Bijlagen bij COM(2001)96 - Actieprogramma: versnelde actie ter bestrijding van HIV/aids, malaria en tuberculose in het kader van de armoedebestrijding

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Bijlage 1: Actieprogramma - Matrix.....................................................................................19

Bijlage 2: Grondbeginselen voor de ondersteuning van gezondheidszorg, aidsbestrijding en bevolkingsbeleid..................................................................................................................28

Bijlage 3: Verklaring van de gebezigde termen....................................................................30

Bijlage 4: Afkortingen en letterwoorden...............................................................................32

CONTEXT

1.

Op 20 September 2000 hechtte de Commissie haar goedkeuring aan een nieuw beleidskader, zoals ontvouwd in de mededeling over “Versnelde actie ter bestrijding van de belangrijkste infectieziekten in het kader van armoedebestrijding1. Het beleid van de Europese Gemeenschap is bedoeld als reactie op wat thans over het algemeen als een wereldwijde noodsituatie wordt onderkend: vijf miljoen sterfgevallen per jaar als gevolg van drie belangrijke overdraagbare ziekten: HIV/aids, malaria en tuberculose. Elk van deze ziekten veroorzaakt de dood van meer dan een miljoen mensen per jaar, hoofdzakelijk in de ontwikkelingslanden. Dat is een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid in de wereld.

In het beleidskader worden drie doelstellingen aangegeven voor een gerichte actie en een samenhangende reactie op deze drie ziekten: effect van de bestaande steunmaatregelen, betaalbaarheid van de voornaamste farmaceutische producten en onderzoek naar specifieke, mondiale collectieve voorzieningen, en de ontwikkeling daarvan. Deze aanpak heeft veel politieke steun gekregen van de ontwikkelingslanden, de lidstaten van de EU en partners zoals internationale ontwikkelingsorganisaties, de civiele samenleving en het bedrijfsleven. Dit is een samenhangende, unieke combinatie van ontwikkelings-, handels-en onderzoeksbeleid, die berust op alle bij de Commissie beschikbare deskundigheid.

Gezien het resultaat van de internationale "Rondetafelconferentie op hoog niveau"2 over het nieuwe beleid van de Europese Gemeenschap en ingevolge de conclusies van de Raad3 heeft de Commissie een actieprogramma uitgewerkt, ter bestrijding van de drie belangrijkste overdraagbare ziekten tijdens de komende vijf jaar (2001 - 2006).

2. DOELSTELLINGEN VAN HET ACTIEPROGRAMMA EN DAARVAN VERWACHTE RESULTATEN

Met het ontwikkelingsbeleid van de Europese Gemeenschap3 wordt hoofdzakelijk beoogd om duurzame ontwikkeling te bevorderen met het doel de armoede in de ontwikkelingslanden geheel en al uit de roeien en deze landen in de wereldeconomie op te nemen. Bij het aanbreken van de 21ste eeuw zijn weinig investeringen beter besteed dan die in een goede gezondheidszorg. Investeringen in de gezondheidszorg kunnen een uiterst belangrijke bijdrage leveren tot een vermindering van de armoede, welzijn en economische groei: landen met een beter volksgezondheidspeil groeien sneller. In de armste ontwikkelingslanden4 blijven overdraagbare ziektes - en in het bijzonder HIV/aids, malaria en tuberculose - de ontwikkeling beperken.

Zowel het beleidskader van de Europese Gemeenschap als dit actieprogramma ter bestrijding van de belangrijkste overdraagbare ziekten zijn volkomen in overeenstemming met de doelstelling van het communautaire ontwikkelingsbeleid en tegelijkertijd een voorwaarde voor het bereiken daarvan. Hiermee kan de EG een aanzienlijke bijdrage leveren tot en ten volle deelnemen aan het streven op wereldwijd en landelijk niveau om de belangrijkste overdraagbare ziekten te bestrijden. In de erkenning van de centrale rol die de ontwikkelingslanden bij de veiligstelling van hun volksgezondheid spelen, is dit actieprogramma er in het bijzonder op gericht om ervoor te zorgen dat deze landen ten volle aan de beoogde acties kunnen deelnemen en deze met hun eigen inbreng kunnen overnemen ("ownership").

Overeenkomstig de doelstellingen van het beleidskader worden van het actieprogramma van de Europese Gemeenschap de volgende resultaten verwacht:

- een optimaal effect van de bestaande steunmaatregelen, diensten en voorzieningen, ter bestrijding van de belangrijkste overdraagbare ziekten waarvan de armste bevolkingsgroepen hebben te lijden;

- een betere betaalbaarheid van de voornaamste farmaceutische producten via een overkoepelende aanpak;

- meer investeringen in onderzoek naar en ontwikkeling van specifieke, mondiale collectieve voorzieningen.

Al deze resultaten zullen een aanzienlijke bijdrage leveren tot een verlichting van de last van de belangrijkste overdraagbare ziekten - in het bijzonder voor de armste ontwikkelingslanden - en kracht bijzetten aan de armoedebestrijding overal ter wereld.

3. HET ACTIEPROGRAMMA

Het beleid van de Europese Gemeenschap is zodanig opgezet, dat daarmee een verband wordt gelegd tussen acties op landelijk niveau ter vergroting van de toegang van de mensen tot de bestaande voorzieningen en diensten, en het mogelijk maken van een wereldwijde actie voor de betaalbaarheid van specifieke, mondiale collectieve voorzieningen en investeringen in de ontwikkeling daarvan (zie bijlage 3). Derhalve zijn al deze drie actieterreinen - effect, betaalbaarheid en onderzoek - interactief en synergetisch: de ontwikkeling en financiering van mondiale collectieve voorzieningen, zoals aids- en malaria-vaccins, vereist meer doeltreffendheid op het gebied van onderzoek, financiering en nieuwe partnerschappen. Tegelijkertijd moet de financiering van de bestaande entstoffen echt en in voldoende mate worden verhoogd - bijvoorbeeld op landelijk niveau - om meer vertrouwen te wekken en daardoor de toekomstige aanvaarding van nieuwe vaccins te bevorderen. Evenzo zal een vermindering van de prijzen en concessies van de onderzoeks- en ontwikkelingsindustrie het volgende vereisen: een markt van voldoende omvang, gevestigde partnerschappen tussen de openbare en de particuliere sector en een aanzienlijke verhoging van de productiecapaciteit.

De uitvoering van het actieprogramma van de Europese Gemeenschap vereist samenhangende, collectieve en gelijktijdige actie.

Bij dit actieprogramma wordt rekening gehouden met een aantal grondbeginselen voor de steunverlening van de Europese Gemeenschap op het gebied van gezondheidszorg, aidsbestrijding en bevolkingsbeleid in de ontwikkelingslanden, zoals aangegeven in bijlage 2.

De vooruitgang wordt op twee niveaus bewaakt. Het effect en de resultaatindicatoren op hoog niveau worden gecontroleerd als onderdeel van een gemeenschappelijk, met andere internationale partners te ontwikkelen mondiaal bewakingssysteem, waarbij rekening wordt gehouden met vrouwen en armen. In bijlage 1 wordt een kader aangegeven voor de bewaking van dit actieprogramma op de terreinen die zich rechtstreeks voor actie door de Europese Gemeenschap lenen. Dat kader, waarin potentiele partners en instrumenten worden aangegeven, wordt nader gedetailleerd in specifieke werkplannen en bewakingsinstrumenten -waaronder ook jaarlijkse voortgangsverslagen - die na de goedkeuring van dit actieprogramma door de Commissiediensten moeten worden uitgewerkt.

3.1.    EFFECT

3.1.1.    Optimalisering van het effect van de steunmaatregelen op het gebied van gezondheidszorg, aidsbestrijding en bevolkingsbeleid, ter bestrijding van de belangrijkste overdraagbare ziekten en armoede

(1) Binnen het totale budget voor ontwikkelingssamenwerking zal de Commissie voor de komende vijf jaar (2002-2006) voorrang geven aan steunmaatregelen op het gebied van gezondheidszorg, aidsbestrijding en bevolkingsbeleid (HAP). In 2000 bedroeg het aandeel van de voor HAP uitgetrokken kredieten 8% (ongeveer 800 miljoen euro); dit zal gestadig worden verhoogd, naarmate de hulpverleningscapaciteit beter wordt. Binnen die steunmaatregelen zal meer hulp gericht worden toegekend voor de bestrijding van HIV/aids, malaria en tuberculose, en voor de in dit actieprogramma aangegeven acties, naar gelang van de behoeften van elk land of van elke regio.

