Bijlagen bij COM(2001)274 - Gemeenschapsrecht van toepassing op overheidsopdrachten en de mogelijkheden om milieuoverwegingen hierin te integreren - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2001)274 - Gemeenschapsrecht van toepassing op overheidsopdrachten en de mogelijkheden om milieuoverwegingen hierin te integreren. |
---|---|
document | COM(2001)274 ![]() ![]() |
datum | 4 juli 2001 |
De Commissie steunt Europese normalisatieorganisaties bij de integratie van milieuaspecten in het normalisatieproces.
In dit verband zij erop gewezen dat in de overeenkomst inzake overheidsopdrachten het productieproces wel expliciet in de definitie van de technische specificatie wordt vermeld.
Zie bijvoorbeeld artikel 8, lid 6, van Richtlijn 93/36/EEG.
De aanbestedende diensten kunnen voor de beschrijving van wat zij als biologisch geteelde gewassen beschouwen, bijvoorbeeld gebruikmaken van de technische specificaties in Verordening (EG) nr. 2092/91 van de Raad van 24 juni 1991 inzake de biologische productiemethode en aan-duidingen dienaangaande op landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 198 van 22.7.1991, blz. 1).
Zij mogen niet voorschrijven dat groene elektriciteit alleen door middel van windenergie mag zijn gegenereerd; ook waterkracht- en zonne-energie kunnen immers voor de productie van groene elektriciteit worden gebruikt, zodat het technische voorschrift moet luiden dat de groene elektriciteit met behulp van hernieuwbare energiebronnen moet zijn geproduceerd.
Bijvoorbeeld het gebruik van gerecycleerd papier in kantoren, de toepassing van bepaalde afvalverwijderingsmethoden bij de inschrijver, het aantrekken van bepaalde groepen werknemers (etnische minderheden, gehandicapten, vrouwen).
Het Europese milieukeurensysteem vond zijn oorsprong in Verordening (EEG) nr. 880/92 van de Raad van 23 maart 1992 inzake een com-munautair systeem voor de toekenning van milieukeuren (PB L 99 van 11.4.1992, blz. 1). Deze verordening werd ingetrokken en vervangen door Verordening (EG) nr. 1980/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 inzake een herzien communautair systeem voor de toekenning van milieukeuren (PB L 237 van 21.9.2000, blz. 1).
Een lijst van alle productgroepen waarvoor een Europese milieukeur bestaat dan wel wordt ontwikkeld of herzien, vindt u op het volgende internetadres: http://europa.eu.int/comm/environment/ecolabel/prodgr.htm.
(25)
(26)
Een belangrijke groep van particuliere milieukeuren betreft de keuren die hout identificeren als product van duurzame bosbouw.
Zo worden de criteria voor een Europees milieukeur voor pc's gespecificeerd in Beschikking 1999/205/EG van de Commissie van 26 februari 1999 tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de communautaire milieukeur voor personal computers (PB L 70 van 17.3.1999, blz. 46).
(27)
(28)
(29)
(30)
(31)
Europese milieukeuren worden volgens de procedure van Verordening (EG) nr. 1980/2000 toegekend en (inter)nationale milieukeuren op basis van de procedures die in de nationale regelgeving zijn vastgesteld. Artikel 10 van de communautaire verordening inzake milieukeuren luidt als volgt: ,,Ter bevordering van het gebruik van producten met een milieukeur geven de Commissie, de andere instellingen van de Gemeenschap en de nationale autoriteiten een voorbeeld wanneer zij hun producteisen specificeren, doch zonder daarbij het Gemeenschapsrecht te schenden”.
Bijvoorbeeld een Europese, internationale of nationale norm die ook de milieuaspecten van een product omvat — zie punt II.1.
Producten met een milieukeur vertegenwoordigen vaak maar een klein deel van een productmarkt; die met een Europese milieukeur maken gewoonlijk minder dan 20 % en in sommige gevallen zelfs minder dan 5 % van de betrokken markt uit.
