Bijlagen bij COM(2001)153 - Samenhang van noodhulp, rehabilitatie en ontwikkeling - Evaluatie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2001)153 - Samenhang van noodhulp, rehabilitatie en ontwikkeling - Evaluatie.
document COM(2001)153 NLEN
datum 23 april 2001
bijlage IV, artikel 5, lid 2, bepaalt dat in uitzonderlijke omstandigheden als bedoeld in de bepalingen over humanitaire hulp en spoedhulp de evaluatie op verzoek van elk der partijen kan worden verricht.

[25] Gebruik van de toewijzing voor het dekken van onvoorziene behoeften.

[26] Verordening 2698/2000 van de Raad van 27 november 2000, artikel 5, lid 2.

[27] Verordening 2666/2000 van de Raad van 5 december 2000, artikel 3, lid 1(a).

Het aanhangsel bij het NSD zal worden gebaseerd op een analyse van de situatie en gegevens bevatten over de steunmaatregelen van andere donors, met name van de lidstaten. Het formuleert strategische oriëntaties, doelstellingen en prioriteiten. Het combineert en integreert verschillende steunmaatregelen en instrumenten onderling. In de meeste gevallen is er geen chronologische overgang tussen verschillende instrumenten doch wel een gelijktijdige financiering. Voor de overgang van noodhulp naar ontwikkelingshulp is onmiddellijke planning nodig en dit niet alleen voor de noodhulp op korte termijn doch ook voor de rehabilitatie- en ontwikkelingsacties voor de korte en middellange termijn. Indien mogelijk moet worden voorzien in een geleidelijke stopzetting van de hulpverlening door ECHO (het SRM is wettelijk verplicht zijn activiteiten na zes maanden geleidelijk stop te zetten en een ander EG-instrument moet zo nodig zijn taak overnemen).

Humanitaire en ontwikkelingssamenwerking moeten beter op elkaar worden afgestemd. In Somalië werden in de zogenoemde "noodhulpgebieden" gratis geneesmiddelen verdeeld terwijl in de zogenoemde "rehabilitatiegebieden", die vaak dicht in de buurt lagen, kostendelingsmechanismen werden toegepast. De humanitaire hulpverlening moet daarom zo worden opgezet dat rekening wordt gehouden met de lange-termijndoelstellingen en duurzaamheid terwijl de ontwikkelingsprogramma's meer rekening dienen te houden met de in de rehabilitatiefase vastgestelde behoeften van de bevolking en ook met de evolutie daarvan.

Het aanhangsel zal door interdisciplinaire teams worden opgesteld aangezien uit case-studies en evaluaties duidelijk is gebleken dat een ononderbroken interne coördinatie de sleutel is tot succes. Dergelijke groepen hebben hun nut bewezen, bijvoorbeeld in Mozambique. De oprichting van een werkgroep is nodig om de samenhang te waarborgen doch dit kan enkele problemen kan opleveren wat betreft de timing: het kan de reactietijd voor het verstrekken van humanitaire noodhulp verlengen terwijl het die uit ontwikkelingsoogpunt kan inkorten. Het komt er op aan ervoor te zorgen dat onmiddellijk wordt besloten tot oprichting van de werkgroep en dat die groep op soepele wijze over voldoende personeel kan beschikken. Een ander voorbeeld van een goede samenhang is de crisis in Kosovo. De in dit geval opgezette coördinatiemechanismen hebben gezorgd voor een nooit eerder geziene coördinatie binnen de Commissie, zowel in Brussel als ter plaatse. Van doorslaggevend belang voor het welslagen was de snelle oprichting en ontplooiing van de task force van de Commissie in de provincie Kosovo, voorganger van het agentschap voor wederopbouw, naast de aanwezigheid van ECHO.

Het aanhangsel bij het NSD moet overeenkomstig de voor de betrokken instrumenten geldende procedures worden goedgekeurd, met gebruikmaking van de grootst mogelijke soepelheid die wettelijk in het kader van elk instrument mogelijk is. Het zal betrekking hebben op de voorgenomen acties en de te gebruiken instrumenten zodat de projecten later niet individueel moeten worden goedgekeurd doch alleen ter kennis moeten worden gebracht. In het aanhangsel bij het NSD wordt ook nagegaan welk soort expertise nodig is. Het wijst tevens geschikte partners aan en dit zoveel mogelijk in overleg met het partnerland.