(2) Met het huidige hervormingsproces bij de Europese Commissie worden meer doeltreffende hulpbeheersmethoden ingevoerd en knelpunten opgeheven, om een snellere uitbetaling mogelijk te maken. Met de betalingsverplichtingen van de Europese Gemeenschap ten aanzien van gezondheidszorg, aids- en bevolkingsbeleid (HAP) was tijdens de periode 1990-1999 4,2 miljard euro gemoeid, waarvan 700 miljoen euro alleen al in 1998 werden vastgelegd. Met het grootste gedeelte daarvan zal zij de sector gezondheidszorg blijven versterken. Er zullen maatregelen worden getroffen om de betalingen en de contractgunningsprocedures te vereenvoudigen. Bovendien zal de Commissie de ontwikkelingslanden verzoeken, na te gaan welke mogelijkheden er bestaan om onuitgegeven, maar wel vastgelegde middelen binnen de landenprogramma's een zodanige bestemming te geven, dat daarmee de plaag der infectieziekten kan worden bestreden.

(3) De Commissie zal de ontwikkelingslanden richtsnoeren geven voor zaken die betrekking hebben op overdraagbare ziekten en keuzes voor versnelde actie binnen

7

de huidige programmeringsrondes per land, per regio en per thema. De

6    De "bevolkingsmaatregelen" van de EG zijn omschreven in de verordening van de Raad betreffende steun aan

ontwikkelingslanden voor demografische maatregelen en programma's - 1484/97, 22 juli 1997.

7    In de verschillende onderdelen van dit actieprogramma zullen voorzieningen worden getroffen voor

"onstabiele" situaties, waarbij het plaatselijke aspect zwak is (door het ontbreken van goed functionerende ministeries van volksgezondheid of van nationale volksgezondheidsstrategieen in de ware zin des woords, dan wel van middelen om een programma uit te voeren).

delegaties en de partnerlanden zullen ertoe worden aangemoedigd om het probleem van de overdraagbare ziekten vanuit een armoedebestrijdings- en genderperspectief aan te pakken, in het kader van nationale strategiedocumenten (CSPs) en documenten met een armoedebestrijdingsstrategie (PRSPs)5. Er zal worden gestreefd naar coordinatie met de lidstaten en deze zullen via de ter zake bevoegde comites worden geraadpleegd. De Commissie zal vasthouden aan een algemeen overkoepelende aanpak, waarbinnen de meeste aandacht wordt geschonken aan preventieve activiteiten.

(4) De Commissie zal samenwerkingsregelingen treffen met de WHO/UNAIDS, de Wereldbank en de lidstaten, om de nodige technische en normatieve input te verschaffen bij het programmerings- en keuzeproces van de landen.

(5) De Commissie zal overwegen om van "alle ACS-" en andere regionale fondsen gebruik te maken6 voor een snelle overdracht van middelen aan partners, ter verbetering van de toegang tot en de gebruikmaking van de bestaande bestrijdingsmethoden en ter toepassing op grotere schaal van vernieuwende praktijken, zoals de sociaal verantwoorde verkoop ("social marketing") van muskietennetten en condooms, preventie en verpleging van moeders met HIV, enz. Mits er aan de voorwaarden van de geldende instrumenten is voldaan, mogen deze fondsen op verzoek van ontwikkelingslanden eventueel ook worden gebruikt voor de overdracht van middelen aan VN-organisaties/NGO's en CBO's, en aan niet-traditionele partners. Alvorens op ruime schaal te worden gehanteerd, zullen de vernieuwende praktijken aan hun armoedebestrijdings- en gendereffect worden getoetst.

De Commissie zal met mondiale partners blijven samenwerken om tot nieuwe methoden

van aanpak te komen, via een meer efficiente overdracht van middelen aan

ontwikkelingslanden op grotere schaal. Zie deel 3.4. voor specifieke acties.

3.1.2. Versterking van het farmaceutisch beleid en capaciteitsopbouw

(1) Via nationale en regionale samenwerking, capaciteitsopbouw en financiele en technische bijstand zal de Commissie de versterking van het beleid en de praktijk op farmaceutisch gebied steunen. Daarbij zal de Commissie, waar mogelijk, voortbouwen op bestaande programma's7. Er zal bijzondere moeite worden gedaan om verbetering te brengen in de opstelling van begrotingen en het financieel beheer, planning, kwaliteitsborging, aankopen,    aanbestedingen,    distributie en    een optimale

gebruikmaking van farmaceutische producten. De steun van de Commissie maakt het gemakkelijker om een overzicht te krijgen van het effect van invoerrechten en belastingstelsels op de prijzen, regelgevingsaspecten en ethische normen te behandelen en tot een betere uitwisseling van informatie te komen. De Commissie zal de ontwikkeling van regionale/subregionale netwerken van kwaliteitscontrolelaboratoria steunen om te verzekeren dat de kwaliteit van de farmaceutica naar behoren wordt gecontroleerd. Dit is bijzonder belangrijk in de context van de productie en het gebruik ter plaatse van generieke geneesmiddelen overeenkomstig de door de WHO goedgekeurde normen. De ontwikkelingslanden zullen worden gesteund bij hun streven om acties te kiezen en ter zake kundige besprekingen over farmaceutisch beleid te bevorderen.

(2) De Commissie zal kracht bijzetten aan haar partnerschappen met regionale samenwerkingsverbanden voor technische hulpmiddelen, inzonderheid met de WHO als de toonaangevende technische organisatie op het gebied van farmaceutisch beleid. De samenwerking met UNICEF, UNAIDS, de farmaceutische industrie en andere partners zal worden uitgebreid.

(3) De Europese Gemeenschap zal met de WHO samenwerken om de beleidsmaatregelen inzake essentiele geneesmiddelen ten behoeve van ontwikkelingslanden verder te verfijnen. Deze acties omvatten de geleidelijke opname van de voornaamste (niet-generieke) farmaceutische producten op de lijst van essentiele geneesmiddelen en de uitvoering van doelgerichte, kostenbesparende regelgevingsprogramma's op regionaal en landelijk niveau. Daarmee wordt beoogd om de goedkeuring van de registratie en de verkoop van de voornaamste farmaceutische producten in de ontwikkelingslanden te versnellen aan de hand van de bestaande registratiepraktijken in de ontwikkelde landen. Bovendien zal de Europese Gemeenschap als verbindingsschakel dienen met de WHO voor specifieke regels en regelgevingsprogramma's, en de verschaffing van de belangrijkste farmaceutische producten in noodsituaties.

(4) De Europese Gemeenschap zal met de landen en regio's samenwerken om systemen te ontwikkelen tegen de onttrekking van gedifferentieerd geprijsde producten aan hun bestemming (zie 3.2.).

3.1.3.    Ontwikkeling van de plaatselijke productiecapaciteit11

(1) De EG zal de ontwikkelingslanden op regionaal of landelijk niveau helpen een hoogwaardige plaatselijke productie van de voornaamste farmaceutica te ontwikkelen. Vele daarvan zijn namelijk niet aan een octrooi gebonden en zouden onmiddellijk kunnen worden geproduceerd. Welke landen daarvoor in aanmerking komen zal worden nagegaan via sectorale en marktanalyses, in combinatie met uitvoerbaarheidsstudies om te onderzoeken welke zakelijke mogelijkheden daarvoor bestaan en deze te beoordelen. Bovendien zal, zowel in de ontwikkelde als in de ontwikkelingslanden, de dialoog tussen de particuliere en de openbare (staats-) sector op farmaceutisch gebied worden aangemoedigd, terwijl ook de zakelijke contacten tussen deze beide sectoren zullen worden vergemakkelijkt. De steun voor de plaatselijke productie gaat naar landen die reeds over de plaatselijke productiecapaciteit en de nodige infrastructuur beschikken. Andere landen kunnen eventueel in een later stadium in aanmerking komen. 8

(2) Levensvatbare projecten worden gesteund via een bevordering van zakelijke mogelijkheden, op basis van deugdelijke bedrijfsplannen en -studies, die zowel gericht zijn op een verbetering van de volksgezondheid, als op winstgevendheid. De financiering mag plaatsvinden via PROINVEST, het Programma voor investeringsbevordering ten behoeve van de ACS-landen, het Bijstandsprogramma voor het bedrijfsleven in de EG-ACS (EBAS)9, de Investeringsfaciliteit voor de particuliere sector van de Overeenkomst van Cotonou via de EIB, en andere technische en financiele samenwerkingsregelingen van de EG (voor ALA-MEDA - zie deel 4 over de instrumenten).

