Bijlagen bij COM(2002)277 - Raadplegingsdocument: Naar een krachtiger cultuur van raadpleging en dialoog - Voorstel inzake algemene beginselen en minimumnormen voor raadpleging van de betrokken partijen door de Commissie - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2002)277 - Raadplegingsdocument: Naar een krachtiger cultuur van raadpleging en dialoog - Voorstel inzake algemene beginselen en ... |
---|---|
document | COM(2002)277 ![]() ![]() |
datum | 5 juni 2002 |
B. Publicatie
De Commissie moet ervoor zorgen dat de nodige informatie wordt verstrekt met het oog op de bewustmaking van het grote publiek en haar communicatiekanalen aanpassen aan de behoeften van iedere doelgroep. Zonder daarom andere communicatie-instrumenten uit te sluiten moeten alle openbare raadplegingen steeds op internet worden gepubliceerd en worden aangekondigd op het enige toegangspunt (single access point).
Om een breder publiek te bereiken wordt voor de raadpleging een enkel toegangspunt vastgesteld waar de betrokken partijen desbetreffende informatie en documenten kunnen vinden. Hiertoe kan de Commissie gebruik maken van de portaalsite "Uw stem in Europa".18
Maar naast internet kan ook gebruik worden gemaakt van meer traditionele communicatiemiddelen (bijvoorbeeld persberichten, mailings). De Commissie moet zo nodig, en voorzover dit mogelijk is, de raadplegingsdocumenten in andere formats ter beschikking stellen zodat deze meer toegankelijk worden voor gehandicapten.
C. Termijnen
De Commissie dient het publiek en de betrokken partijen steeds voldoende tijd te bieden voor programmering en voor het toesturen van antwoorden op verzoeken en van schriftelijke bijdragen. Momenteel is zij van oordeel dat een termijn van ten minste zes weken moet worden vastgesteld voor de ontvangst van antwoorden bij schriftelijke openbare raadplegingen en een termijn van 20 werkdagen voor het bijeenroepen van vergaderingen.
De deelnemers moeten vooral over voldoende tijd beschikken om hun deelneming aan raadplegingen van de Commissie voor te bereiden en te programmeren.
Bij het vaststellen van de raadplegingsperiode moet een redelijk evenwicht worden gevonden tussen de behoefte aan een adequate bijdrage enerzijds en aan een snelle besluitvorming anderzijds. In dringende gevallen of wanneer de betrokken partijen reeds voldoende tijd hebben gehad om hun standpunt te bepalen, kan deze periode worden ingekort. Soms kan een raadplegingsperiode van zes weken worden vereist om rekening te kunnen houden met een aantal bestaande bindende instrumenten (dit is met name het geval voor kennisgevingsvereisten uit hoofde van de WTO-overeenkomst) of met het specifieke karakter van een bepaald voorstel (bijvoorbeeld wegens de diversiteit van de betrokken partijen of het complexe karakter van de betreffende problematiek).
Wanneer de termijn voor de indiening van opmerkingen is verstreken wordt de raadpleging door de bevoegde dienst van de Commissie afgesloten en wordt overgegaan tot de volgende fasen van het administratief proces (bijvoorbeeld de voorbereiding van de beslissing van het College van Commissarissen).
D. ONTVANGSTBEVESTIGING EN FEEDBACK
Aan de deelnemers moet een ontvangstbevestiging worden toegezonden. De resultaten van de openbare raadpleging moeten worden verspreid via websites die verbonden zijn met het enige toegangspunt op internet.
Naar gelang van het aantal bijdragen en de beschikbare middelen kan de ontvangstbevestiging de vorm hebben van:
- een individueel antwoord (e-mail of ontvangstbewijs), of
- een collectief antwoord (per e-mail of op het enige toegangspunt van de Commissie voor raadpleging op internet. Wanneer de opmerkingen binnen een termijn van 15 werkdagen op het enige toegangspunt worden gepubliceerd wordt dit beschouwd als een ontvangstbevestiging).
De bijdragen zullen nauwkeurig worden geanalyseerd om na te gaan of, en in welke mate, deze adviezen in de beleidsvoorstellen kunnen worden verwerkt. Deze bijdragen zullen worden gepubliceerd op de pagina van het enig toegangspunt.
De Commissie is voornemens praktijken aan te moedigen waarbij een adequate feedback wordt verschaft aan het grote publiek en aan de partijen die op de raadpleging hebben gereageerd.
