Bijlagen bij COM(2012)251 - Verslag over tenuitvoerlegging van Verordening 866/2004 en over de situatie die het gevolg is van deze toepassing in 2011

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage VIII). Illegale immigranten worden normaal gesproken aangehouden tijdens controles langs de groene lijn en op luchthavens wanneer zij Cyprus proberen te verlaten. Burgers van derde landen die internationale bescherming vragen, worden normaal gesproken als zodanig geregistreerd wanneer zij op een politiebureau asiel aanvragen.

De CYPOL gaat na langs welke route illegale migranten de door de regering gecontroleerde gebieden binnenkomen aan de hand van dezelfde criteria als voorheen, voornamelijk op basis van documenten (visa, bij aankomst of vertrek in het paspoort aangebrachte stempels van Turkije of een “visum” of “verblijfsvergunning” van de "TNRC") en verklaringen van de immigranten, maar ook op basis van ander bewijsmateriaal, zoals de afwezigheid van identificatiedocumenten, Turks-Cypriotische kranten of Turkse bankbiljetten.

Van de 1.311 illegale migranten vroegen 417 personen (31,8%) asiel aan in de Republiek Cyprus.

De meeste illegale migranten komen via Turkije en het noordelijke deel van Cyprus de door de regering gecontroleerde gebieden binnen.

Volgens informatie van de Turks-Cypriotische gemeenschap zijn 16 illegale Syrische migranten aangehouden in het noordelijke deel van Cyprus. Aan officiële doorgangsposten kregen 2.267 personen geen toestemming om de groene lijn over te steken naar het noordelijke deel van Cyprus[8]. Tijdens de verslagperiode werden 860 personen vanuit het noordelijke deel van Cyprus uitgezet.[9]

De overzetdienst tussen Latakia (Syrië) en Famagusta werd in september 2010 stopgezet. De crisis in Syrië heeft tot dusver geen gevolgen voor Cyprus en het aantal illegale migranten uit Syrië is gedaald.

Er zijn geen precieze gegevens beschikbaar over personen die aan de doorgangsposten niet mochten oversteken.

Er bestaat geen rechtstreekse samenwerking met betrekking tot politie en immigratie tussen de Republiek Cyprus en de Turks-Cypriotische gemeenschap. Toch hebben vertegenwoordigers van beide gemeenschappen elkaar ontmoet in het kader van het technische comité van beide gemeenschappen inzake misdaad en strafrechtelijke zaken onder auspiciën van de VN. Het technische comité inzake misdaad en strafrechtelijke zaken is een van de zeven gespecialiseerde comités die met steun van de VN zijn opgericht bij wijze van vertrouwenwekkende maatregel tussen beide gemeenschappen, en is een rechtstreeks gevolg van een akkoord dat door beide Cypriotische leiders op 21 mei 2008 werd bereikt. Als uitbreiding van dit comité hebben beide gemeenschappen tevens een mechanisme ingesteld voor de uitwisseling van informatie en gezamenlijke initiatieven, namelijk een gezamenlijke communicatieruimte, waar de VN-vredeshandhavingsmissie in Cyprus (UNFICYP) voortdurend present is en die zes dagen per week functioneert. Beide partijen hebben hun bereidheid betoond om via deze mechanismen de communicatie tussen de respectieve politiediensten te verbeteren, samen te werken en onderlinge steun te verlenen, door de uitwisseling van informatie over gevallen van ontvoeringen, aangehouden personen, drugs en gestolen goederen[10].

De CYPOL omschreef de samenwerking met de andere overheidsinstanties en het bestuur van de Eastern Sovereign Base Area als zeer goed.