(3) De industriebedrijven in en buiten de EU, waar generieke geneesmiddelen worden geproduceerd en onderzoek wordt verricht, zullen ertoe worden aangemoedigd om licentieovereenkomsten te sluiten en gezamenlijke ondernemingen ("joint ventures") op te richten, met daartoe geschikte partners in de ontwikkelingslanden. Dit vereist adequate aansporingsmaatregelen, zoals de waarborging van een hoge mate van bescherming voor intellectuele eigendomsrechten, de verwerving van toegang tot de markten van de ontwikkelingslanden door een wederzijdse erkenning van verkoopvergunningen, en de verzekering dat producten die bestemd zijn voor markten in de ontwikkelingslanden niet naar de Gemeenschap of naar andere markten van ontwikkelde landen worden uitgevoerd.

3.2. BETAALBAARHEID

3.2.1.    Gedifferentieerde prijsstelling10

(1) De Europese Gemeenschap neemt het voortouw bij het internationale streven om tot een mondiaal, gedifferentieerd prijsbepalingssysteem voor de belangrijkste farmaceutische producten te komen, ten behoeve van de armste ontwikkelingslanden. Zij blijft ervan overtuigd dat een vaste verbintenis op lange termijn van de fabrikanten om deze producten tegen zo laag mogelijke prijzen te leveren, een uiterst belangrijke bijdrage zou zijn tot de oplossing van het probleem van de toegang tot betaalbare geneesmiddelen. Derhalve zullen er nog meer besprekingen met de farmaceutische industrie en met de overheid van de armste ontwikkelingslanden worden gevoerd, teneinde zo spoedig mogelijk een dergelijk systeem op te zetten. In de toekomst zou een gedifferentieerde prijsstelling voor de armste ontwikkelingslanden niet langer uitzondering, maar regel moeten zijn.

(2) Een geslaagd stelsel van gedifferentieerde prijsbepaling ten behoeve van de armste ontwikkelingslanden moet ook de omleiding van de producten naar andere markten, waardoor de prijzen worden ondermijnd, kunnen voorkomen. Om het vertrouwen in een dergelijk systeem te bewaren, is het van vitaal belang dat er doeltreffende voorzorgsmaatregelen worden getroffen om ervoor te zorgen dat alle voor specifieke markten bestemde, tegen lagen prijzen verkochte farmaceutische producten, inderdaad op die markten worden afgeleverd en daar blijven. Dat omvat onder meer technische maatregelen, zoals gedifferentieerde etikettering, verpakking en merknaamgeving, om aan te geven welke producten preferentieel geprijsd zijn, welke speciale nalevingsprocedures in het land van in- en/of uitvoer moeten worden toegepast, en welke contractuele regelingen er tussen de exporteur, de importeur en de distributeur van de geneesmiddelen11 zijn getroffen.

(3) Er zal wellicht internationaal overleg moeten worden gepleegd (bijvoorbeeld onder auspicien van de VN of de WTO) om het risico dat de producten worden omgeleid te beperken, maar dat vereist ook de volledige deelname en medewerking van de regeringen in zowel de ontwikkelde als de ontwikkelingslanden, van de openbare en de particuliere sector, en van de NGO's. Om vooruitgang te boeken met dit debat, zal de Europese Gemeenschap besprekingen blijven voeren met haar belangrijkste handelspartners.

3.2.2.    Tarieven en belastingen

De Europese Gemeenschap zal de gevolgen van andere factoren dan de netto-invoerprijs op de verbruikersprijzen in de ontwikkelingslanden blijven analyseren. Dergelijke factoren, die ook douanetarieven, belastingen en invoer-, distributie- en plaatselijke registratietarieven omvatten, kunnen de prijzen aanzienlijk doen stijgen. Waar nodig zullen de invoerlanden ertoe worden aangemoedigd, die factoren te verminderen of op te heffen.

3.2.3.    Wetgeving op het gebied van intellectuele eigendom

(1) De Europese Gemeenschap wil zich ervoor inzetten om de ontwikkelingslanden die lid zijn van de WTO te helpen bij de tenuitvoerlegging van de TRIP's-overeenkomst. De beschikbare steun omvat onder meer: opleiding, hulp bij de opstelling van wetsteksten en oprichting van de nodige institutionele en administratieve diensten.

(2) De EG erkent dat, binnen de TRIP's-overeenkomst, de landen over een zekere mate van soepelheid beschikken om in bepaalde omstandigheden verplichte vergunningen af te geven12, om dringende problemen in verband met de bescherming van de volksgezondheid aan te pakken.

Harerzijds zal de EG besprekingen bij de WTO, de WIPO of de WHO bevorderen, om iets te doen aan het verband tussen de TRIPs-overeenkomst en volksgezondheidsvraagstukken, ten einde daaromtrent tot internationale overeenstemming te komen.

3.3. ONDERZOEK EN ONTWIKKELING

3.3.1.    Intensivering en vermeerdering van de steun voor onderzoek en ontwikkeling

Krachtens het huidige 5de kaderprogramma zal de Commissie naar verwachting 130 miljoen euro voor onderzoek op het gebied van HIV, malaria en tuberculose vastleggen. Onder het 4de kaderprogramma (1994-1998) werd een bedrag van meer dan 80 miljoen euro vastgelegd. Bij recente initiatieven werd de steun steeds meer toegespitst op de bestrijding van overdraagbare ziekten in de ontwikkelingslanden. De Europese onderzoeksruimte13 verschaft Europa een kader om samenwerkingsstrategieen voor onderzoek en ontwikkeling uit te stippelen. Voortbouwend op de huidige investeringen in volksgezondheidsonderzoek voor de drie belangrijkste overdraagbare ziekten, wordt thans een nieuw, uiterst belangrijk initiatief overwogen om de klinische ontwikkeling van nieuwe steunmaatregelen te steunen en te versnellen. Tegen die achtergrond is de Commissie bezig om, in het eerste halfjaar van 2001, in overleg met alle belanghebbenden, een Europese onderzoeksstrategie voor mondiale voorzieningen uit te werken, ter bestrijding van HIV/aids, malaria en tuberculose. Met specifieke actieplannen voor deze drie ziektes als richtsnoer, wordt overwogen dat de Gemeenschap haar steun in twee richtingen zal verlenen:

(1) meer steun voor elementair en strategisch onderzoek en de voortzetting daarvan, op Europees en internationaal niveau;

(2) oprichting van een Europees platform voor klinische proeven om het aantal, de efficientie en de samenhang van de door de openbare en de particuliere sector verrichte klinische proeven, waarbij ook de ontwikkelinglanden zijn betrokken, te vergroten. Dit platform zal ook als raakvlak met andere initiatieven voor onderzoek en ontwikkeling dienen, waaronder ook die van de G-8-partners.

3.3.2. Capaciteitsopbouw in de ontwikkelingslanden

De ontwikkelingslanden zullen bij alle stadia van het onderzoeks- en ontwikkelingsproces voor nieuwe collectieve voorzieningen worden betrokken. Er wordt een blijvend effect verwacht van zowel elementaire beroepsopleiding als opleiding in het verrichten van geavanceerd onderzoek om de capaciteit ten aanzien van wetenschap en technologie en de prestaties van de diensten voor gezondheidszorg te vergroten.

(1) De verlening van meer steun voor onderzoeksactiviteiten omvat ook steun voor in samenwerking verrichte, moleculaire en klinische, epidemiologische, operationele en sociale studies, waarmee een stevigere grondslag wordt gelegd voor de volksgezondheid. Daarbij komt de nadruk eveneens op gelijke kansen voor vrouwen en mannen en armoedebestrijding te liggen. Bovendien zal er steun worden verleend om te zorgen voor doelgerichte ethische normen en doorlichtingssystemen.

(2) Er zal steun worden verleend voor de opbouw van capaciteit in de ontwikkelingslanden, om deze laatste in staat te stellen op eigen bodem en op grote schaal bevolkingsproeven te nemen. Het is de bedoeling dat via het platform voor klinische proeven drie uiterst belangrijke activiteiten worden gecoordineerd: a) ontwikkeling van het menselijk potentieel, b) "mobilisatie" van maatschappelijke krachten en het geven van meer middelen aan plaatselijke gemeenschappen ("empowerment"), als ondersteuningsmaatregel voor bevolkingsproeven en c) modernisering van de voorzieningen en diensten bij onderzoeksinstellingen en klinische instellingen in de ontwikkelingslanden.

