Bijlagen bij COM(2009)33 - Uitvoering van Verordening 450/2003 betreffende de loonkostenindex (LKI)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage I van de uitvoeringsverordening (Verordening (EG) nr. 1216/2003) moet de kwaliteit van de loonkostenindex aan de hand van de volgende criteria worden vastgesteld: relevantie, nauwkeurigheid, actualiteit, punctualiteit, toegankelijkheid, duidelijkheid, vergelijkbaarheid, coherentie en volledigheid.

Met betrekking tot vergelijkbaarheid en volledigheid is goede vooruitgang geboekt en daarom zal in het huidige verslag vooral worden ingegaan op nauwkeurigheid, actualiteit en coherentie. Geringe afwijkingen bij de indieningstermijnen worden buiten beschouwing gelaten aangezien deze normaliter van voorbijgaande aard zijn.

In een bijlage bij dit verslag zijn de aangekondigde nationale verbeteringsmaatregelen opgenomen voor de lidstaten die deze informatie hebben verstrekt.

2. Algemene vorderingen sinds het laatste verslag

Sinds het laatste verslag van 2006 zijn aanzienlijke vorderingen geboekt, vooral ten aanzien van de beschikbaarheid en de kwaliteit van de loonkostenindex (LKI). In het algemeen zijn de herzieningen van de cijfers uit het verleden minder ingrijpend en is de volatiliteit van de index afgenomen. De historische gegevens, die in 2006 in veel gevallen nog ontbraken, zijn inmiddels door alle lidstaten aangeleverd. Beide nieuwe lidstaten (Bulgarije en Roemenië) hebben de LKI volgens de kwaliteitsnormen van Verordening (EG) nr. 450/2003 kunnen indienen. Ondertussen hebben alle EU-lidstaten de LKI-verordening ten uitvoer gelegd en worden de gegevens op enkele uitzonderingen na binnen de voorgeschreven termijn aan de Commissie (Eurostat) verstrekt.

Aangezien er nu voor alle lidstaten indexcijfers beschikbaar zijn, kunnen EU-aggregaten worden opgesteld en is het mogelijk de ontwikkeling van de loonkosten per uur in de lidstaten met voldoende nauwkeurigheid te vergelijken. Enkele lidstaten moeten echter nog meer aandacht besteden aan een aantal kwaliteitsaspecten voordat het harmonisatieproces kan worden afgesloten. De punten waarom het gaat, worden hieronder besproken.

Terwijl de lidstaten de noodzakelijke faciliteiten voor de productie van de LKI boden, heeft de Commissie (Eurostat) het productiesysteem voor de tijdige ontvangst, verificatie, bewerking, opslag en verspreiding van de LKI-gegevens onderhouden en uitgebreid. Deze processen, die sinds 2005 volledig operationeel zijn, worden voortdurend geanalyseerd en bijgesteld.

2. 1 Uitbreiding tot NACE Rev. 1, secties L tot en met O, en overgang naar NACE Rev. 2

Bij Verordening (EG) nr. 224/2007 van 1 maart 2007 (PB L 64 van 2.3.2007, blz. 23) is de werkingssfeer van de LKI uitgebreid tot niet-marktdiensten. Sinds het eerste kwartaal van 2007 moeten de niet voor seizoensinvloeden gecorrigeerde LKI-gegevens voor de NACE-secties L tot en met O elk kwartaal bij Eurostat worden ingediend. Zodra voor een lidstaat over vier jaar gegevens beschikbaar zijn, moet de reeks ook worden ingediend met een correctie voor het aantal werkdagen en voor seizoensinvloeden. Momenteel worden deze gegevens, waaronder de cijfers met een correctie voor het aantal werkdagen en voor seizoensinvloeden, ingediend door alle lidstaten aan wie geen afwijking is toegestaan. De afwijkingen voor België, Denemarken, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Ierland, Italië, Cyprus, Luxemburg, Malta, Oostenrijk, Polen en Zweden lopen af op de uiterste datum voor het indienen van de gegevens over het eerste kwartaal van 2009. Per die datum moeten de gegevensreeksen voor alle lidstaten de secties L tot en met O van de NACE Rev. 1 bevatten.