Eastern Sovereign Base Area (ESBA)

In het algemeen is de illegale immigratie via de ESBA tijdens de verslagperiode afgenomen. De functionarissen van de Sovereign Base Area omschrijven de samenwerking tussen de Republiek Cyprus en hun douane- en immigratiedienst nog steeds als uitstekend. Tijdens de verslagperiode werd 1.163 personen geweigerd om de groene lijn te passeren, merendeels Turkse onderdanen die leven in het noordelijke deel van Cyprus. Anderen waren toeristen uit Australië, de Verenigde Staten, Brazilië, Iran en Rusland, die via het noordelijke deel van Cyprus binnenkwamen. Deze personen werden doorverwezen naar de doorgangspost Agios Dhometios van Nicosia om de vereiste formaliteiten voor toelating tot de Republiek Cyprus te vervullen[11].

In totaal werden 18 illegale migranten binnen de ESBA opgepakt[12]; 9 daarvan waren de door de regering gecontroleerde gebieden legaal binnengekomen, maar waren gebleven nadat hun visum was verstreken. Ook werden drie tussenpersonen door de SBA opgepakt. De overige 6 kwamen het eiland in het noordelijke deel binnen en staken illegale de groene lijn over.

Naast de controles aan de doorgangsposten voert de politie van de Sovereign Base Area op wisselende momenten op risicobeoordelingen en inlichtingen gebaseerde patrouilles uit om illegale migratie te bestrijden. Deze patrouilles worden aangevuld met douane- en legerpatrouilles in de Sovereign Base Area.

Ettelijke niet-officiële "doorgangsposten" in of bij het dorp Pergamos (dat gedeeltelijk in de Sovereign Base Area en gedeeltelijk in het noordelijke deel van Cyprus ligt), die nog steeds door lokale inwoners en boeren worden gebruikt, zijn bijzonder moeilijk te controleren. De SBA patrouilleert intensief in dit gebied met een dubbel doel: als controle van de vogelvangst en als afschrikking voor illegaal oversteken van de groene lijn. Zoals beschreven in eerdere verslagen over de groene lijn, blijven deze niet-officiële "doorgangsposten" een punt van zorg. Zoals in de afgelopen jaren bracht de Commissie de kwestie van ongeoorloofde doorgangsposten met de SBA ter sprake en riep zij de autoriteiten van de SBA op een geschikte oplossing te vinden overeenkomstig de vereisten van artikel 5, lid 2, van het protocol nr. 3 van de Toetredingsakte van 2003[13].

3. GOEDERENVERKEER

3.1.        Waarde van de handel

Overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EG) nr. 1480/2004 van de Commissie[14] hebben de Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel en de autoriteiten van de Republiek Cyprus maandelijks gegevens verstrekt over soort, precieze hoeveelheid en waarde van alle goederen waarvoor begeleidende documenten zijn afgegeven. Die verslagen hadden mede betrekking op goederen die de door de regering gecontroleerde gebieden binnenkwamen via de doorgangsposten Pergamos en Strovilia, die onder het gezag van de Sovereign Base Area vallen.

Volgens de Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel bedroeg de totale waarde van de goederen waarvoor in 2011 begeleidende documenten waren afgegeven, 29.954.867 euro, terwijl de waarde van de feitelijk verhandelde goederen 29.402.577 euro bedroeg[15]. De handel langs de groene lijn was in 2011 vijf keer groter dan in 2010. Deze aanzienlijke toename is te verklaren door de verkoop van elektriciteit door het noordelijke deel van Cyprus aan de door de regering gecontroleerde gebieden, hetgeen het resultaat was van uitzonderlijke omstandigheden. De verkoop van elektriciteit, met een waarde van 24.085.775 euro (82% van de handel), werd overeengekomen door de voorzitters van de Kamer van Koophandel en Industrie van Cyprus en de Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel nadat in juli 2011 door een ontploffing op de marinebasis van Mari grote delen van de nabije elektriciteitscentrale van Vasiliko waren verwoest. De verkoop van elektriciteit had een groot effect op de handel langs de groene lijn in 2011. Om een correct beeld te geven van de reguliere handel langs de groene lijn, worden in dit verslag de gegevens over de handel verstrekt met en zonder de verkoopcijfers van elektriciteit.

