Bijlagen bij COM(2012)436 - Samengevoegde jaarrekeningen van de Europese Unie, 2011

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2012)436 - Samengevoegde jaarrekeningen van de Europese Unie, 2011.
document COM(2012)436 NLEN
datum 25 juli 2012
bijlage 1 voor een uitsplitsing van de ELGF-bedragen per lidstaat.

Alle bovenvermelde bedragen zijn opgenomen in de economische resultatenrekening van de Commissie.

De daling in de procedures van de conformiteitsgoedkeuring in 2011 volgt op een eerdere stijging tussen 2009 en 2010. In 2010 was het bedrag was uitzonderlijk hoog, omdat de procedures die in het jaar waren besloten, een grote niet-uitgevoerde goedkeuringsprocedure van 471 miljoen EUR omvatten, die voor het einde van het jaar werd besloten en in 2011 ten uitvoer werd gelegd. De bedragen van de procedures die voor 2011 zijn besloten, bereiken nu vergelijkbare niveaus als in 2009 en daarvoor.

Het negatieve bedrag van financiële goedkeuring van 63 miljoen EUR vertegenwoordigt bedragen die aan bepaalde lidstaten (voornamelijk Italië en het Verenigd Koninkrijk) zijn uitgekeerd en die hoger zijn dan de bedragen die voor het jaar moeten worden teruggevorderd.

De bedragen die voor plattelandsontwikkeling zijn gerapporteerd in de besloten/bevestigde financiële correcties, en in de uitgevoerde financiële correcties hieronder, omvatten ook terugvorderingen van onregelmatigheden ten belope van 0,2 miljoen EUR in 2011 (in 2010: 3 miljoen EUR). Deze bedragen vertegenwoordigen de sommen die de Europese Commissie heeft geïnd na de terugvordering van onverschuldigd betaalde bedragen door de lidstaten.

6.3.2   In 2011 uitgevoerde financiële correcties en terugvorderingen

miljoen EUR

|| 2011 || 2010

ELGF: || ||

Financiële goedkeuring en niet-nageleefde betalingstermijnen || (63) ||  33

Conformiteitsgoedkeuring ||  506 ||  728

Plattelandsontwikkeling: || ||

OIPO 2000-2006 ||  3 ||  49

SAPARD 2000-2006 ||  6 ||  3

ELFPO 2007-2013 ||  31 ||  0

Subtotaal financiële correcties ||  483 ||  814

ELGF: || ||

ELGF - onregelmatigheden ||  178 ||  172

Plattelandsontwikkeling: || ||

TRDI – terugvorderingen ||  8 ||  10

SAPARD – terugvorderingen ||  30 ||  5

ELGF - onregelmatigheden ||  123 ||  98

Subtotaal terugvorderingen ||  339 ||  286

Totaal ||  822 || 1 101

Zie bijlage 2 voor een uitsplitsing van de ELGF-bedragen per lidstaat.

6.3.3   Financiële correcties – cumulatieve cijfers

Besloten financiële correcties ELGF – cumulatieve cijfers 1999 - 2011

miljoen EUR

|| Eind 2011 || Eind 2010

ELGF-procedure voor goedkeuring van de rekeningen: || 7 717 || 7 035

Zie bijlage 3 voor een uitsplitsing van de cumulatieve ELGF-goedkeuringsbedragen per lidstaat.

De cumulatieve bedragen voor 2011 stemmen overeen met de bedragen voor de conformiteitsgoedkeuringsbesluiten nr. 1 tot en met nr. 36 tot 15 oktober 2011, wat het einde is van het ELGF-begrotingsjaar. De in kalenderjaar 2011 besloten bedragen beliepen 728 miljoen EUR (zie toelichting 6.3.1) en zij omvatten 682 miljoen EUR als het in begrotingsjaar 2011 besloten bedrag, wat overeenstemt met het verschil tussen de cumulatieve cijfers eind 2011 en de cumulatieve cijfers eind 2010 van bovenstaande tabel.

Opgemerkt zij dat alle conformiteitsgoedkeuringsbesluiten formeel zijn aangenomen bij besluit van de Commissie, terwijl financiële goedkeuringsbeluiten gewoonlijk meer tijd in beslag nemen en de komende jaren effect zullen hebben.

