Bijlagen bij COM(2012)218 - Akkoord over operationele programma 2014-2020 van het Europees programma voor aardobservatie (GMES)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage bij deze mededeling een meer gedetailleerd ontwerp van de belangrijkste elementen van een intergouvernementele overeenkomst dat als basis voor de onderhandelingen kan dienen.

2. Het GMES-fonds

In haar mededeling van november 20111 heeft de Commissie bevestigd dat de maximale financiële middelen die nodig zijn voor de GMES-activiteiten tussen 2014 en 2020 5 841 miljoen euro in constante prijzen bedragen.

Onder de mogelijke financieringsoplossingen voor het GMES heeft de Commissie tot nu toe drie opties overwegen, die alle drie vanaf 2014 buiten het financiële kader vallen: een specifiek GMES-fonds (vergelijkbaar met het model gekozen voor het Europees Ontwikkelingsfonds), een optie van nauwere samenwerking (hierbij zouden lidstaten met een grote interesse voor het programma betrokken zijn) en tot slot, de optie van deelname van de industrie, waarbij verantwoordelijkheden en financiering zouden worden gedeeld met economische actoren. De Commissie heeft tevens aangegeven op basis van haar beoordeling geen voorstander van de laatste twee opties te zijn, aangezien enerzijds nauwere samenwerking de EU-27-dimensie van het programma in gevaar zou brengen, en anderzijds de ervaring die is opgedaan met het Galileoproject reeds heeft aangetoond dat het aantrekken en behouden van de privésector op korte termijn moeilijk zou zijn en niet zou stroken met de dimensie van algemeen nut van het programma.

Daarom heeft de Commissie voorgesteld een specifiek GMES-fonds op te richten. Dit fonds zou gebaseerd moeten zijn op bijdragen van alle 27 lidstaten. Hoewel dit een besluit is dat uiteindelijk uitsluitend onder de bevoegdheid van de lidstaten valt, verzoekt de Commissie alle lidstaten zich bij deze inspanning aan te sluiten, opdat de Europese dimensie van het GMES-programma gewaarborgd en geconsolideerd kan worden.

Dit zou een intergouvernementele overeenkomst vereisen tussen alle EU-lidstaten, in het kader van de Raad bijeen. De belangrijkste elementen van een dergelijke overeenkomst worden nader beschreven in de bijlage bij deze mededeling.

In deze intergouvernementele overeenkomst zouden de financiële bijdragen van alle 27 EU-lidstaten vastgesteld worden, op basis van hun bruto nationaal inkomen (BNI), voor de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2020. Bij deze overeenkomst zou verder de "GMES-raad" opgericht worden als het belangrijkste controleorgaan van het fonds, gemachtigd tot het vaststellen van de algemene begroting, het goedkeuren van de uitvoering van de begroting en van de rekeningen van het voorafgaande jaar, en het goedkeuren van de sluiting van overeenkomsten met de lidstaten, derde landen, internationale gouvernementele en niet-gouvernementele organisaties of nationale organisaties van de lidstaten.

Om de continuïteit van het programma te garanderen, zouden sommige bepalingen van het GMES-fonds vanaf 1 januari 2014 op voorlopige basis moeten worden toegepast in afwachting van ratificering door de 27 lidstaten.

3. Uitvoering van het GMES-fonds

De intergouvernementele overeenkomst is de eerste stap op weg naar de uitbouw van het GMES-programma na 2013, en de gedetailleerde uitvoeringsmodaliteiten moeten nader worden uitgewerkt in een verordening voor de toepassing ervan.

De verordening betreffende de operationele diensten van GMES zou regels moeten omvatten die een ononderbroken levering van nauwkeurige en betrouwbare gegevens en informatie over milieukwesties, klimaatverandering en veiligheidskwesties ten behoeve van beleidsmakers in de EU en haar lidstaten waarborgen. Zij zou tevens moeten bijdragen tot economische stabiliteit en groei, door commerciële toepassingen in veel verschillende sectoren te stimuleren door middel van volledige en open toegang tot GMES-informatie en -observatiegegevens.