De Commissie zal vereenvoudigde en versnelde procedures voorstellen voor de goedkeuring en wijziging van dergelijke aanhangsels. De ervaring wijst uit dat de ontwikkeling van crises, met name conflicten, onvoorspelbaar is zodat het aanhangsel bij het NSD voor voldoende soepelheid moet zorgen om een snelle aanpassing aan zich wijzigende en onverwachte situaties mogelijk te maken. Het gemeenschappelijk doel zou erin moeten bestaan overeenstemming te bereiken over de strategische oriëntaties en een zo groot mogelijke soepelheid te bewaren om de werkprogramma's en projecten op zeer korte termijn te kunnen uitwerken en uitvoeren.

Zodra ECHO of het SRM met hun hulpverlening beginnen, moet een aanhangsel bij het nationale strategiedocument, dat een indicatief werkprogramma bevat, worden opgesteld en via vereenvoudigde en versnelde procedures worden goedgekeurd.

4.3. Middelen en instrumenten

De Commissie evalueert opnieuw haar operationele middelen en instrumenten om na te gaan op welke gebieden de samenhang kan worden verbeterd. Deze herziening vindt plaats in het kader van de hervorming van de externe hulp van de EG. Het ligt niet in de bedoeling van de Commissie nieuwe financiële instrumenten te creëren om een betere samenhang te verzekeren maar wel om de bestaande instrumenten en hun samenhang waar mogelijk te verbeteren. Het is ook van belang dat het aantal begrotingslijnen wordt verminderd omdat dit een van de voorwaarden is voor een efficiënter en soepeler beheer van de externe hulp in crisissituaties.

Enkele van de thematische instrumenten van de EG (d.w.z. die waarmee algemene sectorale problemen worden aangepakt) zijn van zeer groot belang in de onmiddellijk op een crisis volgende situatie en zijn redelijk goed geschikt om samenhang te bewerkstelligen. Dit geldt voor de hulp voor rehabilitatie en wederopbouw, hulp aan vluchtelingen en binnenlandse ontheemden, voedselhulp/voedselzekerheid en ontmijning. Andere kunnen complementair worden gebruikt zoals steun voor democratisering en eerbiediging van de mensenrechten, medefinanciering met NGO's en gedecentraliseerde samenwerking.

Verordening (EG) nr. 2258/96 betreffende herstel- en wederopbouwacties in ontwikkelingslanden kan een nuttig instrument zijn om de ontwikkelingsprogramma's voor de lange termijn te completeren en zou tevens kunnen worden gebruikt om de financiering voort te zetten van acties waarmee men in het kader van het Snellereactiemechanisme is begonnen. De procedures voor het gebruik daarvan moeten echter worden verbeterd. Als een eerste stap zal de Commissie voorstellen om de huidige vijf geografische "begrotingslijnen wederopbouw" [28] samen te smelten tot een begrotingslijn die alle regio's bestrijkt. Dit is nodig om soepel te kunnen inspelen op crisissituaties die zelden ruim een jaar van tevoren op geografische basis precies kunnen worden voorspeld.

[28] Begrotingslijnen B7-303 Azië, B7-313 Latijns-Amerika, B7-411 Middellandse-Zeegebied, B7-522 Republieken in de Kaukasus en Centraal-Azië, B7-641 ACS.

Daarnaast moet ook de werkingssfeer van de huidige verordening en bijhorende procedures worden herzien op basis van evaluaties en het verslag van de Rekenkamer en met inachtneming van de gevolgen van de hervorming van de externe hulp, inclusief de comitologie en interne procedures. Wil men haar effect als instrument voor samenhang vergroten dan moet sterker de nadruk worden gelegd op het herstel van de institutionele capaciteiten en de wederopbouw van het sociale patroon en niet alleen op de materiële rehabilitatie van de basisinfrastructuur.

Het Commissie-voorstel voor een nieuwe verordening inzake hulp aan ontwortelde bevolkingsgroepen in de ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika en in Azië [29] bevat passende bepalingen die voor een grotere samenhang moeten zorgen. De maatregelen in het kader van de voorgestelde verordening zijn zo opgezet dat zij geleidelijk in de plaats komen van de noodhulp en de overgang naar een ontwikkelingsstrategie vergemakkelijken. Zij maken daarom deel uit van een globale rehabilitatiestrategie voor mensen die het slachtoffer zijn of waren van interne of externe conflicten.