Zonder rekening te houden met de verkoop van elektriciteit, bedroeg volgens de Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel de totale waarde van de goederen waarvoor begeleidende documenten waren afgegeven, 5.869.092 euro, terwijl de waarde van de feitelijk verhandelde goederen 5.316.803 euro bedroeg.

Volgens verslagen die door de autoriteiten van de Republiek Cyprus zijn verstrekt, steeg de totale waarde van de goederen die de groene lijn passeerden met 560% tot 28.923.500 euro. De totale handelswaarde van de goederen (zonder rekening te houden met de verkoop van elektriciteit) die de groene lijn passeerden, is gedaald met 6,5% van 5.173.233 euro in 2010 tot 4.827.454 euro, voornamelijk vanwege een daling van de verkoop van steenproducten, zoals marmer, baksteen en bouwstenen, hetgeen te verklaren is door de economische crisis en de crisis in de bouwsector. Ook de handel in groenten is teruggegaan, met een verder teruglopen van de handel in aardappelen. Tot 2010 vormden aardappelen het grootste deel (tot 30%) van het totale handelsverkeer via de groene lijn. In 2011 vertegenwoordigde de handel in aardappelen minder dan 1% van de totale handel langs de groene lijn. Dit was vooral te wijten aan een overproductie van aardappelen in de door de regering gecontroleerde gebieden waardoor er geen aardappelen uit het noordelijke deel van Cyprus moesten worden aangekocht.

De handel van de door de regering gecontroleerde gebieden naar het noordelijke deel van Cyprus valt niet onder de groenelijnverordening, maar volgens de Kamer van Koophandel en Industrie van Cyprus is deze meer dan verdubbeld, tot 2.272.493 euro in 2011 (1.090.086 euro in de vorige verslagperiode). De voornaamste reden voor deze aanzienlijke toename is de levering van goederen die worden gemaakt in de door de regering gecontroleerde gebieden naar een door de EU gefinancierd project in het noordelijke deel van Cyprus. Daarmee vormt de handel uit door de regering gecontroleerde gebieden naar het noordelijke deel van Cyprus 7,85% van de handel in omgekeerde richting (21% in 2010). Zonder rekening te houden met de verkoop van elektriciteit bedraagt de handel van de door de regering gecontroleerde gebieden naar het noordelijke deel van Cyprus echter 46% van de handel in de andere richting.

De Turks-Cypriotische gemeenschap past nog steeds een handelsregeling toe die eigenlijk de beperkingen van de groenelijnverordening "weerspiegelt". Deze regeling wordt echter niet altijd consequent toegepast, waardoor het moeilijk is duurzame handelsrelaties te ontwikkelen. De Turks-Cypriotische partij erkent openlijk dat de bescherming van lokale ondernemingen hiervoor de voornaamste reden is.

3.2.        Soort goederen

In 2011 was na elektriciteit metaalschroot het meest verhandelde product, gevolgd door verse vis en plastic[16].

Nieuwe producten, andere dan elektriciteit, zoals granaatappels en decoratieve stenen werden in de verslagperiode ingevoerd, maar met slechts een zeer beperkt gevolg voor de handel[17].

99,66% van de handel die de groene lijn passeerde, was bestemd voor het eiland zelf. De overige 0,34% was bestemd voor India: ijzer- en staalschroot met een handelswaarde van 93.850 euro (in 2010: 123.788 euro). Voor deze transacties was de betrokkenheid vereist van een in de door de regering gecontroleerde gebieden geregistreerde vennootschap om de uitvoerformaliteiten in verband met transacties binnen de EU en met derde landen te vervullen. Tijdens de verslagperiode werden geen producten verhandeld naar andere EU-lidstaten (in 2010: 17.693 euro).