Deze verordening zou de regels voor administratie, beheer, uitvoering, boekhouding, controle en kwijting moeten vaststellen die op het fonds van toepassing zijn. Zij zou door de Raad en het Europees Parlement op voorstel van de Commissie moeten worden vastgesteld. Tevens zou zij bepalingen moeten omvatten betreffende de programmering en uitvoering van GMES-acties, met inbegrip van de regels voor de delegatieovereenkomsten en de gunning van opdrachten en de toekenning van subsidies. Zij zou ook adequate bepalingen moeten omvatten om de Commissie in staat te stellen gebruik te maken van externe deskundigheid bij de follow-up van en het toezicht op de implementatie van GMES.

Om het voortbestaan van GMES op de lange termijn te waarborgen, is het van belang dat, ongeacht voor welke structuur wordt gekozen, het GMES-programma over de nodige operationele capaciteit beschikt – zowel wat betreft middelen en knowhow als wat betreft passende juridische bevoegdheden om die te benutten en de acties uit te kunnen voeren zodat kan worden voldaan aan de doelstellingen van het programma overeenkomstig de verwachtingen van de gebruikers.

4. Conclusies

Gezien de tijd die nodig is voor de voorbereiding van de nodige regelingen voor de operationele fase, en gezien het risico van onderbrekingen,

– dringt de Commissie er bij de lidstaten op aan de nodige maatregelen in te leiden voor de tijdige goedkeuring van een intergouvernementele overeenkomst en van een verordening voor de operationele diensten van het GMES-programma en

– onderstreept zij nogmaals dat zij zich inzet om de lidstaten bij te staan in dit proces.

BIJLAGE

Belangrijkste elementen van een ontwerp voor een INTERGOUVERNEMENTELE OVEREENKOMST

betreffende de oprichting van een intergouvernementeel fonds voor het Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES) voor de periode 2014-2020

tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, over de financiering van het Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES) voor de periode 2014-2020

DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN DER LIDSTATEN VAN DE EUROPESE UNIE, IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) [Hoofdletter …].

(2) [Hoofdletter …].

(3) [Hoofdletter …].

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Oprichting van het GMES-fonds

1. Bij deze overeenkomst richten de lidstaten onderling een fonds op voor de financiering van het Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES), hierna het "GMES-fonds" te noemen.

2. Het GMES-fonds financiert alle operaties en acties van het GMES-programma . Daartoe kan het gebruik maken van alle voor de verwezenlijking van de doelstellingen van GMES noodzakelijk of meest geschikt geachte financiële instrumenten.

3. Het GMES-fonds berust op een verordening die de op het fonds van toepassing zijnde regels voor administratie, beheer, uitvoering, boekhouding, kwijting en controle vaststelt. Deze zal door de Raad en het Europees Parlement op voorstel van de Commissie worden vastgesteld.

4. Deze verordening bevat de bepalingen betreffende het functioneren van het GMES-fonds en de programmering en uitvoering van GMES-acties, met inbegrip van de regels voor het delegeren van bevoegdheden aan de Commissie, de regels betreffende delegatie-overeenkomsten met agentschappen onder EU-recht, door de Gemeenschappen opgerichte organen en andere gespecialiseerde EU-organen, en nationale of internationale organen in de publieke sector of privaatrechtelijke organen met een publieke dienstverleningstaak, en de regels voor toewijzing van contracten en subsidies.

5. Daarnaast bepaalt de verordening de verplichtingen van de lidstaten inzake controles en audits bij de uitvoering van de begroting, en de daaruit voortvloeiende verantwoordelijkheden. De verordening bepaalt ook de verantwoordelijkheden van en de gedetailleerde regels voor elk van de organen waaraan bevoegdheden inzake financieel beheer zijn gedelegeerd, met betrekking tot hun rol bij hun eigen uitgaven.

