Bijlagen bij COM(2007)386 - Communication from the Commission - Towards a European Charter on the Rights of Energy Consumers

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage bij deze mededeling gevoegde raadplegingsdocument dat eventuele elementen van een toekomstig Handvest betreffende de rechten van de energieconsument bevat, is een belangrijk onderdeel van dit beleid.

Mededeling van de Commissie aan de Europese Raad en het Europees Parlement - Een energiebeleid

voor Europa, COM(2007) 1 van 10.1.2007.

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement - Vooruitzichten voor de interne

gas- en elektriciteitsmarkt, COM(2006) 841 van 10.1.2007.

Conclusies van de Raad van 15.2.2007 in document 6271/07 van de Raad.

Conclusies van het Voorzitterschap, Europese Raad van Brussel van 8/9.3.2007, in document 7224/1/07

van de Raad wordt een betere bescherming van de consument geëist, bijvoorbeeld door de uitwerking

van een Handvest van de energieconsument.

Richtlijn 2003/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende

gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en houdende intrekking van

Richtlijn 96/92/EG, PB L 176 van 15.7.2003, blz. 37 (Elektriciteitsrichtlijn) en Richtlijn 2003/55/EG

van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor

de interne markt voor aardgas en houdende intrekking van Richtlijn 98/30/EG, PB L 176 van 15.7.2003,

blz. 57 (Gasrichtlijn).

Conclusies van het Voorzitterschap, Europese Raad van Brussel van 8/9.3.2007, document 7224/1/07

van de Raad.

2

5

6

2. Informatiecampagne

Door de belangstelling van de afnemers voor een alternatief energieaanbod te versterken, wordt de totstandbrenging van daadwerkelijk concurrerende energiemarkten naar verwachting bevorderd. Uit ervaring van het verleden blijkt dat consumenten alleen actief wordt op de markt wanneer zij er vertrouwen in hebben dat hun rechten blijvend worden beschermd, met name wanneer zij van leverancier veranderen.

In nauwe samenhang met de volledige openstelling, op 1 juli 2007, van de Europese gas- en elektriciteitsmarkt voor individuele gebruikers (en kleine ondernemingen) heeft de Commissie een grote informatie- en voorlichtingscampagne op gang gebracht met twee algemene doelstellingen: het bewustzijn verhogen van de consument inzake de voordelen van alternatieven voor het huidige energieaanbod, die nu dankzij de openstelling van de gas- en elektriciteitsmarkten beschikbaar komen, en die consument ervan overtuigen dat zijn rechten volledig beschermd blijven wanneer hij besluit op een dergelijk alternatief aanbod in te gaan.

Het raadplegingsproces van de Commissie over het toekomstige handvest zal verlopen in nauwe samenhang met deze informatiecampagne.

3. Context

In de mededeling betreffende het energiebeleid is te lezen: "Energie is voor elke Europeaan van essentieel belang. De vigerende Europese wetgeving voorziet reeds in de nakoming van openbaredienstverleningsverplichtingen. De EU moet echter meer werk maken van de bestrijding van energiearmoede." De Commissie heeft zichzelf ertoe verbonden een handvest van de energieconsument uit te werken dat vier essentiële doelstellingen als vertrekpunt heeft.

a. Energie is van cruciaal belang voor elke Europeaan

Energie is van het grootste belang als het erop aankomt de maatschappelijke en territoriale cohesie, economische stabiliteit en duurzame ontwikkeling te waarborgen. In hoogontwikkelde economieën zijn de mensen afgesloten van de samenleving als zij geen toegang hebben tot elektriciteit. Hetzelfde geldt voor ondernemingen. Een adequate energievoorziening is dan ook een centrale voorwaarde om een succesvolle deelname van de burger aan het maatschappelijke en economische leven mogelijk te maken.

Een voldoende aantal concurrenten op de markt, een uitgebreid dienstenaanbod, concurrerende prijzen en actieve en goedgeïnformeerde consumenten maken het mogelijk een echte interne markt voor elektriciteit en gas tot stand te brengen. De ontplooiing van een interne energiemarkt is echter steeds geleidelijk verlopen en alle voorwaarden voor de volledige vrijmaking van de elektriciteits- en gasmarkten van de Europese Unie zijn pas aanwezig vanaf 1 juli 20077. Een betere beveiliging én een versterking van de consumentenbelangen op gelijke hoogte met de belangen van de ondernemingen is een voorafgaande voorwaarde voor een goede functionering van

14 lidstaten zullen hun markt voor elektriciteit en/of gas pas op 1.7.2007 openstellen.

7

de interne markt en zal naar verwachting ook resulteren in een verbetering van de energie-efficiëntie. Het zal ook een stimulans vormen voor concurrentie, innovatie en economische ontwikkeling.

b. Overeenkomstig de bestaande Europese wetgeving moeten reeds openbare-dienstverplichtingen in acht worden genomen

De Europese Unie heeft ervoor gekozen om groei en concurrentievermogen te bevorderen met inachtneming van het beginsel van duurzame ontwikkeling. De bescherming van het milieu, de consumenten en de sociaal kwetsbaren vormt een integrerend onderdeel van het EU-beleid met het oog op de totstandbrenging van een interne markt. Lang voordat het grote Europese debat over diensten van algemeen belang oplaaide, vormden bepalingen inzake de openbare dienstverlening reeds een voorwaarde sine qua non van de wetgeving op energiegebied8. Concurrentie moet noodzakelijkerwijs worden aangevuld door verplichtingen inzake openbare dienstverlening. Als marktkrachten alleen niet volstaan om de algemene economische belangen van de samenleving tot hun recht te doen komen, hebben regeringen het recht - en soms de plicht - om op te treden. De lidstaten is derhalve het recht verleend om wanneer dat noodzakelijk is aan ondernemingen openbaredienstverplichtingen op te leggen. De lidstaten zijn vrij om de exacte voorwaarden daarvan zelf vast te leggen voor zover deze verplichtingen stroken met de gemeenschappelijke Europese doelstellingen9 en in overeenstemming zijn met de in de richtlijnen neergelegde beginselen10.