Alle richtlijnen inzake overheidsopdrachten voorzien in de mogelijkheid dat waar de economisch meest voordelige aanbieding het criterium voor de gunning van opdracht is, de aanbestedende diensten rekening kunnen houden met varianten die door een inschrijver worden voorgelegd en die voldoen aan de minimumspecificaties die zijn vastgesteld door de aanbestedende diensten. De aanbestedende diensten vermelden in het bestek aan welke voorwaarden deze varianten ten minste moeten voldoen, alsmede hoe zij moeten worden ingediend. Zij geven in de aankondiging van de aanbesteding aan of varianten niet zijn toegestaan. Artikel 24 van Richtlijn 92/50/EEG; artikel 16 van Richtlijn 93/36/EEG; artikel 19 van Richtlijn 93/37/EEG en artikel 34, lid 3, van Richtlijn 93/38/EEG.
Zie bijvoorbeeld artikel 23, lid 3, van Richtlijn 93/36/EEG.
(32)
(33)
(34)
(35)
(36)
(37)
(38)
(39)
(40)
(41)
(42)
(43)
(44)
(45)
(46)
(47)
(48)
(49)
(50)
(51)
(52)
(53)
(54)
(55)
(56)
(57)
Sommige landen hebben milieudelicten in hun wetboek van strafrecht opgenomen. Artikel 325 van het Spaanse wetboek van strafrecht (organieke wet nr. 10/1995 van 23 november 1995) luidt als volgt: ,,Eenieder die in strijd met de wetten of andere algemene bepalingen ter bescherming van het milieu, direct of indirect de oorzaak is van emissies, lozingen, straling, winning of uitgraving, dichtslibbing, lawaai, trillingen, inspuiting of afzetting in de atmosfeer, de bodem, de ondergrond, de binnenwateren, in zeewater of in grondwater, ook in grensgebieden, of die door wateronttrekking het natuurlijk evenwicht ernstig in gevaar brengt, kan met een gevangenisstraf tussen zes maanden en vier jaar, met boetes over acht tot 24 maanden en met een beroepsverbod van een tot drie jaar worden bestraft. Indien er ernstig risico bestaat voor de menselijke gezondheid, zal de gevangenisstraf ten minste twee jaar bedragen”.
Een geharmoniseerde minimale reeks van milieudelicten, zoals in het voorstel van de Commissie wordt beoogd, belet niet dat de lidstaten ook andere delicten en/of hogere straffen vaststellen als verdergaande beschermende maatregelen (artikel 176 van het EG-Verdrag).
Final Report on the Falcone Study on procurement and organised crime (1998) — Volume I: 24.5.1999 — Institute of Advanced Legal Studies — University of London.
Arrest van 10 februari 1982 in zaak 76/81, Transporoute et travaux/ministerie van Openbare Werken, Jurisprudentie 1982, blz. 417.
In de richtlijn inzake overheidsopdrachten voor diensten (92/50/EEG) is uitdrukkelijk bepaald dat deze eisen afhankelijk van de aard, de hoeveelheid en het gebruik van de te verlenen diensten moeten worden vastgesteld.
Arrest van 20 september 1988 in zaak 31/87, Gebroeders Beentjes BV/Staat der Nederlanden, Jurisprudentie 1988, blz. 4635.
De aanstoot tot de ontwikkeling van een communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem werd gegeven door Verordening (EEG) nr. 1836/93 van de Raad (PB L 168 van 10.7.1993, blz. 1). De verordening is herzien en vervangen door Verordening (EG) nr. 761/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart 2001 inzake de vrijwillige deelneming van organisaties aan een communautair milieubeheer- en milieu-auditsysteem (EMAS (PB L 114 van 24.4.2001, blz. 1).
Een lijst van de meer dan 3 000 geregistreerde vestigingen (stand: begin 2001) wordt ook op internet gepubliceerd: http://europa.eu.int/comm/ environment/emas.
Zie punt 2.2: a) een verklaring welke de outillage, het materieel en de technische uitrusting vermeldt, waarover de aannemer voor de uitvoering van het werk beschikt; b) een beschrijving van de technische voorzieningen en maatregelen van de dienstverlener voor waarborging van de kwaliteit en de mogelijkheden die hij biedt ten aanzien van ontwerpen en onderzoek; of c) een opgave van de al dan niet tot de onderneming van de gegadigde behorende technici of technische organen waarop deze voor de uitvoering van de opdracht een beroep kan doen, met name die welke belast zijn met de kwaliteitscontrole.