[29] COM(2000) 831 van 20.12.2000

In het kader van de op til zijnde evaluatie en herziening van verordening (EG) nr. 443/92 betreffende Azië en Latijns-Amerika zal de Commissie ook de argumenten voor en tegen het samenbrengen van de activiteiten van enkele van de bestaande "horizontale verordeningen" in de belangrijkste geografische instrumenten onderzoeken. De hulp aan vluchtelingen/ontwortelde bevolkingsgroepen - en de rehabilitatie-verordening - komen eventueel daarvoor in aanmerking.

Naast het consolideren van het aantal rechtsgronden en begrotingslijnen zou een fusie ook het voordeel inhouden dat een groot aantal activiteiten in om het even welk land in één rechtsgrond worden geïntegreerd. Een en ander zou in overeenstemming zijn met de beoogde bevordering van de samenhang. Er moet echter worden gezorgd dat een ruimere verordening de mogelijkheid biedt om het huidige gamma van activiteiten te behouden, om een voldoende versnelde besluitvorming en soepelheid bij de keuze van de uitvoerende partners toe te laten en om besluiten te nemen zonder de goedkeuring van de betrokken regering.

De Tacis-verordening, die thans geen rehabilitatie-activiteiten toelaat, wordt in 2006 herzien. Indien een aantal van de horizontale verordeningen zoals die inzake vluchtelingen en rehabilitatie in de belangrijkste geografische verordeningen zouden worden samengebracht dan zou in afwachting daarvan een afzonderlijke rechtsgrond voor rehabilitatie in de Tacis-landen moeten worden vastgesteld (de bestaande verordening 2258/96).

Het alternatief voor de samenvoeging van instrumenten is dat men het nationale strategiedocument verder blijft gebruiken als belangrijkste instrument voor het bevorderen van de samenhang van verschillende instrumenten in een land en dat men, zoals eerder beschreven, zorgt voor de koppeling daarvan. De NSD moeten zowel de belangrijkste rechtsgrond/begrotingslijn(en) voor ontwikkelingshulp als de afzonderlijke horizontale instrumenten/globale begrotingslijnen voor specifieke post-crisisinterventies vermelden.

in De Commissie zou tevens de mogelijkheid kunnen onderzoeken om een aantal van de bestaande verordeningen samen te voegen met handhaving van hun werkingssfeer, de begunstigde groepen en uitvoerende partners (bijvoorbeeld vluchtelingen en rehabilitatie). Hierdoor zouden een groot aantal activiteiten in één land in een enkel programma kunnen worden geïntegreerd. Een mogelijk alternatief is een geografische hergroepering in het kader van de grote geografische programma's.

Maatregelen inzake voedselhulp en voedselzekerheid zijn goede instrumenten om voor de nodige samenhang te zorgen omdat zowel de aspecten op korte als op lange termijn in aanmerking kunnen worden genomen. 30% van de middelen van deze begrotingslijn gaat naar crisisoperaties (via het WVP en NGO's). De resterende middelen worden gebruikt voor structurele ondersteuning van het voedselzekerheidsbeleid, waaronder steun voor het creëren van de voorwaarden die nodig zijn voor het opstarten van de hervormingen op langere termijn. Hieruit blijkt dat het instrument zeer soepel is en in een groot aantal situaties kan worden ingezet. Er is een evaluatie van dit instrument gepland in het kader waarvan de kwestie van de samenhang en de relatie tussen dit instrument en andere communautaire instrumenten zal worden onderzocht.