3.3.3. Aansporingsmaatregelen voor de ontwikkeling van specifieke, mondiale collectieve voorzieningen

(1) De EU zal een pakket van aansporingsmaatregelen bestuderen en ontwikkelen,

om te bevorderen dat de op onderzoek en ontwikkeling (O&O) gebaseerde industriebedrijven in nieuwe producten investeren, ter bestrijding van de belangrijkste overdraagbare ziekten in de ontwikkelingslanden. Naar aanleiding van de goedkeuring van het nieuwe beleidskader van de Europese Gemeenschap, heeft het Bureau van de Eerste Minister van het VK een werkgroep opgericht om dergelijke potentiele initiatieven te beoordelen. De Britse werkgroep zal haar arbeid in nauw overleg met de Commissie en de EU-lidstaten verrichten. Dit zal een waardevolle input opleveren voor de bestudering door de EU van aansporingsmaatregelen, zoals de uitbreiding van verkooprechten, risicokapitaal, leningen tegen een lage rentevoet, belastingkredieten, gegarandeerde markten, enz.

(2) De Commissie zal initiatieven tot het voeren van vroegtijdige besprekingen over regelgevingsaspecten in relatie tot nieuwe producten voor de drie belangrijkste overdraagbare ziekten, aanmoedigen en steunen. Dit is van vitaal belang voor de voorkoming van oponthoud bij de goedkeuring van nieuwe producten. De Commissie zal ervoor zorgen dat de regelgevingsinstanties in de ontwikkelingslanden waar klinische proeven worden verricht of overwogen, bij dergelijke vroegtijdige besprekingen in verband met deze nieuwe producten betrokken worden.

(3) De Commissie zal meer steun verlenen voor economisch onderzoek naar de vraag naar specifieke, mondiale collectieve voorzieningen voor ontwikkelingslanden. Samen met de Wereldbank is de Commissie reeds betrokken bij onderzoek naar de vraag en de bereidheid van het publiek om voor een aids-vaccin te betalen. Dit omvat steun voor studies ter verbetering van het inzicht in de markt en om het potentiele effect op de volksgezondheid en de betaalbaarheid van een HIV-vaccin te beoordelen. De resultaten van dit onderzoek zullen de informatie opleveren, waaraan zowel de beleidsvormers in de ontwikkelingslanden als de donors zozeer behoefte hebben.

(4) De Commissie zal aan de ontwikkeling van financieringsregelingen deelnemen om aan de behoefte aan specifieke, mondiale collectieve voorzieningen te voldoen en om ervoor te zorgen dat deze laatste zo spoedig mogelijk voor de mensen in de ontwikkelingslanden beschikbaar komen, in het bijzonder wat betreft aids- en malaria-vaccins, diagnosetechnieken voor tuberculose en vectorcontroleproducten.

(5) Het werk van het "AIDS Vaccine Task Team” van de Commissie en de samenwerking met de lidstaten en andere partners als UNAIDS, IAVI en GAVI zal worden voortgezet en geintensiveerd. Het team met als speciale opdracht de ontwikkeling van een aids-vaccin, werkt aan de diverse bovenvermelde acties met het doel om de ontwikkeling van een aids-vaccin te versnellen, opdat de ontwikkelingslanden daar zo spoedig mogelijk over kunnen beschikken.14

(6) Het Europees platform voor klinische proeven zal als prikkel dienen voor de opheffing van belangrijke belemmeringen op wetenschappelijk, technologisch en

17

operationeel gebied voor de ontwikkeling van de betrokken producten. Het is de bedoeling dat dit platform ook tot de ontwikkelingslanden wordt uitgebreid.

3.4. DEELNAME AAN WERELDWIJDE PARTNERSCHAPPEN: BELEID EN POLITIEKE DIALOOG

De Europese Gemeenschap zal blijven deelnemen aan wereldwijde initiatieven, ter

bestrijding van de belangrijkste overdraagbare ziekten in het kader van de armoedebestrijding.

Met het oog daarop zal de Europese Gemeenschap:

(1) de hervorming van de internationale financiele structuur bevorderen, opdat er meer specifieke, mondiale collectieve voorzieningen beschikbaar komen of worden ontwikkeld (zie bijlage 3) en om een betere coordinatie en efficientie bij de internationale financiering te bevorderen. De Europese Gemeenschap zal er in het bijzonder op toezien dat het mondiale steunverleningsstreven zich telkens kristalliseert rond een overkoepelende aanpak van de gezondheidszorg op landelijk niveau, en dat de ontwikkelingslanden daarbij ten volle worden betrokken en die aanpak met hun eigen inbreng kunnen overnemen ("ownership"). Met het oog daarop zal de Commissie actief blijven deelnemen aan de werkgroep van leden van de G8, die zal nagaan hoe de grotere uitgaven en de toespitsing van de totale middelen op deze drie overdraagbare ziekten het beste kunnen worden georganiseerd. Bij de aanloop tot de vergadering van de G8 te Genua (juli 2001) evalueert de groep de uit de bestaande internationale regelingen getrokken lering. Dat zal een belangrijke input verschaffen voor het onderzoek dat de Commissie zelf zal verrichten naar de mogelijkheden om mondiale regelingen te financieren;

(2) kracht bijzetten aan haar partnerschappen met VN-organisaties en in het bijzonder met de WHO15 en UNAIDS. Daarbij zal er in het bijzonder naar worden gestreefd om de mondiale inspanningen efficienter te coordineren en de versnelde reactie te bewaken door deze aan de toegekende middelen en de gezondheidsresultaten te toetsen;

(3) nauw met de VS en met Japan blijven samenwerken, om steun te vergaren voor een adequate verdeling van de totale kosten, financiele regelingen en de ontwikkeling van een mondiaal systeem van gedifferentieerde prijsstelling voor de voornaamste farmaceutische producten ten behoeve van de armste ontwikkelingslanden (zie deel

3.2.1.). Met de VS zou dit deel moeten uitmaken van het samenwerkingsverband, dat werd opgezet door de leiders van de topconferentie EU-VS over de drie overdraagbare ziekten en dat in het kader van de nieuwe Transatlantische Agenda16 en tegen de achtergrond van de G8-besprekingen zal functioneren.

(4) Deze aanpak komt ten goede aan de Europese Gemeenschap, de internationale gemeenschap en de gesteunde landen. Hierdoor wordt het gemakkelijker om de technische bijstand van de VN en andere belangrijke donors meer gestroomlijnd te verlenen, een efficientere financiele regeling ter versnelling van de daadwerkelijke verlening van de hulp ter plaatse te treffen, en om de transactiekosten zowel voor de donors als voor de begunstigden te drukken. Tegelijkertijd krijgt de Europese Gemeenschap hierdoor meer stem bij de vaststelling van het mondiale beleid.

4. INSTRUMENTEN

4.1.    De actie-instrumenten aangeven

De Europese Commissie beschikt over een groot scala van beleids-, wet- en regelgevings- en financiele instrumenten, die zij actief zal gebruiken ter ondersteuning van dit actieprogramma17. Welk instrument voor welke actie wordt gebruikt, zal afhangen van de diverse niveaus waarop de acties worden gevoerd (nationaal, regionaal of mondiaal); dit moet nader worden omschreven, volgens de voor de respectieve instrumenten geldende procedures. Er zal gebruik worden gemaakt van de volgende ontwikkelingshulpinstrumenten:

a) Onuitgegeven reservebedragen van het 8ste EOF en middelen van de geografische begrotingslijnen (ALA-MEDA).

i) Specifieke acties ter ondersteuning van initiatieven met reeds bestaande of nieuwe partners. Met het oog daarop worden er specifieke richtsnoeren voor gezondheidszorg, aidsbestrijding en bevolkingsbeleid uitgewerkt.

ii) In dit verband zullen ook de volgende maatregelen worden overwogen voor de verlening van financiele steun:

- wanneer landen erin toestemmen om hun douanetarieven voor de invoer van farmaceutische producten op te heffen, zal worden nagegaan of er technische bijstand kan worden verleend voor belastinghervormingen en of er extra financiele aansporingen kunnen worden gegeven aan landen die zich hiervoor willen inzetten;

- technische bijstand voor de tenuitvoerlegging van de TRIP's-overeenkomst.

b) Middelen van het 9de EOF18, ALA-MEDA en thematische begrotingslijnen.

