Bijlagen bij COM(2000)493 - Steun van de Commissie voor de nucleaire veiligheid in de Nieuwe Onafhankelijke Staten en Midden- en Oost-Europa - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2000)493 - Steun van de Commissie voor de nucleaire veiligheid in de Nieuwe Onafhankelijke Staten en Midden- en Oost-Europa. |
---|---|
document | COM(2000)493 ![]() ![]() |
datum | 6 september 2000 |
*samenwerking ten aanzien van het beheer van afgewerkte splijtstof en kernafval in het noordwesten van Rusland. Een enorme hoeveelheid afgewerkte splijtstof, afkomstig van kernonderzeeërs, is onder onveilige omstandigheden opgeslagen. Het Arctische milieu wordt hierdoor ernstig bedreigd. Als voornaamste doel van deze samenwerking moet worden bijgedragen tot vergroting van de opslagcapaciteit voor deze afgewerkte splijtstof en moet de splijtstof uit reeds buiten bedrijf gestelde onderzeeërs worden verwijderd;
*actieve onderhandeling door de Commissie en een aantal donorlanden over een nieuwe multilaterale overeenkomst met Rusland (MNEPR). Deze overeenkomst voorziet in een gemeenschappelijke juridische grondslag en mechanismen voor coördinatie en cofinanciering en moet zo een efficiënte implementatie van de internationale bijstand mogelijk maken;
*samenwerking op het gebied van splijtstofbewaking door uitvoering van een langlopend programma dat door de Europese Raad in december 1994 is goedgekeurd: centra voor methodologie en training, laboratoria voor metrologie en analyse, productie van apparatuur en instelling van een centrum voor certificatie, implementatie in centrales, steun voor Gosatomnadzor;
*nauwe coördinatie met het kaderprogramma voor onderzoek van de Europese Commissie en met de projecten die door het ISTC worden gesteund;
*samenwerking bij de reorganisatie van de energiesector en steun ter bevordering van efficiënter energiegebruik.
Oekraïne
De EU is de drijvende kracht achter de implementatie van het uit 1995 daterende memorandum van overeenstemming tussen de G7 en Oekraïne over de sluiting van Tsjernobyl. De Commissie concentreert zich op de volgende topprioriteiten, waarvoor in het Tacis-programma voor nucleaire veiligheid 1994-1996 100 miljoen euro subsidie is uitgetrokken:
*een plan voor de ontmanteling van de centrale van Tsjernobyl en de bouw van specifieke ontmantelingsfaciliteiten (verwijdering, behandeling en opslag van vaste afvalstoffen) in Tsjernobyl;
*steun voor de hervorming van de energiesector en voor niet-nucleaire energieprojecten in Oekraïne;
*steun voor de voorbereiding van het grote vervangingsproject Chmelnyckyj-2 en Rivne-4 (ook bekend als 'K2R4'), dat ervoor moet zorgen dat de twee VVER-1000-reactoren in aanbouw bij voltooiing aan internationaal aanvaardbare veiligheidsnormen voldoen. Voor dit project overweegt de Commissie een Euratomlening met aanvullende financiering door de EBRD en bilaterale exportkredietinstanties. Tacis voert een uitgebreid programma uit met onder meer steun voor de due diligence-procedure die door de Banken wordt geëist, alsmede steun voor de Oekraïense veiligheidsautoriteiten, exploitantenorganisaties en technische organisaties. Hiermee is een moderniseringsprogramma opgezet, dat de afgebouwde centrales op een veiligheidsniveau brengt dat overeenstemt met de internationale normen;
*ontwerp van een programma om de huidige sarcofaag van eenheid 4 van de centrale van Tsjernobyl om te vormen tot een stabiel, uit milieuoogpunt veilig systeem.
Dit Shelter Implementation Plan (SIP) wordt momenteel uitgevoerd in het kader van een speciaal, door de EBRD beheerd fonds, het Chernobyl Shelter Fund. Tacis heeft aan dit fonds in 1998-1999 voor 90,4 miljoen euro bijgedragen.