Ontmijningswerkzaamheden zijn belangrijk in een aantal pre- en postcrisissituaties en maken integrerend deel uit van projecten op het gebied van humanitaire hulp, rehabilitatie, wederopbouw of ontwikkeling. Hoewel ontmijning in de eerste plaats is gericht op het sparen van mensenlevens en menselijke veiligheid, kan niet worden voorbijgegaan aan de sociaal- economische gevolgen van anti-personeelmijnen voor de bevolking en hun negatieve gevolgen voor de inspanningen op het gebied van armoedebestrijding en vermindering van de instabiliteit. Daarom is het van belang dat de problematiek van de anti-personeelmijnen in de NSD wordt geïntegreerd en in het kader van het ontwikkelingsproces van het land wordt onderzocht. De evaluatie van de sociaal-economische gevolgen van dit probleem wordt dan ook een van de vaste aspecten van de wijze waarop de Commissie de programmering van de regionale strategische mijnbestrijding benadert. Het voorstel voor een verordening dat thans wordt besproken legt een duidelijk verband tussen ontmijningsacties en algemene strategieën inzake samenwerking met derde landen en voorziet in bijkomende financieringsmogelijkheden [30].

[30] Gewijzigd voorstel voor een verordening van de Raad betreffende acties tegen anti-personeelmijnen, artikel 1,lid 2, en artikel 2, lid 4.

Wat de medefinanciering met NGO's betreft, bepalen de algemene voorwaarden die in januari 2000 zijn vastgesteld dat prioriteit moet worden gegeven aan onder meer ontwikkelingslanden in de rehabilitatiefase.

Verordeningen 975/99 en 976/99 van de Raad, die de rechtsgronden vormen voor maatregelen op het gebied van de mensenrechten en de democratisering in het kader van hoofdstuk B7-7 van de Gemeenschapsbegroting ("het Europees initiatief voor democratie en mensenrechten"), voorzien in drie mogelijke actiegebieden: bescherming van de mensenrechten; democratisering; en conflictpreventie en aanpakken van de gevolgen van conflicten uit een oogpunt van mensenrechten, met name door middel van steun aan organisaties van de civiele maatschappij doch ook aan internationale organisaties. Deze verordeningen voorzien in versnelde procedures voor het financieren van projecten van minder dan 2 miljoen EUR in noodsituaties. Zij kunnen dan ook snel worden toegepast in pre- en post-conflictsituaties en vormen een aanvulling op andere activiteiten van de EG.

Met uitzondering van de nieuwe ACS-EG-partnerschapsovereenkomst en het CARDS-programma voor de westelijke Balkanlanden, zijn de andere grote regionale programma's van de EG (MEDA, TACIS, Azië en Latijns-Amerika) momenteel niet geschikt om in post-crisissituaties een soepele en tijdige overgang tussen noodhulp en ontwikkelingshulp mogelijk te maken.

TACIS is in de eerste plaats een programma voor technische bijstand met enige ruimte voor investeringsacties. Het is vooral gericht op steun voor de democratisering en de overgang naar een markteconomie. De Commissie kan onderzoeken of de werkingssfeer van TACIS dient te worden uitgebreid.

MEDA houdt zich niet speciaal bezig met rehabilitatie of crisisproblemen doch biedt wel de mogelijkheid om projecten uit de noodhulpfase over te nemen. Een voorbeeld daarvan zijn de ontmijningsoperaties in Libanon.

Wat de samenwerking met de ACS-landen betreft, biedt de Overeenkomst van Cotonou meer soepelheid om de kwestie van de samenhang aan te pakken dan voorheen het geval was, met name:

1) in landen waar zich een crisis voordoet kunnen, voor zover er reeds een nationaal strategiedocument en een indicatief programma bestaan, de volgende stappen worden gezet: het indicatief programma wordt op verzoek van een der partijen herzien en er worden maatregelen genomen om middels efficiënte en soepele mechanismen de overgang van noodhulp naar ontwikkelingshulp te vergemakkelijken [31]; kunnen de noodhulp- en rehabilitatiemaatregelen niet uit de begroting worden gefinancierd, dan kunnen zij uit het Europees Ontwikkelingsfonds worden gefinancierd ; er zullen alleszins middelen beschikbaar blijven voor de niet-gouvernementele actoren, met name het aandeel in de toewijzingen voor de lange termijn waartoe zij rechtstreeks toegang hebben [32].

[31] Overeenkomst van Cotonou - Bijlage IV, artikel 5, lid 2 en hoofdtekst van de Overeenkomst, artikelen 72, lid 6 en artikel 73, lid 1.

[32] Overeenkomst van Cotonou - Bijlage IV, artikel 4, lid 1(d).

