Bijlagen bij COM(2007)200 - Kwaliteit van de in 2006 door de lidstaten verstrekte begrotingsgegevens

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage.

2. BELANGRIJKSTE CONCLUSIES OVER DE IN 2006 VERSTREKTE GEGEVENS OVER OVERHEIDSTEKORTEN EN DE OVERHEIDSSCHULDEN

2.1. Tijdigheid en volledigheid

2.1.1. Tijdigheid

De lidstaten moeten de Commissie vóór 1 april en vóór 1 oktober van jaar n in kennis stellen van hun tekorten en schulden (voorziene en feitelijke gegevens)[3]. In 2006 omvatte de PBT-kennisgeving de jaren 2002 tot en met 2006. Voor 2006 worden de door de nationale autoriteiten voorziene gegevens vermeld; voor 2002 tot en met 2005 betreft het definitieve, semi-definitieve, voorlopige of geschatte gegevens. Doorgaans worden de termijnen voor de indiening van gegevens goed nageleefd. Bij de tweede kennisgeving in 2006 hebben alle lidstaten, behalve Luxemburg, hun gegevens op of voor 30 september 2006 ingediend. Luxemburg deed dit op 3 oktober 2006. Bij de indiening van de gegevens voor april was Ierland te laat, namelijk op 4 april 2006.

In het algemeen hebben de lidstaten de gewoonte om na de eerste indiening van de gegevens wijzigingen aan te brengen of hun PBT-tabellen te voltooien. In april 2006 heeft Eurostat 36 herziene verslagen van 19 landen ontvangen, terwijl in oktober 2006 28 herziene verslagen door 16 landen werden ingediend[4]. De meeste herzieningen worden ingediend in antwoord op commentaar, technische vragen of opmerkingen van Eurostat aan de lidstaat.

2.1.2. Volledigheid van de tabellen en ondersteunende informatie

Het invullen van de rapporteringstabellen is wettelijk verplicht en noodzakelijk om te zorgen dat Eurostat behoorlijk toezicht op de kwaliteit van de gegevens kan houden. Artikel 8 A, lid 2, van Verordening (EG) nr. 3605/93 bepaalt dat de lidstaten de Commissie de relevante statistische informatie moeten verstrekken. Deze " omvat in het bijzonder: gegevens van de nationale rekeningen, lijsten, kennisgevingstabellen in het kader van de [EDP] en aanvullende vragenlijsten en verduidelijkingen in verband met de kennisgevingen ."

Wat de volledigheid van de ingediende tabellen[5] betreft, moet worden opgemerkt dat de meeste lidstaten alle kennisgevingstabellen in het kader van de PBT hebben ingevuld (hoewel tabel 4 wisselvallig wordt ingevuld en de gegevens onvolledig zijn). In de meest recente PBT-kennisgeving, die van oktober 2006, hebben acht lidstaten het verband tussen het werksaldo en de volgens het ESR-95 opgestelde overheidsoverschotten/-tekorten niet ingediend voor alle subsectoren of voor alle jaren, of werksaldi die gelijk staan aan het nettofinancieringsoverschot/ nettofinancieringstekort.

Wat PBT-tabel 3 betreft, hebben niet alle lidstaten de gevraagde uitsplitsingen gemaakt voor de posten leningen en deelnemingen in tabel 3 A (voor de overheid), waarin een onderscheid wordt gemaakt tussen aankopen van activa (die doorgaans met uitgaande kasstromen corresponderen) en afstotingen (ingaande kasstromen). Negen lidstaten hebben de uitsplitsing voor leningen niet ingediend en zes lidstaten hebben de deelnemingen niet uitgesplitst.

Eurostat heeft de lidstaten ook verzocht een vragenlijst betreffende kennisgevingstabellen[6] te beantwoorden. Alle lidstaten hebben de vragenlijst ingediend[7], meestal samen met hun kennisgeving. De dekking van de antwoorden is tussen april en oktober 2006 verbeterd. Toch hebben sommige lidstaten bepaalde belangrijke informatie niet ingediend. Zo heeft Griekenland in oktober 2006 niet de gevraagde bijzonderheden over privatiseringen verschaft en gaf Duitsland geen kwalitatieve antwoorden over de militaire uitgaven.