i) Er wordt voorgesteld om een aanzienlijk bedrag toe te kennen voor partnerschappen met niet-traditionele partners, zoals de plaatselijke particuliere sector in de ontwikkelingslanden, om op verschillende punten tot een vernieuwende aanpak te komen op het gebied van sociaal verantwoorde verkoop op landelijk niveau (zie 3.1.1.).

ii) Verder wordt voorgesteld een aanzienlijk bedrag toe te kennen om tot een partnerschap met de WHO te komen voor acties ter versterking van het farmaceutisch beleid op regionaal en landelijk niveau (zie 3.1.2).

iii) De Commissie pleit voor een adequate, internationale lastenverdeling en een consensus rond het in dit actieprogramma ontvouwde beleid van de Europese Gemeenschap, en overweegt daarnaast een bijdrage te leveren tot een mondiale regeling om in samenwerking met andere partners technische kennis en voorzieningen te verschaffen (zie 3.4).

c) Er kunnen allerlei ondersteuningsacties, zoals uitvoerbaarheidsstudies, worden ondernomen ter ondersteuning van de ontwikkeling van de productiecapaciteit in de ontwikkelingslanden19. Door de activiteiten van het ESIP-programma, dat in 2001 in samenwerking met de Europese Investeringsbank van start gaat, zouden er banden met de zakenwereld en het bedrijfsleven kunnen worden gelegd.

d) In verband met het huidige debat over de ontkoppeling van de hulp en ter vergroting van de plaatselijke capaciteit en de betaalbaarheid, stelt de Commissie voor om de ACS-regeling ook tot regionale gebieden buiten de ACS uit te breiden, waardoor zowel bedrijven uit partnerlanden als bedrijven uit de EU aan de aanbestedingen kunnen deelnemen. Om nog verder te gaan dan dat, tracht de Commissie na te gaan hoe aanbestedingen voor bepaalde diensten of producten, zoals de voornaamste farmaceutica voor HIV/aids, malaria en tuberculose, voor alle ontwikkelingslanden kunnen worden opengesteld. Daarmee wordt beoogd om de productie van en de toegang tot dergelijke goederen en diensten in de ontwikkelingslanden of -regio's naar behoren te bevorderen, en om dergelijke goederen en diensten met of zonder financiele hulp van buitenlandse partners, tegen een betaalbare prijs ter beschikking van alle ontwikkelingslanden te stellen.

Behalve de ontwikkelingshulpinstrumenten, zullen de kaderprogramma's voor onderzoek worden aangewend voor de ondersteuning van de in deel 3.3. beoogde maatregelen.

Het Europese platform voor klinische proeven (zie deel 3.3.1) zal ernaar streven om, behalve onderzoeksgelden en, voor zover het daarvoor in aanmerking komt, financiele middelen van de communautaire ontwikkelingsfondsen, van partnerschappen tussen de openbare en de particuliere sector en uit andere financieringsbronnen, te gebruiken om bevolkingsproeven op grote schaal uit te voeren.

4.2. Partnerschap, overnamecapaciteit met eigen inbreng ("ownership") en bewaking van een doeltreffende reactie van de Europese Gemeenschap

Er zij op gewezen dat de meeste van deze ontwikkelingsinstrumenten en -middelen alleen kunnen worden "geactiveerd" op verzoek van ontwikkelingslanden die als partners fungeren of van internationale ontwikkelingspartners. Veel internationale partners en ontwikkelingslanden die als partner optreden hebben belangstelling geuit voor de krachtens dit actieprogramma te voeren acties. Die belangstelling voor samenwerking met de Europese Gemeenschap gaat gepaard met een duidelijke vraag naar "gebruikersvriendelijke", "actiegerichte" instrumenten en partnerschapsregelingen. Om ervoor te zorgen dat de verschillende landen deze acties volledig kunnen overnemen, met hun eigen inbreng (ownership), is het van vitaal belang dat de ontwikkelingslanden die als partners fungeren bij de verdere uitstippeling van specifieke acties betrokken blijven.

Tot dusver is de Commissie er nog niet in geslaagd om efficiente financiele instrumenten voor de investering in mondiale initiatieven uit te werken. In deze leemte kon slechts gedeeltelijk worden voorzien door de gebruikmaking van thematische begrotingslijnen op kleine schaal. Met behulp van mondiale regelingen zou de Commissie haar ontwikkelingsuitgaven kunnen verhogen en, in samenwerking met de lidstaten, de transactiekosten voor de activiteiten op dit gebied kunnen verlagen.

Behalve de hantering van "behoeftegerichte" financieringsinstrumenten, moet er nog veel werk worden verzet in termen van "beleidsdialoog" en de gebruikmaking van instrumenten voor beleidsuitwerking en -dialoog. Doelgerichte institutionele regelingen en middelen staan centraal bij de uitvoering en bewaking van dit actieprogramma.

5. CONCLUSIE

Wordt dit actieprogramma tijdens de komende vijf jaar (2002-2006) met succes uitgevoerd, dan zal dat een belangrijke bijdrage leveren tot het mondiale streven om de ontwikkelingscrisis als gevolg van HIV/aids, malaria en tuberculose aan te pakken. De Commissie stelt een samenhangend beleidskader voor, met richtsnoeren voor versnelde communautaire actie. Ook heeft zij de leiding genomen bij het streven naar coordinatie van een meer doeltreffende reactie van zowel de afzonderlijke landen als de internationale gemeenschap. De ontwikkelingslanden en de armste bevolkingsgroepen die de zwaarste last dragen, hebben gecoordineerde steun nodig op ongekende schaal. Dat vereist een uitgesproken inzet van de betrokken landen, de lidstaten en van de multilaterale en bilaterale donors.

Bijlage 1: Actieprogramma - Matrix

EFFECT (1 van 2)

ACTIVITEITENGEOGRAFISCHTIJDSCHEMAPARTNERSCHAP-BEWAKING/RESULTATEN
TOEPASSINGS-PEN
GEBIED
III 1.1 - Optimalisering van het effect van de HAP-steunmaatregelen ter bestrijding van de belangrijkste overdraagbare ziekten en armoede.
Snelle uitbetaling. De Commissie moet nagaan welke mogelijkheden er bestaan om de onuitgegeven middelen te gebruiken voor de bestrijding van deze drie overdraagbare ziekten.1) Alle ontwikkelings-
1) Maart 2001-
1) Alle ontwikkelings-
1.1 De portefeuille voor HAP-uitbetalingen tegen
1. De Commissiediensten geven de EG-
landendecember 2001landeneind 2001 met 50% verhoogd.
delegaties specifieke richtsnoeren. De partnerlanden worden ertoe aangemoedigd om1.2 "Sluimerende" programma's (20) afgesloten of
overdraagbare ziekten te bestrijden binnen het kader voor de nationale strategiedocumentenbij gestuurd tegen eind 2001.
inzake gelijke kansen voor vrouwen en mannen en armoedebestrijding.2) Alle ontwikkelings-
2) Maart 2001
2) Alle ontwikkelings-
2.1 Programmeringsrichtsnoeren vastgesteld en
2. De Commissie treft samenwerkingsregelingen
landenlanden; andere donorsgevolgd.
voor de programmering.2.2. Meer nationale strategiedocumenten inzake gelijke kansen voor vrouwen en mannen en armoedebestrijding,    ook    over    HAP-

steunmaatregelen.
2.3 Delegatiepersoneel uitgebreid en opgeleid.
3) Alle ontwikkelings-
3) Februari 2001 -
3) WHO-UNAIDS-
3) Partnerschaps- en/of financieringsovereenkomsten
3. De Commissie vergemakkelijkt de toekenning
landenjuli 2001lidstatenvastgesteld.
van    middelen    voor    vernieuwende
partnerschappen.
4) Hoofdzakelijk in het
4) Ononderbroken
4) Civiele samenleving,
4) Middelen geprogrammeerd, partners aangegeven.
4. De Commissie geeft binnen de algemene
ten zuiden van de Saharavanaf maart 2001particuliere    sector,
ontwikkelingshulp voorrang aan HAP-gelegen deel van Afrikasuborganisaties van de VN
steunmaatregelen.en in Zuid-Azie
5) Alle ontwikkelings-
5) Maart 2001-2006
5) Alle ontwikkelings-
5) Een grotere HAP-toewijzing dan de huidige 8%,
5. De Europese Gemeenschap blijft ernaar streven
landenlanden; andere donorsnaar gelang van een betere hulpverleningscapaciteit
dat de bestaande mondiale regelingen en dein de praktijk.
inspanningen die de partnerlanden zich
getroosten, beter op elkaar aansluiten.
Zie 3.4Zie 3.4Zie 3.4Zie 3.4

Actieprogramma - EFFECT (2 van 2)

ACTIVITEITENGEOGRAFISCH

TOEPASSINGS-

GEBIED
TIJDSCHEMAPARTNER-

SCHAPPEN

EG,

ontwikkelings-

landen
BEWAKING/RESULTATEN
III.1.2 Versterking aan het farmaceutisch beleid
1. Regionale samenwerking, capaciteitsopbouw, financiele en technische bijstand.