Toezicht en beheer

6. Het GMES-fonds staat onder toezicht van een GMES-raad, die bestaat uit een vertegenwoordiger per lidstaat en wordt voorgezeten door de Commissie.

7. Het beheer van het GMES-fonds wordt aan de Commissie toevertrouwd. De Commissie zorgt voor de uitvoering van de door de GMES-raad goedgekeurde begroting en voor de financiële uitvoering van de projecten en programma's.

8. De Commissie is belast met de uitvoering van de door het fonds gefinancierde acties. Zij kan daartoe uitvoeringstaken delegeren aan

(a) agentschappen naar het recht van de Unie;

(b) door de Gemeenschappen opgerichte organen en andere gespecialiseerde organen van de Unie, voor zover dat verenigbaar is met de taken van die organen zoals bepaald in het betreffende basisbesluit;

(c) nationale of internationale organen in de publieke sector of privaatrechtelijke organen met een publieke dienstverleningstaak die voldoende financiële garanties bieden en voldoen aan de in de verordening betreffende de uitvoering van deze overeenkomst bepaalde voorwaarden.

9. De Commissie mag daarbij echter geen bevoegdheden delegeren die haar uit hoofde van de Verdragen of deze overeenkomst verleend zijn wanneer die bevoegdheden een ruime mate van vrijheid tot het maken van politieke keuzes bieden.

10. Wat de terugvordering van ten onrechte betaalde bedragen betreft, vormen de besluiten van de Commissie executoriale titel overeenkomstig artikel 299 VWEU.

GMES-raad

11. De GMES-raad is bij gekwalificeerde meerderheid van twee derde van de stemgerechtigde leden gemachtigd om:

(d) de algemene begroting vast te stellen en de uitvoering van de begroting en de rekeningen van het voorafgaande jaar goed te keuren, met de balans van de activa en passiva van het GMES-fonds, na kennis genomen te hebben van het rapport van de externe auditor;

(e) te besluiten tot maatregelen ter financiering van programma's, eventueel ook door middel van specifieke financiële instrumenten;

(f) voorwaarden voor de deelname van derde landen vast te stellen;

(g) de sluiting van overeenkomsten met de lidstaten, derde landen, internationale gouvernementele en non-gouvernmentele organisaties, of nationale organisaties van lidstaten goed te keuren.

12. De GMES-raad is bij gewone meerderheid van de stemgerechtigde leden gemachtigd om:

(a) een besluit te nemen over de aanpassing van de jaarlijkse bijdragen aan het GMES-fonds door haar lidstaten;

(b) de auditors te benoemen en de duur van hun benoeming vast te stellen;

(c) haar eigen reglement van orde vast te stellen;

(d) aanbevelingen aan de lidstaten betreffende wijzigingen van deze overeenkomst goed te keuren;

(e) alle niet aan de Commissie opgedragen beheerstaken te vervullen die noodzakelijk zijn voor het goede functioneren van het GMES-fonds.

13. De GMES-raad beslist bij eenparigheid van stemmen over de uitsluiting van een lidstaat, over de voorwaarden voor uitsluiting, en over de ontbinding of liquidering van het GMES-fonds.

14. Iedere lidstaat heeft een bepaald aantal stemmen in de GMES-raad, evenredig aan zijn bijdrage aan het GMES-fonds. Een lidstaat heeft echter geen stemrecht als het bedrag van zijn achterstallige bijdragen hoger is dan het bedrag van zijn verschuldigde bijdragen voor het lopende begrotingsjaar. Lidstaten die zich van stemming onthouden, worden geacht niet te hebben gestemd.