Tegelijkertijd zal Verordening (EG) nr. 1893/2006 van 20 december 2006 (PB L 393 van 30.12.2006, blz. 1) betreffende de wijziging van de nomenclatuur van NACE Rev. 1 in NACE Rev. 2 gevolgen hebben voor de LKI. De gegevens over het eerste kwartaal van 2009 moeten al volgens de NACE Rev. 2 gecodeerd zijn. De nodige veranderingen in de productieomgeving na deze verandering van de nomenclatuur van de economische activiteiten zijn doorgevoerd door de Commissie (Eurostat) en de Commissie houdt toezicht op de voortgang die de lidstaten maken bij het aanpassen van de nomenclatuur. Voor een soepele overgang naar de nieuwe nomenclatuur is in 2007 een workshop specifiek over de invoering van NACE Rev. 2 in de lidstaten georganiseerd. Een tweede workshop, waarin de voortgang wordt beoordeeld en die een podium voor discussie bood, vond plaats in november 2008.

3. Evaluatie van de naleving (tot en met september 2008)

3.1 Overzicht

De volgende lidstaten hebben alle maatregelen genomen voor een volledige uitvoering van de verordening: België, Bulgarije, Tsjechië, Denemarken, Duitsland, Estland, Spanje, Frankrijk, Italië, Cyprus, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije en het Verenigd Koninkrijk. Nederland heeft ook gegevens van voldoende kwaliteit over de verslagperiode ingediend, maar deed dit voor bijna alle kwartalen veel te laat; Nederland voldeed derhalve niet aan het punctualiteitsvereiste van de Verordening. Hongarije, Finland en Zweden hebben wel regelmatig gegevens aangeleverd, maar hebben in meer of mindere mate niet voldaan aan de definities van de LKI, zoals hieronder uitvoering wordt beschreven. Ook Ierland voldeed niet volledig aan het nauwkeurigheidsvereiste van de LKI en heeft bovendien de gegevens voor alle kwartalen van 2008 niet op tijd ingediend. Griekenland en Oostenrijk hebben hun gegevens voor het grootste deel van de verslagperiode op tijd ingediend, maar herzien momenteel hun LKI vanwege zorgen over de kwaliteit. Over het geheel genomen is dit resultaat een vooruitgang ten opzichte van de situatie in het verslag van 2006, toen naast een aantal ernstige kwaliteitsproblemen enkele reeksen historische gegevens en reeksen met voor aantal werkdagen en seizoensinvloeden gecorrigeerde gegevens nog ontbraken.

3.2 Details van de tekortkomingen ten aanzien van de kwaliteit

3.2.1 Nauwkeurigheid

Problemen met de nauwkeurigheid kunnen betrekking hebben op een aantal aspecten van de LKI. Over het algemeen hebben deze te maken met gebrekkige basisgegevens en kunnen zij leiden tot een grote volatiliteit van de LKI-reeksen. Onnauwkeurige gegevens zijn in sommige gevallen ook niet goed vergelijkbaar met die van andere lidstaten en kunnen bovendien aanleiding geven tot inconsistenties tussen de LKI en andere gegevensbronnen die vergelijkbare aspecten meten (bv. de ontwikkeling van het uurloon van werknemers). Over het algemeen worden problemen met de nauwkeurigheid door de betrokken lidstaten besproken in het jaarlijkse kwaliteitsverslag en houdt de Commissie (Eurostat) toezicht op de geboekte of geplande voortgang met het gebruik van betere bronnen.

Momenteel kampen zes lidstaten met problemen met de nauwkeurigheid. Ierland, Hongarije, Finland en Zweden hebben momenteel geen goede basisgegevens ter beschikking die zij nodig hebben om volledig aan de verordening te voldoen[4]. De LKI-gegevens van Griekenland laten een onverklaarbare groei zien, die niet te rijmen valt met de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Oostenrijk is om dezelfde reden gestopt met het aanleveren van gegevens en onderzoekt momenteel de oorzaak van deze kwaliteitsproblemen.

Ierland: In plaats van de gewerkte uren werden de betaalde uren als maatstaf gehanteerd. Onregelmatige betalingen werden in de index buiten beschouwing gelaten. Dit zou moeten veranderen zodra de nieuwe gegevensbron (naar verwachting in 2009) voor alle economische activiteiten kan worden gebruikt. Verder heeft de reeks geen betrekking op alle werknemers, maar ligt de drempel lager voor ondernemingen met tien of meer werknemers voor de industrie (NACE C, D en E) en de bouw (NACE F). De dienstensector (NACE G, H, I en K) heeft een lagere drempel voor diensten, namelijk ondernemingen met vijf of meer werknemers, terwijl NACE J (financiële bemiddeling) alleen betrekking heeft op banken, verzekeringsmaatschappijen en bouwspaarkassen.

