Bijlagen bij COM(2011)284 - Verslag over de tenuitvoerlegging van Verordening 866/2004 (goederen, diensten en personen die de lijn in Cyprus overschrijden) mei – december 2010

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage VIII). Illegale migranten worden normaal gesproken aangehouden tijdens controles langs de groene lijn en op luchthavens wanneer zij Cyprus proberen te verlaten. Burgers van derde landen die internationale bescherming vragen, worden normaal gesproken als zodanig geregistreerd wanneer zij op een politiebureau asiel aanvragen.

De CYPOL analyseert langs welke route illegale migranten de door de regering gecontroleerde gebieden binnenkomen aan de hand van dezelfde criteria als voorheen, voornamelijk op basis van documenten (visa, bij aankomst of vertrek in het paspoort aangebrachte stempels van Turkije of "visa" of "verblijfsvergunningen" van de "Turkse republiek van Noord-Cyprus", "TNRC") en verklaringen van de immigranten, maar ook op basis van ander bewijsmateriaal, zoals de afwezigheid van identiteitsdocumenten, of het bezit van Turks-Cypriotische kranten of Turkse bankbiljetten.

617 (59,6%) personen vroegen asiel aan in de Republiek Cyprus. Door tijdens de voorbije verslagperiode ingestelde asielprocedures is de duur van dit proces teruggebracht van zes naar drie maanden. Tijdens de verslagperiode heeft geen enkele persoon die de door de regering gecontroleerde gebieden was binnengekomen, de vluchtelingenstatus gekregen[7].

De meeste illegale migranten komen via Turkije of het noordelijke deel van Cyprus de door de regering gecontroleerde gebieden binnen. De CYPOL maakte ook melding van illegale migranten die met vissers- en speedboten de Republiek Cyprus binnenkomen; zij gaan gewoonlijk aan land in de open kustgebieden ten noorden van Famagusta.

De veerboot van Latakia (Syrië) en Famagusta voer onregelmatig, dat wil zeggen 14 keer tussen 7 juni en 16 september 2010. Gedurende deze periode maakten 491 personen (de grote meerderheid daarvan Syriërs) gebruik van deze boot om naar het noordelijke deel van Cyprus te reizen. De autoriteiten van de Republiek Cyprus vermoeden dat een groot aantal illegale immigranten gebruik maakte van deze route. De autoriteiten blijven er bij de Syrische regering op aandringen om de veerbootverbinding op te heffen aangezien de haven van Famagusta door de regering van de Republiek Cyprus gesloten is verklaard.

Er zijn geen exacte gegevens bekend over de personen die aan de doorgangsposten worden teruggestuurd.

Er bestaat geen rechtstreekse samenwerking met betrekking tot politie en immigratie tussen de Republiek Cyprus en de Turks-Cypriotische gemeenschap. Vertegenwoordigers van beide gemeenschappen ontmoeten elkaar wel in het kader van het technisch comité van beide gemeenschappen inzake misdaad en strafrechtelijke zaken (dat opereert onder auspiciën van de VN), waarvan het kantoor is gevestigd in de bufferzone op het voormalige vliegveld van Nicosia. Het technische comité inzake misdaad en strafrechtelijke zaken is een van de zeven gespecialiseerde comités die met steun van de VN zijn opgericht bij wijze van vertrouwenwekkende maatregel tussen beide gemeenschappen, en is een rechtstreeks gevolg van een akkoord dat door beide Cypriotische leiders op 21 mei 2008 werd bereikt. Dit mechanisme is bedoeld om informatie uit te wisselen en gezamenlijke initiatieven te ontwikkelen met betrekking tot misdaad en strafrechtelijke zaken.

De CYPOL omschreef de samenwerking met de andere overheidsinstanties en het bestuur van de Sovereign Base Area als zeer goed.

Eastern Sovereign Base Area (ESBA)

In het algemeen is de illegale immigratie via de ESBA tijdens de verslagperiode afgenomen. De functionarissen van de Sovereign Base Area omschrijven de samenwerking tussen de Republiek Cyprus en hun douane- en immigratiedienst nog steeds als uitstekend. Tijdens de verslagperiode werd 953 mensen geweigerd om de groene lijn te passeren, merendeels Turkse onderdanen die leven in de niet door de regering gecontroleerde gebieden. Anderen waren toeristen uit Canada, Oekraïne, de VS, Australië, Rusland, Iran en Jordanië die via het noordelijke deel van Cyprus binnenkwamen. Deze personen werden doorverwezen naar de doorgangspost Agios Dometios van Nicosia om de vereiste formaliteiten voor toelating tot de Republiek Cyprus te vervullen[8].