Prijs, datum van levering, termijn voor levering of uitvoering, gebruikskosten, rentabiliteit, kwaliteit, esthetische en functionele kenmerken van de goederen of diensten, klantenservice, technische bijstand, technische waarde.
Arrest van 3 oktober 2000 in zaak C-380/98, The Queen/H.M. Treasury, ex parte University of Cambridge; verzoek om een prejudiciele beslissing (Jurisprudentie 2001, blz. I-8035) en arrest van 1 februari 2001 in zaak C-237/99, Commissie/Frankrijk (HLM) (nog niet gepubliceerd).
Zaak 31/87, Gebroeders Beentjes/Staat der Nederlanden, zie boven, conclusie van de advocaat-generaal.
Zaak 31/87, Gebroeders Beentjes/Staat der Nederlanden, zie boven, rechtsoverweging 27.
Zie bijvoorbeeld artikel 26, lid 1, onder b), van Richtlijn 93/36/EEG: ,,verscheidene criteria die varieren naar gelang van de aard van de opdracht”.
In de voorstellen tot wijziging van de richtlijnen betreffende overheidsopdrachten, die op 10 mei 2000 door de Commissie werden goedgekeurd, worden milieukenmerken wel expliciet vermeld bij de criteria op basis waarvan de economisch voordeligste inschrijving kan worden aangewezen (zie voetnoot 8).
Om de economisch meest voordelige inschrijving vast te stellen kunnen op het milieukeur gebaseerde criteria worden gebruikt, mits deze aan de in deze sectie uiteengezette voorwaarden voldoen.
Zaak C 531/99: Stagecoach Finland Oy Ab, voorheen Oy Swebus Finland Ab, van Espoo (verzoek om een prejudiciele beslissing) (PB C 102 van 8.4.2000, blz. 10).
Groenboek — De overheidsopdrachten in de Europese Unie: beschouwingen over een toekomstig beleid, goedgekeurd door de Commissie op 27 november 1996 (COM(96) 583 def.).
Mededeling van de Commissie „De overheidsopdrachten in de Europese Unie”, goedgekeurd door de Commissie op 11 maart 1998 (COM(1998) 143 def.).
De levenscyclus van een product bestaat doorgaans uit de volgende fasen (maar niet noodzakelijkerwijs in deze volgorde): ontwerp van het product; aankoop van materialen; productie; vervoer; tests; gebruik; verwijdering; recycling.
Vervoerskosten of kosten voor het testen van een product mogen, indien zij door de leverancier worden gedragen en in de prijs tot uiting komen, niet een tweede maal door de aanbestedende dienst in aanmerking worden genomen door ze toe te voegen aan de prijs die aan de leverancier wordt betaald.
European Commission, DG Environment: A study on the economic valuation of environmental externalities from landfill disposal and incineration of waste. Final main report, oktober 2000, blz. 9.
Zaak 31/87: Gebroeders Beentjes (zie hierboven) en Arrest van het Hof van 26 september 2000 in zaak C-225/98, Commissie van de Europese Gemeenschappen/Franse Republiek — Bouw en onderhoud van schoolgebouwen aanbesteed door Region Nord-Pas-de-Calais en door departement du Nord, Jurisprudentie 2000, blz. I-7445.
Zie het Algemeen verslag over de werkzaamheden van de Europese Unie in 2000, punt 1119, blz. 407.
OESO-document ENV/EPOC/PPC(98)17REV1.
Arrest van 22 september 1988 in zaak 45/87, Commissie/Ierland (Dundalk), Jurisprudentie 1988, blz. 4929, en Arrest van 22 juni 1993 in zaak C-243/89, Commissie/Denemarken (Brug over de Grote Belt), Jurisprudentie 1993, blz. I-3353.
BIJLAGE I
GEMEENSCHAPPELIJKE REGELS OP TECHNISCH GEBIED
De gemeenschappelijke regels op technisch gebied zijn neergelegd in artikel 14 van Richtlijn 92/50/EEG (diensten), artikel 8 van Richtlijn 93/36/EEG (leveringen) en artikel 10 van Richtlijn 93/37/EEG (werken). Ook al hebben deze artikelen niet precies dezelfde bewoordingen, inhoudelijk zijn ze wel gelijk. Daarom staat hieronder bij wijze van voorbeeld artikel 14 van Richtlijn 92/50/EEG.