In het licht van de aankondiging van de Oekraïense regering dat Tsjernobyl voor 15 december 2000 zal worden gesloten, wordt de volgende strategie voorgesteld:
*voortzetting van de communautaire bijstand voor Tsjernobyl via onder meer Tacis, ook wanneer de laatste reactor van Tsjernobyl zal zijn gesloten. Dit betreft met name de ontmanteling van de reactoren van Tsjernobyl, beheer van het radioactieve afval en hulp om de sociale gevolgen van de sluiting van de centrale voor de regio Slavutych op te vangen;
*voortzetting van de subsidiëring door Tacis van de regelgevende instanties voor de nucleaire sector en van nucleaire installaties ter versterking van de veiligheidscultuur;
*stimulering van voortgang van de hervorming van de energiesector, onder meer door privatisering en verbetering van de inning van betalingen. Verdere technische bijstand om de energie-efficiëntie te verbeteren;
*een tweede bijdrage aan het Chernobyl Shelter Fund van 100 miljoen euro (uit te betalen in de periode 2001-2004). Dit bedrag is door de Commissie toegezegd tijdens een donorconferentie op 5 juli 2000;
*voortzetting van de samenwerking met Oekraïne en de EBRD bij het K2R4-project om door voortdurende politieke dialoog met Oekraïne te waarborgen dat de twee reactoren volgens de strengste veiligheidsnormen worden afgebouwd en geëxploiteerd. De Commissie bevestigt, in overeenstemming met het memorandum van overeenstemming, haar verbintenis om Oekraïne bij te staan bij de opstelling en implementatie van energieprojecten, gebaseerd op 'least cost'-principes;
*nauwe coördinatie met het kaderprogramma voor onderzoek van de Europese Commissie en het STCU.
Andere initiatieven
Door het uiteenvallen van de Sovjetunie ontstond de noodzaak de talenten van de kernwapenexperts op andere doelen te richten. Om het wederzijds vertrouwen en de interactie tussen wetenschappers uit EU en NOS te versterken, steunt de Commissie actief het Internationaal Centrum voor Wetenschap en Technologie (ISTC) in Moskou, in 1992 opgericht door de Europese Gemeenschap, de Verenigde Staten, Japan en de Russische Federatie. Het centrum is actief in de Russische Federatie en in andere GOS-landen, zoals Kazachstan, Armenië, Kirgizstan, Georgië en Wit-Rusland. In Kiev is een vergelijkbaar centrum opgericht, het STCU. Nucleaire veiligheid is een sector die een reëel potentieel biedt voor civiele werkgelegenheid op de lange termijn. De autoriteiten van Rusland en andere NOS-landen hebben erop gewezen dat projecten op het gebied van nucleaire veiligheid de verspreiding bevorderen van een veiligheidscultuur bij de bevoegde, onderling complementaire instanties Gosatomnadzor en Minatom.
4. Tenuitvoerlegging
Bij de tenuitvoerlegging van de hierboven omschreven benadering dient de Commissie rekening te houden met de specifieke aard van de nucleaire sector. De voorschriften voor de aanbesteding en gunning van communautaire bijstand zijn bedoeld voor situaties waarin sprake is van normale concurrentieverhoudingen. Er zijn in de sector nucleaire veiligheid echter weinig potentiële verleners van technische bijstand en uitrusting, en de Commissie moet zich ervan vergewissen dat de entiteiten of ondernemingen die de steun verlenen in staat zijn passende verantwoordelijkheid te nemen in deze belangrijke sector. Er is een sterke aanwezigheid van de overheid in deze sector (er zijn bijvoorbeeld negen onafhankelijke regelgevende instanties inde EU) en de bijstand wordt ook rechtstreeks verleend aan openbare regelgevende instanties in de begunstigde landen. Technische ondersteuning wordt verleend door een klein aantal niet-commerciële entiteiten in de lidstaten, waarvan verscheidene zijn geïntegreerd in de nationale veiligheidsautoriteiten. De Commissie meent daarom dat gezien het ontbreken van concurrentie en de noodzaak om met overheidsinstanties te werken om de gewenste verbetering van nucleaire veiligheid te bereiken, bij de toepassing van de aanbestedingsregels rekening moet worden gehouden met de realiteit in de sector.
