Bijlagen bij COM(2006)801 - Verslag over 2006 over de uitvoering van Verordening 450/2003

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2006)801 - Verslag over 2006 over de uitvoering van Verordening 450/2003.
document COM(2006)801 NLEN
datum 14 december 2006
bijlage bij dit verslag zijn ophanden zijnde nationale verbeteringsmaatregelen opgenomen voor de lidstaten die deze informatie hebben verstrekt.

2. Algemene vorderingen sedert het laatste verslag

Sinds de invoering van de verslagen in 2004[1] zijn aanzienlijke vorderingen geboekt, vooral ten aanzien van de algemene beschikbaarheid van de loonkostenindex. Ondertussen hebben alle EU-lidstaten de LKI-verordening ten uitvoer gelegd en worden de gegevens regelmatig aan de Commissie (Eurostat) verstrekt, hoewel niet altijd binnen de voorgeschreven termijn.

Omdat nu voor alle lidstaten indexcijfers beschikbaar zijn, kunnen de EU-aggregaten worden opgesteld en is het mogelijk de ontwikkeling van de loonkosten per uur in de lidstaten met voldoende nauwkeurigheid te vergelijken. Enkele lidstaten moeten evenwel nog meer aandacht besteden aan een aantal kwaliteitsaspecten voordat het harmonisatieproces kan worden beëindigd. De punten waarom het gaat, worden hieronder besproken.

Terwijl de lidstaten de noodzakelijke faciliteiten voor de productie van de LKI boden, zette de Commissie (Eurostat) een productiesysteem voor de tijdige ontvangst, verificatie, bewerking, opslag en verspreiding van de LKI-gegevens op. Deze processen werden in 2005 afgesloten.

3. Kwaliteitsbeoordeling (stand: oktober 2006)

3.1 Lidstaten waarvan de kwaliteit van de loonkostenindex toereikend is

De volgende lidstaten hebben alle maatregelen voor de volledige uitvoering van de verordening genomen: Tsjechië, Denemarken, Duitsland, Estland, Spanje, Letland, Litouwen, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Slovenië, Slowakije en het Verenigd Koninkrijk.

Gezien de door de lidstaten ingediende reeksen indexcijfers en met name de begeleidende metagegevens, wordt de kwaliteit van de desbetreffende tijdreeksen betreffende de LKI niet in twijfel getrokken en derhalve toereikend geacht.

Nederland heeft evenwel het voorgeschreven kwaliteitsverslag nog niet ingediend, zodat de kwaliteitsbeoordeling voor Nederland nog onzeker is en de kwaliteit nog niet volledig kan worden gewaarborgd. Voor twee andere lidstaten wordt de kwaliteit van de LKI-reeksen wat de lopende indexcijfers betreft, wel toereikend geacht, maar zijn er nog tekortkomingen bij de historische reeksen:

Letland

Vergelijkbaarheid. Historische gegevens ontbreken (1996).

Verenigd Koninkrijk

Volledigheid. De reeksen indexcijfers worden niet gegeven met een correctie voor het aantal werkdagen of voor seizoensinvloeden en aantal werkdagen (1996-1999).

3.2 Lidstaten met tekortkomingen wat de kwaliteit betreft

Na onderzoek heeft de Commissie (Eurostat) vastgesteld dat de kwaliteit van de indexcijfers voor de volgende lidstaten niet in alle opzichten in overeenstemming was met de eisen van Verordening (EG) nr. 450/2003: België, Griekenland, Frankrijk, Ierland, Italië, Cyprus, Hongarije, Malta, Finland en Zweden.

Cyprus heeft het voorgeschreven standaardverslag over de kwaliteit nog niet ingediend, wat de beoordeling van alle kwaliteitsaspecten minder nauwkeurig maakt.