15. Het totale aantal stemmen is 999, als volgt verdeeld:

Lidstaat || Stemmen

België || 29

Bulgarije || 3

Tsjechië || 12

Denemarken || 19

Duitsland || 203

Estland || 1

Ierland || 12

Griekenland || 17

Spanje || 85

Frankrijk || 157

Italië || 126

Cyprus || 1

Letland || 2

Litouwen || 2

Luxemburg || 3

Hongarije || 8

Malta || 1

Nederland || 48

Oostenrijk || 24

Polen || 29

Portugal || 14

Roemenië || 10

Slovenië || 3

Slowakije || 6

Finland || 15

Zweden || 31

Verenigd Koninkrijk || 138

Totaal || 999

16. De GMES-raad kan aan de Commissie door een mandaat de taak delegeren, met alle nodige bevoegdheden naast haar bestaande bevoegdheden wat het beheer betreft, om de doelstellingen van het GMES te verwezenlijken, en kan een dergelijke delegatie ook weer intrekken.

Samenstelling van het GMES-fonds

17. Het GMES-fonds bevat 5 841 miljoen EUR (prijzen van 2011); de bijdragen van de lidstaten zijn gebaseerd op hun bruto nationaal inkomen en zijn gespreid over de periode van 1 januari 2014 tot 31 december 2020. Voor het eerste jaar van de operaties stellen de lidstaten vóór 30 september 2013 de volgende bedragen ter beschikking:

Lidstaat || Bijdragesleutel || Bijdrage voor 2014 in EUR[4]

België || 2,93% || 24 451 749

Bulgarije || 0,31% || 2 573 644

Tsjechië || 1,25% || 10 398 781

Denemarken || 1,91% || 15 917 693

Duitsland || 20,34% || 169 693 249

Estland || 0,13% || 1 056 893

Ierland || 1,23% || 10 304 449

Griekenland || 1,72% || 14 378 433

Spanje || 8,49% || 70 851 816

Frankrijk || 15,72% || 131 203 971

Italië || 12,55% || 104 702 411

Cyprus || 0,14% || 1 183 430

Letland || 0,16% || 1 294 145

Litouwen || 0,24% || 2 004 516

Luxemburg || 0,33% || 2 757 700

Hongarije || 0,79% || 6 553 633

Malta || 0,05% || 425 091

Nederland || 4,81% || 40 095 555

Oostenrijk || 2,38% || 19 861 219

Polen || 2,92% || 24 377 945

Portugal || 1,36% || 11 329 104

Roemenië || 1,04% || 8 681 881

Slovenië || 0,28% || 2 363 824

Slowakije || 0,55% || 4 616 893

Finland || 1,50% || 12 521 438

Zweden || 3,06% || 25 492 378

Verenigd Koninkrijk || 13,82% || 115 336 728

Totaal || 100% || 834 430 583

18. De GMES-raad beslist over de aanpassing van de jaarlijkse bijdrage van de lidstaten voor de daaropvolgende jaren op basis van de herziene verdeelsleutel overeenkomstig het bruto nationaal inkomen van de afzonderlijke lidstaten. Het aanpassingsbesluit wordt uitgevoerd door de Commissie en vomt executoriale titel overeenkomstig artikel 299 VWEU. Zodra zij in kennis zijn gesteld van het aanpassingsbesluit verplichten de lidstaten zich om de verschuldigde bedragen vóór 30 september te betalen.

19. De kredieten van het GMES-fonds worden niet vastgelegd voor de periode na 31 december 2020, tenzij de Raad van de Europese Unie unaniem anders besluit op basis van een voorstel van de Commissie.

Bijdragen aan het GMES-fonds

20. De Commissie stelt ieder jaar een overzicht op van de kredieten, de uitgaven en het bedrag per jaar van de af te roepen bijdragen voor het lopende begrotingsjaar en de twee daaropvolgende begrotingsjaren, en legt dit overzicht vóór 30 september voor aan de GMES-raad

21. Deze bedragen worden gebaseerd op het vermogen om de voorgestelde middelen daadwerkelijk te verstrekken.

22. De GMES-raad beslist bij gekwalificeerde meerderheid, op basis van een voorstel van de Commissie, over het plafond voor het bedrag van de bijdrage voor het tweede jaar na het voorstel van de Commissie (n+2) en, met inachtneming van het in het voorafgaande jaar besloten plafond, over het jaarlijkse bedrag van de benodigde bijdrage voor het eerste jaar na het voorstel van de Commissie (n+1).