Besloten financiële correcties plattelandsontwikkeling – cumulatieve cijfers 2000 - 2011

miljoen EUR

|| Eind 2011 || Eind 2010

Financiële correcties plattelandsontwikkeling: || ||

OIPO 2000-2006 || 64 || 61

SAPARD 2000-2006 || 24 ||  17

ELFPO 2007-2013 || 79 ||  21

Totaal || 167 ||  98

6.3.4   Hangende financiële correcties en terugvorderingen

Hangende financiële correcties

miljoen EUR

|| Hangende financiële correcties op 31.12.2010 || Nieuwe hangende financiële correcties in 2011 || In 2011 besloten financiële correcties || Bijstellingen van besloten of hangende financiële correcties op 31.12.2010 || Hangende financiële correcties op 31.12.2011

ELGF: || || || || ||

ELGF – toekomstige conformiteits- en financiële besluiten || 2 288 ||  573 || (665) ||  8 || 2 204

Plattelandsontwikkeling: || || || || ||

OIPO 2000-2006 ||  7 ||  29 || (3) ||  1 ||  34

SAPARD 2000-2006 ||  68 ||  36 || (6) || (20) ||  77

ELFPO 2007-2013 ||  123 ||  179 || (58) ||  261 ||  505

Totaal hangende financiële correcties || 2 486 ||  818 || (732) ||  250 || 2 821

Het bedrag van de hangende financiële correcties betreffende het ELGF eind 2011 weerspiegelt de consolidatie van de methode voor de raming van toekomstige conformiteitsbesluiten.

De SAPARD- en OIPO-programma's komen in de afsluitingsfase, wat de daling van het bedrag aan hangende financiële correcties verklaart.

Voor het ELFPO valt de stijging voornamelijk toe te schrijven aan een wijziging van de ramingsmethode. Tot vorig jaar was de gebruikte extrapolatiemethode gebaseerd op historische gegevens, dat wil zeggen echte zaken die voor het ELGF 2000-2006 waren geopend. Die raming werd dan vergeleken met het aantal echte zaken dat voor de eerste jaren van de ELFPO‑programma's werd geopend. Vorig jaar bleek echter dat deze methode lagere bedragen opleverde dan die van de geopende zaken. De extrapolatiemethode werd derhalve aangepast en afgestemd op die van het ELGF, aangezien beide fondsen in feite dezelfde goedkeuringsprocedures hebben. De als hangend gerapporteerde bedragen geven nu een meer realistisch beeld van toekomstige financiële correcties.

Hangende terugvorderingen

miljoen EUR

|| Hangende terugvorderingen op 31.12.2010 || Nieuwe hangende terugvor-deringen in 2011 || In 2011 besloten terugvor-deringen || Bijstellingen van besloten of hangende terugvorde-ringen op 31.12.2010 || Hangende terugvor-deringen op 31.12.2011

ELGF: || || || || ||

ELGF - onregelmatigheden ||  323 ||  199 || (174) || (95) ||  253

Plattelandsontwikkeling: || || || || ||

OIPO 2000-2006 ||  7 ||  6 || (8) || 7 ||  12

SAPARD 2000-2006 ||  94 ||  6 || (30) || (19) ||  50

ELFPO 2007-2013 ||  22 ||  65 || (123) ||  81 ||  45

Totaal hangende terugvorderingen ||  446 ||  275 || (335) || (26) ||  360

6.4       FINANCIËLE CORRECTIES EN TERUGVORDERINGEN BETREFFENDE HET COHESIEBELEID

6.4.1   In 2011 besloten/bevestigde financiële correcties

In 2011 besloten/bevestigde financiële correcties per programmeringsperiode

miljoen EUR

|| 2011 || 2010

Cohesiebeleid (EU-acties) || ||

- Programma's 1994-1999 ||  13 ||  136

- Programma's 2000-2006 ||  440 || 788

- Programma's 2007-2013 ||  220 ||  2

Totaal ||  673 || 925

Zie bijlage 4 voor een uitsplitsing van deze bedragen per lidstaat.

Voor de programmeringsperiode 1994-1999 werden in 2011 zeer weinig financiële correcties gerapporteerd, omdat de grote meerderheid van de programma’s afgesloten is. Dit cijfer zal in de toekomst blijven dalen. Voor de programmeringsperiode 2000-2006 zijn tijdens het afsluitingsproces dat aan de gang is, financiële correcties gerapporteerd en bevestigd. Er worden echter nog controles verricht van afgesloten programma’s. De stijging van het bedrag van besloten/bevestigde financiële correcties voor de verslagperiode 2007-2013 ten opzichte van vorig jaar, zal naar verwachting de komende jaren voortduren als gevolg van de aan de gang zijnde controles ter plaatse.