2) voor landen waarmee als gevolg van uitzonderlijke omstandigheden geen indicatief programma is ondertekend, voorziet de Overeenkomst van Cotonou in een speciale regeling [33]. Deze regeling houdt in dat, behalve in gevallen waarin de EG haar samenwerking in overeenstemming met de procedures van artikelen 96 en 97 van de Overeenkomst van Cotonou heeft opgeschort [34], tot een globale toewijzing van middelen wordt besloten en dat daarvan kennisgeving wordt gedaan. Rekening houdend met de moeilijkheden die een normale programmering oplevert, zullen echter alleen specifieke maatregelen worden goedgekeurd die in overeenstemming zijn met het nationale strategiedocument om aldus een vlotte overgang tussen noodhulp en ontwikkelingshulp te waarborgen. Wanneer geen begrotingsmiddelen beschikbaar zijn, zal ook hier een beroep worden gedaan op financiering door het EOF via de zogenoemde "B-toewijzing" die voor het dekken van onvoorziene behoeften is ingesteld [35]. In dit kader kunnen met gebruikmaking van efficiënte en soepele mechanismen ook humanitaire en ook post-noodhulpacties met het oog op materiële en sociale rehabilitatie worden ondernomen. Daarnaast worden middelen rechtstreeks aan niet-gouvernementele actoren beschikbaar gesteld.

[33] Overeenkomst van Cotonou - Bijlage IV, artikel 3, lid 4.

[34] Overeenkomst van Cotonou, Slotakte, Verklaring XXI

[35] Overeenkomst van Cotonou - Bijlage IV, artikel 3, lid 2(b) en hoofdtekst van de overeenkomst, artikel 72, lid 6 en artikel 73, lid 1.

In het kader van het CARDS-programma wordt communautaire steun verleend voor de wederopbouw, de terugkeer van vluchtelingen en ontheemden, stabilisatie van de regio alsook voor institutionele ontwikkeling, economische hervormingen, sociale ontwikkeling, herstel van het milieu en regionale samenwerking.

De hervorming van de Commissie is reeds ver gevorderd wat betreft het evalueren en voorstellen van hervormingen van de interne procedures. Dit proces moet nog worden versterkt en er moet in het bijzonder aandacht worden besteed aan de samenhang. De Commissie herziet haar interne procedures en zal vereenvoudigde en soepeler besluitvormingsprocedures voorstellen die moeten worden toegepast zodra het aanhangsel bij het NSD en het bijgevoegde werkprogramma zijn opgesteld. Er moet nog meer soepelheid komen, ook al heeft de oprichting van het Samenwerkingsbureau EuropeAid tot enige verbetering geleid, bijvoorbeeld op het vlak van de procedures voor de goedkeuring en wijziging van contracten.

Als gevolg van de zeer gevoelige onderwerpen en het complexe karakter van de situaties worden de beslissingen vaak op het hoogste niveau in Brussel genomen. Deconcentratie van de besluitvorming vanuit de centrale diensten naar het veldniveau is nochtans een van de belangrijkste voorwaarden voor succes, zoals in Kosovo blijkt. Een verregaande deconcentratie van de beslissingsbevoegdheid naar de delegaties, zoals in het kader van hervorming van het beheer van de communautaire hulp is voorzien, zal een gunstige invloed hebben op de samenhang. De delegaties zullen in overleg met de lidstaten een sleutelrol spelen bij het opstellen van het aanhangsel bij het NSD en bij de vaststelling en keuze van projecten en programma's.

Om de Gemeenschap beter in staat te stellen tijdig op post-crisissituaties te reageren zullen specifieke wijzigingen aan bestaande verordeningen en in de procedures voor interne besluitvorming worden onderzocht .

4.4. Groter risico in overgangssituaties: compromissen tussen flexibiliteit, snelheid en controle

Een efficiënt optreden in post-crisissituaties houdt in dat men ongeacht het politieke risico dat inherent is aan de algemene situatie van het land een groter "technisch" risico aanvaardt bij de tenuitvoerlegging van de samenwerking. Het is moeilijk om soepel en snel op te treden in snel veranderende situaties en tegelijk een strenge controle en verantwoordingsplicht te handhaven.