In totaal werden 13 illegale immigranten binnen de ESBA opgepakt[9]; 8 daarvan waren de door de regering gecontroleerde gebieden legaal binnengekomen, maar waren gebleven nadat hun visum was verstreken. De overige 5 kwamen het eiland in het noordelijke deel binnen en staken illegaal de groene lijn over.

Naast de controles aan de doorgangsposten voert de politie van de Sovereign Base Area op wisselende momenten op risicobeoordelingen en inlichtingen gebaseerde patrouilles uit om illegale migratie te bestrijden. Deze patrouilles worden aangevuld met douane- en legerpatrouilles in de Sovereign Base Area.

Ettelijke niet-officiële "doorgangsposten" in of bij het dorp Pergamos (dat gedeeltelijk in de Sovereign Base Area en gedeeltelijk in het noordelijke deel van Cyprus ligt), die nog steeds door lokale inwoners en boeren worden gebruikt, zijn bijzonder moeilijk te controleren. Zoals beschreven in eerdere verslagen over de groene lijn, blijven deze niet-officiële "doorgangsposten" een punt van zorg. Dit vraagstuk moet op zeer korte termijn worden aangepakt door de Sovereign Base Area, overeenkomstig artikel 5, lid 2, van protocol nr. 3 bij de Akte van Toetreding van 2003[10].

GOEDERENVERKEER

Waarde van de handel

Overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EG) nr. 1480/2004 van de Commissie[11] hebben de Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel en de autoriteiten van de Republiek Cyprus maandelijks gegevens verstrekt over soort, precieze hoeveelheid en waarde van alle goederen waarvoor begeleidende documenten zijn afgegeven. Die verslagen hadden mede betrekking op goederen die de door de regering gecontroleerde gebieden binnenkwamen via de doorgangsposten Pergamos en Strovilia, die onder het gezag van de Sovereign Base Area vallen.

Volgens de Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel bedroeg de totale waarde van de goederen waarvoor in de verslagperiode begeleidende documenten waren afgegeven, 5 312 798 euro, terwijl de waarde van de feitelijk verhandelde goederen 4 503 793 euro bedroeg[12].

Volgens de autoriteiten van de Republiek Cyprus daalde de totale waarde van de goederen die de lijn passeerden verder met 1,5% tot 3 861 834 euro, vergeleken met 3 920 930 euro in de periode daarvoor[13], voornamelijk doordat de aardappelhandel haast volledig wegviel. In de voorgaande verslagperioden sinds 2007 vormden aardappelen het grootste deel (tot 30%) van het totale handelsverkeer via de groene lijn. Door erg nat weer in de lente van 2010 en doordat er geen gecertificeerde pootaardappelen beschikbaar waren voor de tweede oogst, werd in november een kleine zending aardappelen verhandeld (166 320 euro). De aardappelhandel was bijgevolg goed voor slechts 4% van het totale handelsvolume tijdens deze verslagperiode.

De handel van de door de regering gecontroleerde gebieden naar het noordelijke deel van Cyprus valt niet onder de groenelijnverordening, maar volgens de Kamer van Koophandel en Industrie van Cyprus steeg deze tijdens de verslagperiode aanzienlijk tot 728 578 euro (tegenover 408 414 euro in dezelfde periode in 2009). Daarmee vormt deze handel 19% van de handel in omgekeerde richting (10% in de vorige periode).

De Turks-Cypriotische gemeenschap past nog steeds een handelsregeling toe die eigenlijk de beperkingen van de groenelijnverordening "weerspiegelt". Deze regeling wordt echter niet altijd consequent toegepast, waardoor het moeilijk is duurzame handelsrelaties te ontwikkelen. De Turks-Cypriotische partij erkent openlijk dat de bescherming van lokale ondernemingen hiervoor de voornaamste reden is.

Soort goederen

Tussen mei 2010 en december 2010 vormden steenproducten, zoals marmer, baksteen en bouwstenen, de meest verhandelde producten, gevolgd door verse vis en bouwmateriaal[14].

96% van de handel die de groene lijn passeerde, was bestemd voor het eiland zelf. De overige 4% werden aan het Verenigd Koninkrijk verkocht als metaalschroot (koper, aluminium, staal) voor een waarde van 17 693 euro en aan India als staalschroot met een handelswaarde van 123 788 euro. Voor deze transacties was de betrokkenheid vereist van een in de door de regering gecontroleerde gebieden geregistreerde vennootschap om de uitvoerformaliteiten in verband met transacties binnen de EU en met derde landen te vervullen.

Onregelmatigheden

Tijdens de verslagperiode werden door de autoriteiten van de Republiek Cyprus 9 gevallen van onregelmatigheden gemeld, voor een handelswaarde van in totaal 15 900 euro. De betrokken goederen mochten de groene lijn om diverse administratieve redenen niet overschrijden (hoeveelheid of aard der goederen niet conform de documenten of ontbrekende documenten).