In 2011 besloten/bevestigde financiële correcties en de uitvoering ervan in 2011

miljoen EUR

|| EFRO || CF || ESF || FIOV/EVF* || EOGFL Oriëntatie || TOTAAL

Financiële correcties 1994-1999: || || || || || ||

       Uitgevoerd door vrijmaking/              aftrek bij afsluiting || 6 || - || - || - || - || 6

       Uitgevoerd via een invorderingsopdracht || 2 || - || 1 || 0 || 1 || 4

       Nog niet uitgevoerd || 3 || - || - || - || - || 3

Subtotaal periode 1994-1999 || 11 || - || 1 || 0 || 1 || 13

Financiële correcties 2000-2006: || || || || || ||

       Uitgevoerd door vrijmaking/              aftrek bij afsluiting || 217 || 72 || 8 || 0 || 0 || 297

       Uitgevoerd door de lidstaten || (10) || 4 || - || - || - || (6)

       Uitgevoerd via een invorderingsopdracht || 5 || 3 || - || - || 0 || 8

       Nog niet uitgevoerd      || 199 || (62) || 0 || 3 || - || 140

Subtotaal periode 2000-2006 || 411 || 17 || 9 || 3 || 0 || 440

Financiële correcties 2007-2013: || || || || || ||

       Uitgevoerd door vrijmaking/                aftrek bij afsluiting || - || - || - || - || - || 0

       Uitgevoerd door de lidstaten || 2 || - || 158 || - || - || 160

       Uitgevoerd via een invorderingsopdracht || - || - || - || - || - || 0

       Nog niet uitgevoerd || 0 || - || 59 || - || - || 59

Subtotaal periode 2007-2013 || 3 || - || 218 || - || - || 220

Totaal in 2011 besloten/bevestigde financiële correcties || 424 || 17 || 227 || 3 || 1 || 673

Totaal in 2010 besloten/bevestigde financiële correcties || 494 || 258 || 49 || 91 || 33 || 925

|| * EVF: het Europees Visserijfonds verving het financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV) voor de programmeringsperiode 2007-2013. ||

Van het in 2011 bevestigde totaalbedrag van 673 miljoen EUR heeft 233 miljoen EUR betrekking op in vorige jaren bevestigde maar nog niet eerder gerapporteerde bedragen, en op bijstellingen van eerder gerapporteerde bedragen. Dit valt toe te schrijven aan, enerzijds, het extracomptabele karakter van het dossierbeheer van financiële correcties, waardoor het mogelijk is dat nieuwe zaken pas in een latere fase worden gerapporteerd en, anderzijds, zaken waarin het definitieve bedrag van een financiële correctie die tijdens het operationele programma is opgelegd, pas bij de afsluiting bekend is.

De gedurende het jaar besloten/bevestigde en via een invorderingsopdracht van de Commissie uitgevoerde (d.w.z. cash aan de Commissie terugbetaalde) financiële correcties bedragen 12 miljoen EUR, waarvan 4 miljoen EUR voor de periode 1994-1999 en 8 miljoen EUR voor de periode 2000-2006 (in 2010: 158 miljoen EUR). Te vermelden is dat uitvoering via een invorderingsopdracht maar een beperkt gedeelte van de totale financiële correcties uitmaakt (in 2011 ging het om minder dan 3% van het uitgevoerde bedrag), doordat de sectorale wet- en regelgeving voorziet in de mogelijkheid voor de lidstaten om tijdens de tenuitvoerlegging van het programma de door de Commissie voorgestelde financiële correcties te aanvaarden en het geld van de onregelmatige uitgaven te gebruiken voor regelmatige (maar bij afsluiting kan de lidstaat niet langer andere uitgaven indienen om de onregelmatige te vervangen), zodat de Commissie geen invorderingsopdracht hoeft af te geven. De Commissie geeft slechts invorderingsopdrachten af wanneer de lidstaat de financiële correctie verwerpt en de Commissie een formeel besluit over de correctie moet nemen, of wanneer een programma wordt afgesloten en de door de Commissie opgelegde financiële correctie hoger is dan het door de lidstaat gevraagde bedrag.

Voor het EFRO blijven de bedragen van de correcties voor 2011 voornamelijk betrekking hebben op de programma’s 2000‑2006 met de aan de gang zijnde afsluiting: na de analyse van de afsluitingsverklaringen zijn de correcties op basis van extrapolaties van de restrisico’s voor de afzonderlijke programma’s in 2011 bevestigd. In 2012 zullen de correcties worden voortgezet. Financiële correcties bij afsluiting brengen een nettovermindering van de EU-financiering mee (dat wil zeggen vermindering van de te betalen eindbedragen of terugvordering van het bedrag als het te betalen eindbedrag minder beloopt dan de correctie).