2.2. Naleving van de boekhoudregels en consistentie van de statistische gegevens

2.2.1. Informatie-uitwisseling en verduidelijkingen

Tijdens de beoordelingsperiode (drie weken na de indieningstermijn van 1 oktober 2006), heeft Eurostat contact opgenomen met de nationale statistische autoriteiten van alle lidstaten om nadere informatie te vragen en om de toepassing van de boekhoudregels voor specifieke transacties te verduidelijken. In het kader van dit proces vond tussen Eurostat en de nationale autoriteiten een intensieve correspondentie met korte antwoordtermijnen plaats. Een eerste reeks verzoeken om verduidelijking werd verzonden op 6 oktober (met een antwoordtermijn van enkele dagen) en tussen 10 en 12 oktober werd een reeks brieven verzonden (eveneens met een antwoordtermijn van enkele dagen). In enkele gevallen werd een derde en zelfs een vierde verzoek om verduidelijking verzonden. In enkele gevallen heeft Eurostat om herziene kennisgevingstabellen verzocht[8].

In april 2006 werd dezelfde werkwijze gevolgd, waarbij op 7 april 2006 een eerste reeks verzoeken werd verzonden, en een tweede reeks rond 12 april, met een definitieve termijn voor de beantwoording van latere reeksen op 18 april 2006.

2.2.2. Contactbezoeken en methodologische bezoeken

Verordening (EG) nr. 3605/93 voorziet in contactbezoeken en methodologische bezoeken. Er worden regelmatig contactbezoeken aan de lidstaten gebracht om de ingediende gegevens te evalueren, de methoden te onderzoeken, de in de lijsten omschreven statistische processen en bronnen te bespreken en om na te gaan of de boekhoudregels worden nageleefd, zoals die over de afbakening van de overheidssector, het moment van de boeking en de indeling van overheidstransacties en -schulden. Methodologische bezoeken vinden doorgaans alleen plaats wanneer er volgens de Commissie (Eurostat) sprake is van ernstige risico’s of potentiële problemen in verband met de kwaliteit van de gegevens, met name wat betreft de methoden, concepten en indelingen die worden toegepast op gegevens die de lidstaten verplicht zijn te melden.

In 2006 heeft Eurostat de volgende contactbezoeken afgelegd: Portugal (23-24 januari), Slovenië (9-10 februari), Litouwen (9-10 maart), Malta (21 maart), Frankrijk (5 april), België (10 april), Cyprus (7 juni), Ierland (4-5 juli), Hongarije (20-21 juli), Denemarken (18 september), Griekenland (29 september), Luxemburg (20 november) en Letland (18-19 december). De conclusies uit deze bezoeken worden naar de EFC gestuurd en binnen enkele maanden openbaar gemaakt op de website van Eurostat. Er is tweemaal een methodologisch bezoek gebracht aan Griekenland , namelijk van 29 mei tot en met 2 juni en van 27 tot en met 29 september 2006). In bijlage 2 worden de belangrijkste conclusies en bevindingen van deze bezoeken samengevat. Bovendien zijn er contactbezoeken aan de toetredende landen afgelegd: op 20-22 juni aan Roemenië en op 10-12 juli aan Bulgarije.

2.2.3. Specifiek advies, verduidelijkingen en besluiten van Eurostat

Sinds april 2006 is Eurostat door een aantal landen geraadpleegd over verschillende boekhoudkwesties met betrekking tot reeds verrichte of nog geplande transacties. Eurostat verschaft specifiek advies over nog niet uitgevoerde handelingen of regelingen, bijvoorbeeld met betrekking tot geplande handelingen (advies vooraf), en niet over gevallen in het verleden (verduidelijkingen en besluiten) overeenkomstig de gepubliceerde richtlijnen voor dergelijk advies[9]. Eurostat informeert momenteel bij de betrokken lidstaten of zij zouden instemmen met de publicatie van het advies dat Eurostat hun in de loop van 2006 heeft gegeven. Eurostat is van plan op zijn specifieke website over overheidsfinanciën het aan de lidstaten gegeven advies (in de vorm van een brief) te publiceren.