Het blijft een grote uitdaging om de nationale prioriteiten te doen samenlopen met de gemeenschappelijke doelstellingen van het Europese beleid. In de periode van overgang naar een daadwerkelijke mededinging is de machtsbalans tussen consumenten en ondernemingen niet langer in evenwicht, terwijl een gebrek aan informatie doorgaans de individuele consument verzwakt. De sociale en milieu-voorwaarden in de Europese Unie ondergaan de invloed van zowel externe factoren, zoals internationale concurrentie, als interne factoren die een gevolg zijn van de onderlinge verschillen tussen de economieën van de lidstaten. Goed gerichte universele en openbare dienstverplichtingen voor de afnemers van energie moeten centraal blijven staan in het proces van vrijmaking van de markt.

Sinds 1996: Richtlijn 96/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 december 1996 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit, PB L 27 van 30.1.1997, blz. 20 (de vroegere elektriciteitsrichtlijn) en Richtlijn 98/30/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas, PB L 204 van 21.7.1998, blz. 1 (de vroegere gasrichtlijn).

Krachtens artikel 3, lid 2, van zowel de elektriciteits- als de gasrichtlijn hebben de lidstaten het recht om openbaredienstverplichtingen op te leggen "die betrekking kunnen hebben op de veiligheid, die zowel de voorzieningszekerheid als de regelmaat, kwaliteit en prijs van de leveringen omvat, alsmede op de bescherming van het milieu". Door middel van een kennisgevingsmechanisme waarborgt de Commissie de overeenstemming met de Europese wetgeving, terwijl publicatie zorgt voor een volledige transparantie.

Beginselen zoals een duidelijke omschrijving, transparantie, niet-discriminatie, controleerbaarheid en gelijke behandeling, inclusief gelijke toegang tot de consument voor alle ondernemingen.

8

9

10

c. De Europese Unie moet verder gaan in de strijd tegen energiearmoede

Ongeacht het feit dat een grote meerderheid van de Europese burgers tevreden is over de elektriciteitsvoorziening11, lijkt het vast te staan dat energiearmoede een toenemend risico is. Hogere prijzen voor bronnen van primaire energie en een aantal nationale en Europese beleidskeuzes inzake energie of in verband met de milieuaspecten daarvan zullen wellicht resulteren in oplopende energieprijzen12. De situatie van individuele klanten die zich in een kwetsbare financiële situatie bevinden, kan verder worden verergerd door onbegrijpelijke, respectievelijk ongerechtvaardigde regelingen voor facturering en meteropneming.

Zelfs als de consument ertoe wordt aangespoord op zoek te gaan naar het beste aanbod kan een algemene verhoging van de energieprijzen een zware last leggen op het beschikbare inkomen van bepaalde verbruikers. Ook door een zeer gespreide meteropneming en facturering kan het economische effect van oplopende energieprijzen worden versterkt en kan de energiearmoede toenemen. In de elektriciteits- en gasrichtlijnen zijn beschermingsmaatregelen ten behoeve van kwetsbare consumenten vervat en is met name de eis opgenomen dat afdoende maatregelen worden getroffen om te voorkomen dat gebruikers van toevoer worden afgesloten.

De Commissie is van mening dat de lidstaten het probleem van kwetsbare verbruikers onvoldoende hebben aangepakt. Slechts de helft van de lidstaten heeft zelfs maar gepoogd om een definitie te geven van dergelijke verbruikers en slechts vijf lidstaten hebben een of andere vorm van sociaal tarief ingevoerd. De Commissie zal inbreukprocedures blijven opstarten wanneer de lidstaten zich niet in orde stellen met hun verplichtingen krachtens de richtlijnen.

De Commissie is van mening dat het toekomstige handvest een leidraad moet zijn voor de beste manier(en) om de behoeften van kwetsbare verbruikers op een doeltreffende manier aan te pakken.

d. De voornaamste doelstellingen

Een Europees Handvest betreffende de rechten van de energieconsument moet centraal gericht zijn op vier problemen die aan de orde zijn gesteld in de Commissiemededeling betreffende het energiebeleid13:

hulp bij de totstandkoming van regelingen om de meest kwetsbare EU-burgers in staat te stellen het hoofd te bieden aan een stijging van de energieprijzen,

verbetering van de minimuminformatie waarover de burger kan beschikken bij de keuze tussen leveranciers en bevoorradingsmogelijkheden,

De Europese consument is vrij tevreden over zijn energievoorziening: de gemiddelde score op EU25-niveau is 7,6 (op een schaal van 1 tot 10) voor zowel elektriciteit als gas – Consumer Satisfaction Survey – 2006; wordt weldra gepubliceerd.

Voor meer informatie, zie het verslag van de Europese Commissie - Evaluation of the Performance of Network Industries Providing Services of General Interest – 2006 – bijlage, blz. 93; wordt weldra gepubliceerd. Blz. 10 van de mededeling van de Commissie - Een energiebeleid voor Europa.