Voor het ESF heeft het grootste deel van het bedrag van de besloten/bevestigde financiële correcties in 2011 betrekking op de programmeringsperiode 2007-2013 omdat steeds meer controles voltooid geraken naarmate de tenuitvoerlegging van de programma's toeneemt. Voor de programmeringsperiode 2000-2006 is de vervanging van onregelmatige uitgaven door regelmatige door de lidstaat niet langer mogelijk. Omdat de programma’s in de afsluitingsfase verkeren, hebben de lidstaten in de afsluitende stukken aangegeven of de financiële correcties in mindering zijn gebracht en deze bedragen zijn in de bovenstaande tabel gerapporteerd. Besloten/bevestigde financiële correcties voor de programmeringsperiode 1994-1999 hebben betrekking op ofwel financiële correcties na een besluit van de Commissie ofwel onregelmatigheden die de lidstaat na de afsluiting van het operationele programma heeft vastgesteld en die de Commissie terugvordert door afgifte van een invorderingsopdracht.

Voor het FIOV/EVF betreft het bedrag van 3 miljoen EUR aan besloten/bevestigde financiële correcties zowel het afsluitingsproces van bepaalde programma's als de voltooiing van controles van andere.

Voor het EOGFL-Oriëntatie zijn niet alle programma’s afgesloten. In 2012 en 2013 zullen nog altijd financiële correcties worden gerapporteerd, weliswaar voor erg kleine bedragen.

Opgemerkt zij dat de bedragen die in de bovenstaande tabellen voor het EOGFL-Oriëntatie zijn opgenomen, ook de terugvorderingen van onregelmatigheden voor 2 miljoen EUR omvatten (in 2010: 3 miljoen EUR). Deze bedragen vertegenwoordigen de sommen die de Europese Commissie heeft geïnd via een besluit van de Commissie, na de terugvordering van onverschuldigd betaalde bedragen door de lidstaat.

6.4.2   In 2011 uitgevoerde financiële correcties

In 2011 uitgevoerde financiële correcties per programmeringsperiode

miljoen EUR

|| 2011 || 2010

Cohesiebeleid (EU-acties) || ||

- Programma's 1994-1999 ||  32 ||  476

- Programma's 2000-2006 ||  432 ||  259

- Programma's 2007-2013 ||  160 ||  2

Totaal ||  624 ||  737

Zie bijlage 5 voor een uitsplitsing van deze bedragen per lidstaat.

Er zij op gewezen dat in de bovenstaande bedragen, met name voor de programmeringsperiode 2000-2006, niet is inbegrepen de totaliteit van de financiële correcties die door de lidstaten zijn meegedeeld in de aanvragen voor de eindbetaling welke de Commissie in 2010 ontving en momenteel worden gevalideerd. In dit stadium wordt de financiële correctie uitgevoerd door de lidstaat, die erop toeziet dat het bedrag van de financiële correctie wordt afgetrokken van het bedrag van de aanvraag voor de eindbetaling. In het kader van de afsluiting van programma's gelden voor de validering van aanvragen in het boekhoudsysteem door de ordonnateur echter langere wettelijke termijnen voordat deze volledig kunnen worden verwerkt en de Commissie betalingen kan doen. De vóór eind 2010 ontvangen en eind 2011 nog niet goedgekeurde betalingsaanvragen omvatten financiële correcties. Omdat deze betalingsaanvragen echter pas in 2012 en de daaropvolgende jaren zullen worden verwerkt, zal het bedrag van de uitgevoerde financiële correcties worden gerapporteerd na inspectie van alle afsluitende stukken en volledige validering van de gerelateerde financiële verrichtingen. De aan de gang zijnde controles ter plaatse zouden de komende jaren tot een toename van de correcties voor de huidige programmeringsperiode 2007-2013 moeten leiden.

In 2011 uitgevoerde financiële correcties (bevestigd/besloten in 2011 en in eerdere jaren)

miljoen EUR

|| EFRO || CF || ESF || FIOV/EVF || EOGFL Oriëntatie || Totaal 2010

Financiële correcties voor de periode 1994-1999: || || || || || ||

       Bevestigd in 2011 || 8 || - || 1 || 0 || 1 ||  10

       Bevestigd in eerdere jaren || 22 || - || 0 || - || 0 ||  22

Subtotaal periode 1994-1999 || 30 || - || 1 || 0 || 1 ||  32

Financiële correcties voor de periode 2000-2006: || || || || || ||

       Bevestigd in 2011 || 211 || 79 || 0 || 0 || 0 ||  291

       Bevestigd in eerdere jaren || 175 || 35 || 19 || (90) || - ||  140

Subtotaal periode 2000-2006 || 387 || 115 || 19 || (90) || 0 ||  432

Financiële correcties voor de periode 2007-2013: || || || || || ||

       Bevestigd in 2011 || 2 || - || 157 || - || - ||  160

       Bevestigd in eerdere jaren || 0 || - || 1 || - || - ||  1

Subtotaal periode 2007-2013 || 2 || - || 158 || - || - ||  161

Totaal in 2011 uitgevoerde financiële correcties || 419 || 115 || 178 || (90) || 1 ||  624