Gedetailleerde indeling van de ontdekte tekortkomingen:

België

Actualiteit. De actualiteit van de ingediende reeksen indexcijfers beantwoordt niet aan de wettelijke verplichtingen. De termijn bedroeg in 2005 meer dan 200 dagen (in plaats van de voorgeschreven 70 dagen). Na in 2006 diverse oplossingen te hebben uitgeprobeerd, zijn de Belgische autoriteiten erin geslaagd de termijn te verkorten door administratieve gegevens beschikbaar te stellen.

Volledigheid. De reeksen indexcijfers worden niet gegeven met een correctie voor het aantal werkdagen of voor seizoensinvloeden en aantal werkdagen.

Griekenland

Actualiteit. De actualiteit van de ingediende reeksen indexcijfers beantwoordt niet aan de wettelijke verplichtingen. De termijn bedroeg in 2005 bijna 270 dagen (in plaats van de voorgeschreven 70 dagen). In 2006 werd enige vooruitgang vastgesteld, maar de indieningstermijn is nog steeds veel te lang.

Vergelijkbaarheid. Historische reeksen ontbreken (1996-1999).

Frankrijk

Nauwkeurigheid. De gewerkte uren zijn als maatstaf vervangen door de contractueel betaalde uren van voltijds werkzame werknemers in ondernemingen met tien of meer werknemers.

Ierland

Nauwkeurigheid. In plaats van de gewerkte uren werden de betaalde uren als maatstaf gehanteerd. Een van de tekortkomingen hiervan is dat onregelmatige betalingen aan werknemers bij de meting van de loonkosten voor de loonkostenindex buiten beschouwing blijven.

Actualiteit. De actualiteit van de ingediende reeksen indexcijfers beantwoordt niet aan de wettelijke verplichtingen. De termijn bedroeg in 2005 ongeveer 100 dagen (in plaats van de voorgeschreven 70 dagen). In 2006 werd enige vooruitgang vastgesteld, maar de indieningstermijn is nog steeds veel te lang.

Vergelijkbaarheid. Historische reeksen ontbreken gedeeltelijk (1996-1997).

Volledigheid. De reeksen indexcijfers worden niet aangevuld met gegevens die zijn gecorrigeerd voor het aantal werkdagen of voor seizoensinvloeden en aantal werkdagen (gedeeltelijk wel in 1996-1997).

Italië

Toegankelijkheid. De Italiaanse loonkostenindex wordt door de Italiaanse autoriteiten sinds het tweede kwartaal van 2005 als vertrouwelijk aangemerkt en kan derhalve niet worden gepubliceerd, maar alleen voor EU-aggregaten worden gebruikt. Dit is te wijten aan onzekerheden over de kwaliteit van de ermee verband houdende reeks betreffende de gewerkte uren.

Cyprus

Vergelijkbaarheid. Historische reeksen ontbreken gedeeltelijk (1996-1999).

Volledigheid. De reeksen indexcijfers zijn niet volledig daar ze niet worden verstrekt met een correctie voor seizoensinvloeden en aantal werkdagen.

Hongarije

Nauwkeurigheid. De gegevens hebben betrekking op particuliere ondernemingen met ten minste vijf werkzame personen en op overheidsorganisaties ongeacht de grootteklasse.

Malta

Vergelijkbaarheid. Historische reeksen ontbreken gedeeltelijk (1996-1999).

Volledigheid. De reeksen indexcijfers zijn niet volledig daar ze niet worden verstrekt met een correctie voor het aantal werkdagen en voor seizoensinvloeden en aantal werkdagen.

Finland

Nauwkeurigheid. De gegevens hebben alleen betrekking op voltijds werkzame werknemers. De ontwikkeling van de loonkosten per kwartaal wordt sedert het eerste kwartaal van 2005 gemeten aan de hand van de ontwikkeling van de verdiende lonen voor de normale arbeidstijd. In het algemeen zijn er grote achterstanden – tot twee jaar – bij verscheidene van de voor de berekening van de LKI gebruikte bronnen. Derhalve wordt bij de loonkostenindex de conjuncturele ontwikkeling van de loonkosten per uur in Finland thans niet volledig met de gewenste nauwkeurigheid in aanmerking genomen, terwijl de bruikbaarheid door omvangrijke herzieningen wordt beperkt.