11

12

13

verlichting van de administratieve rompslomp wanneer een klant van leverancier verandert, en

bescherming van de consument tegen oneerlijke handelspraktijken.

Andere elementen die van belang zijn ter verbetering van de consumentenrechten zijn de daadwerkelijke handhaving van die rechten, informatie betreffende energie-efficiëntiemaatregelen en verbruikspatronen, consumentenvertegenwoordiging, toegang tot een afdoend energieniveau en redelijke tarieven.

e. Vertrekpunten voor eventuele nieuwe elementen

Een effectieve consumentenbescherming is essentieel om het mogelijk te maken dat die consument een actieve speler wordt op de energiemarkt en om te waarborgen dat een vrijmaking van de markt daadwerkelijke keuzevrijheid oplevert. In de op Europees niveau geldende en in de lidstaten in nationale wetgeving gegoten Europese regelgeving betreffende de energiemarkt14 worden de algemene en consumentenbelangen behandeld en is met name bepaald dat de consument beschikt over:

– het universele recht om van elektriciteit te worden voorzien15.

Overeenkomstig diezelfde wetgeving zijn de lidstaten ertoe verplicht te voorzien in adequate waarborgen voor de bescherming van kwetsbare afnemers. De lidstaten moeten verder een hoog niveau van consumentenbescherming waarborgen, met name met betrekking tot de transparantie van contractvoorwaarden en moeten ervoor zorgen dat een afnemer daadwerkelijk de mogelijkheid heeft op een nieuwe leverancier over te stappen, zonder dat kosten in rekening worden gebracht en zonder belemmeringen16.

Ook de algemene consumentenbeschermingswetgeving draagt bij tot de bescherming van de energieconsument en beschut de Europese afnemers tegen oneerlijke handelspraktijken.

De inspanningen om de positie te verbeteren van de individuele Europese afnemer van elektriciteit of gas - door de lidstaten eventueel uit te breiden tot kleine ondernemingen - moeten gebaseerd zijn op de bepalingen die zijn opgenomen in de Europese en nationale wetgevingen.

De Europese afnemers van elektriciteits- en gasdiensten hebben recht op transparante, vergelijkbare en afdwingbare contractstructuren. De hen aangeboden voorwaarden moeten transparant zijn. Zij moeten in staat zijn kosteloos over te stappen op een andere leverancier en moeten toegang hebben tot informatie

Richtlijn 2003/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en houdende intrekking van Richtlijn 96/92/EG, PB L 176 van 15.7.2003, blz. 37 (Elektriciteitsrichtlijn) en Richtlijn 2003/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en houdende intrekking van Richtlijn 98/30/EG, PB L 176 van 15.7.2003, blz. 57 (Gasrichtlijn). Artikel 3, lid 3, van de elektriciteitsrichtlijn.

Artikel 3, lid 5, van de elektriciteitsrichtlijn en artikel 3, lid 3, van de gasrichtlijn, die beide verwijzingen bevatten naar hun respectieve bijlagen A.

14

15

16

betreffende beschikbare energie-efficiëntiemaatregelen. Zij moeten een gegarandeerde toegang hebben tot een goed functionerend geschillenbeslechtingsmechanisme.

Speciale aandacht moet gaan naar de wijze waarop maatregelen ten uitvoer worden gelegd om de meest kwetsbare Europese consumenten te beschermen wanneer die niet voor hun eigen bescherming kunnen instaan.

Een daadwerkelijke tenuitvoerlegging van de rechten van de energieconsument vergt ook dat die laatste de beschikking krijgt over de middelen en de kennis om rationele keuzes te maken inzake energievoorziening en -efficiëntie.

Consumentenverenigingen worden hierbij uitgenodigd hun bijdrage te leveren.

4. Het instrument

De Commissie vat het toekomstige Europese Handvest betreffende de rechten van de energieconsument niet op als een wettelijk bindend document. Dit handvest moet daarentegen een overzicht geven van de bestaande communautaire wetgeving en van mogelijke elementen voor toekomstige actie.

Naar verwachting zullen er maatregelen worden afgebakend met betrekking tot de volgende negen kwesties die essentieel zijn voor de rechten en belangen van de consument:

A. Recht op levering

B. Contracten

C. Prijzen, tarieven en monitoring

D. Vrije keuze van leverancier

E. Informatieverstrekking

F. Klachten

G. Vertegenwoordiging

H. Sociale maatregelen

I. Oneerlijke handelspraktijken

Het beginsel van gedeelde verantwoordelijkheid zal een belangrijke rol spelen bij de uitwerking van de rechten van de energieconsument. Alle betrokken partijen, d.w.z. de Gemeenschap, de lidstaten, inclusief op hun respectieve bevoegdheidsgebieden de regeringen, wetgevers en regelgevende instanties, de energiesector, vertegenwoordigd door alle sociale partners, alsmede de consumentenvertegenwoordigers, moeten hun verantwoordelijkheid opnemen om van het Europese energiebeleid een succes te maken bij de Europese burger. Het handvest moet ook bijdragen tot een verbetering van productie, transmissie en efficiënt verbruik van elektriciteit en gas,

op een duurzame wijze wat de maatschappelijke, economische en milieueffecten betreft.