In twee gevallen werden aanzienlijke hoeveelheden bestrijdingsmiddelen ontdekt in groenten die langs de lijn verhandeld zouden worden. De Europese Commissie stelde de Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel onmiddellijk in kennis van deze incidenten. Volgens de Kamer van Koophandel zullen maatregelen worden getroffen om dergelijke situaties in de toekomst te voorkomen.

Resterende belemmeringen en moeilijkheden betreffende het goederenverkeer

De handel over de groene lijn wordt nog steeds belemmerd. Zoals in het voorgaande verslag gerapporteerd, is de kwestie van Turks-Cypriotische vrachtwagens die oversteken naar de door de regering gecontroleerde gebieden, nog niet tevredenstellend opgelost. Volgens de Commissie zou een liberalisering van het verkeer van commerciële Turks-Cypriotische voertuigen bijdragen tot de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap. De autoriteiten van de Republiek Cyprus hebben weliswaar onder meer hun bezorgdheid geuit over kwesties als de veiligheid op de weg, maar toch hun bereidheid laten blijken om met de Commissie samen te werken voor een goede oplossing van deze kwestie.

Wat betreft de overige handel kan evenmin vooruitgang worden gemeld. Evenals in het verleden blijven Turks-Cypriotische handelaars berichten over moeilijkheden bij de afzet van hun producten aan winkels en bij het adverteren van hun producten en diensten in de pers in de door de regering gecontroleerde gebieden. Deze moeilijkheden weerspiegelen de wijdverbreide aarzeling van Grieks-Cyprioten om als Turks-Cypriotisch aangemerkte producten te kopen, wat een psychologische handelsbarrière blijft vormen. De handelsstroom tussen beide gemeenschappen buiten de handel langs de groene lijn is diverse malen omvangrijker, maar er waren voor de verslagperiode geen betrouwbare cijfers beschikbaar. De smokkel van goederen over de groene lijn is verder afgenomen, maar komt nog steeds veelvuldig voor gezien het geografische karakter van de lijn, die zich over de hele lengte goed leent voor clandestiene activiteiten. In de zones vlakbij de lijn vinden controleoperaties plaats om vooral seizoensgebonden activiteiten, zoals het vervoer van wild of vuurwerk (ook via de ESBA) naar de door de regering gecontroleerde gebieden, aan te pakken. Andere in beslag genomen goederen zijn bijvoorbeeld sigaretten, alcohol, commerciële hoeveelheden verse vis, slakken en nagemaakte textielproducten. Volgens de autoriteiten van de Republiek Cyprus neemt de omvang van de smokkel echter af doordat de prijsverschillen kleiner zijn geworden. De patrouilles langs de lijn van zowel de CYPOL als de ESBA dienen twee doelen: het bestrijden van smokkel en het tegengaan van illegale immigratie. Het aantal strafzaken dat in verband met smokkel was aangespannen bij arrondissementsrechtbanken, bedroeg 12 in 2008, 11 in 2009 en 9 in 2010 (tijdens de lopende verslagperiode). De sigarettensmokkel is in december 2010 toegenomen toen de prijs voor sigaretten in de door de regering gecontroleerde gebieden met 50 eurocent werd verhoogd.

De meeste goederen werden opgespoord bij de officiële doorgangsposten: Pyla, SBA, de bufferzone bij Zodia en Potamia.

Wat betreft de traditionele bevoorrading van de Turks-Cypriotische bevolking van het dorp Pyla, dat zich in de bufferzone bevindt (artikel 4, lid 10, van de groenelijnverordening), worden de hoeveelheden bouwmateriaal, vis, sigaretten, e.d. gecontroleerd en geregistreerd door de autoriteiten van de Sovereign Base Area.

Vergemakkelijking van de handel

De Commissie zoekt naar manieren om de handel via de groene lijn te stimuleren. Als aan de noodzakelijke voorwaarden van de aanbevelingen van de missie van onafhankelijke deskundigen wordt voldaan, zou de Commissie kunnen overwegen een besluit goed te keuren om het verbod van de groenelijnverordening op de handel in aanvullende nieuwe landbouwproducten, met name zuivelproducten (melk, kaas, yoghurt, wei), op te heffen. De Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel heeft in dit verband ook belangstelling getoond voor het toestaan van de handel in granaatappels, kwekerijvis en slakken.

Tijdens de verslagperiode heeft de Commissie tevens de procedure gestart voor een wijziging van de uitvoeringsbepalingen[15] van de groenelijnverordening door de verplichting dat aardappels rechtstreeks moeten worden geteeld uit gecertificeerde pootaardappelen, te schrappen. Dan wordt handel mogelijk in aardappelen uit door de landbouw verkregen zaaigoed die zijn geteeld als eerste oogst uit gecertificeerde pootaardappelen onder toezicht van de onafhankelijke fytosanitaire deskundigen, die door de Commissie zijn aangewezen om de herkomst en de gezondheid afdoende te garanderen.