RICHTLIJN 92/50/EEG TITEL IV
Gemeenschappelijke regels op technisch gebied
Artikel 14
1. De in bijlage II bedoelde technische specificaties worden in de algemene documenten of in de contractuele docu-menten die bij iedere opdracht behoren, opgenomen.
2. Onverminderd de verplichte nationale technische voorschriften, voorzover deze met het Gemeenschapsrecht ver-enigbaar zijn, worden deze technische specificaties door de aanbestedende dienst aangegeven door verwijzing naar de nationale normen ter omzetting van de Europese normen, door verwijzing naar Europese technische goedkeuringen of door verwijzing naar gemeenschappelijke technische specificaties.
3. Een aanbestedende dienst kan van lid 2 afwijken, indien:
a) de normen, de Europese technische goedkeuringen of de gemeenschappelijke technische specificaties geen bepa-lingen bevatten inzake de vaststelling van overeenstemming of indien er geen technische middelen zijn om de overeenstemming van een product met deze normen, deze Europese technische goedkeuringen of deze gemeen-schappelijke technische specificaties op bevredigende wijze vast te stellen;
b) de toepassing van lid 2 afbreuk doet aan de toepassing van Richtlijn 86/361/EEG van de Raad van 24 juli 1986 betreffende de eerste fase van de wederzijdse erkenning van goedkeuringen van eindapparatuur voor telecom-municatie of van Beschikking 87/95/EEG van de Raad van 22 december 1986 betreffende de normalisatie op het gebied van de informatietechnologieen en de telecommunicate of van andere communautaire besluiten betref-fende diensten of producten op specifieke gebieden;
c) de toepassing van de normen, Europese technische goedkeuringen of gemeenschappelijke technische specificaties de aanbestedende dienst verplicht tot het gebruik van producten of van materiaal dat met de reeds door de aanbestedende dienst gebruikte apparatuur onverenigbaar is, dan wel tot buitensporig hoge kosten of tot on-evenredig grote technische moeilijkheden leidt; hij kan dit echter slechts doen in het kader van een welom-schreven en schriftelijk vastgelegde strategie met het oog op overgang binnen een vastgestelde termijn naar Europese normen, Europese technische goedkeuringen of gemeenschappelijke technische specificaties;
d) het betrokken project werkelijk innoverend is, waardoor het gebruik van bestaande normen, Europese technische goedkeuringen of gemeenschappelijke technische specificaties niet dienstig zou zijn.
4. Aanbestedende diensten die van lid 3 gebruikmaken, vermelden, wanneer enigszins mogelijk, de redenen daarvoor in de in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen bekendgemaakte aankondiging van opdracht of in het bestek en in elk geval in hun interne documentatie; zij verstrekken deze informatie desgevraagd aan de lidstaten en aan de Commissie.
5. Indien terzake geen Europese normen, Europese technische goedkeuringen of gemeenschappelijke technische speci-ficaties bestaan:
a) worden de technische specificaties omschreven door verwijzing naar de nationale technische specificaties waarvan is erkend dat zij aan de wezenlijke voorschriften van de Gemeenschapsrichtlijnen inzake de technische harmoni-satie voldoen, volgens de in die richtlijnen bepaalde procedures en met name volgens die van Richtlijn 89/106/ EEG;
b) kunnen de technische specificaties worden omschreven door verwijzing naar de nationale technische specificaties inzake het ontwerpen, het berekenen en het uitvoeren van het werk en het gebruik van de producten;
c) kunnen de technische specificaties worden omschreven door verwijzing naar andere documenten.
In dit geval dient in volgorde van voorkeur te worden verwezen naar:
i) nationale normen ter omzetting van de door het land van de aanbestedende dienst aanvaarde internationale normen;
ii) andere nationale normen en nationale technische goedkeuringen van het land van de aanbestedende dienst;
iii) andere nationale normen en nationale technische goedkeuringen van het land van de aanbestedende dienst.