3.3.        Onregelmatigheden

Tijdens de verslagperiode werden door de autoriteiten van de Republiek Cyprus 4 gevallen van onregelmatigheden gemeld, voor een handelswaarde van in totaal 2.590 euro (0,008% van de totale handel over de groene lijn). De betrokken goederen mochten de groene lijn om diverse administratieve redenen niet overschrijden (ontbrekende documenten, niet volgens de EU-normen gelabelde goederen).

3.4       Resterende belemmeringen en moeilijkheden met betrekking tot het goederenverkeer

De handel over de groene lijn wordt nog steeds belemmerd. Zoals in voorgaande verslagen werd gerapporteerd, is de kwestie van Turks-Cypriotische vrachtwagens die oversteken naar de door de regering gecontroleerde gebieden, nog niet tevredenstellend opgelost. De diensten van de Commissie voeren momenteel echter technische gesprekken met de bevoegde autoriteiten van de Republiek Cyprus om deze kwestie aan te pakken en een doenbare oplossing te vinden om onder meer de veiligheid op de weg te verbeteren.

Er zijn enkele problemen gerezen in verband met levensmiddelen. De autoriteiten van de Republiek Cyprus verboden de oversteek van een aantal producten (zoals brood), omdat de gezondheidsdiensten bezwaren hadden bij het productieproces in het noordelijke deel van Cyprus. Na verduidelijkingen door de Commissie konden de betrokken producten probleemloos de groene lijn passeren.

Net als in het verleden blijven Turks-Cypriotische handelaren berichten over handelsbelemmerende moeilijkheden bij de afzet van hun producten aan winkels en bij het adverteren van hun producten en diensten in de door de regering gecontroleerde gebieden. Deze moeilijkheden weerspiegelen mogelijk de wijdverbreide aarzeling van Grieks-Cyprioten om als Turks-Cypriotisch aangemerkte producten te kopen, wat een handelsbarrière vormt. De handel tussen de beide gemeenschappen buiten de groene lijn om ligt echter diverse keren hoger. Volgens schattingen van de Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel kochten Turks-Cyprioten voor een waarde van 120 miljoen euro goederen in de door de regering gecontroleerde gebieden aan als onderdeel van hun persoonlijke bagage.

In 2011 is de smokkel van goederen over de groene lijn gedaald en de autoriteiten van de Republiek Cyprus verrichtten 1.538 inbeslagnamen (voordien: 545). De SBA verrichtte 281 inbeslagnamen aan de officiële doorgangsposten van Pergamos en Strovilia. De smokkel van goederen komt echter nog steeds veelvuldig voor gezien het geografische karakter van de groene lijn, die zich over de hele lengte goed leent voor clandestiene activiteiten. In de zones vlakbij de groene lijn vinden controleoperaties plaats om vooral activiteiten zoals het vervoer van wild of vuurwerk (ook via de ESBA) naar de door de regering gecontroleerde gebieden aan te pakken. Andere in beslag genomen producten zijn sigaretten en tabak, dierlijke producten en nagemaakte handtassen en textiel. Volgens de autoriteiten van de Republiek Cyprus neemt de omvang van de smokkel echter af doordat de prijsverschillen kleiner zijn geworden. De patrouilles langs de groene lijn van zowel de CYPOL als de ESBA dienen twee doelen: het bestrijden van smokkel en het tegengaan van illegale immigratie. Het aantal strafzaken dat in verband met smokkel was aangespannen bij arrondissementsrechtbanken, bedroeg 11 in 2009, 9 in 2010 en 0 in 2011.

De meeste goederen werden opgespoord bij de officiële doorgangsposten: Pyla, SBA, de bufferzone bij Zodia en Potamia.

Wat betreft de traditionele bevoorrading van de Turks-Cypriotische bevolking van het dorp Pyla, dat zich in de bufferzone bevindt (artikel 4, lid 10, van de groenelijnverordening), worden de hoeveelheden bouwmateriaal, vis, sigaretten, e.d. gecontroleerd en geregistreerd door de autoriteiten van de Sovereign Base Area.