2. Krachtiger en beter beleid op het gebied van

essentiele    geneesmiddelen    en

regelgevingsprogramma's.
De    acties    worden

hoofdzakelijk    op

regionaal niveau gevoerd en zullen, wegens het verwoestende effect van deze drie ziekten en de armoedefactoren in deze beide regio's, op Afrika en Zuid-Azie worden toegespitst.
Juni    2001-juni

2002
Voor alle acties:

WHO

UNICEF, UNAIDS, bedrijfstak.
1. Partnerschappen tot stand gebracht

2.1.    Overeenkomst met de WHO tot stand gebracht.

2.2.    Herziening van de EDL door de WHO tegen eind 2002.
3. Verfijning van het mondiale beleid inzake essentiele geneesmiddelen ten behoeve van de armste ontwikkelingslanden.
3. Partnerschap met UNICEF, UNAIDS; bedrijfstak aangegeven.
4. Ontwikkeling van systemen om een onttrekking aan de beoogde bestemming van gedifferentieerd geprijsde producten te voorkomen.
Zie 3.2.3.Zie 3.2.3.Zie 3.2.3.4. Zie 3.2.3.
III. 1.3 Ontwikkeling van de plaatselijke productiecapaciteit
1. Steun voor sector- en marktanalyses; dialoog, aangeven van de bestaande zakelijke mogelijkheden.
De acties worden gevoerd op regionaal niveau, met als specifiek geografisch toepassingsgebied landen waar    reeds    een

plaatselijke    productie-

capaciteit bestaat (hetzij in de particuliere, hetzij
Voor alle acties:

Maart 2002 tot januari 2006.
Bij het partnerschap zullen tegelijkertijd de volgende instanties worden    betrokken:

industriebedrijven, zowel binnen als buiten de EU, die generieke
1. Eerste uitvoerbaarheidsstudies voltooid.

in de openbare sector).


2. Steun voor de uitwerking van deugdelijke bedrijfsplannen.


3. Licentieovereenkomsten en het gezamenlijk opzetten van bedrijven ("joint ventures") met doelgerichte    aansporingsmaatregelen

bevorderen.


geneesmiddelen produceren en op onderzoek    zijn

gebaseerd, en ter zake bevoegde regionale instanties,    de

Commissie,    de

lidstaten van de EU, de    Europese

Investeringsbank (EIB) en andere financieringsinstel-lingen. Partners uit het bedrijfsleven.


2.1    Landen aangegeven voor bedrijfsplannen.

2.2    Bedrijfsplannen goedgekeurd.


3. Licentieovereenkomsten en "joint ventures" bevorderd.


Actieprogramma - BETAALBAARHEID (1 van 1)

ACTIVITEITENGEOGRAFISCH

TOEPASSINGS-

GEBIED
TIJDSCHEMAPARTNERSCHAP-

PEN
BEWAKING/RESULATEN
III.2.1 Gedifferentieerde prijsstellingActies op wereldwijd niveau    voor    de

ontwikkellingslanden
1. Het voortouw nemen bij het intemationale streven om een mondiaal, gedifferentieerd prijsbepalingssysteem tot stand te brengen.
1. EU, OESO en G8-landen
1. In september 2000 op gang gebracht; nog aan de gang.
1. EU,    generieke

geneesmiddelen producerende en op onderzoek    gebaseerde

industriebedrijven, G8, OESO    en

ontwikkelingslanden
1. Verbintenissen van het bedrijfsleven en    de    overheid    van    de

ontwikkelingslanden.
2. Doeltreffende voorzorgsmaatregelen nemen tegen de onttrekking van producten aan hun beoogde bestemming.
2. In- en uitvoerlanden.
2. Vanaf maart 2001.
2. EU, bedrijfstak, OESO, G8    en

ontwikkelingslanden
III.2.2 Tarieven en belastingen
1. Effectanalyse.
OntwikkelingslandenVanaf maart 2001EU,    internationale

organisaties,

ontwikkelingslanden
Lagere verbruikersprijzen.
III.2.3 Wetgeving op het gebied van intellectuele eigendom
1. Steun voor de uitvoering van de TRIPs-overeenkomsten.
Vanaf maart 2001
2. Bespreking van het verband tussen de TRIPs-overeenkomst en de bescherming van de
Vanaf november 2001WTO,    WIPO    en

ontwikkelingslanden.
Waar nodig, verlening van technische bijstand.
volksgezondheidVierde WTO-vergadering op ministerieel niveau,, WHO, WIPO, civiele samenleving, bedrijfsleven, EU.
ACTIVITEITENGEOGRAFISCH

TOEPASSINGS-

GEBIED
TIJDSCHEMAPARTNERSCHAPPENBEWAKING/

RESULTATEN
HL3.1 - Intensivering van de steun voor onderzoek en ontwikkeling.
1. Meer steun voor elementair en strategisch onderzoek

2. Oprichting van een Europees platform voor klinische proeven.
Alle acties komen ten goede aan alle bevolkingen en in het bijzonder aan die van de armste

ontwikkelingslanden.
Reeds aan de gang en voort te zetten tot maart 2001 - maart 2003EU-lidstaten,    Europese

Gemeenschap,    G8,

ontwikkelingslanden,    WHO,

UNAIDS,    overeenkomstig    de

doelstellingen    van de Europese

Onderzoeksruimte.
Alle    O&O-activiteiten

worden extern aan van tevoren bepaalde criteria getoetst.
III.3.2    -    Capaciteitsopbouw    in    de

ontwikkelingslanden
1. Steun voor onderzoeksactiviteiten, waarbij rekening wordt gehouden met vrouwen en armen.
2. Capaciteitsopbouw (gelijke kansen voor vrouwen en mannen).
III.3.3    - Aansporingsmaatregelen voor de

ontwikkeling van specifieke, mondiale collectieve voorzieningen
1. De EG onderzoekt en ontwikkelt een pakket van aansporingsmaatregelen.

2. Vroegtijdige    besprekingen    over

regelgevingsaspecten.
1) voorbereiding vanaf 2001, aansporingsmaatregelen getroffen vanaf 2002.

2) vanaf januari 2001 - met

inaanmerkingneming van de WHO-vergadering    in

februari.
1) partnerschap met lidstaten, ontwikkelingslanden, de WHO en anderen

2) allerlei financiele partnerschappen
3. Economisch onderzoek naar de vraag.
3) 1-6 maanden vanaf februari
3) De werkgroep van het Bureau van
2001.de Eerste minister van het VK, in nauwe samenwerking met andere lidstaten van de EU.
4. Uitwerking    van    gemeenschappelijke
financieringsregelingen.4) vanaf januari 2001 - en met inaanmerkingneming van de WHO-vergadering    in

februari.
4) idem
5. Versterking van het "AIDS Vaccine Task
Team"5) vanaf januari 2001
5) nieuw operationeel partnerschap, ter bevordering van een aids-vaccin (met UNAIDS enIAVI).
ACTIVITEITENGEOGRAFISCH

TOEPASSINGS-

GEBIED
TIJDSCHEMAPARTNERSCHAPPENBEWAKING/

RESULTATEN
III.4. Deelname aan wereldwijde partnerschappen
1. De EG bevordert de hervorming van de intemationale financiele structuur om ervoor te zorgen dat er meer mondiale collectieve voorzieningen    worden    ontwikkeld    en

beschikbaar komen.
Voor alle acties. Mondiale acties ten behoeve van de armste bevolkingsgroepen, die het meest te lijden hebben van de drie belangrijkste overdraagbare ziekten.1. Januari 2001 en daarna.
1. G8 en Europese staten.
1. Adequate lastenverdeling tot stand gebracht.

1.2 De mondiale partners voeren    een    onderling

samenhangend beleid.
2. De EG zet kracht bij aan haar partnerschap met VN-organisaties.
2. Tegenjuli 2001.
2. VN-organisaties en in het bijzonder met de WHO en UNAIDS.
2. Partnerschappen met de VN tot stand gebracht.
3. De EG zet haar samenwerking met de VS en Japan voort, in het bijzonder met betrekking tot gedifferentieerde prijsstelling.
3. November 2000 en daarna.
3. EU/VS en Japan.
3. Gemeenschappelijk

standpunt    EU/VS/Japan

over    gedifferentieerde

prijsstelling bereikt.