Met deze mededeling wenst de Commissie een oproep te lanceren aan en een stimulans te leveren voor al deze spelers om hun bijdrage te leveren tot de bescherming van de belangen van de energieconsument op hun diverse bevoegdheidsgebieden. Een raadpleging van deze belanghebbenden waarborgt dat de keuze van de prioriteiten evenwichtig is. Dit raadplegingsdocument, het hele raadplegingsproces en het toekomstige handvest zullen de bekendheid vergroten van de reeds in Europese en nationale wetgeving afgekondigde consumentenrechten, wat het openbare vertrouwen in deze rechten naar verwachting zal versterken. De Commissie zal haar inspanningen voortzetten om deze rechten meer bekend te maken bij de Europese consument.

De Commissie sluit niet uit dat het resultaat van deze raadpleging ook bijdraagt tot een versterking van de consumentenrechten via voorstellen voor nieuwe regelgeving die zij met dat doel nuttig acht.

5. De procedure

In bijlage I van deze mededeling zijn de mogelijke elementen samengevat van een toekomstig Europees Handvest betreffende de rechten van de energieconsument.

Er zal een openbare raadpleging van alle betrokken partijen (consumentenvertegenwoordigers, energieregulatoren, regeringen en de energiesector, vertegenwoordigd door alle sociale partners) worden opgezet waarbij die partijen van juli tot september 2007 (met einddatum 28 september 2007) via de internetsite van de Commissie worden geraadpleegd over de inhoud van het handvest (zie bijlage II voor nadere gegevens).

Op basis van de resultaten van dit raadplegingsproces zal de Commissie een tweede mededeling opstellen waarin een eindversie van het handvest zal zijn opgenomen. Afgezien van een overzicht van de bestaande wetgeving zal deze mededeling een leidraad bevatten voor de praktische tenuitvoerlegging. Er kunnen eventueel ook concrete elementen in worden opgenomen voor toekomstige actie op lidstaatniveau, dan wel op basis van zelfregulering.

De Commissie is ten slotte van plan om alle belanghebbenden te verzoeken de breedst mogelijke bekendheid te geven aan de definitieve versie van het in deze tweede mededeling opgenomen handvest. De Commissie zal zelf een inspanning leveren om de EU-burgers via de meest geschikte communicatiekanalen voor te lichten over de inhoud van het handvest.

BIJLAGE I

Elementen voor een toekomstig Europees Handvest betreffende de rechten van de

energieconsument

Het toekomstige Europees Handvest betreffende de rechten van de energieconsument is niet opgevat als een juridisch bindend document. In dit handvest moet daarentegen op een gemakkelijk verstaanbare wijze het volgende worden uiteengezet:

a) de bestaande communautaire wetgeving betreffende de consumentenrechten en de verplichtingen van energieleveranciers;

b) mogelijke elementen waarmee de autoriteiten van de lidstaten (de regeringen of regelgevingsinstanties) rekening moeten houden bij de tenuitvoerlegging en toepassing van deze wetgeving;

c) elementen die in aanmerking komen ter aanvulling van de bestaande rechten en die onder de verantwoordelijkheid van de lidstaten vallen;

d) elementen die in aanmerking komen ter aanvulling van de bestaande rechten en die kunnen worden bereikt door zelfregulering17 door particuliere belanghebbenden, nl. de energiesector zelf en de consumentenvertegenwoordigers.

Op basis van de resultaten van de openbare raadpleging, die wordt gehouden van juli tot en met september van dit jaar, zal de Commissie een tweede mededeling uitwerken met een definitieve versie van het handvest. Afgezien van een overzicht van de bestaande wetgeving (de hieronder volgende punten a)) zal deze een leidraad bevatten voor de praktische tenuitvoerlegging (de hieronder volgende punten b)). Er kunnen ook concrete elementen in zijn opgenomen voor toekomstige actie, hetzij op lidstaatniveau (de hieronder volgende punten c)) hetzij actie op basis van zelfregulering (de hieronder volgende punten d)).

De Commissie is ten slotte van plan om alle belanghebbenden te verzoeken de breedst mogelijke bekendheid te geven aan de definitieve versie van het in deze tweede mededeling opgenomen handvest.

1. Mogelijke elementen voor de Inleiding van een Europees Handvest

betreffende de rechten van de energieconsument

1. Het Europees Handvest betreffende de rechten van de energieconsument zal bijdragen tot de totstandbrenging van een duurzame energiemarkt met een concurrerend aanbod en een proactieve deelname van energieconsumenten die zich bewust zijn van hun rechten en keuzemogelijkheden.

Zie de punten 22 en 23 van het "Interinstitutioneel akkoord — "Beter wetgeven", PB C 321 van 31.12.2003, blz. 1.

17

2. Het Europees Handvest betreffende de rechten van de energieconsument is een oproep aan en een stimulans voor regeringen, energieregulatoren en de energiesector, vertegenwoordigd door alle sociale partners, om een concrete bijdrage te leveren ter waarborging van de belangen van de energieconsument.

3. Het is echter belangrijk de klemtoon te leggen op het feit dat nieuwe, in het handvest voorgestelde elementen die de aanzet vormen tot actie op lidstaatniveau of op basis van zelfregulering, in overeenstemming moeten zijn met het regelgevingskader van de Gemeenschap.

4. Onder geen enkele voorwaarde mogen consumentenrechten worden misbruikt om eigen, binnenlandse energieproducenten te bevoordelen tegenover producenten uit andere lidstaten.

5. Aan de lidstaten van de Europese Unie, met inbegrip van regeringen, wetgevers en regelgevingsinstanties voor de elektriciteits- en gassector, de elektriciteits- en gassector zelf, vertegenwoordigd door alle sociale partners, en de energieconsumentenverenigingen in de Europese Unie, wordt de oproep gericht samen te werken teneinde de inachtneming en bevordering van de rechten van de Europese energieconsument te waarborgen.