In het verleden is het tempo waarin projecten werden uitgevoerd door een aantal factoren negatief beïnvloed. Veel is al gedaan om de prestaties te verbeteren, bijvoorbeeld door het aantal contracten te verkleinen, bepaalde projecten te schrappen, de TPEG [6] te vervangen door sterkere betrokkenheid van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek en andere maatregelen. Er is echter nog een grote achterstand. Bijlage 1 geeft meer gegevens over het aantal contracten. De achterstand kan voor een deel worden verklaard uit organisatorische problemen en personeelstekort bij de Commissie en voor een deel door het feit dat de algemene voorschriften en procedures voor financiële bijstand slecht zijn aangepast aan de complexe, gespecialiseerde eisen van de nucleaire sector. Hierdoor moest veel tijd worden besteed om toestemming te krijgen voor afwijking van de regels, bijvoorbeeld wanneer openbare aanbesteding niet praktisch of niet toepasbaar was, wanneer projecten door regelgevende instanties uit de EU moesten worden uitgevoerd of wanneer er voor technische uitrusting slechts één geschikte leverancier was.
[6] De "Twinning Programme Engineering Group" van exploitanten van kerncentrales in de EU.
De Commissie heeft nu besloten de regels te verduidelijken en aan te geven in welke gevallen in de toekomst gebruik zal worden gemaakt van onderhandse aanbesteding. Verdere details zijn te vinden in bijlage 2. Voor bijstand ter plaatse is, gezien het beperkte aantal gekwalificeerde exploitanten in de lidstaten, het algemene beleid van de Commissie om na een oproep tot het indienen van voorstellen (voor nieuwe sites) onderhandse overeenkomsten te sluiten rechtstreeks met exploitanten in de EU, en deze te belasten met de taken die in het verleden werden toevertrouwd aan de voorzieningsagentschappen. In verband met de complexiteit van de te verlenen bijstand ter plaatse moeten dergelijke contracten voor een aantal jaren worden gesloten, dit ter vervanging van het systeem van jaarlijkse vernieuwing dat dusver is gehanteerd. Onderhandse contracten zullen worden gesloten met de nucleaireveiligheidsautoriteiten van de lidstaten en hun organisaties voor technische ondersteuning (TSO). Ten slotte wordt het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek van de Commissie belast met de technische follow-up van de projecten, de verspreiding van de resultaten van Tacis- en Phare-projecten en de controle van splijtbaar materiaal.
De herziene regels kunnen als volgt worden samengevat:
Te verlenen bijstand // Type contract
Technische bijstand aan veiligheidsautoriteit // Onderhandse aanbesteding
Technische bijstand aan organisaties voor technische bijstand // Onderhandse aanbesteding
Levering van uitrusting // Contract met voorzieningsagentschappen of onderhands aanbesteed contract met de verlener van bijstand ter plaatse. Onderhandse aanbesteding in dringende gevallen of wanneer speciale uitrusting vereist is.