Bijlage 2: Grondbeginselen voor de ondersteuning van gezondheidszorg, aidsbestrijding

en bevolkingsbeleid

(1) Voortbouwen op de ontwikkelingsagenda van ieder land, ter bestrijding van de armoede en ter bevordering van de gelijkheid tussen vrouwen en mannen, hoe deze doelstellingen ook tot uitdrukking komen en of zij nu in een overkoepelend ontwikkelingskader, een armoedebestrijdingsstrategie of als een nationaal ontwikkelingsplan worden ontvouwd. Het is van vitaal belang dat de belanghebbenden in het land zelf het project met hun eigen inbreng kunnen overnemen ("ownership").

(2) Een doeltreffende aanpak van de plaag der infectieziekten op landelijk niveau hangt van de context af. Om de versnelde actie het beste op de realiteit te doen aansluiten, zal daarmee worden voortgebouwd op hetgeen reeds is tot stand gebracht, terwijl er met een uiteenlopend gamma van steunmaatregelen, financieringsregelingen en partners zal worden gewerkt.

(3) Landen met doeltreffende beleidsmaatregelen, instellingen en een min of meer regelmatige begrotingscoordinatie, worden gesteund via de regeling dat het land voor steun wordt uitgekozen. In landen zonder samenhangende steunmaatregelen en regelingen en/of met zwakke instellingen, of in landen die in een crisissituatie verkeren, wordt de steun vergemakkelijkt via partnerschappen met NGO's en/of VN-organisaties.

(4) De potentiele steunverleningsinstrumenten en -kanalen worden bepaald door de sectoren gezondheidszorg, aidsbestrijding en bevolkingsbeleid en de daar gevolgde praktijken.

(5) Met dit streven dienen acties te worden gesteund om gezondheidszorgstelsels te versterken en voort te bouwen op nationale capaciteit. Doeltreffende steun zal volksgezondheidresultaten opleveren, die zullen worden bewaakt.

(6) Met een logisch samenhangende actie wordt een gemeenschappelijk kader gesteund, in partnerschap met alle belanghebbenden: regeringen en niet tot regeringskringen behorende instanties, de openbare en de particuliere sector, donors en internationale organisaties.

(7) De verlening van doeltreffende, op de armste lagen van de bevolking gerichte steun zal bijdragen tot andere belangrijke ontwikkelingsresultaten, die een dwarsverbinding hebben met algemene overwegingen, zoals de bevordering van mensenrechten, gelijkheid tussen vrouwen en mannen, de rechten van het kind en het milieubeschermingsaspect.

(8) De partners moeten bij hun aanpak blijk geven van verbeeldingskracht. De verschillende aanpakmethoden moeten zodanige resultaten opleveren, dat iedereen daarmee op gelijke voet komt te staan t.o.v. de volksgezondheid. Ook moeten zij financieel rechtvaardig zijn moet worden getrokken en aan de vraag van de mensen voldoen, terwijl er eveneens profijt moet worden getrokken van de middelen van alle potentiele contribuanten.

(9) De Commissie zal de lidstaten die daarvoor belangstelling hebben uitnodigen om gezamenlijk aan op korte termijn uitvoerbare projecten te werken om tot soepele regelingen te komen, ter ondersteuning van gei'nteresseerde partnerlanden (medefinanciering, "stille" partners, technische bijstand, enz.).

Bijlage 3: Verklaring van de gebezigde termen

a) Mondiale collectieve voorzieningen

"Collectieve voorzieningen" zijn voorzieningen die ten goede komen aan de samenleving als geheel bezien. Het begrip "nationale collectieve voorzieningen", zoals de handhaving van recht en orde, is niet nieuw. Maar in een wereld waarvan alle onderdelen steeds meer met elkaar verbonden en van elkaar afhankelijk zijn, wordt thans veel meer aandacht geschonken aan "mondiale collectieve voorzieningen". Dit gaat van de controle op overdraagbare ziekten tot de verschaffing van wereldwijde financiele stabiliteit, milieubescherming en conflictpreventie20.

De technische kennis en vaardigheid die nodig zijn om "mondiale collectieve voorzieningen" te ondersteunen, zal aan alle bevolkingen ten goede komen, ongeacht wie voor de ontwikkeling daarvan betaalt. Hierdoor ontstaat in zoverre een "profiteurs"-probleem, dat zowel personen als regeringen daarvoor minder willen betalen dan de voordelen die zij daardoor genieten. In het bijzonder met betrekking tot, bijvoorbeeld, HIV/aids- en malariavaccins, zal de particuliere sector waarschijnlijk niet de onderzoeks- en ontwikkelingskosten willen vergoeden voor gezondheidstechnologieen die hoofdzakelijk ten goede komen aan weinig draagkrachtige landen en bevolkingsgroepen.

Uiteindelijk ligt de oplossing op mondiaal niveau bij de landen, de donors en de particuliere sector, die gezamenlijk de verantwoordelijkheid op zich moeten nemen en de kosten moeten dragen voor de ontwikkeling en de beschikbaarheid van "mondiale collectieve voorzieningen". Derhalve zou de beste reactie een gecoordineerde aanpak via een gezamenlijke openbare voorziening kunnen zijn.

b) Plaatselijke productie

Onder plaatselijke productie valt te verstaan de fabricage van de voornaamste farmaceutische producten (waaronder ook collectieve voorzieningen als nieuwe entstoffen), overeenkomstig de nationale wetgeving en met de bijbehorende internationale verplichtingen, waar zulks van toepassing is. Dit omvat ook de plaatselijke fabricage van producten waarop een octrooirecht rust onder licentieregelingen en "joint venture"-overeenkomsten, evenals andere activiteiten zoals heretikettering en herverpakking.

In de context van dit actieprogramma betekent de ondersteuning van de plaatselijke productie van de voornaamste farmaceutica tegen lage prijzen, meer dan alleen maar de bevordering van de plaatselijke fabricagecapaciteit. Dit is in de allereerste plaats een zaak van industriele ontwikkeling met een overdracht van technologie tussen bedrijven in Europa en in de ontwikkelingslanden, maar ook bedoeld om de Zuid-Zuid samenwerking te bevorderen en als manier om de ontwikkelingslanden bij hun opneming in de wereldeconomie te helpen. Landen die vrij geavanceerd zijn qua plaatselijke productiecapaciteit en waarvan de bedrijven steun krijgen onder dit actieprogramma, dienen namelijk bereid te zijn om technische bijstand te verlenen en aan samenwerkingsverbanden voor de overdracht van technologie deel te nemen, ten behoeve van armere landen.

Bijlage 4: Afkortingen en letterwoorden
ACP/ACSAfrica, Caribbean and Pacific/Afrika, het Caribisch Gebied en het Stille Oceaangebied
AIDS/AIDSAcquired Immune Deficiency Syndrome/ Verworven deficientie van het immuunsysteem
ALA/ALAAsia and Latin America development cooperation programme/ Samenwerkingsprogramma voor de ontwikkeling van Azie en Latijns-Amerika
CBO/CBOCommunity Based Organisation/In een plaatselijke gemeenschap gevestigde organisatie
CSP/CSPCountry Strategy Paper/Nationaal strategiedocument
DAC/DACDevelopment Assistance Committee/ Ontwikkelingshulpcomite
DG/DGDirectorate General/Directoraat-generaal
EBAS/EBASEU-ACP Business Assistance Scheme/EU-ACS-programma voor hulp aan het bedrijfsleven
EC/EGEuropean Community/Europese

Gemeenschap
ECHO/ECHOEuropean Community Humanitarian Aid Office/Bureau voor humanitaire hulp van de Europese Gemeenschap
EDF/EOFEuropean Development Fund/Europees ontwikkelingsfonds
EDL/EDLEssential Drugs List/Lijst van essentiele geneesmiddelen
EIB/EIBEuropean Investment Bank/Europese Investeringsbank
EMEA/EMEAEuropean Medicines Evaluation Agency/Europees bureau voor geneesmiddelenbeoordeling
ESIP/ESIPEU SADC Investment Promotion Programme/EU-SADC-programma voor inve stering sbevordering
EU/EUEuropean Union/Europese Unie
FP/FPFramework Programme/Kaderprogramma
G8/G8Group of eight most industrialised countries/Groep van acht meest gei'ndustrialiseerde landen
GAVI/GAVIGlobal Alliance for Vaccines and Immunization/Wereldalliantie voor vaccins en immunisering
HAP/HAPHealth, AIDS and