Het hoger technisch risico houdt in de eerste plaats verband met de voorgestelde versnelde procedure voor de goedkeuring van het aanhangsel bij het nationale strategiedocument en het bijgevoegde werkprogramma. In een dergelijk kader zal het overleg - in sommige lastige gevallen ook met de partnerautoriteiten - noodgedwongen worden verminderd. Bovendien kunnen sectorale en andere effectstudies niet systematisch worden uitgevoerd voordat de projecten zijn geïdentificeerd. Uitvoerbaarheidstudies, technisch ontwerp, kwaliteitscontrole ter plaatse en controle van de daadwerkelijke capaciteit van de uitvoerende partner zijn stappen die tijd vergen.

In de tweede plaats houdt dit risico verband met de procedures in het algemeen. Er moet worden nagegaan of in bestaande contracten voor meer soepelheid kan worden gezorgd zonder dat dit gevolgen heeft voor het gebruik van soortgelijke contracten die buiten het bestek van de kwestie van de samenhang vallen. Dit kan betekenen dat wijzigingen van de inhoud van projecten of van hun plaats van uitvoering worden toegestaan of dat men ermee akkoord gaat dat de doelstellingen of de voorwaarden niet worden gehaald. Aldus kan worden voorkomen dat het aantal aan contracten toegevoegde clausules en de daarmee gepaard gaande vertragingen toenemen.

Grote politieke risico's zijn onvermijdelijk. In post-crisissituaties heeft men vaak met potentieel instabiele partners te maken. Regeringen is vaak geen lang bestaan beschoren. Steunverlening na crises kan er in sommige gevallen toe leiden dat ondermaatse regeringen in het zadel worden gehouden. Bij een bestuur in wording kan de keuze van een partner een bijzonder gevoelige kwestie zijn. De regering is zwak. Er zijn geen NGO's aanwezig of zij worden gemanipuleerd. Er moet een beroep worden gedaan op VN-organisaties om voor de nodige legitimiteit en een kader voor de donors te zorgen, eventueel in het kader van het "Friends of"-concept.

Om deze redenen moet men aanvaarden dat bepaalde beslissingen moeten worden genomen, ook al bestaat er geen zekerheid omtrent het resultaat van het optreden. Wil men dat de Commissie in moeilijke omstandigheden zinvol kan optreden dan is het essentieel dat men dit inziet.

De Gemeenschap en haar lidstaten moeten een compromis vinden tussen een hogere snelheid en soepelheid van optreden en een zo hoog mogelijk controle- en kwaliteitsniveau. Zij moeten de daarmee gemoeide risico's aanvaarden dan wel beslissen geen actie te ondernemen.

5. Conclusie - Samenvatting van de beleidsvoorstellen

Ontoereikende coördinatie van de donors en het ontbreken van adequate instrumenten om snel en efficiënt te reageren op post-crisissituaties verminderen de effectiviteit en het effect van de hulpverlening. De ervaring wijst uit dat er enige verbetering is opgetreden in de samenhang van noodhulp, rehabilitatie en ontwikkeling. Er moet echter nog een lange weg worden afgelegd. Alle donors hebben met dezelfde problemen te kampen.

Door haar belang zowel als donor van noodhulp als van ontwikkelingshulp en haar grote internationale aanwezigheid draagt de EG op dit gebied een bijzondere verantwoordelijkheid.

Om de EG-bijdrage tot een efficiëntere reactie op post-crisissituaties te optimaliseren, stelt de Commissie de volgende maatregelen voor:

* In landen die vaak met natuurrampen te kampen hebben moet bij de humanitaire hulpverlening en vooral in de strategieën en programma's voor ontwikkelingssamenwerking meer aandacht worden besteed aan paraatheid voor rampen en rampenpreventie.

* In conflictsituaties moet de samenhang van noodhulp en ontwikkelingshulp in een ruimere economische, sociale en politieke context worden gezien. Met deze factoren moet in de verschillende fases en gebieden van de hulpverlening rekening worden gehouden.

* ECHO dient zich op zijn kernopdracht te concentreren. De bijstand aan landen waar geen humanitaire noodsituatie heerst moet geleidelijk worden stopgezet. Heeft de EG zich er echter toe verbonden haar hulpverlening voort te zetten dan moeten tijdig aangepaste instrumenten voor de langere termijn beschikbaar worden gesteld wanneer daarvoor een wettelijk kader bestaat.