2. Elementen voor een toekomstig Europees Handvest betreffende de

rechten van de energieconsument

A. RECHTOPLEVERING

a) De communautaire wetgeving eist:

De Europese elektriciteitsconsumenten kunnen aanspraak maken op universele dienstverlening, dat wil zeggen het recht op levering van elektriciteit van een bepaalde kwaliteit tegen redelijke, eenvoudig en duidelijk vergelijkbare en doorzichtige prijzen18.

b) Mogelijke elementen voor de tenuitvoerlegging van de communautaire wetgeving

1. De Europese gasconsumenten moeten het recht hebben op de levering van aardgas, wanneer dat beschikbaar is, van een bepaalde kwaliteit tegen redelijke prijzen.

c) Mogelijke aanvullende elementen onder de verantwoordelijkheid van de lidstaten

2. De lidstaten hebben het recht een noodleverancier aan te wijzen19. De consument moet worden geïnformeerd over een noodleverancier-mechanisme dat wordt gehanteerd om de continuïteit van de levering te waarborgen, ongeacht of een dergelijk mechanisme is opgezet door de sector zelf, dan wel bij wet of administratieve actie is ingevoerd.

Artikel 3, lid 3, van de elektriciteitsrichtlijn.

Artikel 3, lid 5, van de elektriciteitsrichtlijn en artikel 3, lid 3, van de gasrichtlijn.

18

19

3. De bevoegde instanties op nationaal niveau moeten verplicht worden een mechanisme op te zetten om de toegang tot elektriciteit en gas te monitoren. De resultaten van een dergelijke toegangsmonitoring moeten bekend worden gemaakt aan het publiek.

d) Mogelijke aanvullende elementen, te bereiken door zelfregulering

4. Elk onderscheid tussen categorieën consumenten zou op een objectieve en transparante manier moeten worden gerechtvaardigd.

5. De transparantie en voorspelbaarheid van de gepubliceerde tarieven en voorwaarden kunnen worden verbeterd door gebruik te maken van begrijpelijke en gemakkelijk toegankelijke berekeningsmethoden.

6. Elektriciteit en gas worden tegen betaling aan de klant geleverd. Bij niet-betaling moet afsluiting in het algemeen echter als een ongewenste remedie worden beschouwd.

7. De leveranciers of netwerkexploitanten moeten, in het kader van hun respectieve verantwoordelijkheden, gemakkelijk toegankelijke telefonische hulplijnen opzetten om te kunnen reageren op aansluitingsproblemen en andere kwesties met betrekking tot de kwaliteit van de dienstverlening.

B. CONTRACTEN

a) De communautaire wetgeving eist:

De Europese energieconsument heeft recht op contractuele voorwaarden die eerlijk en vooraf bekend zijn … en waarover informatie voorafgaand aan de ondertekening of bevestiging van het contract wordt verstrekt20. De contracten moeten minimaal de volgende elementen bevatten:

de identiteit en het adres van de leverancier;

de geleverde diensten, de aangeboden kwaliteitsniveaus van de diensten en de benodigde tijd voor de eerste aansluiting;

de aangeboden soorten onderhoudsdiensten;

de wijze waarop de meest recente informatie over alle geldende tarieven en onderhoudskosten kan worden verkregen;

de duur van het contract, de voorwaarden voor verlenging en beëindiging van de diensten en van het contract, het bestaan van een recht op opzegging;

alle vergoedingen en terugbetalingsregelingen die gelden indien de contractuele kwaliteitsniveaus van de diensten niet worden gehaald; en

de methode voor het inleiden van procedures voor de beslechting van geschillen.

20

Bijlage A, punt a), van zowel de elektriciteits- als de gasrichtlijn.

De Europese consumenten moeten op toereikende wijze in kennis worden gesteld van ieder voornemen om de contractvoorwaarden te wijzigen en moeten op de hoogte worden gesteld van hun recht op opzegging wanneer zij van een dergelijk voornemen in kennis worden gesteld21.

De algemene voorwaarden van de contracten dienen eerlijk en transparant te zijn. Zij zijn gesteld in duidelijke en begrijpelijke taal22.

De leveranciers mogen geen oneerlijke bedingen in overeenkomsten met consumenten opnemen23.

c) Mogelijke aanvullende elementen onder de verantwoordelijkheid van de lidstaten

1. Het kan eventueel noodzakelijk worden geacht om tevens te eisen dat ook de volgende elementen in contracten voor levering van elektriciteit en gas worden opgenomen:

– de te betalen tarieven en de desbetreffende voorwaarden, zoals parameters voor de berekening van die tarieven en indexeringsmechanismen, op een begrijpelijke en gemakkelijk toegankelijke wijze gepresenteerd;

– beschikbare betalingsmodaliteiten en -faciliteiten;

– specificatie van de wijze waarop wordt voorzien in een geschikte meteropneming en informatieve facturering die het individuele verbruik van de consument correct weergeeft;

– specificatie van de wijze waarop de consument geactualiseerde informatie krijgt over beschikbare energie-efficiëntiemaatregelen, vergelijkende eindgebruikersprofielen en/of objectieve technische specificaties voor energieverbruikende apparatuur.

2. Alle informatieverplichtingen met betrekking tot de precontractuele fase (zie hierboven onder a), eerste item) moeten zonder beperking van toepassing zijn op alle elementen van het toekomstige contract.