Zweden

Nauwkeurigheid. Een van de tekortkomingen is dat onregelmatig uitgekeerde premies bij de meting van de loonkosten buiten beschouwing blijven. De gegevens hebben alleen betrekking op de particuliere sector.

Volledigheid. De reeksen indexcijfers worden niet gegeven met een correctie voor het aantal werkdagen of voor seizoensinvloeden en aantal werkdagen.

4. Recente maatregelen van de Europese Commissie (Eurostat) en de lidstaten

In 2006 heeft de Commissie (Eurostat) in samenwerking met de lidstaten de beoordeling van de haalbaarheidsstudies over de uitbreiding van het toepassingsgebied van de LKI tot economische activiteiten als de overheid, onderwijs en gezondheidszorg (NACE Rev.1, afdelingen L tot en met O) en de ontwikkeling van een index exclusief onregelmatig uitgekeerde premies (artikel 10 van Verordening (EG) nr. 450/2003) voltooid. In november 2006 is de ontwerpverordening van de Commissie over de uitbreiding van de gegevensverzameling ingediend. Daarentegen is nog geen besluit genomen over een index exclusief onregelmatig uitgekeerde premies aangezien onderzoek heeft aangetoond dat voor een subindex met een aanvaardbare kwaliteit meer tijd moet worden uitgetrokken voor de vaststelling van de definities en vooral voor het zoeken van middelen.

Andere problemen betreffende de relevantie en nauwkeurigheid van de LKI hebben voor het eerst aandacht gekregen. Zo is vastgesteld dat gebruikers behoefte hebben aan een uitsplitsing van de index in overheid en particuliere sector. Dit kan deels worden opgelost met bovengenoemde NACE-uitbreiding en de indeling naar economische activiteit die hierdoor mogelijk is. Aangezien de grote volatiliteit van enkele van de reeksen indexcijfers blijkbaar wordt veroorzaakt door de onderliggende reeks over de gewerkte uren, is het voorts wellicht interessant, of zelfs noodzakelijk de twee componenten van de LKI – de loonkosten per kwartaal en de gewerkte uren per kwartaal - afzonderlijk te verzamelen.

5. Conclusies

Vijftien lidstaten leven de verordening na wat de beoordeelde kwaliteitsaspecten betreft. Twee van hen hebben evenwel nog problemen op het punt van de beschikbaarheid, de vergelijkbaarheid of de correctie voor werkdagen en seizoensinvloeden van de historische LKI-reeksen.

Tien lidstaten hebben nog tekortkomingen ten aanzien van een of meer kwaliteitsaspecten van de LKI. Meestal gaat het daarbij om de nauwkeurigheid. De definitie en de dekking van enkele aspecten van de LKI beantwoorden niet helemaal aan de wettelijke eisen. Ook verminderen onvoldoende actualiteit, ontbrekende reeksen met voor aantal werkdagen en seizoensinvloeden gecorrigeerde gegevens en onvolledige historische reeksen de kwaliteit van de LKI-reeksen.

Twee lidstaten hebben het voorgeschreven kwaliteitsverslag niet voltooid.

De Commissie (Eurostat) zal de resterende nalevings- en kwaliteitsproblemen regelmatig aan de hand van de verstrekte gegevens en van andere nationale documentatie controleren. Wanneer de gewenste of geplande verbeteringen niet naar genoegen zijn gevorderd, zal contact worden opgenomen met de betrokken nationale autoriteiten.