* De noodhulpverlening moet steeds meer zo worden opgezet dat het overschakelen op andere vormen van hulpverlening verenigbaar is met de ontwikkelingsdoelstellingen voor de lange termijn en de duurzaamheid. Het ontwikkelingsbeleid moet op zijn beurt beter worden aangepast om deze problemen aan te pakken.

* Om het probleem van een ontoereikende donorcoördinatie in post-crisissituaties te kunnen aanpakken moet het "Friends of"-concept in het kader van de VN systematischer worden versterkt met handhaving van het beginsel van de individuele aanpak. De Commissie dient een actieve rol te spelen bij het versterken van het "Friends of"-concept, waarbij haar optreden dat van de lidstaten completeert.

* De verschillende multilaterale, regionale en niet-gouvernementele actoren moeten worden betrokken bij beter gecoördineerde internationale initiatieven die tot doel hebben de synergie te versterken en een duidelijker omschrijving van maatregelen voor de begin- en afbouwfase mogelijk moeten maken.

* In het kader van de heroriëntatie van de ontwikkelingsactiviteiten van de Gemeenschap op een kleiner aantal gebieden wordt met een grotere coördinatie en complementariteit tussen de EG en haar lidstaten gestreefd naar taakverdeling opdat de EU beter zou kunnen inspelen op de behoeften in de verschillende fasen.

* De Europese Commissie zal haar instrumenten en procedures opnieuw evalueren om de termijnen in te korten, tijdig voldoende middelen beschikbaar te stellen en te zorgen voor de medewerking van geschikte partners. Zij doet dit in het kader van de hervorming van de externe hulp, met name wat betreft de deconcentratie van de besluitvorming en het personeel naar de delegaties en de wijzigingen in de comitologie-procedures.

* Zodra de hulpverlening van ECHO of het SR van start gaat, wordt een aanhangsel bij het nationale strategiedocument, dat een indicatief werkprogramma bevat, opgesteld en goedgekeurd waarbij vereenvoudigde en versnelde procedures worden gevolgd voor zover dit juridisch mogelijk is. Het aanhangsel heeft betrekking op de voorgenomen acties en de verschillende instrumenten die moeten worden gebruikt zodat later geen afzonderlijke projecten moeten worden goedgekeurd doch kennisgeving alleen volstaat.

* Met het oog op de tenuitvoerlegging van dit aanhangsel en het werkprogramma moet binnen de Commissie een vereenvoudigde besluitvormingsprocedure voor de goedkeuring van afzonderlijke projecten en programma's worden gevolgd . De procedures voor de tenuitvoerlegging worden herzien om de soepelheid te vergroten, met name wat betreft de keuze van de uitvoerende instanties, aanbestedingsprocedures en wijzigingen van contracten. Dit geldt voor de belangrijkste thematische instrumenten zoals rehabilitatie, vluchtelingenhulp, voedselhulp/voedselzekerheid en ontmijningsoperaties.

* Wat de overname binnen de grote regionale programma's van de EG betreft, zijn in enkele daarvan (CARDS, Cotonou, MEDA) reeds adequate bepalingen opgenomen; deze bepalingen moeten met de nodige soepelheid ten uitvoer worden gelegd. Voor andere programma's (Tacis, ALA) zou een herziening kunnen worden overwogen en moet een antwoord worden gegeven op de vraag in hoeverre toekomstige nieuwe verordeningen moeten worden uitgebreid tot rehabilitatie, vluchtelingenhulp en ontmijningsoperaties als alternatief voor een thematische hergroepering van dit soort activiteiten.

Om sneller en efficiënter op post-crisissituaties te kunnen reageren moeten de Gemeenschap en haar lidstaten een groter technisch risico aanvaarden. Er moet een compromis worden gevonden tussen een sneller en soepeler optreden en een zo hoog mogelijk controle- en kwaliteitsniveau.

De Commissie legt deze beschouwingen voor aan het Europees Parlement en de Raad. Zij zou het op prijs stellen indien de in deze mededeling vervatte ideeën verder zouden worden besproken met het oog op de omzetting daarvan in een daadwerkelijke verbetering van haar vermogen om de afloop van de crises waarmee haar partnerlanden worden geconfronteerd in gunstige zin te beïnvloeden.