Zo zullen met name de toelichtingen bij de wetgevingsvoorstellen van de Commissie de resultaten bevatten van de voorafgaande raadplegingsprocessen alsmede uitleg omtrent de wijze waarop deze werden uitgevoerd. Ook zal worden aangegeven in hoeverre in het betreffende voorstel rekening werd gehouden met deze resultaten. Daarnaast zullen de resultaten van de raadplegingen die plaatsvinden in het kader van de effectbeoordeling, worden samengevat in de daarop betrekking hebbende verslagen.
E. SPECIFIEKE ELEMENTEN VOOR GERICHTE RAADPLEGINGEN
Bij gerichte raadplegingen dient de Commissie erop toe te zien dat de betrokken partijen de gelegenheid krijgen hun mening te uiten.
Teneinde een billijke behandeling te garanderen moeten bij een gerichte raadpleging de volgende partijen worden betrokken:
- de partijen die betrokken zijn bij een bepaald beleid
- die welke zullen worden betrokken bij de uitvoering van het beleid of
- de organen die door hun opmerkingen rechtstreeks betrokken zijn bij het beleid.
Bij het vaststellen van de bij de raadpleging betrokken partijen dient de Commissie tevens rekening te houden met de volgende elementen:
- de bredere impact van het beleid op de andere beleidsterreinen zoals bijvoorbeeld op het gebied van milieubescherming19
- in voorkomend geval de behoefte aan specifieke ervaring, deskundigheid of technische kennis
- de behoefte om zo nodig niet-georganiseerde belangen bij de raadpleging te betrekken
- de bijdragen van deelnemers bij eerdere raadplegingen
- in voorkomend geval, de behoefte aan een passend evenwicht tussen de vertegenwoordigers van:
- grote en kleine organisaties
- sociale en economische actoren
- grotere categorieën en specifieke doelgroepen (bijvoorbeeld vrouwen, bejaarden, werklozen of etnische minderheden)
- organisaties in de Europese Unie en in de niet-lidstaten (bijvoorbeeld in de kandidaat-landen of de ontwikkelingslanden of in landen die belangrijke handelspartners zijn van de Europese Unie).
Wanneer zulks nodig is moedigt de Commissie bijdragen aan van op Europees niveau georganiseerde betrokken partijen.
Het Economisch en Sociaal Comité heeft een reeks geschiktheidscriteria vastgesteld die van toepassing zijn op de zogenaamde "maatschappelijke dialoog"20. Het Comité wenst deze criteria verder te bespreken met de Europese instellingen en de georganiseerde civiele maatschappij.
Wanneer er reeds een formeel of gestructureerd raadplegingsorgaan bestaat dient de Commissie de nodige stappen te ondernemen om te garanderen dat de samenstelling van dit orgaan overeenstemt met de sector die het vertegenwoordigt. Indien dit niet het geval is dient de Commissie na te gaan hoe kan worden gegarandeerd dat alle belangen in aanmerking worden genomen (bijvoorbeeld door andere vormen van raadpleging).
De resultaten van meer beperkte raadplegingen moeten, indien zulks mogelijk is, voor het publiek toegankelijk zijn op het toegangspunt op internet.
V. Raadpleging over de voorgestelde algemene beginselen en minimumnormen
Na de publicatie van haar Witboek over Europese governance heeft de Commissie talrijke opmerkingen21 ontvangen waaruit blijkt dat haar verbintenis om een samenhangend kader voor raadpleging van de betrokken partijen tot stand te brengen zeer gunstig wordt onthaald. Talrijke bijdragen bevatten reeds operationele voorstellen die rechtstreeks betrekking hebben op de in dit document ontwikkelde aanpak. Verschillende organisaties benadrukten dat zij hiervoor belangstelling hebben en bereid zijn de Commissie meer gedetailleerde commentaar te verstrekken op basis van een concreet voorontwerp voor een raadplegingskader.
De Commissie wenst derhalve alle betrokken partijen aan te moedigen om hun opmerkingen over de voorgestelde algemene beginselen en minimumnormen te formuleren door hen de mogelijkheid te geven een standpunt in te nemen.
Deze reacties en de commentaar die de Commissie reeds heeft ontvangen zullen nauwkeurig worden geanalyseerd om na te gaan of, en in welke mate, zij kunnen worden opgenomen in de definitieve versie van de algemene beginselen en de minimumnormen die in het najaar 2002 door de Commissie moeten worden goedgekeurd.
