][pic] | A3 T2 |

4 | [pic][pic] | A3 T3 |

5 | [pic] | A3 T3* |

6 | [pic] | A2 C2 |

7 | [pic] | A2 C3 |

8 | [pic] | A3 C2 |

Nr. | Wegvoertuigen voor goederenvervoer | Voertuigtype * eerste alternatieve asconfiguratie ** tweede alternatieve asconfiguratie | Afstand tussen de assen (m)¹ ¹ wordt niet vermeld als dit criterium niet relevant is |

9 | [pic] | A3 C3 |

10 | [pic] | A2 C1 |

11 | [pic] | A3 C1 |

III. GELEDE VOERTUIGEN |

1 | met 3 assen | [pic] | A2 S1 |

2 | met 4 assen (enkelvoudige assen of tandemassen) | [pic] | A2 S2 | D ( 2,0 |

[pic] | A2 S2* | D ( 2,0 |

[pic] | A3 S1 |

Nr. | Wegvoertuigen voor goederenvervoer | Voertuigtype * eerste alternatieve asconfiguratie ** tweede alternatieve asconfiguratie | Afstand tussen de assen (m)¹ ¹ wordt niet vermeld als dit criterium niet relevant is |

3 | met 5 of 6 assen (enkelvoudige assen, tandemassen of drievoudige assen) | [pic] | A2 S3 |

[pic] | A2 S3* |

[pic] | A2 S3** |

[pic] | A3 S2 | D ( 2,0 |

[pic] | A3 S2* | D ( 2,0 |

[pic] | A3 S3 |

A3 S3* |

A3 S3** |

Zonder afbeelding | An Sn |

Bijlage 1

OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST INZAKE HET INTERNATIONALE VERVOER VAN AAN BEDERF ONDERHEVIGE LEVENSMIDDELEN EN HET GEBRUIK VAN SPECIALE VERVOERMIDDELEN BIJ DIT VERVOER (ATP)

(1 september 1970)

Azerbeidzjan

Belarus

België

Bosnië en Herzegovina

Bulgarije

Denemarken

Duitsland

Estland

Finland

Frankrijk

Georgië

Griekenland

Hongarije

Ierland

Italië

Joegoslavië

Kazachstan

Kroatië

Litouwen

Luxemburg

Marokko

Monaco

Nederland

Noorwegen

Oezbekistan

Oostenrijk

Polen

Portugal

Roemenië

Russische Federatie

Slovenië

Slowakije

Spanje

Tsjechië

Verenigd Koninkrijk

Verenigde Staten van Amerika

Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

Zweden

Bijlage 2

OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST BETREFFENDE HET AANNEMEN VAN EENVORMIGE EISEN VOOR PERIODIEKE TECHNISCHE INSPECTIES VAN WIELVOERTUIGEN EN DE WEDERZIJDSE ERKENNING VAN DERGELIJKE INSPECTIES

(13 november 1997)

Estland

Finland

Hongarije

Nederland

Roemenië

Russische Federatie

[1] PB L 126 van 12.5.1984, blz. 1.

[2] Overeenkomst inzake het internationale vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen en het gebruik van speciale vervoermiddelen bij dit vervoer (ATP).

[3] PB L 126 van 12.5.1984, blz. 1.

[4] Titel " INTERNATIONAAL CERTIFICAAT VAN TECHNISCHE CONTROLE " in een nationale taal.

[5] Titel in het Frans.

[6] Indien mogelijk, de autoriteit die het voertuig voor het eerst na de bouw heeft geregistreerd en de staat waarin dat is gebeurd.

[7] Zegel of stempel van de autoriteit die het certificaat afgeeft.

[8] Als het certificaat ook voor volgende jaarlijkse periodieke technische inspecties wordt gebruikt, moeten de rubrieken 12.1 tot en met 12.5 worden herhaald.

[9] Naam, adres en land van het door de bevoegde autoriteit erkende centrum voor technische inspectie.

[10] Anders geformuleerd wegens de in artikel 5 voorgestelde wijzigingen.