Ontwerp en studies // Niet-openbare aanbesteding
Controle van splijtbaar materiaal // Contracten met het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek
Lopende bijstand ter plaatse // Onderhandse aanbesteding
Nieuwe bijstand ter plaatse // Onderhandelingsprocedure
Na een recent besluit van de Commissie om het beheer van haar programma's voor externe bijstand te wijzigen, is ook de verantwoordelijkheid voor nucleaire veiligheid verduidelijkt. In de toekomst zal de verantwoordelijkheid voor externe nucleaireveiligheidsvraagstukken geheel bij de DG's Buitenlandse Betrekkingen, Uitbreiding en SCR liggen. DG Uitbreiding wordt verantwoordelijk voor de volledige projectcyclus in de kandidaat-lidstaten. DG Buitenlandse Betrekkingen krijgt de verantwoordelijkheid voor de programmering voor nucleaire veiligheid in de NOS en de SCR voor de rest van de projectcyclus, vanaf de identificatiefase. De verantwoordelijkheid voor nucleaireveiligheidsvraagstukken binnen de EU wordt van DG Milieu overgebracht naar DG Vervoer en Energie, zulks met het oog op een passende concentratie van personeel en gespecialiseerde kennis.
Momenteel worden de middelen voor nucleaire veiligheid in de NOS verstrekt binnen de totale toewijzing voor de Tacis-programma's. Met het oog op grotere zichtbaarheid en transparantie in deze belangrijke sector heeft de Commissie voorgesteld voor financiële bijstand ten behoeve van nucleaire veiligheid in de NOS vanaf 2001 één begrotingslijn in te stellen.
Door deze wijzigingen in de gang van zaken kan de tenuitvoerlegging van de projecten worden gestroomlijnd en de verlening van de bijstand worden versneld. De wijzigingen houden rekening met de opmerkingen van de Rekenkamer en het Europees Parlement, waarop de Commissie elders reeds in extenso heeft gereageerd [7].
[7] PB C 35 van 9.2.1999: Speciaal Verslag nr. 25/98 van de Rekenkamer en de antwoorden van de Commissie. Commissies Europees Parlement: Liikanen, Commissie Begrotingscontrole 16.11.1998, Van den Broek, Commissie Begrotingscontrole 26.11.1998, Commissie Onderzoek, Technologische Ontwikkeling en Energie 23.2.1999.
5. Conclusie
De Commissie levert sinds 1991 een belangrijke bijdrage tot verbetering van de nucleaire veiligheid in Midden- en Oost-Europa en de NOS. Er is echter nog veel te doen. Hoewel de internationale inspanningen en die van de EU niet in de plaats kunnen komen van de inspanningen van de landen zelf, kan de EU haar partners helpen deze uitdagingen het hoofd te bieden en ernaar streven dat nucleaire veiligheid een hoge prioriteit behoudt. De Commissie blijft werken aan het opbouwen van een economisch en juridisch klimaat in deze landen dat voldoende ondersteuning biedt, zodat exploitanten en regelgevende instanties hun uiteenlopende taken kunnen verrichten.
BIJLAGE 1
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
BIJLAGE 2
Nieuwe regels voor aanbesteding en plaatsing van opdrachten in de sector nucleaire veiligheid
1. Bijzondere eisen in de sector nucleaire veiligheid
De specifieke eisen en omstandigheden in de sector nucleaire veiligheid betreffen het volgende:
*veiligheidsmaatregelen zijn voor de bevolking van de partnerlanden en de Unie gevoelig en belangrijk;
*onze partners willen hun besluitvormingsvrijheid in deze zeer gevoelige sector behouden;
*er moet zowel bij de EU-exploitanten en contracten als bij de veiligheidsautoriteiten van onze partners sprake zijn van eenheid van verantwoordelijkheid;
*de markt kent slechts een zeer klein aantal openbare of particuliere actoren;
*activiteiten op het gebied van nucleaire veiligheid mogen uitsluitend worden toevertrouwd aan contractanten die de betrokken complexe technologie met een voldoende betrouwbaarheidsniveau beheersen;
*vermeden moet worden dat een te grote afhankelijkheid ontstaat van bepaalde ondernemingen in deze sector: hiertoe moeten voldoende contractanten worden aangetrokken op een wijze die verenigbaar is met de eis dat de betrokken technieken in voldoende mate worden beheerst.