3.4.        Vergemakkelijking van de handel

De Commissie blijft naar manieren zoeken om de handel via de groene lijn te stimuleren. Als aan de noodzakelijke voorwaarden van de aanbevelingen van de missie van onafhankelijke deskundigen wordt voldaan, zou de Commissie kunnen overwegen een besluit goed te keuren om het verbod van de groenelijnverordening op de handel in aanvullende landbouwproducten, met name zuivelproducten (melk, kaas, yoghurt, wei), op te heffen. Tijdens de verslagperiode werd door de Commissie de verplichting geschrapt dat aardappelen die via de groene lijn worden verhandeld, moeten worden geteeld uit gecertificeerde pootaardappelen. Het is echter nog te vroeg om te evalueren of het besluit van de Commissie een positief effect heeft op de handel langs de groene lijn.

Andere producten waarvoor de Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel belangstelling heeft getoond, zijn kwekerijvis en slakken. Voorts is er algemeen belangstelling voor een opheffing van het verbod op handel in alle levende dieren en dierlijke producten voor zover deze producten aan de EU-wet- en regelgeving beantwoorden. De Republiek Cyprus heeft herhaaldelijk haar bereidheid uitgedrukt om de mogelijkheid te onderzoeken de lijst van goederen uit te breiden die naar de door de regering gecontroleerde gebieden mogen passeren.

De Commissie werd door de autoriteiten van de Republiek Cyprus in kennis gesteld van de regelingen voor een speciaal vervoer van goederen uit de door de regering gecontroleerde gebieden via de niet door de regering gecontroleerde gebieden terug naar de door de regering gecontroleerde gebieden langs de doorgangspost van Limnitis (die in oktober 2010 is geopend). De Commissie informeerde de Republiek Cyprus dat deze praktijk in overeenstemming moet worden gebracht met de EU-wetgeving door een wijziging van de groenelijnverordening, die een wettelijk instrument is waarmee alle bewegingen van goederen en personen over de groene lijn exclusief worden geregeld.

4. CONCLUSIES

Zoals werd gesteld in voorbije verslagen, is de controle van de groene lijn aan de toegestane doorgangsposten tevredenstellend. Tijdens de verslagperiode bleef het aantal opgepakte illegale migranten dalen, maar de illegale oversteek van burgers van derde landen is nog steeds zorgwekkend. De Commissie is van mening dat een verdere verstrenging van het toezicht op de groene lijn tussen de doorgangsposten door de Republiek Cyprus en de autoriteiten van het soevereine gebied van de Britse militaire basis van belang is om de illegale migratie aan te pakken. De Commissie is bezorgd over een aantal incidenten aan de doorgangsposten in oktober en december 2011 en zal verder contact onderhouden met de autoriteiten van de Republiek Cyprus over alle ontwikkelingen die zouden wijzen op een verandering van het beleid.

De waarde van de handel langs de groene lijn was in 2011 vijf keer groter dan in 2010. Deze aanzienlijke toename is het gevolg van de verkoop van elektriciteit uit het noordelijke deel van Cyprus aan de door de regering gecontroleerde gebieden, ten bedrage van 24.085.775 euro. Zonder rekening te houden met de verkoop van elektriciteit is de reguliere handel langs de groene lijn voor de derde keer op rij teruggegaan sinds de inwerkingtreding van de groenelijnverordening in 2004 (met 6,5% tot 4.827.454 euro, vergeleken met 5.173.233 euro in 2010). De meest verhandelde producten waren, na elektriciteit, metaalschroot, verse vis, plastic en steenproducten. De algemene omvang van het handelsverkeer blijft beperkt, gedeeltelijk vanwege de beperkte werkingssfeer van de verordening zelf. Een positieve ontwikkeling is de overeenkomst tussen de voorzitters van de Kamer van Koophandel en Industrie van Cyprus en de Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel voor de levering van elektriciteit uit de niet door de regering gecontroleerde gebieden naar de door de regering gecontroleerde gebieden, na de betreurenswaardige ontploffing op de marinebasis in juli 2011. Deze overeenkomst gaf een impuls aan de handel langs de groene lijn en was op zich een vertrouwenwekkende maatregel.