2.2.4. Recente methodologische kwesties

Zoals gewoonlijk heeft Eurostat in 2006 aandacht besteed aan de uitvoering van de ESR-95-regels waarvan recentelijk bepaalde methodologische aspecten zijn verduidelijkt, met als doel de uitvoering ervan door de lidstaten te verzekeren. De meest recente gepubliceerde methodologische besluiten van Eurostat zijn Flows from and to the EU budget (Stromen uit en naar de EU-begroting) en Military expenditure (Militaire uitgaven).

Flows from and to the EU budget: De toepassing van het Eurostat-besluit ter verduidelijking van de behandeling van overdrachten uit de EU-begroting naar de lidstaten[10] wordt voor een aantal lidstaten nog onderzocht. De meeste lidstaten hebben verklaard dat zij het Eurostat-besluit volledig toepassen, met uitzondering van Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg en Zweden.

Military expenditure: Dit Eurostat-besluit geeft aan hoe de aankoop van militaire uitrusting moet worden geboekt[11]. 21 lidstaten doen dit op transactiebasis (twee lidstaten verklaren dat zij geen militaire uitrusting hebben gekocht) of maken gebruik van een gevolmachtigde zodat, gezien de huidige situatie bij militaire contracten, het verschil ten opzichte van gegevens op kasbasis waarschijnlijk niet significant is. Het Eurostat-besluit is niet volledig toegepast door Duitsland en Griekenland. Deze twee landen boeken de aankoop van militaire uitrusting nog louter op kasbasis.

Eurostat heeft in 2006 nog andere conceptuele kwesties van algemeen belang opgeworpen. Eurostat bespreekt op het ogenblik met de betrokken technische werkgroepen de boekhoudkundige behandeling van posten die van invloed zijn op statistieken van overheidsfinanciën: effectiseringstransacties door de overheid, tolbetalingen voor weggebruik, niet-inbare vorderingen van de overheid, overdracht van pensioenverplichtingen en koolstofemissierechten. Al deze posten, met uitzondering van de laatste, zijn aanvankelijk aangekondigd in de News Release (persbericht) van april 2006, en werden ook in de News Release van oktober 2006 genoemd.

2.2.5. Consistentie met onderliggende overheidsrekeningen

De nieuwe indieningstermijnen op 1 april en 1 oktober van elk jaar, zoals vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 3605/93, zijn ingevoerd met het oog op consistentie met onderliggende jaar- en kwartaalrekeningen van de overheid per sector, zoals vermeld in verschillende ESR-95-verslagen aan Eurostat. De nieuwe termijnen zijn voor het eerst toegepast in 2006. Bij de beoordelingen die Eurostat in 2006 vóór de bekendmaking van de PBT-kennisgeving heeft verricht, werd dan ook stelselmatig de consistentie van de PBT-kennisgeving met andere verslagen over de onderliggende overheidsrekeningen per sector geanalyseerd. De totaalcijfers van de uitgaven en inkomsten moeten bijvoorbeeld met de gemelde tekorten overeenstemmen. Waar er afwijkingen waren of de PBT-gegevens werden herzien, verzocht Eurostat de lidstaten om indiening van aangepaste bedragen van de uitgaven en inkomsten. Ook de inkomsten en uitgaven, uitgedrukt in percentage van het bbp, zijn bekendgemaakt in de Eurostat News Release over overheidstekort en overheidsschuld.

In het algemeen is de consistentie van de PBT-gegevens met de ingediende volgens het ESR-95 opgestelde overheidsrekeningen voldoende. In vergelijking met april 2006, toen deze operatie voor het eerst werd uitgevoerd, is de consistentie duidelijk verbeterd, vooral wat de financiële kant betreft.

2.3. Bekendmaking

2.3.1. Publicatie van totaalcijfers en gedetailleerde rapporteringstabellen

Artikel 8 G van Verordening (EG) nr. 3605/93 luidt:. "De Commissie (Eurostat) verstrekt de gegevens over het feitelijke overheidstekort en de feitelijke overheidsschuld en de onderliggende overheidsrekeningen met het oog op de toepassing van het Protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten binnen drie weken na de […] indieningstermijnen. De gegevens worden verstrekt door ze bekend te maken."