Totaal in 2010 uitgevoerde financiële correcties || 542 || 21 || 42 || 90 || 41 || 737

|| ||

Van het bedrag van 624 miljoen EUR dat is gerapporteerd als in 2011 uitgevoerde financiële correcties was 212 miljoen EUR uitgevoerd in eerdere jaren, maar nog niet eerder gerapporteerd, alsook bijstellingen van eerder gerapporteerde bedragen, om dezelfde redenen als die welke in toelichting 6.4.1 zijn uitgelegd.

In 2011 uitgevoerde financiële correcties (per type uitvoering)

miljoen EUR

|| EFRO || CF || ESF || FIOV/EVF || EOGFL Oriëntatie || TOTAAL

Financiële correcties voor de periode 1994-99: || || || || || ||

       Uitgevoerd door vrijmaking/aftrek bij afsluiting ||  23 ||  - ||  - ||  - ||  - ||  23

       Uitgevoerd via een invorderingsopdracht ||  7 ||  - ||  1 ||  0 || 1 ||  9

Subtotaal periode 1994-1999 ||  30 ||  - ||  1 ||  0 ||  1 ||  32

Financiële correcties voor de periode 2000-2006: || || || || || ||

       Uitgevoerd door vrijmaking/aftrek bij afsluiting ||  237 ||  94 || 19 ||  0 ||  0 ||  351

       Vorderingen op de lidstaten ||  142 ||  17 ||  - ||  (90) ||  - || 69

       Uitgevoerd via een invorderingsopdracht ||  8 ||  4 ||  - ||  - ||  0 ||  12

Subtotaal periode 2000-2006 ||  387 ||  115 ||  19 ||  (90) ||  0 ||  432

Financiële correcties voor de periode 2007-2013: || || || || || ||

       Uitgevoerd door vrijmaking/aftrek bij afsluiting ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - ||  0

       Vorderingen op de lidstaten ||  2 ||  - ||  158 ||  - ||  - ||  160

       Uitgevoerd via een invorderingsopdracht ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - ||  0

Subtotaal periode 2007-2013 ||  2 ||  - ||  158 ||  - ||  - ||  160

In 2011 verrichte financiële correcties betreffende het ELGF ||  419 ||  115 ||  178 ||  (90) ||  1 ||  624

In 2010 verrichte financiële correcties betreffende het ELGF ||  542 ||  21 ||  42 ||  90 ||  41 ||  737

De gedurende het jaar besloten/bevestigde en via een invorderingsopdracht van de Commissie uitgevoerde (d.w.z. cash aan de Commissie terugbetaalde) financiële correcties bedragen 21 miljoen EUR, waarvan 9 miljoen EUR voor de periode 1994-1999 en 12 miljoen EUR voor de periode 2000-2006 (in 2010:. 158 miljoen EUR). Om de in toelichting 6.3.1 gegeven redenen vertegenwoordigt uitvoering via een invorderingsopdracht slechts een zeer beperkt bedrag van de financiële correcties (namelijk 3% van het in 2011 uitgevoerde bedrag).

Voor het EFRO moet worden opgemerkt dat de in september 2010 ingediende aanvragen voor de eindbetaling nog moeten worden goedgekeurd zodat deze niet zijn opgenomen in de bovenstaande cijfers in verband met uitvoering, wat de betrekkelijk lagere uitvoeringspercentages van 65% en 78% voor respectievelijk het EFRO en het Cohesiefonds verklaart. Bijna alle uit te voeren bedragen houden verband met de aan de gang zijnde afsluiting van de programma's 2000-2006: 2,1 miljard EUR (van een uitstaand totaal van 2,2 miljard EUR) zijn opgenomen in de ontvangen aanvragen voor de eindbetaling voor het EFRO en het Cohesiefonds, maar zullen pas als uitgevoerd worden gerapporteerd wanneer de eindbetaling de komende maanden wordt goedgekeurd.