Tijdens de verslagperiode bleef een aantal belemmeringen voor de handel bestaan. Turks-Cypriotische bedrijfsvoertuigen, met name vrachtwagens en bussen van meer dan 7,5 ton, kunnen alleen over het hele eiland rijden met rijbewijzen en keuringsattesten uit de door de regering gecontroleerde gebieden. Er zijn technische gesprekken begonnen tussen de diensten van de Commissie en de relevante ministeries van de Republiek Cyprus om voor deze kwestie een haalbare oplossing te vinden. Wat andere niet-tarifaire handelsbelemmeringen betreft, kan geen vooruitgang worden gemeld.

Tot slot lijkt het erop dat de goederensmokkel via de groene lijn weliswaar is afgenomen, maar nog steeds grootschalig is.

Het vervoer van goederen uit de door de regering gecontroleerde gebieden langs de doorgangspost Limnitis via het noordelijke deel van Cyprus en terug naar de door de regering gecontroleerde gebieden moet worden geregulariseerd door een wijziging van de groenelijnverordening.

De algemene conclusie is dat de groenelijnverordening een werkbare basis blijft vormen voor het verkeer van personen en goederen van en naar de door de regering gecontroleerde gebieden van de Republiek Cyprus. De Commissie zal de uitvoering van de verordening blijven controleren.

[1]               PB L 161 van 30.4.2004, blz. 128. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 587/2008 van de Raad (PB L 163 van 24.6.2008, blz. 1), bekend als de "groenelijnverordening".

[2]               Zie overweging 3 van de groenelijnverordening.

[3]               Verordening (EG) nr. 1480/2004 van de Commissie tot vaststelling van specifieke regels met betrekking tot goederen die van oorsprong zijn uit gebieden waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent en die worden binnengebracht in gebieden waarover de regering wel feitelijk het gezag uitoefent.

[4]               De autoriteiten van de Republiek Cyprus houden geen cijfers bij van het aantal Grieks-Cyprioten dat terugkeert naar de door de regering gecontroleerde gebieden of het aantal Turks-Cyprioten dat terugkeert naar het noordelijke deel van Cyprus (zie bijlage VII).

[5]               Op grond van de groenelijnverordening is verslaglegging over dit verkeer niet verplicht.

[6]               Artikel 10 van de groenelijnverordening.

[7]               De Republiek Cyprus houdt geen officiële statistieken bij over het aantal personen dat de groene lijn niet mag passeren. Volgens schattingen van de CYPOL waren er in 2011 echter ongeveer 2.220 personen die niet mochten oversteken naar de door de regering gecontroleerde gebieden.

[8]               Turkije: 979, Syrië: 204, Turkmenistan: 167, Georgië: 88, Irak: 74.

[9]               Turkije: 543, Syrië: 44, Moldavië: 64, Iran: 53, Nigeria: 10.

[10]             Informatie verstrekt door UNFICYP.

[11]             Onder meer: Turkije: 900, Iran: 39, Australië: 33, VS: 30, Brazilië: 19, Rusland: 19.

[12]             Egypte: 6, Nigeria: 2, Syrië: 2, Georgië: 2, Sri Lanka: 3, India:1, Bangladesh: 1, Nepal:1.

[13]             PB L 236 van 23.9.2003, blz. 940.

[14]             Verordening (EG) nr. 1480/2004 van de Commissie van 10 augustus 2004 (PB L 272 van 20.8.2004, blz. 3).

[15]             Zie de bijlagen I, II en III bij dit verslag.

[16]             Zie de bijlage IV bij dit verslag.

[17]             De handel in granaatappels en decoratieve stenen vertegenwoordigt slechts 0,4% van de totale handel langs de groene lijn.