C. PRIJZEN, TARIEVENENMONITORING

a) De communautaire wetgeving eist:

De Europese energieconsument moet transparante informatie ontvangen over geldende prijzen en tarieven en over standaardvoorwaarden24.

Bijlage A, punt a), van zowel de elektriciteits- als de gasrichtlijn. Bijlage A, punt d), van zowel de elektriciteits- als de gasrichtlijn.

Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten, PB L 95 van 21.4.1993, blz. 29 (Richtlijn betreffende oneerlijke bedingen in overeenkomsten).

Artikel 3, lid 3, van de elektriciteitsrichtlijn en bijlage A, punt c), van zowel de elektriciteits- als de gasrichtlijn.

21

22

23

24

De Europese elektriciteits- en gastarieven moeten redelijk zijn en de elektriciteitstarieven moeten ook gemakkelijk en duidelijk vergelijkbaar en transparant zijn25.

De Europese energieconsument moet een ruime keuze van betalingswijzen wordt geboden26.

De Europese energieconsumenten moeten, voor zover dit technisch mogelijk en

financieel redelijk is en voor zover dit in verhouding staat tot de potentiële

energiebesparingen, tegen concurrerende prijzen de beschikking krijgen over

individuele meters die het actuele energieverbruik van de eindafnemer nauwkeurig

weergeven en informatie geven over de tijd waarin sprake was van daadwerkelijk verbruik27.

De Europese energieconsument heeft recht op een energiefacturering die gebaseerd is op het actuele energieverbruik28.

c) Mogelijke aanvullende elementen onder de verantwoordelijkheid van de lidstaten

1. De bevoegde instanties op nationaal niveau moeten zicht houden op het beschikbare elektriciteits- en gasaanbod op de markt. Zij moeten de resultaten van die tariefmonitoring publiek bekend maken op een dergelijke wijze dat het mogelijk is de tarieven en basisvoorwaarden van het beschikbare aanbod te vergelijken.

d) Mogelijke aanvullende elementen, te bereiken door zelfregulering

2. De voorwaarden voor tariefaanpassingen moeten het voor de consument mogelijk maken het effect daarvan gemakkelijk te begrijpen.

3. Er moeten tariefrekenaars beschikbaar worden gesteld en op gezette tijden moet informatie over prijzen per KW en per uur worden gepubliceerd.

4. De energiefacturatie moet tijdig en voldoende frequent zijn om nauwkeurige en begrijpelijke informatie te geven over o.m. het actuele energieverbruik.

5. Bij promotieoffertes moet ervoor worden gezorgd dat de Europese energieconsument in grote mate kan profiteren van meteropnemingsfaciliteiten die het actuele verbruik weergeven en informatie geven over de tijd van daadwerkelijk verbruik.

Bijlage A, punt g), van zowel de elektriciteits- als de gasrichtlijn.

Bijlage A, munt d), van zowel de elektriciteits- als de gasrichtlijn.

Artikel 13, lid 1, van Richtlijn 2006/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2006

betreffende energie-efficiëntie bij het eindgebruik en energiediensten, PB L 114 van 27.4.2006, blz. 64

(Energie-efficiëntierichtlijn).

Artikel 13, lid 2, van de energie-efficiëntierichtlijn.

25

26

27

28

D. VRIJEKEUZEVAN LEVERANCIER

a) De communautaire wetgeving eist:

De lidstaten zorgen ervoor dat een in aanmerking komende afnemer daadwerkelijk

de mogelijkheid heeft op een nieuwe leverancier over te stappen29.

Aan de Europese energieconsumenten mogen geen kosten in rekening worden gebracht indien zij van leverancier veranderen30.

d) Mogelijke aanvullende elementen, te bereiken door zelfregulering

1. De Europese energieconsument moet kunnen profiteren van een verbetering van de efficiëntie van bestaande overstapprocedures. De vastgelegde termijn voordat op een nieuwe elektriciteits- of gasleverancier kan worden overgestapt, mag daarom niet groter zijn dan één maand.

2. Wanneer in de contractuele voorwaarden een minimumlooptijd van de overeenkomst is opgenomen, moet de desbetreffende einddatum op de factuur worden vermeld.

E. INFORMATIEVERSTREKKING

a) De communautaire wetgeving eist:

De Europese energieconsument moet transparante informatie ontvangen over geldende prijzen en tarieven en over standaardvoorwaarden met betrekking tot de toegang tot en het gebruik van elektriciteits- en gasdiensten31.

De Europese elektriciteitsconsument moet informatie ontvangen over het aandeel van elke energiebron in de totale brandstofmix die de leverancier in het voorgaande jaar heeft gebruikt … en over het milieueffect van de door de leverancier geproduceerde elektriciteit32.

De Europese elektriciteitsconsumenten die toegang hebben tot de universele dienstverlening overeenkomstig door de lidstaten aangenomen bepalingen, worden in kennis gesteld van hun rechten in verband met universele dienstverlening33.

De Europese consumenten die op het gassysteem zijn aangesloten, moeten in kennis worden gesteld van hun recht om, in overeenstemming met de geldende nationale wetgeving, te worden voorzien van aardgas van een bepaalde kwaliteit tegen een redelijke prijs34.

Artikel 3, lid 5, van de elektriciteitsrichtlijn en artikel 3, lid 3, van de gasrichtlijn.

Bijlage A, punt e), van zowel de elektriciteits- als de gasrichtlijn.