23. In het geval dat de bijdragen afwijken van van de feitelijke behoeften van het GMES in het betreffende begrotingsjaar, legt de Commissie voorstellen voor aanpassing van de hoogte van de bijdragen voor aan de GMES-raad, die bij gekwalificeerde meerderheid besluit.

24. De verlangde bijdragen mogen niet meer bedragen dan bovengenoemd plafond, en het plafond kan alleen worden verhoogd als de GMES-raad daartoe bij gekwalificeerde meerderheid besluit in gevallen van speciale behoeften voortvloeiend uit buitengewone of onvoorziene omstandigheden. In dat geval dragen de Commissie en de GMES-raad er zorg voor dat de bijdragen overeenkomen met de verwachte betalingen.

25. De Commissie legt ieder jaar uiterlijk op 30 oktober aan de GMES-raad haar ramingen voor van vastleggingen, betalingen en bijdragen voor de afzonderlijke volgende jaren.

26. De gedetailleerde regels voor de betaling van bijdragen door de lidstaten zijn vastgelegd in de verordening houdende uitvoering van deze overeenkomst.

Andere middelen van het GMES-fonds

27. Wanneer een nieuw land toetreedt tot de EU, wordt de verdeling van de bijdragen aangepast bij besluit van de GMES-raad.

28. De financiële middelen kunnen worden aangepast bij besluit bij gekwalificeerde meerderheid van de GMES-raad.

29. Iedere lidstaat kan, onverminderd de in de verordening aangegeven regels en procedures voor de besluitvorming, financiële bijdragen verstrekken aan de Commissie ter ondersteuning van de doelstellingen van het GMES. De lidstaten kunnen ook projecten of programma's financieren in het kader van specifieke initiatieven die beheerd worden door de Commissie, de EIB of enig ander orgaan of enige andere organisatie van de Unie waarmee het GMES-fonds een partnerschapsovereenkomst heeft gesloten of waaraan bepaalde uitvoeringstaken zijn toevertrouwd.

30. De verordening tot uitvoering van deze overeenkomst omvat de nodige bepalingen voor medefinanciering door het GMES-fonds, alsmede voor medefinancieringsactiviteiten die door de lidstaten worden uitgevoerd.

31. De lidstaten stellen de GMES-raad vooraf in kennis van hun bijdragen.

Acties in het kader van het GMES-fonds

32. Operaties van de GMES-diensten:

(a) Operationele activiteiten van de GMES-diensten:

– wereldwijde systematische/routineactiviteiten voor de monitoring en voorspelling van de staat van de subsystemen van de aarde op regionaal en wereldniveau, in het bijzonder met betrekking tot het mariene milieu, de atmosfeer en luchtkwaliteit, wereldwijde landmonitoring en monitoring van klimaatverandering;

– regionale/lokale activiteiten op bestelling, met name betreffende rampenbeheer, veiligheid en pan-Europese landmonitoring, binnen of buiten Europa.

(b) Ontwikkelingsactiviteiten betreffende verbetering van de kwaliteit en prestaties van bestaande diensten, het ontwikkelen van nieuwe dienstelementen en het bevorderen van de downstreamacceptatie.

33. Operaties van de ruimtecomponent

34. Operationele activiteiten van de observatie vanuit de ruimte:

(a) operaties van de specifieke ruimte-infrastructuur (d.w.z. Sentinel-missies);

(b) toegang tot missies van derden;

(c) distributie van gegevens;

(d) technische bijstand aan de Commissie voor het bundelen van vereisten voor dienstgegevens;

(e) het identificeren van lacunes op het gebied van observatie, het bijdragen aan de specificatie van nieuwe ruimtemissies.