De gegevens over het overheidstekort en de overheidsschuld zijn bekendgemaakt op 24 april 2006 en 23 oktober 2006 (behalve de voorziene gegevens voor 2006)[12]. De bekendgemaakte gegevens zijn opgenomen in bijlage 1. Op 23 oktober 2006 heeft Eurostat alle rapporteringstabellen die door de betrokken landen bij hun laatste rapportering bij Eurostat zijn ingediend, op zijn website over overheidsfinanciën gezet. Eurostat publiceert op zijn website[13] ook de jaarstatistieken van de overheidsfinanciën die aan de PBT-gegevens ten grondslag liggen, samen met informatie over stock-flow adjustment (vermogensaanpassing) voor de lidstaten, de Eurozone en de EU-25. Ook inkomsten en uitgaven per kwartaal, financiële kwartaalrekeningen en kwartaalgegevens over schulden van de overheid worden bekendgemaakt.

Op grond van Verordening (EG) nr. 3605/93 moeten de lidstaten hun feitelijke gegevens over tekorten en schulden bekendmaken. Slechts dertien lidstaten hebben Eurostat meegedeeld dat zij alle rapporteringstabellen bekendmaken of hier nu mee beginnen, nl. België, Denemarken, Estland, Ierland, Cyprus, Letland, Hongarije, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Finland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk. Hoewel er nog veel ruimte voor verbetering overblijft, is het bemoedigend te zien dat er sinds april 2006 zes lidstaten zijn bijgekomen die de rapporteringstabellen bekendmaken.

2.3.2. Voorbehoud ten aanzien van de kwaliteit van de gegevens

In oktober 2006 heeft Eurostat de gemaakte voorbehouden ten aanzien van de door België en Griekenland ingediende gegevens ingetrokken en had het geen andere bedenkingen ten aanzien van de gegevens.

Wat België betreft, is het voorbehoud ingetrokken naar aanleiding van een wijziging van de gegevens door Eurostat voor 2005 (zie punt 2.3.3). Het voorbehoud van april 2006 was als volgt geformuleerd: "Eurostat is van oordeel dat de overname door de regering in 2005 van 7,4 miljard euro van de schuld van de spoorwegmaatschappij NMBS volgens de ESR-95-regels moet resulteren in een kapitaaloverdracht van de overheid naar de NMBS, met een gevolg voor het overheidstekort dat hetzelfde bedrag beloopt (gelijk aan 2,5% van het bbp). De Belgische autoriteiten op het gebied van de statistiek hebben Eurostat echter meegedeeld dat de Belgische regering voornemens is een wet aan te nemen die deze transactie met terugwerkende kracht ongedaan maakt. De boekhoudkundige gevolgen hiervan moeten worden opgehelderd vóór de volgende PBT-kennisgeving in oktober 2006."

Ook de voorbehouden ten aanzien van de door Griekenland in de verslagen van september 2005 en april 2006 ingediende gegevens zijn ingetrokken. Dit was het gevolg van de methodologische bezoeken in juni 2006 en september 2006 waarin de boeking van transacties met de EU-begroting, de socialezekerheidsrekeningen en de extrabudgettaire fondsen alsmede de bedragen van andere vorderingen en schulden aan de orde kwamen en die tot een aanzienlijke herziening van het Griekse tekort voor 2002-2005 hebben geleid. Het voorbehoud van april 2006 was als volgt geformuleerd: "Ondanks de recente verbetering in de statistische procedures en de goede samenwerking tussen Eurostat en de Griekse nationale autoriteiten op het gebied van de statistiek blijven er wat de Griekse overheidsrekeningen betreft kwesties van structurele en systematische aard bestaan. Eurostat zal de komende weken een methodologisch bezoek afleggen om de bestaande kwesties op te lossen". In de News Release van 26 september 2005 werd het volgende voorbehoud bij de Griekse gegevens gemaakt: "Er blijven vragen bestaan over de boeking van EU-transacties, de socialezekerheidsrekeningen en de bedragen van andere vorderingen en schulden voor de jaren 2002-2004".

