Bijlagen bij SEC(2007)972 - Namens de EG en samen met de lidstaten gedane voorstellen tot wijziging van bijlage A bij het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage A bij het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen /* SEC/2007/0972 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 11.7.2007

SEC(2007)972 definitief

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD

inzake namens de Europese Gemeenschap en samen met de lidstaten gedane voorstellen tot wijziging van bijlage A bij het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen

A. TOELICHTING

1. Het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen (hierna "het Verdrag" genoemd) is op 17 mei 2004 in werking getreden. Het Verdrag heeft to tdoel de menselijke gezondheid en het milieu te beschermen tegen persistente organische verontreinigende stoffen. Op basis van het voorzorgsbeginsel biedt het Verdrag een kader voor de beëindiging van productie, gebruik, invoer en uitvoer van aanvankelijk twaalf prioritaire persistente organische verontreinigende stoffen, de veilige hantering en verwijdering daarvan alsook de beëindiging of vermindering van onopzettelijke lozingen van bepaalde persistente organische verontreinigende stoffen.

2. De Europese Gemeenschap en de meeste lidstaten zijn partij bij het Verdrag[1].

3. Overeenkomstig artikel 8 van het Verdrag mag elke partij bij het secretariaat een voorstel indienen om een chemische stof in de bijlagen bij het Verdrag op te nemen. Na een technische evaluatie kan deze procedure leiden tot een besluit van de Conferentie van de Partijen over de vraag of de chemische stof, tezamen met een specificatie van de eraan verbonden controlemaatregelen, kan worden opgenomen in de bijlagen bij het Verdrag volgens de procedure van artikel 22, lid 4, over de wijziging van de bijlagen. Op grond van de eis van nauwe samenwerking bij de internationale vertegenwoordiging van de Gemeenschap, moeten voorstellen gezamenlijk door de Gemeenschap en de lidstaten worden ingediend.

4. Met het oog op de opening van de onderhandelingen die moeten worden gevoerd over een eventuele wijziging van de bijlagen bij het Verdrag, heeft de Commissie, voor aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de Gemeenschap vallen, in 2005 en 2006 bij het Uitvoerend Secretariaat van het Verdrag van Stockholm, namens de Gemeenschap en samen met de lidstaten die partij zijn bij het Verdrag, een voorstel gedaan tot wijziging van de desbetreffende bijlagen bij het Verdrag door toevoeging van de onderstaande stoffen: hexabroombifenyl, chloordecon, octabroomdifenylether, pentachloorbenzeen en gechloreerde paraffines met een korte keten.

5. Volgens beschikbare wetenschappelijke informatie en onderzoeksverslagen, en rekening houdende met bijlage D bij het Verdrag, vertonen endosulfan en trifluralin kenmerken van persistente organische verontreinigende stoffen. Deze twee stoffen zijn beoordeeld overeenkomstig Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen[2]. Ten gevolge daarvan worden gewasbeschermingsmiddelen die endosulfan bevatten volledig en definitief ingetrokken tegen december 2007[3] en worden gewasbeschermingsmiddelen die trifluralin bevatten volledig en definitief ingetrokken tegen december 2008[4]. Gezien het potentieel van deze chemische stoffen om zich over lange afstanden door het milieu te verplaatsen zijn de in nationaal of communautair verband getroffen maatregelen niet toereikend om een hoge mate van bescherming van de menselijke gezondheid en het milieu te waarborgen en zijn bredere internationale maatregelen noodzakelijk. Het is derhalve passend dat de Gemeenschap en de lidstaten die partij zijn bij het Verdrag, voorstellen de desbetreffende bijlagen bij het Verdrag te wijzigen en deze twee stoffen daaraan toe te voegen.

B. AANBEVELING

Gezien het voorgaande beveelt de Commissie aan dat:

- Met het oog op het aanvangen van de procedures die leiden tot onderhandelingen over een eventuele wijziging van de bijlagen bij het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen, wordt de Commissie, voor aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de Gemeenschap vallen, door de Raad gemachtigd om namens de Gemeenschap en samen met de lidstaten die partij zijn bij het Verdrag, aan het Uitvoerend Secretariaat van het Verdrag van Stockholm, tijdig voor bespreking tijdens de volgende bijeenkomst van de POP's-beoordelingscommissie in november 2006, het voorstel voor te leggen tot wijziging van de desbetreffende bijlagen bij het Verdrag door toevoeging van de onderstaande stoffen:

- Endosulfan

- Trifluralin

- De Commissie ziet er samen met de lidstaten op toe dat de relevante informatie ter ondersteuning van de voorstellen aan het Secretariaat wordt voorgelegd.

[1] Tijdens de bijeenkomst van de Groep internationale milieuvraagstukken van 9 januari 2007 heeft de Commissie eraan herinnerd dat alle lidstaten het Verdrag van Stockholm zo snel mogelijk moeten ratificeren, overeenkomstig het beginsel van eenheid bij de internationale vertegenwoordiging van de Gemeenschap.

[2] PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1. Laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2005/58/EG van de Commissie (PB L 246 van 2.9.2005, blz. 27).

[3] PB L 317 van 3.12.2005, blz. 25.

[4] De beschikking van de Commissie inzake de niet-opname van trifluralin in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad wordt binnenkort vastgesteld.