Population/Gezondheidszorg, aids en bevolkingsbeleid
HIV/HIVHuman Immune Deficiency Virus/Humaan
Immunodeficientievirus
IAVI/IAVIInternational AIDS Vaccine Initiative/Internationaal initiatief voor een aids-vaccin
LDC/MOLLeast Developed Countries/Minst ontwikkelde landen
MEDA/MEDAMediterranean countries development cooperation programme/ Samenwerkingsprogramma voor de ontwikkeling van de Middellandse Zeelanden
NGO/NGONon-government Organisation/Niet-gouvernementele organisatie
NIP/NIPNational Indicative Programme/Nationaal indicatief programma
OECD/OESOOrganisation for Economic Cooperation and

Development/Organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling
PRSP/PRSPPoverty Reduction Strategy Paper/Document armoedebestrij dingsstrategie
R&D/O&OResearch and Development/Onderzoek en ontwikkeling
REPA/REPARegional Economic Partnership

Agreement/Regionale overeenkomst voor economisch partnerschap
RIP/RIPRegional Indicative Programme/Regionaal indicatief programma
SADC/SADCSouthern Africa Development Community/Ontwikkelingsgemeenschap van Zuidelijk Afrika
TRIPs/TRIPSAgreement on Trade Related Aspects of

Intellectual Property Rights/Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom
UN/VNUnited Nations/Verenigde Naties
UNAIDS/UNAIDSUnited Nations Joint Programme on

HIV/AIDS/Gezamenlijk programma van de Verenigde Naties inzake HIV/aids
UNCTAD/UNCTADUnited Nations Conference on Trade and

Development/Conferentie van de Verenigde Naties voor handel en ontwikkeling
UNICEF/UNICEFUnited Nations Children's Fund/Kinderfonds van de Verenigde Naties
WHO/WHO (WGO)World Health Organisation/ Wereldgezondheidsorganisatie
WIPO/WIPOWorld Intellectual Property Organisation/ Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom
WTO/WTOWorld Trade Organisation/ Wereldhandelsorganisatie

33

1

   COM (2000) 585 van 20.9.2000.

2

   In de context van dit actieprogramma omvat het begrip "armste ontwikkelingslanden" zowel de minst

ontwikkelde landen (momenteel 48 landen (UNCTAD:2000) als de andere landen met een laag inkomen en met een BNP per hoofd van de bevolking van minder dan 765 USD (momenteel 24 landen DAC: 2000).

3

1    COM (2000) 585 van 20.9.2000.

2    Om te bewerkstelligen dat er op brede schaal overleg zou worden gepleegd over de nieuwe mededeling, heeft

de EG in partnerschap met de WHO en UNAIDS op 28 September 2000 te Brussel een Rondetafelconferentie op hoog niveau belegd. Aan die rondetafelconferentie namen meer dan 170 belanghebbenden deel, waaronder 25 ontwikkelingslanden - met name ACS-staten - de lidstaten van de EU, het Europees Parlement, internationale ontwikkelingsorganisaties, vertegenwoordigers van de civiele samenleving, onderzoekers en leiders van de belangrijkste farmaceutische bedrijven. Deze belanghebbenden werden het in grote mate eens over de inhoud van de mededeling. Meer informatie hierover is te vinden op www.europa.eu.int/comm/development/sector/social/table.

3    Resolutie van de Raad van 10.11.2000, 2304de zitting van de Raad.

4    COM (2000) 212 van 26.4.2000.

5    In de context van dit Actieprogramma omvat het begrip "armste ontwikkelingslanden" zowel de minst

4

ontwikkelde landen (momenteel 48 landen (UNCTAD:2000), als de andere landen met een laag inkomen en met een BNP per hoofd van de bevolking van minder dan 765 USD (momenteel 24 landen DAC: 2000).

5

   "Het ontwikkelingsbeleid van de Europese Gemeenschap": COM (2000) 212 van 26.4.2000.

6

   Zie deel 4: instrumenten. Als rechtsgrondslag voor bijdragen zouden kunnen dienen:

ontwikkelingssamenwerking (artikelen 177 en volgende van het EG-Verdrag), waaronder ook samenwerking met internationale organisaties (artikel 181), volksgezondheid (artikel 152) en onderzoeksbeleid (artikel 163 en volgende). Tot de speciale instrumenten die op dit gebied van toepassing zijn behoren de Verordening van de Raad betreffende acties op het gebied van HIV/aids in de ontwikkelingslanden - 550/97, 24 maart 1997) en de Verordening van de Raad betreffende steun aan ontwikkelingslanden voor demografische maatregelen en programma's - 1484/97, 22 juli 1997. De vastleggingen hangen af van de in de geldende instrumenten gestelde voorwaarden om voor hulp in aanmerking te komen.

7

   Bijvoorbeeld het EG-programma ARIVA (Appui Regional a l’Independance Vaccinale en Afrique = regionale

ondersteuning van de onafhankelijkheid op inentingsgebied in Afrika) en APPA (Appui a la Politique Pharmaceutique en Afrique = steun voor het farmaceutisch beleid in Afrika).

8

Zie bijlage 3: Verklaring van de gebezigde termen.

9

   Een thans lopend programma voor ACS-bedrijven, dat steun verleent aan bedrijven of

producentenverenigingen in deze sector.

10

   Onder gedifferentieerde prijsstelling wordt verstaan een systeem waarbij verschillende prijzen worden

berekend op verschillende markten. In de context van dit actieprogramma wordt hiermee bedoeld een prijsbepalingsstelsel, waarbij de fabrikanten van de voornaamste farmaceutische producten -waaronder zowel octrooigebonden als niet octrooigebonden geneesmiddelen - die producten tegen aanzienlijk verlaagde prijzen ter beschikking van de armste landen stellen.

11

   De hiertoe geplande maatregelen dienen het vrije verkeer van goederen binnen de Gemeenschap niet te

verstoren.

12

   De afgifte van een vergunning zonder de toestemming van de octrooihouder, maar tegen adequate vergoeding,

om diverse redenen van algemeen belang. Zie ook COM(2000) 585, 20 september 2000, paragraaf 4.2.

13

Mededelingen (2000) 6, 18 januari 2000 en (2000) 612, 4 oktober 2000.

14

De EIB en het EMEA maken reeds deel uit van dit team en ook de lidstaten van de EU en de deelnemers aan het IAVI hebben hiervoor veel belangstelling.

15

   Het afgelopen jaar hebben de EG en de WHO nauwer samengewerkt. Er zijn brieven uitgewisseld over een

memorandum met een samenwerkingskader, dat in december 2000 werd getekend. Dit memorandum behelst de beginselen en doelstellingen, de samenwerkingsterreinen, de procedures en de actieprioriteiten, waaronder ook die in verband met de drie belangrijkste overdraagbare ziekten.

16

   Conclusies van de topconferenties EU-VS, Queluz, mei 2000, en Washington december 2000.

17

   Zie voetnoot 9. De ontwikkelingshulpinstrumenten waarvan hier wordt voorgesteld om deze ter ondersteuning

van dit actieprogramma te gebruiken zijn onder meer: NIPs - RIPs en andere EOF-instumenten, zoals de regionale overeenkomsten voor economisch partnerschap (REPAs) en de nieuwe investeringsfaciliteit krachtens de Overeenkomst van Cotonou. Ook zou er gebruik moeten worden gemaakt van de technische en financiele samenwerkingsprotocollen voor Azie, Latijns-Amerika en het Middellandse Zeegebied, en van de thematische begrotingslijnen en de door ECHO beheerde humanitaire hulp. Voor het aangaan van betalingsverplichtingen gelden de voorwaarden om voor steun in aanmerking te komen, zoals nader aangegeven in de instrumenten die hierop van toepassing zijn. Behalve de ontwikkelingshulpinstrumenten, zullen ook de Europese onderzoeksruimte en de kaderprogramma's voor onderzoek worden gebruikt voor de ondersteuning van de beoogde maatregelen.

18

   Vanaf 2004 en zoals uiteengezet in het financieel protocol bij de Overeenkomst van Cotonou.

19

Bijvoorbeeld via het EBAS-programma.

20

Eliminating World Poverty : Making Globalisation Work for the Poor, White Paper on International Development, UK Government, December 2000.