Reacties op de voorstellen van de Commissie kunnen vóór 31 juli 2002 aan de Commissie worden toegezonden.
Bijdragen kunnen ook worden geleverd via e-mail op het volgende adres:
SG-Consultation-minimumstandards@cec.eu.int
of per post worden toegezonden aan:
Europese Commissie
Secretariaat-Generaal
Kantoor: BREY 9/210
B-1049 Brussel
Alle bijdragen zullen te vinden zijn op de website "governance".
Aan de belangengroepen die namens hun organisaties opmerkingen formuleren, zal worden gevraagd basisinformatie te verstrekken over hun algemene doelstellingen en structuur en over de manier waarop zij hun leden hebben geraadpleegd over de voorstellen van de Commissie. Wanneer deze organisaties reeds zijn opgenomen in de databank CONECCS zullen zij worden verzocht deze informatie zo nodig aan te passen. Er zal een afzonderlijk informatieblad worden verstrekt aan organisaties die geen gebruik wensen te maken van deze faciliteit en aan die welke niet voldoen aan de geschiktheidscriteria.
Volledige informatie over deze raadpleging zal beschikbaar zijn op de website "governance" van de Commissie op:
http://europa.eu.int/comm/governance/index_nl.htm.
1Deze reacties zijn te vinden op de website "governance" van de Commissie op: http://europa.eu.int/comm/governance/index_nl.htm
2 Protocol (nr. 7) betreffende de toepassing van het subsidiariteits- en het evenredigheidsbeginsel bij het Verdrag van Amsterdam.
3A5-0399/2001.
4Witboek inzake Europese governance.
5"Eenieder heeft recht op vrijheid van vreedzame vergadering en op vrijheid van vereniging op alle niveaus, met name op politiek, vakverenigings- en maatschappelijk gebied (...)".
6Deze beschrijving stemt overeen met de analyse van het Economisch en Sociaal Comité in zijn advies "De rol en bijdrage van de maatschappelijke organisaties bij de opbouw van Europa" (PB C 329 van 17 november 1999, blz. 30).
7Bijkomende uitvoeringsmaatregelen die eventueel op Gemeenschapsniveau noodzakelijk zijn, worden momenteel in overweging genomen.
8De tenuitvoerlegging van deze protocollen zal met name verzoeken om verkennende adviezen over transversale kwesties in het kader van de strategische prioriteiten van de Commissie omvatten alsmede een systematische raadpleging over groen- en witboeken; een uitbreiding van de ad hoc-samenwerking (hoorzittingen, gemeenschappelijke vergaderingen, andere evenementen).
Wat het ESC betreft, kunnen eventueel ook andere bijdragen in overweging worden genomen zodat zijn rol in het kader van de dialoog met de civiele maatschappij kan worden versterkt.
9Op het gebied van de financiële diensten heeft de Commissie, op basis van een resolutie over een efficiëntere regulering van de effectenmarkten die in maart 2001 door de Europese Raad van Stockholm werd goedgekeurd, een vroegtijdig, breed en schematisch raadplegingsproces opgezet voor de goedkeuring van wetgeving en technische uitvoeringsmaatregelen.
10http://europa.eu.int/comm/civil_society/coneccs/index.htm
11 Belangrijke beleidsinitiatieven zijn die waarvoor met name een uitgebreide effectbeoordeling noodzakelijk is.
12Overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad.
13Witboek over Europese governance.
14idem.
15idem
16idem
17idem
18http://europa.eu.int/yourvoice
19Artikel 6 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.
20"Om voor participatie in aanmerking te komen moet een Europese organisatie: duurzaam op EG-niveau georganiseerd zijn; direct over de deskundigheid van haar leden kunnen beschikken en snel en constructief advies kunnen geven, algemene aanspraken vertegenwoordigen die met de belangen van de Europese samenleving stroken, uit organisaties bestaan die in de respectieve lidstaten als representatief voor de door hen behartigde belangen worden aangemerkt, organisaties in de meeste lidstaten bevatten, verantwoording schuldig zijn aan de aangesloten organisaties, gemachtigd zijn om op Europees niveau te vertegenwoordigen en te handelen, onafhankelijk en niet aan instructies van derden onderworpen zijn en vooral in financieel opzicht en qua besluitvormingsprocedures transparant zijn." (Opinie over "Europese Governance – een Witboek" van 20 maart 2002; ESC 357/2002).
21Deze opmerkingen zijn beschikbaar op de website "governance" van de Commissie.