Voor het ESF houden alle financiële correcties die via de afgifte van een invorderingsopdracht zijn uitgevoerd, verband met de programmeringsperiode 1994-1999, aangezien die programma’s afgesloten zijn. Voor de periode 2000-2006 zijn de correcties ofwel vastgesteld door de lidstaat in de afsluitende stukken, ofwel vastgesteld door de Commissie, die de lidstaat dan vraagt om te bevestigen dat die bedragen bij afsluiting in mindering moeten worden gebracht. Er worden derhalve geen invorderingsopdrachten afgegeven. Opgemerkt zij dat een groot aantal programma’s zich nog steeds in de analysefase bevindt en bijgevolg zal het bedrag van de financiële correcties die bij afsluiting worden uitgevoerd de komende jaren stijgen na het huidige afsluitingsproces (analyse van de afsluitende stukken en financiële validering van de aanvraag voor de eindbetaling).

Voor het FIOV/EVF staat het negatieve bedrag van 90 miljoen EUR voor een bijstelling van verschillende financiële correcties voor Spanje, die in 2010 verkeerdelijk als uitgevoerd werden gerapporteerd. De lidstaat bracht de betrokken bedragen in mindering op aanvragen die in 2010 aan de Commissie werden toegezonden, doch die aanvragen maakten deel uit van de afsluitende stukken van dit programma en werden op 31 december 2010 nog door de Commissie verwerkt. Volgens de definitie van uitvoering wordt deze bijstelling in de cijfers voor 2011 opgenomen als een negatief bedrag.

6.4.3   Financiële correcties – cumulatieve cijfers en uitvoeringspercentage

Bevestigde/besloten financiële correcties – cumulatieve cijfers

miljoen EUR

|| Periode 1994-1999 || Periode 2000-2006 || Periode 2007-2013 || Totaal eind 2011 || Totaal eind 2010

EFRO || 1 769 || 4 575 ||  4 || 6 348 || 5 924

Cohesiefonds ||  273 ||  508 ||  0 ||  781 ||  763

ESF ||  397 || 1 182 ||  218 || 1 798 || 1 572

FIOV/EVF ||  100 ||  99 ||  0 ||  198 ||  195

EOGFL, afdeling Oriëntatie ||  125 ||  41 ||  0 ||  166 ||  165

Totaal || 2 663 || 6 405 ||  222 || 9 291 || 8 619

Zie bijlage 4 voor een uitsplitsing van het totaalbedrag per lidstaat.

Uitgevoerde financiële correcties – cumulatieve cijfers

miljoen EUR

|| Periode 1994-1999 || Periode 2000-2006 || Periode 2007-2013 || Totaal eind 2011 || Totaal eind 2010

EFRO || 1 766 || 2 359 ||  3 || 4 128 || 3 709

Cohesiefonds ||  266 ||  342 ||  0 ||  608 ||  493

ESF ||  396 || 1 165 ||  159 || 1 720 || 1 542

FIOV/EVF ||  100 ||  4 ||  0 ||  104 ||  194

EOGFL, afdeling Oriëntatie ||  125 ||  41 ||  0 ||  166 ||  165

Totaal || 2 652 || 3 912 ||  162 || 6 726 || 6 102

Zie bijlage 5 voor een uitsplitsing van het totaalbedrag per lidstaat.

In de bovenstaande tabel zijn financiële correcties opgenomen die door sommige lidstaten worden betwist (rekening houdende met de ervaring dat de Commissie in dergelijke gevallen slechts uiterst zelden bedragen heeft moeten terugbetalen). Voor nadere informatie zie toelichting 5.4.

Op 31 december 2011 bevestigde/besloten maar nog niet uitgevoerde financiële correcties en uitvoeringspercentages op 31 december 2011 (cumulatieve cijfers)

miljoen EUR

|| EFRO || CF || ESF || FIOV/EVF || EOGFL Oriën-tatie || Totaal 2011 || Totaal 2010

Financiële correcties op programma's 1994-1999 || || || || || || ||

Bevestigde/besloten financiële correcties || 1 769 || 273 ||  397 || 100 || 125 || 2 663 || 2 652

Uitgevoerde financiële correcties || 1 766 || 266 ||  396 || 100 || 125 || 2 652 || 2 621

Bevestigde/besloten maar nog niet uitgevoerde financiële correcties || 3 || 8 ||  1 || 0 || 0 ||  11 ||  31

Uitvoeringspercentage || 100% || 97% || 100% || 100% || 100% || 100% || 99%

Financiële correcties op programma's 2000-2006 || || || || || || ||

Bevestigde/besloten financiële correcties || 4 575 || 508 || 1 182 || 99 || 41 || 6 405 || 5 965