Bijlage A, punt c), van zowel de elektriciteits- als de gasrichtlijn.

Artikel 3, lid 6, van de elektriciteitsrichtlijn.

Bijlage A, punt g), van de elektriciteitsrichtlijn.

Bijlage A, punt g, van de gasrichtlijn en het algemene Verdragsbeginsel van niet-discriminatie.

29

30

31

32

33

34

De Europese energieconsument heeft het recht om, in of bij rekeningen, contracten, transacties en/of ontvangstbewijzen bij distributiestations, enz. in duidelijke en begrijpelijke taal de volgende informatie te ontvangen: a) de huidige actuele prijzen en het daadwerkelijke verbruik van energie; b) een vergelijking van het huidige energieverbruik van de eindafnemer met het verbruik van het voorgaande jaar; c) een vergelijking met een gemiddelde genormaliseerde of benchmark-energie-verbruiker; d) contactinformatie … waar objectieve informatie kan worden verkregen over maatregelen ter verbetering van energie-efficiëntie, vergelijkende eindgebruikersprofielen en/of technische specificaties voor energieverbruikende apparatuur35.

b) Mogelijke elementen voor de tenuitvoerlegging van de communautaire wetgeving

1. De informatie aan de Europese energieconsument over de voorwaarden voor de levering van energie moet te vinden zijn zonder overdreven of dure navraag.

d) Mogelijke aanvullende elementen, te bereiken door zelfregulering

2. De Europese energieconsument moet een gemakkelijke toegang hebben tot actuele informatie over:

– de energieleveranciers in hun omgeving, en

– alle nationale programma's, mechanismen en financiële en wettelijke kaders ter bevordering van de energie-efficiëntie.

F. KLACHTEN

a) De communautaire wetgeving eist:

De Europese energieconsumenten moet transparante, eenvoudige en goedkope procedures ter beschikking krijgen voor het afhandelen van hun klachten36 … waarbij waar mogelijk de beginselen van Aanbeveling 98/257/EG37 en 2001/310/EG38 van de Commissie in acht worden genomen.

c) Mogelijke aanvullende elementen onder de verantwoordelijkheid van de lidstaten

1. Buitengerechtelijke geschillenbeslechtingsprocedures, zoals minnelijke schikkingen, administratieve procedures of bemiddelingsprocedures moeten het mogelijk maken geschillen op billijke, snelle (binnen een periode van 3 maanden) en voor de consument kosteloze wijze te beslechten.

Artikel 13, lid 3, van de energie-efficiëntierichtlijn.

Bijlage A, punt f), van zowel de elektriciteits- als de gasrichtlijn.

Aanbeveling 98/257/EG van de Commissie betreffende de principes die van toepassing zijn op de

organen die verantwoordelijk zijn voor de buitengerechtelijke beslechting van consumentengeschillen,

PB L 115 van 17.4.98, blz. 31.

Aanbeveling 2001/310/EG van de Commissie met betrekking tot de beginselen voor de

buitengerechtelijke organen die bij de consensuele beslechting van consumentengeschillen betrokken

zijn, PB L 109 van 19.4.2001, blz. 56.

35

36

37

38

2. De rol van de energieregulatoren bij geschillenbeslechting moet worden verduidelijkt en de energieconsumenten moeten daarover onverwijld worden geïnformeerd.

d) Mogelijke aanvullende elementen, te bereiken door zelfregulering

3. De leveranciers en netwerkexploitanten moeten ertoe worden aangespoord te voorzien in een gemeenschappelijk toegangspunt voor consumentenklachten.

G. VERTEGENWOORDIGING

a) De communautaire wetgeving eist:

Consumentenorganisaties hebben van de lidstaten het recht gekregen om bij door de lidstaten aangewezen rechterlijke of administratieve instanties acties in te stellen om inbreuken te doen staken39.

c) Mogelijke aanvullende elementen onder de verantwoordelijkheid van de lidstaten

1. De geschiktste methoden om de officiële organisatie van energieconsumenten-vertegenwoordiging te bevorderen worden ontwikkeld en dragen bij tot de geregelde inventarisatie van de marktontwikkelingen.

2. Een geregelde dialoog tussen energieconsumentenorganisaties en alle andere betrokken partijen (sociale partners, energiesector, regulatoren, vertegenwoordiging van regeringen, enz.) over alle kwesties van energieconsumentenrechten moet ervoor zorgen dat al het mogelijke wordt gedaan om een hoog niveau van consumentenrechten te waarborgen.

3. Consumentenorganisaties en autoriteiten die belast zijn met de bescherming van de consument moeten samenwerken om de correctheid van de door de elektriciteits-en gasleveranciers verstrekte informatie te controleren.

H. SOCIALEMAATREGELEN

a) De communautaire wetgeving eist:

De lidstaten … voorzien met name in adequate waarborgen voor de bescherming van kwetsbare afnemers, met inbegrip van maatregelen om hen te helpen voorkomen dat de voorziening wordt onderbroken40.

Richtlijn 98/27/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 1998 betreffende het doen staken van inbreuken in het raam van de bescherming van de consumentenbelangen, PB L 166 van 11.6.1998, blz. 51 (artikel 1, 2 en 3). Aangezien de energierichtlijnen van 2003 niet zijn vermeld in de lijst van de bijlage van bovengenoemde richtlijn, is deze alleen van toepassing op kwesties die behoren tot de werkingssfeer van consumentenrichtlijnen, zoals de richtlijn betreffende oneerlijke bedingen in overeenkomsten en de richtlijn betreffende oneerlijke handelspraktijken. Artikel 3, lid 5, van de elektriciteitsrichtlijn en Artikel 3, lid 3, van de gasrichtlijn.