2. Aard van opdrachten en contracten en bijbehorende procedures
Contracten in de sector nucleaire veiligheid kunnen worden onderverdeeld in zes categorieën, die hierna met de bijbehorende procedures worden omschreven.
a) Contracten voor technische bijstand met de veiligheidsautoriteiten
Deze contracten betreffen de verlening van technische bijstand aan onafhankelijke en openbare nationale instanties in de partnerlanden die belast zijn met de vaststelling van de veiligheidsregelgeving en het institutionele kader op nationaal niveau, de afgifte van exploitatievergunningen en toezicht op en inspectie van nucleaire installaties.
De bijstand wordt verleend door de centrale veiligheidsinstanties van de lidstaten. Er zijn in de Unie negen van deze regelgevende instanties, alle overheidstellingen of non-profitorganisaties.
Gezien de specifieke aard van deze technische bijstand, het feit dat het een taak betreft van publieke non-profitorganisaties en de strategische noodzaak om voor voldoende diversificatie van bijstandsverleners te zorgen, moet gebruik worden gemaakt van onderhandse aanbesteding.
b) Contracten voor technische bijstand met de organisaties voor technische ondersteuning (TSO's)
TSO's zijn de operationele tak van de nationale veiligheidsautoriteiten. Zij stellen deskundigen ter beschikking die in opdracht van de veiligheidsautoriteiten missies voor technische bijstand uitvoeren (bijvoorbeeld ten behoeve van de afgifte van vergunningen of inspecties ter plaatse).
De TSO's van de partnerlanden krijgen hulp van technici van de TSO's van de lidstaten op technisch en opleidingsgebied.
Er zijn in de lidstaten negen TSO's, die deel uitmaken van de nationale veiligheidsautoriteiten of onafhankelijke non-profitorganisaties zijn. Voor de diensten van de deskundigen wordt een standaardtarief berekend.
Om dezelfde redenen als eerder genoemd (specifieke aard, in het algemeen taak van publieke non-profitorganisaties en diversificatie) worden opdrachten voor technische bijstand door TSO's onderhands aanbesteed.
Om toezicht te houden op de tarieven die door de TSO's van de lidstaten voor hun expertise worden berekend, controleert de Commissie periodiek de structuur van de gedeclareerde kosten en de juistheid van de gefactureerde honoraria door middel van audits door onafhankelijke gespecialiseerde consultants.
c) Contracten voor bijstand ter plaatse
Bijstand ter plaatse houdt in dat een exploitant van een kerncentrale in de Gemeenschap technische bijstand op het gebied van veiligheid verleent aan een exploitant in een partnerland in een bepaalde centrale.
Deze bijstand kan diverse vormen van dienstverlening inhouden, zoals opleiding, onderhoud, kwaliteitsborging, beheer en inbedrijfstelling van veiligheidsapparatuur.
Bij dit type contract zijn continuïteit van de veiligheidsactiviteiten en de algehele verantwoordelijkheid van de contractant beslissende factoren.
De aard van de installatie en het type reactor zijn bepalend voor de keuze van een exploitant of een consortium uit de Gemeenschap, afhankelijk van hun ervaring en technische expertise.
Wanneer in één land aan meerdere centrales bijstand ter plaatse wordt verleend, moet worden vermeden dat de exploitanten in dat land afhankelijk worden van slechts één communautaire exploitant en worden toegezien op voldoende diversificatie van verleners van technische bijstand en subcontractanten.
Er zijn in de vijftien lidstaten in totaal tien exploitanten van kerncentrales.