2.3.3. Wijzigingen in de ingediende gegevens

In 2006 heeft Eurostat wijzigingen aangebracht in de begrotingsgegevens van drie lidstaten (België[14], Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk). In oktober 2006 zijn de door België en het Verenigd Koninkrijk ingediende gegevens gewijzigd. Ook heeft Eurostat besloten de in oktober 2006 door Griekenland ingediende bbp-gegevens niet te gebruiken, en gezien de omvang en de complexiteit van deze herziening voert Eurostat een volledige verificatie van de bbp-gegevens uit. In april 2006 zijn er wijzigingen aangebracht in de door het Verenigd Koninkrijk ingediende gegevens en in de Franse gegevens over de tekorten. De uitleg van Eurostat in de kennisgevingen van april en oktober luidde als volgt[15]:

PBT- kennisgeving van oktober 2006

België: "Eurostat heeft de door België meegedeelde gegevens over het tekort en de schuld gewijzigd in verband met de overname in 2005 door de overheid (Fonds voor spoorweginfrastructuur – FSI) van 7,4 miljard euro (2,5% van het bbp) van de schuld van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS). Volgens de ESR-95-regels belopen de gevolgen voor het overheidstekort hetzelfde bedrag; de gevolgen voor de overheidsschuld eind 2005 bedragen 5,2 miljard euro (1,7% van het bbp)".

De kwestie heeft betrekking op de boekhoudkundige gevolgen van de herstructurering van de Belgische spoorwegen toen de NMBS werd opgesplitst in verschillende onderdelen, namelijk een exploitant (NMBS), een infrastructuurbeheerder (Infrabel) en een specifieke eenheid (FSI) die een groot deel van de oude NMBS-schulden op de markt heeft gebracht (7,4 miljard euro – 2,5% van het bbp). Op basis van een nauwkeurige analyse van de transactie is Eurostat van mening dat het FSI tot de overheid moet worden gerekend en dat het bedrag van 7,4 miljard euro daarom als overheidsschuld moet worden beschouwd. Bovendien moet deze verhoging van de schuld volgens Eurostat in het tekort worden doorberekend, aangezien deze schuldovername niet in aanmerking komt voor een van de drie uitzonderingen in punt 5.16 van het ESR-95: privatisering, quasi-vennootschappen of verdwijning van een post.

Verenigd Koninkrijk (dezelfde verklaring is in april 2006 gepubliceerd): "Eurostat heeft de door het Verenigd Koninkrijk ingediende gegevens voor de jaren 2002 tot en met 2005 gewijzigd zodat alle opbrengsten uit de verkoop van UMTS-licenties op dezelfde wijze worden geboekt. Dit leidt tot een toename in de overheidstekorten voor 2002, 2004 en 2005 (evenals voor de boekjaren 2002/03, 2004/05 en 2005/06) met 1, 045 miljard GBP (0,1% van het bbp) en voor 2003 (boekjaar 2003/04) met 1, 044 miljard GBP (0,1% van het bbp). In de ingediende gegevens over de schulden zijn geen wijzigingen aangebracht". Deze wijziging in de gegevens van het Verenigd Koninkrijk is de voorgaande jaren routinematig door Eurostat aangebracht, en wijst erop dat de nationale autoriteiten op statistiekgebied zijn doorgegaan met de indiening van gegevens zonder rekening te houden met het Eurostat-besluit van 2000 inzake de indeling van de opbrengsten uit de verkoop van UMTS-licenties voor mobiele telefonie. Op grond van dit besluit moeten deze opbrengsten als tekortverminderend worden geboekt in het jaar van de verkoop van de licenties, terwijl het Verenigd Koninkrijk deze opbrengsten boekt als opbrengst over de hele geldigheidsduur van de licenties.

Griekenland: "Eurostat gebruikt voor de doeleinden van deze PBT-kennisgeving de in april 2006 ingediende bbp-cijfers, en niet de herziene bbp-gegevens die op 1 oktober 2006 door de Griekse autoriteiten zijn ingediend. Gezien de omvang en de complexiteit van de herziene bbp-gegevens (een toename van 25% ten opzichte van de oude gegevens) zal Eurostat een volledige verificatie van de bbp-gegevens uitvoeren zodra Griekenland een volledig overzicht van de voor de nieuwe berekeningen gebruikte bronnen en methoden heeft ingediend".