Griekenland: Hoge volatiliteit van LKI-reeksen en ingrijpende aanpassingen. Tot dusver is er geen toereikende verklaring gegeven voor de extreme volatiliteit. Bovendien werd er voor 2007 en 2008 geen jaarlijks kwaliteitsverslag ingediend; het in 2006 ingediende verslag was te beknopt om er conclusies uit te kunnen trekken over de oorzaken van de nauwkeurigheidsproblemen.

Hongarije: De gegevens hebben betrekking op particuliere ondernemingen met ten minste vijf werkzame personen en op overheidsorganisaties ongeacht de omvang.

Oostenrijk: In september 2008 werd gestopt met het aanleveren van gegevens vanwege de ongeloofwaardige en volatiele resultaten.

Finland: De gegevens hebben alleen betrekking op voltijds werkzame werknemers. De ontwikkeling van de loonkosten per kwartaal wordt sedert het eerste kwartaal van 2005 gemeten aan de hand van de ontwikkeling van de verdiende lonen voor de normale arbeidstijd. Om de jaarlijkse veranderingen in de loonkostenindex te berekenen, zijn de arbeidskrachtenenquête, de structuurstatistieken van lonen en de gegevens van de nationale rekeningen gebruikt. In het algemeen zijn er grote achterstanden – tot twee jaar – bij verschillende van de voor de berekening van de LKI gebruikte bronnen. Derhalve wordt bij de loonkostenindex de conjuncturele ontwikkeling van de loonkosten per uur in Finland thans niet volledig met de gewenste nauwkeurigheid in aanmerking genomen, terwijl de bruikbaarheid door omvangrijke herzieningen wordt beperkt.

Zweden: Onregelmatig uitgekeerde premies blijven bij de meting van de loonkosten buiten beschouwing. De gegevens hebben alleen betrekking op de particuliere sector.

3.2.2 Actualiteit

De actualiteit is sinds het laatste verslag van 2006 steeds meer verbeterd. Niettemin hebben verschillende lidstaten om diverse redenen de LKI voor sommige kwartalen niet op tijd (70 dagen na het referentiekwartaal) ingeleverd. Actualiteit is van het grootste belang, aangezien vertraging bij het aanleveren van de gegevens betekent dat voor EU- en eurozone-aggregaten schattingen moeten worden gebruikt. Dit kan tot onnodig ingrijpende aanpassingen leiden. Hieronder volgt een opsomming van de lidstaten die de gegevens dermate laat aanleverden (>t+75) dat deze niet konden worden opgenomen in het driemaandelijks persbericht van de Commissie en extrapolaties van de LKI-waarden van de desbetreffende landen moesten worden gebruikt voor de EU- en eurozone-aggregaten voor dat kwartaal.

België: Leverde gedurende de verslagperiode driemaal de gegevens niet tijdig aan. Na een verbetering van de situatie in vergelijking met het verslag van 2006 hebben verschillende incidentele factoren ertoe geleid dat de LKI in de eerste helft van de verslagperiode van 2008 te laat werden aangeleverd. De gegevens voor het derde referentiekwartaal van 2008 worden op tijd verwacht.

Cyprus, Italië, Luxemburg: Hebben eenmaal de gegevens niet tijdig aangeleverd. Dit hing niet samen met een structureel productieprobleem en wordt derhalve gezien als een incident.

Ierland: Heeft driemaal de gegevens niet tijdig aangeleverd. Naar verwachting zal het pas in 2009 weer gegevens indienen.

Griekenland: Heeft driemaal de gegevens niet tijdig aangeleverd. Dit hing niet samen met een structureel productieprobleem en wordt derhalve gezien als een incident.

Nederland: Schoot in 2007 sterk te kort. Gedurende de verslagperiode waren de gegevens extreem laat voor vijf kwartalen. Vanaf het referentiekwartaal 2008Q1 werden de gegevens echter weer op tijd aangeleverd.

Oostenrijk: Heeft de gegevens in de verslagperiode driemaal te laat aangeleverd door kwaliteitstekortkomingen en onverklaarde volatiliteit van de gegevens. Naar verwachting zullen de gegevens in het referentiekwartaal 2008Q4 weer op tijd worden ingediend.