6. Tenzij dergelijke specificaties door het voorwerp van de opdracht zijn gerechtvaardigd, verbieden de lidstaten het opnemen in de contractbepalingen die voor een bepaalde opdracht gelden, van technische specificaties die producten van een bepaald fabrikaat of van een bepaalde herkomst dan wel bijzondere werkwijzen vermelden, waardoor bepaalde dienstverleners worden begunstigd of uitgeschakeld. Het is met name verboden merken, octrooien of typen, of een bepaalde oorsprong of productie aan te duiden. Een dergelijke aanduiding, vergezeld van de vermelding ,,of daarmee overeenstemmend”, is evenwel toegestaan wanneer het de aanbestedende diensten niet mogelijk is door middel van voldoende nauwkeurige en voor alle betrokkenen begrijpelijke technische specificaties het voorwerp van de opdracht te omschrijven.
Voor de nutssector zijn de gemeenschappelijke regels op technisch gebied neergelegd in artikel 18 van Richtlijn 93/38/EEG (zie hieronder). Deze regels wijken af van die in de Richtlijnen 92/50/EEG, 93/36/EEG en 93/37/EEG: ze zijn minder gedetailleerd en uitputtend.
RICHTLIJN 93/38/EEC TITEL III
Technische specificaties en normen
Artikel 18
1. De aanbestedende diensten vermelden de technische specificaties in de algemene stukken of in het bestek voor elke opdracht.
2. De technische specificaties worden vastgesteld door verwijzing naar Europese specificaties, indien deze bestaan.
3. Bij gebreke van Europese specificaties moeten de technische specificaties, voorzover mogelijk, worden vastgesteld door verwijzing naar andere in de Gemeenschap gebruikte normen.
4. De aanbestedende diensten stellen de extra specificaties vast die nodig zijn ter aanvulling van de Europese specificaties of de andere normen. Daartoe geven zij de voorkeur aan specificaties die betrekking hebben op eisen inzake prestaties in plaats van conceptuele of beschrijvende eigenschappen, tenzij zij deze specificaties om objectieve redenen voor de uitvoering van de opdracht niet geschikt achten.
5. Tenzij dergelijke specificaties voor het ontwerp van de opdracht strikt noodzakelijk zijn, kunnen geen technische specificaties worden gebruikt die producten van een bepaald fabrikaat of een bepaalde herkomst, dan wel bijzondere werkwijzen vermelden, waardoor bepaalde ondernemingen worden begunstigd of uitgeschakeld. Het is met name verboden te verwijzen naar merken, octrooien of typen, of een bepaalde oorsprong of herkomst; een dergelijke verwijzing, vergezeld van de vermelding ,,of daaraan gelijkwaardig” is evenwel toegestaan wanneer het voorwerp van de opdracht niet op een andere wijze met voldoende nauwkeurige, voor alle betrokkenen volkomen begrijpelijke specificaties omschreven kan worden.
6. De aanbestedende diensten kunnen afwijken van lid 2 indien:
a) het technisch onmogelijk is om de overeenstemming van een product met die Europese specificaties afdoende vast te stellen;
b) de toepassing van lid 2 afbreuk doet aan de toepassing van Richtlijn 86/361/EEG van de Raad van 24 juli 1986 betreffende de eerste fase van de wederzijdse erkenning van goedkeuringen van eindapparatuur voor telecommunicate of van Beschikking 87/95/EEG van de Raad van 22 december 1986 betreffende de normalisatie op het gebied van de informatietechnologieen en de telecommunicatie;
c) bij de aanpassing van de bestaande praktijken aan de Europese specificaties, deze Europese specificaties de aanbestedende dienst zouden verplichten tot de aanschaf van materiaal dat incompatibel is met de reeds in gebruik zijnde apparatuur of zou leiden tot buitensporig hoge kosten of tot onevenredig grote technische moeilijkheden. De aanbestedende diensten kunnen echter slechts gebruikmaken van deze afwijking in het kader van een welomschreven en schriftelijk vastgestelde strategie met het oog op een overgang naar Europese specificaties;
d) de betrokken Europese specificatie ongeschikt is voor de overwogen bijzondere toepassing of indien daarin geen rekening is gehouden met de technische ontwikkelingen die zich sinds de vaststelling van die specificatie hebben voorgedaan. De aanbestedende diensten die deze afwijking toepassen, delen aan de bevoegde normalisatie-instel-ling of aan een andere instelling die bevoegd is tot herziening van de Europese specificaties de redenen mede waarom zij de Europese specificaties niet geschikt achten en verzoeken deze te herzien;
e) het betrokken project werkelijk innoverend van aard is en daarvoor het gebruik van bestaande Europese speci-ficaties niet dienstig zou zijn.