35. Ontwikkelingsactiviteiten:

(a) ontwerp en aankoop van nieuwe elementen van de ruimte-infrastructuur;

(b) verlenen van technische ondersteuning aan de Commissie voor het omzetten van dienstvereisten in specificaties van nieuwe ruimtemissies met de steun van exploitanten van ruimte-infrastructuur;

(c) coördinatie van de ontwikkeling van ruimteactiviteiten, inclusief ontwikkelingen gericht op het moderniseren en het aanvullen van de GMES-ruimtecomponent.

36. De operationele activiteiten van de in-situcomponent van het GMES:

(a) coördinatie van de verstrekking van in-situgegevens aan GMES-diensten met administratieve ad-hocregelingen met de in-situ-exploitanten;

(b) coördinatie van de verstrekking van in-situgegevens van derden op internationaal niveau;

(c) verlening van technische bijstand voor het omzetten van GMES-dienstvereisten in specificaties van in-situ-observatie-infrastructuur en netwerken;

(d) interactie met in-situ-exploitanten ter bevordering van consistentie van ontwikkelingsactiviteiten in verband met de GMES in-situcomponent.

Deelname van derde landen en internationale organisaties

37. De GMES-raad kan internationale overeenkomsten sluiten met de volgende derde landen, ook betreffende hun deelname aan het GMES-fonds:

(a) landen van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) die aangesloten zijn bij de EER-overeenkomst, overeenkomstig de in de EER-overeenkomst bepaalde voorwaarden;

(b) de kandidaatlanden, alsmede potentiële kandidaten die zijn opgenomen in het stabilisatie- en associatieproces overeenkomstig de kaderovereenkomsten, of een protocol bij een associatieovereenkomst, betreffende de algemene beginselen voor de deelname van deze landen aan programma's van de Unie, die met die landen zijn gesloten;

(c) de Zwitserse bondsstaat, andere derde landen die niet onder a) en b) genoemd zijn, en internationale organisaties, overeenkomstig de overeenkomsten die de Unie heeft gesloten met dergelijke derde landen of internationale organisaties uit hoofde van artikel 218 VWEU, en waarin de voorwaarden en en de gedetailleerde regels voor hun deelname vastgelegd worden.

Aanneming en inwerkingtreding

38. De lidstaten stellen de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie in kennis van de voltooiing van de interne procedures voor de inwerkingtreding van deze overeenkomst.

39. Deze overeenkomst wordt van kracht op de eerste dag van de tweede maand na kennisgeving aan de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie van de voltooiing van de interne procedures voor de inwerkingtreding van deze overeenkomst door de laatste lidstaat die deze stap doet.

40. Deze overeenkomst is na 31 december 2020 niet langer van kracht en er mogen geen juridische verbintenissen worden aangegaan of financiële vastleggingen worden gedaan voor de periode na die datum.

41. Onverminderd het bovenstaande verricht het GMES-fonds tot 31 december 2023 betalingen en voldoet het aan verplichtingen die voortvloeien uit door of namens het GMES-fonds vóór 31 december 2020 gedane toezeggingen. Alle na 31 december 2023 nog bestaande verplichtingen vallen terug aan de lidstaten.

42. De secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie is depositaris van deze overeenkomst, die in het Publicatieblad van de Europese Unie wordt gepubliceerd.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekende vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, deze overeenkomst hebben ondertekend.

[1]               COM(2011) 500 definitief van 29.6.2011.

[2]               COM(2011) 831 definitief van 30.11.2011.

[3]               Envisat is een wetenschappelijke satellietmissie van ESA. De satelliet werd in 2002 gelanceerd met 10 instrumenten aan boord. Het is de grootste civiele aardobservatiemissie. Envisat kwam reeds in 2007 aan het einde van zijn verwachte levensduur.

[4]               Bron: Eurostat 2012