Uitgevoerde financiële correcties || 2 359 || 342 || 1 165 || 4 || 41 || 3 912 || 3 480

Bevestigde/besloten maar nog niet uitgevoerde financiële correcties || 2 216 || 166 ||  17 || 94 || 0 || 2 493 || 2 485

Uitvoeringspercentage || 52% || 67% || 99% || 4% || 100% || 61% || 58%

Financiële correcties op programma's 2007-2013 || || || || || || ||

Bevestigde/besloten financiële correcties || 4 || - ||  217 || - || - ||  222 ||  2

Uitgevoerde financiële correcties || 3 || - ||  159 || - || - ||  162 ||  2

Bevestigde/besloten maar nog niet uitgevoerde financiële correcties || 0 || - ||  59 || - || - ||  60 ||  0

Uitvoeringspercentage || 87% || n.v.t. || 73% || n.v.t. || n.v.t. || 73% || 84%

Totaal financiële correcties || || || || || || ||

Bevestigde/besloten financiële correcties || 6 348 || 781 || 1 797 || 198 || 166 || 9 291 || 8 619

Uitgevoerde financiële correcties || 4 128 || 608 || 1 721 || 104 || 166 || 6 726 || 6 102

Bevestigde/besloten maar nog niet uitgevoerde financiële correcties || 2 220 || 173 ||  76 || 94 || 0 || 2 565 || 2 516

Uitvoeringspercentage || 65% || 78% || 96% || 53% || 100% || 72% || 71%

Wat de programmeringsperiode 2000-2006 betreft, is de verklaring voor het lage uitvoeringspercentage te vinden in het lopende afsluitingsproces, waarbij eind 2010 ontvangen betalingsaanvragen nog niet goedgekeurd zijn en de ermee samenhangende financiële correcties nog niet in de uitvoeringscijfers voor 2011 kunnen worden verwerkt.

6.4.4   Terugvorderingen

In 2011 bevestigde terugvorderingen

miljoen EUR

|| 2011 || 2010

Overige beheersvormen ||  50 ||  24

In 2011 uitgevoerde terugvorderingen

miljoen EUR

|| 2011 || 2010

Overige beheersvormen ||  48 ||  25

Opgemerkt zij dat sommige bedragen die in de bovenstaande tabel zijn opgenomen, voordien al werden gerapporteerd in toelichting 6.5 in 2010.

6.4.5   Hangende financiële correcties

miljoen EUR

|| Hangende financiële correcties op 31.12.2010 || Nieuwe hangende financiële correcties in 2011 || In 2011 besloten financiële correcties || Bijstellingen van besloten of hangende financiële correcties op 31.12.2010 || Hangende financiële correcties op 31.12.2011

Structuur- en cohesiefondsen (programma's 1994-1999, 2000-2006 en 2007-2013) || || ||

EFRO ||  197 || 91 || (85) || (43) || 160

Cohesiefonds ||  262 || 105 || (69) || (132) || 166

ESF ||  284 || 0 || (1) || 0 || 283

FIOV/EVF ||  0 || 6 || 0 || 0 || 6

EOGFL, afdeling Oriëntatie ||  4 ||  24 || (1) || (3) ||  24

Totaal ||  747 ||  227 || (156) || (178) ||  640

Eind 2011 waren op het niveau van de Commissie correctieprocedures hangende voor ongeveer 140 programma’s voor het EFRO en voor het Cohesiefonds. De daling in de bedragen ten opzichte van eerdere jaren valt toe te schrijven aan de geleidelijke afronding van de financiële correcties die eerder als „hangend” werden gerapporteerd voor de programma's 2000-2006, en aan het feit dat er in deze uitvoeringsfase van de huidige programmeringsperiode minder procedures worden gestart.

Voor het ESF valt de daling in het geraamde bedrag van de hangende financiële correcties voornamelijk toe te schrijven aan de afsluiting van sommige procedures die in 2010 werden gestart en betrekking hadden op vijf programma’s van de periode 2007-2013, een procedure voor de periode 2000-2006 en een procedure voor de periode 1994-1999. Opgemerkt zij dat wanneer de mogelijke bedragen die bij controles gemoeid zijn, niet kunnen worden geraamd, voornamelijk omdat de controles nog niet zijn afgerond, deze bedragen in de bovenstaande tabel voor 1 EUR worden gerapporteerd (conservatieve aanpak). Dit is het geval voor de huidige zaken in verband met de periode 2007-2013.