PBT- kennisgeving van april 2006

Frankrijk: "Eurostat heeft de door Frankrijk voor het jaar 2005 ingediende gegevens over de tekorten gewijzigd door een herboeking van een kapitaalinjectie van 250 miljoen euro (0,01% van het bbp) in de spoorwegmaatschappij SNCF als kapitaaloverdracht. In de ingediende gegevens over de schulden zijn geen wijzigingen aangebracht". De Franse regering heeft SNCF Fret een kapitaalinjectie gegeven die door de Commissie als verenigbaar met het Verdrag werd aangemerkt. Of een dergelijke transactie als kapitaaloverdracht dan wel als een verwerving van een deelneming wordt ingedeeld, is afhankelijk van een analyse van de inhoud, en niet van de vorm van de transactie, en met name van de vraag of hierbij verliezen uit het verleden worden gedekt of dat de overheid handelt op dezelfde wijze als een particuliere investeerder. Op grond van verschillende elementen van de zaak, en met name Beschikking nr. C(2004)3955 betreffende staatssteun, is Eurostat van oordeel dat de transactie niet als investering was aan te merken en als kapitaaloverdracht moest worden geboekt.

2.3.4. Overgangsperiode voor de indeling van op vaststaande bijdragen berustende pensioenregelingen.

In een bijlage bij zijn News Releases heeft Eurostat zoals gewoonlijk informatie verschaft over de verwachte weerslag van zijn beslissing op de indeling per sector van op vaststaande bijdragen berustende pensioenregelingen voor de lidstaten die gebruik maken van de overgangsperiode tot maart 2007.

Aan het einde van de overgangsperiode moeten de door de lidstaten ingediende en door Eurostat bekendgemaakte tekort- en overschotcijfers voor 2005 als volgt worden herzien[16]: voor Denemarken wordt het overschot naar beneden bijgesteld met 0,9% van het bbp tot 4,0% van het bbp; voor Hongarije wordt het overschot naar boven bijgesteld met 1,3% van het bbp tot 7,8% van het bbp; voor Polen wordt het overschot naar boven bijgesteld met 1,9% van het bbp tot 4,4% van het bbp en voor Zweden wordt het overschot naar beneden bijgesteld met 1,0% van het bbp tot 2,0% van het bbp.

De schulden worden naar boven bijgesteld met 0,3% van het bbp voor Denemarken, met 3,9% van het bbp voor Hongarije, met 5,3% van het bbp voor Polen en met 0,6% van het bbp voor Zweden. De uiteenlopende gevolgen voor de schuld weerspiegelen de verschillende strategieën van deze fondsen om te investeren in staatsobligaties of in andere activa, zoals obligaties uitgegeven door non-gouvernementele instanties of aandelen.

2.3.5. Publicatie van metagegevens (lijsten[17])

Denemarken, Frankrijk, Oostenrijk, Finland en het Verenigd Koninkrijk hebben gemeld dat zij hun lijsten reeds hebben bekendgemaakt, terwijl België, Estland, Griekenland, Ierland, Cyprus, Letland, Litouwen, Luxemburg, Nederland, Polen, Slovenië en Zweden hun voornemen hebben kenbaar gemaakt om dit binnenkort te doen. Bekendmaking van de lijsten, die in de loop van 2007 worden bekendgemaakt op de Eurostat-website, is verplicht op grond van de verordening.

3. CONCLUSIES

In het algemeen is er in 2006 vooruitgang geboekt bij de kwaliteitsverbetering van de begrotingsgegevens doordat de lidstaten bij Eurostat steeds volledigere informatie indienen, zowel in de PBT-kennisgevingtabellen als in de vragenlijsten betreffende kennisgevingstabellen. In het algemeen is de consistentie van de PBT-gegevens met de ingediende volgens het ESR-95 opgestelde overheidsrekeningen nu voldoende en wordt deze in vergelijking met de situatie in april 2006 steeds beter, met name wat de financiële kant betreft.

Er zijn minder voorbehouden ten aanzien van de ingediende gegevens in 2006 gemaakt en de door Eurostat in april 2006 gemaakte voorbehouden zijn in oktober 2006 ingetrokken. In oktober 2006 zijn er geen nieuwe voorbehouden ten aanzien van de gegevens bekendgemaakt.

Niettemin zijn er, gezien dit veeleisende statistische kader, nog enkele problemen met het voldoen aan boekhoudregels en de kwaliteit van bepaalde ingediende statistische informatie. Daarom dringt de Commissie er bij de lidstaten op aan, te blijven investeren in de kwaliteit van de statistieken van de overheidsfinanciën teneinde te voldoen aan de eisen van het Verdrag. Dit is de enige manier om het vereiste kwaliteitsniveau te bereiken wat het voldoen aan de boekhoudregels, de volledigheid, de betrouwbaarheid, de tijdigheid en de consistentie van gegevens over de overheid betreft.