Aangezien de LKI-reeksen van de EU vaak voor het toezicht op de ontwikkeling van de loonkosten in de EU en in de lidstaten worden gebruikt, is het uiterst belangrijk dat de nationale autoriteiten gegevens van de hoogste kwaliteit leveren. Overigens is de situatie aanzienlijk verbeterd sinds de verordening begin 2005 volledig van toepassing werd. Alle lidstaten, en niet alleen die welke de verordening volledig toepassen, hebben middelen aangewend voor maatregelen om de tijdreeksen beter vergelijkbaar en actueler te maken. Hierdoor is de kwaliteit in het algemeen duidelijk verbeterd en is de bruikbaarheid van de gegevens toegenomen.

ANNEX

Details of forthcoming National Improvement Activities (Member States' contributions)

Spain

The main problem of the Labour Cost Index in Spain is timeliness.

The source of information for compiling the LCI is the Quarterly Labour Cost Survey (QLCS) which has been conducted by the National Statistics Institute (INE) since 2000. The ongoing work to obtain the results takes 80 days or more, depending on the quarter. During the summer months, the industrial holidays have the effect of extending the data collection period.

Since wages and salaries in Spain are usually paid on a monthly basis and payments of Social Security contributions are also made monthly by law, the QLCS questionnaire asks for monthly data. The information requested is based on the official documents that employers have to submit to the worker and to the Social Security. Therefore, the legal time limits for the submission of these documents are observed and, consequently, it is not possible to bring forward the final results.

In order to obtain the LCI results on time, at t+70 days, a provisional LCI of one quarter t is obtained and published with the information received and validated up to that time. The validation and imputation processes continue until t+80, when the QLCS is published with the final results. The revised LCI is obtained at t+80. At (t+1) +70, the provisional LCI for quarter t+1 is published, together with the revised LCI for quarter t.

Ireland

Ireland is in the process of implementing a strategy to improve the coverage of information on earnings and labour costs. One element of this is a new annual structural survey of employees (the National Employment Survey, or NES) that will collect information on earnings and the factors that influence earnings (age, occupation, length of service etc.). The NES will monitor the structure of earnings on an annual basis, as well as providing a vehicle for collecting other enterprise-related data on matters such as vocational training etc.

The other element is a new quarterly survey: the Earnings, Hours and Employment Costs Survey (EHECS). This survey will provide comparable and timely data on labour costs across all sectors of the economy and will measure earnings and employment in a more comprehensive and consistent way across the different sectors. It will be aimed at enterprises employing three or more persons.

This survey will collect data on wages and salaries, employers’ social contributions, other non-wage costs, and hours worked for the entire quarter. The expansion of coverage to include these non-wage costs, which are not traditionally included as earnings, will enable the survey to better reflect the cost of employment and the pressure on competitiveness.

The main output of the survey will be an index of labour costs per hour worked, and the survey is designed to monitor the short-term change in labour costs. Given the breakdown requested in the survey, it will be possible to routinely disseminate hourly earnings information with and without bonuses and by broad occupational group.

The EHECS survey is designed to meet national needs and EU requirements and, once it is fully up and running, Ireland will be able to supply LCI data which will be fully compliant with Regulation (EC) No 450/2003. The new EHECS survey will also mean that, in the future, it will not be necessary to carry out a dedicated four-yearly Labour Costs Survey (LCS).

The EHECS survey will ultimately replace all existing short-term earnings surveys currently being carried out by the CSO. The EHECS was launched in 2005 for the industrial and financial sectors. In early 2007 it will be extended to cover the public sector and then, later in the year, the distribution sector. By 2008 it will cover most sectors of the economy from industry to personal services (NACE C to O).

Finland

The Finnish model of compiling the Labour Cost Index is based on data from several statistical sources. The accuracy of the index improves gradually with each revision, as slower statistical sources become available.

In 2005, Statistics Finland started a project for implementing a new production model for the LCI based on direct quarterly collection of primary data from enterprises. Through these measures Finland should be able to comply fully with the Regulations of the LCI from 2009.

[1] COM(2004) 833 definitief van 27.12.2004.