3.2.3 Coherentie

In het jaarlijkse kwaliteitsverslag wordt de lidstaten verzocht de groei van de LKI te vergelijken met die van het uurloon van werknemers uit de nationale rekeningen volgens de definitie van het ESR 95. In beide gegevensverzamelingen wordt hetzelfde fenomeen gemeten, met kleine verschillen in de definities en een grotere gedetailleerdheid voor de LKI, waarvoor meestal andere of aanvullende bronnen worden gebruikt. Er kan derhalve geen volledige coherentie worden verwacht. Niettemin blijkt uit het feit dat de groeicijfers zich in dezelfde richting ontwikkelen en in dezelfde orde van grootte liggen, dat de kwaliteit van de LKI-gegevens vergelijkbaar is met die van de gegevens uit de nationale rekeningen. De mate van coherentie is dus een goede indicator van de kwaliteit van de LKI-gegevens. Aangezien niet alle lidstaten kwartaalgegevens voor het uurloon van werknemers (gegevens uit de nationale rekeningen) produceren, is het niet mogelijk een volledig overzicht van de coherentie te geven. Het volgende overzicht is gebaseerd op de kwaliteitsverslagen van 2007.

Duitsland, Malta: Een hoge mate van coherentie, aangezien de LKI wordt gebaseerd op de nationale rekeningen.

Bulgarije, Cyprus, Tsjechië, Denemarken, Estland, Frankrijk, Litouwen, Luxemburg, Polen, Roemenië, Slovenië: Voldoende coherentie. De groeicijfers hebben meestal hetzelfde teken en liggen in dezelfde orde van grootte.

Finland: Weinig coherentie; grote verschillen tussen de groeicijfers van beide bronnen. Deze zijn te verklaren door de nauwkeurigheidsproblemen van de LKI die hierboven uitvoerig zijn beschreven.

België, Spanje, Griekenland, Italië, Letland, Nederland, Portugal, Zweden, Slovenië, Slowakije, het VK: Geen kwartaalgegevens van de nationale rekeningen beschikbaar of in het kwaliteitsverslag opgenomen.

4. Conclusies

Over het geheel genomen is de naleving van de Verordening verbeterd in vergelijking met het vorige verslag van 2006. Alle lidstaten zijn middelen blijven vrijmaken voor maatregelen om de reeksen indexcijfers beter vergelijkbaar en actueler te maken. Hierdoor is de kwaliteit in het algemeen duidelijk verbeterd en is de bruikbaarheid van de gegevens toegenomen.

Alle ontbrekende reeksen historische gegevens en reeksen met voor aantal werkdagen en seizoensinvloeden gecorrigeerde gegevens zijn inmiddels ingediend. De actualiteit is verbeterd en er zijn minder lidstaten met nauwkeurigheidsproblemen. Negen lidstaten hebben nog wel tekortkomingen ten aanzien van een of meer kwaliteitsaspecten van de LKI. Voor drie lidstaten gaat het er alleen om dat de gegevens incidenteel te laat zijn aangeleverd en zijn deze tekortkomingen dus van voorbijgaande aard. Zes lidstaten hebben ernstiger problemen met het nauwkeurigheidsaspect van de kwaliteit. Dit steekt gunstig af tegen de situatie in 2006, toen tien lidstaten nauwkeurigheidsproblemen vertoonden.

De Commissie (Eurostat) heeft er bij de lidstaten op aangedrongen zich nog meer in te spannen voor verbetering. De Commissie zal de resterende nalevings- en kwaliteitsproblemen regelmatig aan de hand van de verstrekte gegevens en van andere nationale documentatie controleren. Wanneer de gewenste of geplande verbeteringen niet naar genoegen zijn gevorderd, zal contact worden opgenomen met de betrokken nationale autoriteiten en zal de Commissie de nodige maatregelen nemen om naleving af te dwingen.

BIJLAGE

Details van aangekondigde nationale verbeteringsmaatregelen

Ierland

Ierland voert momenteel een strategie uit om de informatie over lonen en loonkosten uitgebreider te maken.

Eén element daarvan is een nieuwe driemaandelijkse enquête: de EHECS-enquête (Earnings, Hours and Employment Costs Survey). Deze enquête verschaft vergelijkbare en actuele gegevens over de loonkosten in alle sectoren van de economie en meet de lonen en werkgelegenheid op uitgebreidere en meer consistente wijze in de verschillende sectoren. De enquête richt zich op ondernemingen met drie of meer werknemers.

Er zullen gegevens worden verzameld over lonen, werkgeversbijdragen, andere indirecte loonkosten en gewerkte uren voor het hele kwartaal. Door deze indirecte loonkosten, die gewoonlijk niet als loonkosten worden meegerekend, ook in de enquête op te nemen, zal deze de personeelskosten en de concurrentiedruk beter weergeven.