[1] PB L 332 van 31.12.1993, blz. 7. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2103/2005 van de Raad (PB L 337 van 22.12.2005, blz. 1).

[2] PB L 310 van 30.11.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1267/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 16 juni 2003 (PB L 180 van 18.7.2003, blz. 1).

[3] Artikel 4, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 3605/93.

[4] Ter vergelijking: in september 2005 werden 19 herziene verslagen ingediend door tien landen, en in maart 2005 15 herziene verslagen door acht landen.

[5] De kennisgevingstabellen in het kader van de EDP omvatten vier tabellen die de belangrijkste aggregaten dekken, zoals tekort/overschot van de overheid, ingedeeld naar subsector, schulden gesplitst naar financieel instrument en bbp (tabel 1), posten die de overgang van het werksaldo van elke subsector naar op ESA95 gebaseerde overheidssaldo's verklaren (tabel 2) of het verband tussen het overheidssaldo en de wijzigingen in de hoogte van de schuld (tabel 3), ook per subsector. Tabel 4 betreft een aantal variabelen die niet specifiek in wetteksten zijn genoemd, maar die door lidstaten bij de Commissie zijn ingediend (handelskredieten, bruto nationaal inkomen en het verschil tussen de nominale waarde en de actuele waarde van schulden). Zie voor een beschrijving van de inhoud van deze tabellen een specifieke Eurostat-website over overheidsfinanciën:(http://epp.eurostat.ec.europa.eu/portal/page?_pageid=2373,58110711&_dad=portal&_schema=PORTAL)

[6] Deze vragenlijst bestaat uit zeven onderdelen, waarin wordt gevraagd om kwantitatieve informatie op verschillende gebieden, zoals transacties met de EU-begroting, overheidsgaranties, kwijtscheldingen van schulden, kapitaalinjecties door de overheid in overheidsbedrijven, enz.

[7] Cyprus heeft de vragenlijst voor het eerst ingevuld in oktober 2006.

[8] Zie punt 2.1.

[9] http://epp.eurostat.ec.europa.eu/pls/portal/docs/PAGE/PGP_DS_GFS/PGE_DS_GFS_0/TABMET/EUROSTAT%20EX-ANTE%20ADVISE-%2019%20JULY%202006%20-%20FINAL%20(2)_1.PDF

[10] " The treatment of transfers from the EU budget to Member States " van 15 februari 2005 ( Eurostat News Release 22/2005).

[11] " The recording of military equipment expenditures " van 9 maart 2006 ( Eurostat News Release 31/2006).

[12] Eurostat News Release s nrs. 48/2006 en 139/2006

[13] Het in april 2006 geopende onderdeel Government Finance (overheidsfinanciën) van de Eurostat-website verschaft publieke toegang tot informatie over statistieken voor de procedure bij buitensporige tekorten en de onderliggende overheidsrekeningen, met inbegrip van meegedeelde gegevens en onderliggende rekeningen, methodologische besluiten en handboeken, en bevindingen van de afgelegde contactbezoeken in het kader van de PBT:(http://epp.eurostat.cec.eu.int/portal/page?_pageid=2373,47631312,2373_58674332&_dad=portal&_schema=PORTAL)

[14] België heeft tegen de wijziging van de gegevens door Eurostat beroep ingesteld bij het Gerecht van eerste aanleg (zaak T-403/06, België/Commissie).

[15] Artikel 8 H, lid 2, van Verordening (EG) nr. 3605/93 luidt: "Indien er aanwijzingen zijn dat de door de lidstaten ingediende feitelijke gegevens niet in overeenstemming zijn met de eisen van artikel 8 A, lid 1, van deze verordening, kan de Commissie (Eurostat) deze gegevens wijzigen en de gewijzigde gegevens en een motivering voor de wijziging verstrekken."

[16] De indeling van die pensioenregelingen buiten de overheidsbegroting zal bij het indiening van gegevens vanaf april 2007 leiden tot een toename van het tekort / een vermindering van het overschot, in combinatie met een toename van de schulden.

[17] Lijsten van de methoden, procedures en bronnen die worden gebruikt om de feitelijke gegevens over tekorten en schulden en de daaraan ten grondslag liggende overheidsrekeningen op te stellen.