Rekening houdend met de genoemde kenmerken worden opdrachten voor bijstand ter plaatse als volgt gegund:
*voor centrales waar al een bedrijf uit de Gemeenschap actief is, worden contracten onderhands gesloten en verlengd, waarbij meerjarencontracten de voorkeur genieten in verband met de continuïteit van de veiligheidsmaatregelen en de verantwoordelijkheid van de exploitant;
*voor centrales waar voor het eerst door een onderneming uit de Gemeenschap bijstand zal worden verleend, worden contracten gesloten volgens de onderhandelingsprocedure, na een oproep tot het indienen van voorstellen, waaraan kan worden deelgenomen door alle Europese exploitanten en consortia die belangstelling hebben voor het verlenen van technische bijstand. Zo kan worden voorzien in de gewenste diversiteit van verleners van technische bijstand, de technische vereisten voor de betrokken activiteiten en de beperktheid van de markt in aanmerking genomen;
*om de effectiviteit van de activiteiten te verhogen en het concept van totaalverantwoordelijkheid voor de veiligheidsmaatregelen te versterken, worden de contracten voor bijstand ter plaatse voor alle centrales geleidelijk omgezet in resultaatgebaseerde contracten ofwel sleutelklare contracten, waarbij de algehele verantwoordelijkheid voor conceptie, beheer, selectie van apparatuur, inbedrijfstelling en controle van de installaties voor elke betrokken site wordt gedeeld door de exploitant in het partnerland en de communautaire exploitant.
Bij de uitvoering van deze procedures zal de Commissie in ruime mate gebruik maken van de technische expertise van het GCO, met name voor het vaststellen van de voorwaarden voor contracten voor technische bijstand, het opstellen van de technische specificaties voor de levering van apparatuur en voor werken, het benoemen en goedkeuren van deskundigen voor de beoordelingscommissies en de technische controle en het toezicht op de werkzaamheden van deze commissies.
Bovendien zal de Commissie regelmatig door gespecialiseerde onafhankelijke consultants controles en audits laten verrichten van de kosten en uitgaven die in het kader van de bedoelde contracten worden gedeclareerd.
d) Contracten voor de aankoop van uitrusting
Voor de aankoop van veiligheidsuitrusting die in specifieke gevallen nodig is, buiten het kader van de genoemde sleutelklare bijstandsprojecten, worden aanbestedingen uitgeschreven, waaraan kan worden deelgenomen door voorzieningsagentschappen waarmee contracten voor technische bijstand zijn gesloten.
De experts van het GCO valideren de technische specificaties voor deze aanbestedingen en controleren of deze technisch neutraal zijn.
Om te vermijden dat dergelijke opdrachten voor bepaalde ondernemingen worden gereserveerd, is certificatie van de uitrusting zoveel mogelijk onderdeel van de aanbesteding.
Om een zo open mogelijke deelname te garanderen, worden de met de certificatie belaste instellingen van de partnerlanden technisch bijgestaan in het kader van contracten voor technische bijstand met communautaire instellingen.
Wanneer het gaat om bijzonder dringende gevallen of zeer specifieke technische vereisten voor de te leveren goederen, kan echter onderhands worden aanbesteed.
e) Contracten voor projectontwerp en studies
Dergelijke opdrachten worden geplaatst door middel van de gebruikelijke aanbestedingsprocedures (publicatie van een niet-openbare aanbesteding).
Het GCO valideert de specificaties van de opdracht en ziet erop toe dat deze technisch neutraal zijn.
f) Contracten voor controle van splijtbaar materiaal
Deze contracten moeten het mogelijk maken betrouwbare nationale systemen op te zetten voor de controle van kernmaterialen, met name om de illegale handel daarin tegen te gaan.
De contracten verstrekken financiering voor controle en boekhouding van nucleaire materialen, met name plutonium en verrijkt uranium, die gebruikt kunnen worden voor andere doeleinden dan de opwekking van elektriciteit.
Binnen de Unie is de controle van splijtbaar materiaal de taak van het Bureau voor veiligheidscontrole, bijgestaan door het GCO.
Er zijn slechts drie centra voor controle van splijtbaar materiaal ter wereld die erkend zijn door de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA).
Een van deze centra is gevestigd in de Verenigde Staten, een tweede is rechtstreeks verbonden aan de IAEA en het derde maakt deel uit van het GCO.
Contracten voor de controle van splijtbaar materiaal zullen daarom ook in de toekomst onderhands worden gesloten met het GCO.