7. De overeenkomstig artikel 21, lid 1, onder a), of artikel 21, lid 2, onder a), bekendgemaakte aankondigingen vermelden de toepassing van lid 6.
8. Dit artikel laat de verplichte technische voorschriften, voorzover deze verenigbaar zijn met het Gemeenschapsrecht, onverlet.
BIJLAGE II
DEFINITIE VAN ENKELE TECHNISCHE SPECIFICATIES
De inhoud van de definitie van enkele technische specificaties in bijlage II bij Richtlijn 92/50/EEG (diensten), bijlage III bij Richtlijn 93/36/EEG (leveringen), bijlage II bij Richtlijn 93/37/EEG (werken) en artikel 1, leden 8 tot en met 13, van Richtlijn 93/38/EEG (nutsbedrijven) is gelijk, ook al geldt dit niet voor de bewoordingen. Daarom staat hieronder bij wijze van voorbeeld bijlage II bij Richtlijn 92/50/EEG.
BIJLAGE II
DEFINITIE VAN ENKELE TECHNISCHE SPECIFICATIES
In de zin van deze richtlijn wordt verstaan onder:
1. ..technische specificatie”: alle technische voorschriften, met name die welke zijn opgenomen in het bestek, die een omschrijving geven van de vereiste kenmerken van een werk, een materiaal, een product of een levering en aan de hand waarvan op objectieve wijze een werk, een materiaal, een product of een levering zodanig kan worden omschreven dat dit beantwoordt aan het gebruik waarvoor het door de aanbestedende dienst is bestemd. Deze voorschriften omvatten het niveau van kwaliteit en gebruiksgeschiktheid, veiligheid en afmetingen met inbegrip van de voorschriften voor het materiaal, het product of de levering inzake het systeem voor het waarborgen van de kwaliteit, de terminologie, de symbolen, de proefnemingen en proefnemingsmethoden, de verpakking en het merken of etiketteren. Zij omvatten eveneens de voorschriften voor het berekenen en het ontwerpen van het werk, de voorwaarden voor de proefnemingen, controle en oplevering van de werken, alsmede de bouwtechnieken of bouw-wijzen en alle andere voorwaarden van technische aard die de aanbestedende dienst bij algemene dan wel bijzondere maatregel kan voorschrijven met betrekking tot de voltooide werken en tot de materialen of bestanddelen waaruit deze werken zijn samengesteld;
2. .norm”: technische specificatie die door een erkende normaliseringsinstelling voor herhaalde of voortdurende toepassing is goedgekeurd, waarvan de inachtneming in beginsel niet verplicht is;
3. .Europese norm”: norm die door het Europees Comite voor normalisatie (CEN) of het Europees Comite voor elektrotechnische normalisatie (Cenelec) als .Europese norm (EN)” of .harmonisatiebescheid (HD)” is goedgekeurd volgens de gemeenschappelijke regels van deze organisaties of die is goedgekeurd door het Europees Normalisatie-instituut voor de telecommunicatie (ETSI) als een .Europese telecommunicatienorm (NET)”;
4. .Europese technische goedkeuring”: op de bevinding dat aan de fundamentele voorschriften wordt voldaan, geba-seerde, gunstig uitvallende technische beoordeling waarbij een product geschikt wordt verklaard voor het gebruik voor bouwdoeleinden volgens zijn intrinsieke eigenschappen en de voor de toepassing en het gebruik ervan vast-gestelde voorwaarden. De Europese technische goedkeuring wordt afgegeven door de te dien einde door de lidstaat erkende instelling;
5. .gemeenschappelijke technische specificatie”: de technische specificatie die volgens een door de lidstaten erkende procedure is opgesteld met het oog op een uniforme toepassing in alle lidstaten en die in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen is bekendgemaakt;
6. .fundamentele voorschriften”: voorschriften met betrekking tot de veiligheid, de gezondheid en andere aspecten van algemeen belang waaraan de werken kunnen voldoen.