De belangrijkste informatie die deze enquête zal opleveren is een indexcijfer van de loonkosten per gewerkt uur, en de enquête is bedoeld om veranderingen in de loonkosten op de korte termijn aan het licht te brengen. Aangezien in de enquête om uitgesplitste gegevens wordt gevraagd, kan informatie over de uurlonen met en zonder premies en per brede beroepsgroep worden verspreid.

De EHECS-enquête is bedoeld om aan de nationale en de EU-behoeften tegemoet te komen; zodra deze volledig operationeel is, kan Ierland LKI-gegevens indienen die volledig voldoen aan Verordening (EG) nr. 405/2003. De nieuwe EHECS-enquête betekent ook dat de speciale vierjaarlijkse enquête over de loonkosten in de toekomst achterwege kan blijven.

De EHECS-enquête zal uiteindelijk alle bestaande kortdurende loonenquêtes die momenteel door het nationaal bureau voor de statistiek worden uitgevoerd, vervangen. De EHECS-enquête is in 2005 ingevoerd voor de industrie en de financiële sector. De gegevens voor deze sectoren zijn nu beschikbaar en worden thans in de LKI gebruikt. Er worden nu ook gegevens verzameld voor de publieke sector en de distributiesector, maar die gegevens worden momenteel niet gebruikt. In 2009 zullen de meeste sectoren van de economie, van de industrie tot de particuliere dienstverlening (NACE C tot en met O), in de enquête zijn opgenomen.

Griekenland

De Commissie heeft er bij Griekenland op aangedrongen onmiddellijk maatregelen te nemen met betrekking tot de nauwkeurigheidsproblemen met de LKI. Zij verwacht van Griekenland een gedetailleerde beschrijving van de voorgenomen maatregelen.

Nederland

De bron voor de gegevens voor de LKI in Nederland is in de afgelopen verslagperiode veranderd. Eerder werd in een kort kwartaaloverzicht een schatting gegeven op basis van een steekproef van de eerste antwoorden op de driemaandelijkse enquête over werkgelegenheid en lonen. Inmiddels is de driemaandelijkse enquête vervangen door een maandelijkse update van het register inzake werkgelegenheid, lonen en uitkeringen. Hoewel de ingebruikname van dit nieuwe register in 2007 en 2008 grote vertragingen in de aanlevering van de gegevens veroorzaakte, zal het naar verwachting op lange termijn leiden tot een veel snellere convergentie met de uiteindelijke schattingen, waardoor de LKI-cijfers voor Nederland veel minder sterk hoeven te worden aangepast. Vanaf het tweede kwartaal van 2008 zullen de gegevens binnen de termijn die in de Verordening is vastgelegd, worden aangeleverd.

Oostenrijk

Er is een uitgebreid kwaliteitsverbeteringsprogramma voor de Oostenrijkse LKI opgezet. Aangezien bij het verzamelen van gegevens voor de LKI diverse bronnen van wisselende kwaliteit en verschillende statistische eenheden worden gebruikt, wordt er nog gezocht naar de bron van de geconstateerde onregelmatigheden. Dit houdt onder andere in dat de gebruikte berekeningsmethoden en gegevensbronnen worden geëvalueerd en dat de naleving van de Verordening wordt beoordeeld. Het is de bedoeling dat de LKI in maart 2009 opnieuw wordt samengesteld voor het vierde kwartaal van 2008 en voor de ontbrekende historische gegevens.

Finland

Het Finse model voor het samenstellen van de loonkostenindex is gebaseerd op gegevens uit verschillende statistische bronnen. De nauwkeurigheid van de index wordt met elke herziening beter, omdat diverse statistische bronnen pas na bepaalde tijd beschikbaar komen.

In 2005 is het nationale bureau voor de statistiek van Finland begonnen met een project om een nieuw productiemodel voor de LKI in te voeren waarbij de primaire gegevens elk kwartaal rechtstreeks bij de ondernemingen worden ingewonnen. Met deze maatregelen zal Finland waarschijnlijk vanaf 2009 volledig aan de LKI-verordeningen kunnen voldoen.

Zweden

Te beginnen met de gegevens over het eerste kwartaal van 2009 zal Zweden ook gegevens over onregelmatig uitgekeerde premies en over de publieke sector indienen. Daarmee zal Zweden volledig aan de LKI-verordeningen voldoen.

[1] Website van Eurostat: http://epp.eurostat.ec.europa.eu/.

[2] De data waarop de index wordt gepubliceerd, zijn te vinden op de website van Eurostat.

[3] COM(2006)801 definitief van 14.12.2006.

[4] Zie de bijlage voor de geplande acties voor Ierland, Finland en Zweden.