Bijlagen bij COM(2003)325 - Mogelijkheden om de economische ontwikkeling van het noordelijk deel van Cyprus te bevorderen en dit gebied nader tot de Unie te brengen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage 2.

2. Handelsbevordering

Sinds een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen uit 1994, worden certificaten inzake goederenverkeer die zijn afgegeven door de "autoriteiten van de Turkse Republiek Noord-Cyprus" niet meer aanvaard in het kader van de associatieovereenkomst tussen Cyprus en de EG [3]. De feitelijke tweedeling van het eiland was zodoende de reden dat de directe uitvoer van goederen geproduceerd of verkregen in het noordelijk deel van Cyprus niet in aanmerking kwam voor preferentiële douanebehandeling in het kader van de associatieovereenkomst.

[3] Zaak C-432/92, The Queen tegen Minister of Agriculture, Fisheries and Food, ex parte S.P. Anastasiou (Pissouri) Ltd en anderen, Jurisprudentie 1994, bladzijde I-03087, punt 40.

In de periode voor de toetreding van Cyprus tot de EU en in afwachting van een oplossing voor de kwestie-Cyprus kan, overeenkomstig de associatieovereenkomst, de volgende methode worden gecreëerd voor de uitvoer van goederen geproduceerd of verkregen in het noordelijk deel van Cyprus naar de EU [4]:

[4] In 2001 had de uitvoer uit het noordelijk deel van Cyprus een totale waarde van ongeveer 46 miljoen USD. Daarvan had 62% betrekking op landbouwproducten (23% citrusvruchten, 25% verwerkte landbouwproducten). In eerdere jaren ging circa 50% van de uitvoer naar Turkije, 30% naar het Verenigd Koninkrijk, en circa 15% naar andere lidstaten.

De Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel kan worden gemachtigd certificaten inzake goederenverkeer af te geven, overeenkomstig artikel 8 van het betreffende protocol van de associatieovereenkomst [5], voor goederen geproduceerd of verkregen in het noordelijk deel van het eiland.

[5] Protocol nr. 1 betreffende de definitie van het begrip ,producten van oorsprong" en de methoden van administratieve samenwerking, PB L 339, 28.12.1977, blz. 19.

De Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel zou bereid zijn die certificaten af te geven, op voorwaarde dat de exporteur die deze aanvraagt ermee instemt, op verzoek van de Kamer, eventuele bewijsstukken te verstrekken die de Kamer nodig acht, en op voorwaarde dat de exporteur toestemming verleent voor eventuele inspecties van zijn boekhouding en voor controles van de omstandigheden waaronder de vervaardiging van de goederen heeft plaatsgevonden, te verrichten in aanwezigheid van de bevoegde autoriteiten.

Het bovenstaande geldt voor goederen waarvoor slechts certificaten inzake goederenverkeer vereist zijn. Voor andere goederen, zoals landbouwproducten, zouden door de bevoegde autoriteiten, overeenkomstig de Gemeenschapswetgeving, aanvullende (bijvoorbeeld fytosanitaire) certificaten worden afgegeven. Bijzondere aandacht dient te worden besteed aan de naleving van de EU-wetgeving op fytosanitair gebied en met betrekking tot schadelijke organismen. Overeenkomstig de basisrichtlijn op dit gebied [6] dienen voor citrusvruchten en aardappelen [7], de voornaamste exportproducten, officiële constateringen te worden voorgelegd met betrekking tot de oorsprong van het product en de vraag of op de plaats van productie al dan niet gebruik is gemaakt van schadelijke organismen.

[6] Richtlijn 2000/29/EG van de Raad

[7] Bijlage IV, deel A, rubriek I, punt 16 (1, 2, 3, 4, 5) resp. punt 25 (1, 2, 3, 8).

Om de bovengenoemde procedure te reglementeren, zou de Associatieraad EG-Cyprus een besluit moeten goedkeuren, dit ter aanvulling van het Protocol betreffende de definitie van het begrip ,producten van oorsprong" en de methoden van administratieve samenwerking. In dat besluit zouden, voor zover passend, ook eventuele andere voorwaarden kunnen worden vastgesteld waaronder goederen geproduceerd of verkregen in het noordelijk deel van het eiland kunnen rekenen op preferentiële toegang tot de EU-markt.

Met betrekking tot de procedure na de toetreding van Cyprus tot de EU zullen tezijnertijd maatregelen worden voorgesteld, overeenkomstig artikel 2, lid 1, van het Protocol over Cyprus bij het Toetredingsverdrag (definitie van de voorwaarden waaronder de rechtsvoorschriften van de EU gelden).


BIJLAGE 1

FINANCIEEL MEMORANDUM // [.....]

// DATUM: [...]

1. BEGROTINGSPLAATS: B7-041 - Financiële pretoetredingssteun voor Cyprus

2. BENAMING VAN DE MAATREGEL: Mededeling van de Commissie aan de Raad inzake maatregelen om de economische ontwikkeling van het noordelijk deel van Cyprus te bevorderen en dit gebied dichter bij de Unie te brengen

3. RECHTSGRONDSLAG: Verordening (EG) nr. 555/2000 van de Raad van 13 maart 2000

4. DOELSTELLINGEN VAN DE MAATREGEL:

De algemene doelstelling is het geven van een krachtig politiek signaal van de EU ter ondersteuning van de Turks-Cypriotische gemeenschap, dit in aansluiting op de conclusies van de Europese Raad van Kopenhagen van december 2002, waarin staat dat de Raad de Commissie, "bij gebreke van een regeling, [...] verzoekt om in overleg met de regering van Cyprus na te gaan hoe de economische ontwikkeling van het noordelijk deel van Cyprus kan worden bevorderd en hoe het gebied nader tot de Unie kan worden gebracht" (punt 12 van de conclusies van het voorzitterschap).

De Commissie stelt voor het noordelijk deel van Cyprus een pakket vertrouwenwekkende maatregelen voor waarin de volgende aspecten van steun zijn vervat:

*financiële bijstand

-ter stimulering van de economische ontwikkeling

-voor maatregelen om het noordelijk deel van Cyprus dichter bij de EU te brengen

*handelsbevordering

De specifieke doelstelling van deze mededeling is de presentatie van dit hulppakket.

5. FINANCIËLE GEVOLGEN // Begrotingsjaar:

2003

5.0 UITGAVEN ( MLN EURO)

- T.L.V. BEGROTING EG // 12

6.0 IS FINANCIERING MOGELIJK UIT KREDIETEN DIE IN HET BETROKKEN HOOFDSTUK VAN DE LOPENDE BEGROTING ZIJN OPGENOMEN? NEEN

6.1 IS FINANCIERING MOGELIJK DOOR OVERSCHRIJVING VAN EEN HOOFDSTUK VAN DE LOPENDE BEGROTING NAAR EEN ANDER? JA

6.2 IS EEN AANVULLENDE BEGROTING NODIG? NEEN

6.3 MOETEN IN DE VOLGENDE BEGROTING KREDIETEN WORDEN OPGENOMEN? NEEN

OPMERKINGEN: de financiële bijstand in 2003 wordt verstrekt middels een overschrijving tussen de hoofdstukken van de begroting, onder gebruikmaking van middelen van begrotingsplaats B7-660, waarvan de kredieten in reserve worden opgenomen in hoofdstuk B0-40.


BIJLAGE 2

Indicatieve lijst van maatregelen voor het gebruik van financiële middelen voor 2003

ten behoeve van het noordelijk deel van Cyprus

(mei 2003)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>