39

40

b) Mogelijke elementen voor de tenuitvoerlegging van de communautaire wetgeving

1. Europese energieconsumenten die speciale noden hebben ten gevolge van fysieke of mentale beperkingen of die zich in een slechte financiële situatie bevinden, moeten, tegen een redelijke prijs of waar nodig kosteloos, essentiële energiediensten aangeboden krijgen opdat zij hun fysieke en mentale gezondheid en welzijn kunnen handhaven.

2. De lidstaten moeten een definitie van kwetsbare verbruikers vastleggen en bekend maken, die wordt gehanteerd door alle leveranciers van elektriciteit en gas, waarbij voor de huishoudelijke basisbehoeften gas wordt geleverd zonder dat de kwetsbare verbruiker dat specifiek moet aanvragen.

3. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat de aan kwetsbare afnemers toegekende rechten bij hun toepassing geen overdreven lasten opleggen aan de afnemers die dergelijke rechten aanvragen. Er moet met name aandacht worden besteed aan gevallen waarin de voorziening onderbroken dreigt te worden.

4. Bestaande maatregelen ten gunste van kwetsbare afnemers moeten goed gericht zijn en op gezette tijden worden geëvalueerd. Zij moeten evenwichtig zijn zodat zij de vrijmaking van de markt niet belemmeren, geen discriminaties tussen Europese energieleveranciers invoeren, niet resulteren in concurrentievervalsing, herverkoop niet beperken en geen ongelijke behandeling van andere verbruikers veroorzaken.

c) Mogelijke aanvullende elementen onder de verantwoordelijkheid van de lidstaten

5. De lidstaten moeten tussenkomen op de markt om te bereiken dat sociale tarieven en voorwaarden worden geïntroduceerd voor welbepaalde categorieën van elektriciteits- en gasverbruikers in afgelegen gebieden of met speciale noden, of zij moeten er minimaal voor zorgen dat dergelijke verbruikers toegang hebben tot het goedkoopste aanbod op de markt.

I. ONEERLIJKE HANDELSPRAKTIJKEN

a) De communautaire wetgeving eist:

De Europese energieconsumenten worden beschermd tegen oneerlijke of misleidende verkoopmethoden41.

Oneerlijke handelspraktijken zijn verboden krachtens de richtlijn betreffende

oneerlijke handelspraktijken

42

Bijlage A, punt d), van zowel de elektriciteits- als de gasrichtlijn.

Richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en tot wijziging van Richtlijn 84/450/EEG van de Raad, Richtlijnen 97/7/EG, 98/27/EG en 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad (Richtlijn betreffende oneerlijke handelspraktijken).

41

42

– De Europese burgers moeten daadwerkelijk worden beschermd tegen intimidatie via misleidende en agressieve handelspraktijken43, bijvoorbeeld om van exploitant te veranderen.

– Door de handelaar opgelegde, kosten met zich meebrengende of bovenmatige niet-contractuele belemmeringen ten aanzien van rechten die de consument uit hoofde van het contract wil uitoefenen, waaronder het recht om het contract te beëindigen of een ander product of een andere handelaar te kiezen, mogen worden gekwalificeerd als oneerlijke handelspraktijken44.

c) Mogelijke aanvullende elementen onder de verantwoordelijkheid van de lidstaten

1. De instanties die de belangen van de consument verdedigen en de nationale energieregulatoren zouden effectief moeten samenwerken om de best mogelijke resultaten te verkrijgen.

Artikel 11 van de richtlijn oneerlijke handelspraktijken. Artikel 9, onder d), van de richtlijn oneerlijke handelspraktijken.

43

44

BIJLAGE II Openbare raadpleging

OPENBARE RAADPLEGING INZAKE HET EUROPEES HANDVEST BETREFFENDE DE RECHTEN VAN DE ENERGIECONSUMENT

De Commissie nodigt alle betrokken partijen uit om opmerkingen in te dienen over een tekst die elementen bevat voor een Europees Handvest betreffende de rechten van de energieconsument. Bedoelde opmerkingen kunnen worden toegezonden op het volgende adres:

Europese Commissie Directoraat-generaal Energie en Vervoer

Openbare raadpleging over een Europees Handvest betreffende de rechten van de

energieconsument

tren-energy-consumer-rights@ec.europa.eu

of

De Motstraat 28 B-1049 Brussel

De opmerkingen kunnen uiterlijk tot 28 september 2007 aan de Commissie worden toegezonden. In antwoorden en opmerkingen moet het nummer worden vermeld van het onderwerp waarop zij betrekking hebben.

Wanneer u een standpunt hebt over bepaalde kwesties en niet over andere, aarzel dan niet te reageren op uitsluitend de door u in aanmerking genomen kwesties.

Ter informatie van de betrokken partijen zal het Directoraat-generaal Energie en Vervoer van de Commissie de elektronisch toegezonden bijdragen samen met de contactgegevens van de afzender publiceren op webpagina [webpagina], op voorwaarde tenminste dat de afzender uitdrukkelijk heeft ingestemd met die publicatie.

Om gegevensbeschermingsredenen zal de Commissie eventuele in het antwoord opgenomen gespecificeerde persoonlijke gegevens niet verwerken.

Op basis van onder meer de ontvangen bijdragen zal de Commissie een tweede mededeling opstellen met daarin het uiteindelijke handvest.