CONCLUSIES

Zoals reeds gesteld in voorbije verslagen, is de controle van de groene lijn aan de toegestane doorgangsposten tevredenstellend. Tijdens de verslagperiode bleef het aantal opgepakte illegale immigranten dalen, maar de illegale oversteek van burgers van derde landen is nog steeds zorgwekkend. De Commissie is van mening dat een verdere verstrenging van het toezicht op de groene lijn tussen de doorgangsposten door de Republiek Cyprus en de autoriteiten van het soevereine gebied van de Britse militaire basis van belang is om het probleem van de illegale migratie aan te pakken. De Republiek Cyprus blijft echter voorzichtig met het nemen van maatregelen die er mogelijk toe leiden dat deze groene lijn gaat lijken op een buitengrens.

De niet-officiële doorgangsposten in de Sovereign Base Area blijven een punt van zorg. Zoals reeds gemeld in voorbije verslagen, moet deze kwestie dringend worden aangepakt door de Sovereign Base Area.

Tijdens de lopende verslagperiode is de waarde van de goederen die de groene lijn passeren voor de tweede maal sinds de inwerkingtreding van de groenelijnverordening in 2004 licht gedaald (met 1,5% naar 3 861 834 euro, in vergelijking met 3 920 930 euro in de vorige verslagperiode), aangezien de wereldwijde economische crisis nog steeds de Cypriotische economie treft. Een andere reden hiervoor is de afname van de aardappelhandel. Als wij de aardappelhandel buiten beschouwing laten, was de handel via de groene lijn stabiel. De meest verhandelde producten waren steen, verse vis en bouwmaterialen. De algemene omvang van het handelsverkeer via de groene lijn blijft vrij beperkt, niet in de laatste plaats vanwege de beperkte werkingssfeer van de verordening.

Tijdens de verslagperiode bleef een aantal belemmeringen voor de handel bestaan. Turks-Cypriotische bedrijfsvoertuigen, met name vrachtwagens en bussen van meer dan 7,5 ton, kunnen alleen vrij over het hele eiland rijden met rijbewijzen en keuringsattesten uit de door de regering gecontroleerde gebieden. Wat andere niet-tarifaire handelsbelemmeringen betreft, kan geen vooruitgang worden gemeld.

Tot slot lijkt erop dat de goederensmokkel via de lijn weliswaar is afgenomen, maar nog steeds grootschalig is.

De algemene conclusie is dat de groenelijnverordening een werkbare basis blijft vormen voor het verkeer van personen en goederen van en naar de door de regering gecontroleerde gebieden van de Republiek Cyprus. De Commissie zal de uitvoering van de verordening blijven controleren.

[1] PB L 161 van 30.4.2004, blz. 128. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 587/2008 van de Raad (PB L 163 van 24.6.2008, blz. 1), bekend als de "groenelijnverordening".

[2] Zie overweging 3 van de groenelijnverordening.

[3] Doorgangsposten als aangegeven in bijlage 1 van de groenlijnverordening.

[4] De autoriteiten van de Republiek Cyprus houden geen cijfers bij van het aantal Grieks-Cyprioten dat terugkeert naar de door de regering gecontroleerde gebieden of het aantal Turks-Cyprioten dat terugkeert naar het noordelijke deel van Cyprus (zie bijlage VII).

[5] Op grond van de groenelijnverordening is verslaglegging over dit verkeer niet verplicht.

[6] Voor de periode van acht maanden van mei-december 2009 waren geen cijfers voorhanden.

[7] Verschillende personen die tijdens de vorige verslagperiode de door de regering gecontroleerde gebieden waren binnengekomen, kregen de vluchtelingenstatus tijdens deze verslagperiode.

[8] Onder meer: Turkije: 721, Canada: 51, Oekraïne: 24, USA: 23, Australië: 12, Rusland: 10, Iran: 7, Jordanië: 7.

[9] China: 3, Nigeria: 3, India: 2, Pakistan: 1, Bangladesh: 1, Nepal: 1, Iran: 1, Turkije: 1.

[10] PB L 236 van 23.9.2003, blz. 940.

[11] Verordening (EG) nr. 1480/2004 van de Commissie van 10 augustus 2004 (PB L 272 van 20.8.2004, blz. 3).

[12] Zie de bijlagen I, II en III bij dit verslag.

[13] 0,06% van de totale invoer van de Republiek Cyprus (6 461 miljoen in 2010, bron: Statistische dienst van Cyprus).

[14] Zie de bijlagen IV en V bij dit verslag.

[15] Artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1480/2004 van de Commissie van 10 augustus 2004.