6.4.6   Onderbreking en opschorting van betalingen

De uitsplitsing van het aantal onderbrekingszaken en de ermee gemoeide bedragen per lidstaat in 2011 is als volgt:

miljoen EUR

|| EFRO en Cohesiefonds || ESF || EVF || Totaal

|| Aantal zaken || Bedrag || Aantal zaken || Bedrag || Aantal zaken || Bedrag || Aantal zaken || Bedrag

Onderbreking – afgesloten zaken op 31.12.2011 || || || || || || || ||

Tsjechië ||  2 ||  130 || || || || ||  2 ||  130

Duitsland ||  7 ||  246 || || || || ||  7 ||  246

Griekenland ||  2 ||  132 || || || || ||  2 ||  132

Spanje ||  12 ||  277 ||  2 ||  8 || || ||  14 ||  285

Italië ||  7 ||  100 ||  4 ||  35 ||  1 ||  6 ||  12 ||  141

Letland || || || || ||  1 ||  0 ||  1 ||  0

Litouwen ||  1 ||  32 || || ||  1 ||  1 ||  2 ||  33

Hongarije ||  9 ||  211 || || || || ||  9 ||  211

Oostenrijk || || ||  1 ||  0 || || ||  1 ||  0

Polen || || ||  2 ||  519 || || ||  2 ||  519

Portugal || || || || ||  1 ||  10 ||  1 ||  10

Roemenië ||  2 ||  42 || || || || ||  2 ||  42

Slowakije ||  1 ||  30 || || || || ||  1 ||  30

Verenigd Koninkrijk ||  6 ||  109 ||  2 ||  26 || || ||  8 ||  135

Grensoverschrijdend ||  6 ||  22 || || || || ||  6 ||  22

Subtotaal afgesloten zaken ||  55 || 1 331 ||  11 ||  588 ||  4 ||  17 ||  70 || 1 936

Onderbreking – hangende zaken op 31.12.2011 || || || || || || || ||

Denemarken || || || || ||  1 ||  0 ||  1 ||  0

Duitsland ||  3 ||  17 || || ||  2 ||  1 ||  5 ||  18

Estland || || || || ||  1 ||  0 ||  1 ||  0

Spanje || || ||  2 ||  10 ||  1 ||  62 ||  3 ||  72

Frankrijk || || ||  2 ||  25 ||  2 ||  3 ||  4 ||  28

Italië ||  10 ||  303 ||  4 ||  53 || || ||  14 ||  356

Slowakije ||  2 ||  71 || || || || ||  2 ||  71

Finland || || || || ||  1 ||  0 ||  1 ||  0

Zweden || || || || ||  1 ||  0 ||  1 ||  0

Verenigd Koninkrijk || || ||  2 ||  234 ||  1 ||  34 ||  3 ||  268

Subtotaal hangende zaken ||  15 ||  391 ||  10 ||  323 ||  10 ||  100 ||  35 ||  814

Totaal onderbrekingen in 2011 ||  70 || 1 722 ||  21 ||  911 ||  14 ||  117 ||  105 || 2 750

Totaal onderbrekingen in 2010 ||  49 || 2 156 ||  12 ||  255 ||  12 ||  127 ||  73 || 2 538

Wat het EFRO en het Cohesiefonds betreft, zijn in 2011 70 besluiten tot onderbreking van betalingstermijnen vastgesteld voor een totaal bedrag van 1 722 miljoen EUR. In 55 zaken (1 331 miljoen EUR) zijn de betalingen weer vrijgegeven. Aan het einde van het jaar stonden 15 zaken nog open (391 miljoen EUR). In 2011 werden voor tien programma’s opschortingsprocedures gestart en begin 2012 werd een formeel opschortingsbesluit vastgesteld. Voor vier zaken werd de procedure in 2011 afgesloten op grond van de genomen maatregelen die door de lidstaten werden gemeld. Voor de vijf overblijvende zaken waren aan het einde van het jaar de procedures nog aan de gang.

Wat het ESF betreft, zijn in 2011 21 besluiten tot onderbreking van betalingstermijnen genomen voor een totaal bedrag van 911 miljoen EUR, stuk voor stuk betreffende de programmeringsperiode 2007-2013. In 11 zaken (588 miljoen EUR) zijn de betalingen weer vrijgegeven vóór 31 december 2011. Tien zaken zijn nog hangende (323 miljoen EUR). Daarnaast werden in 2011 drie opschortingsbesluiten vastgesteld (Spanje, Frankrijk en Italië), stuk voor stuk betreffende de programmeringsperiode 2007-2013. Na 31 december 2011 gold de opschorting nog voor drie zaken.

6.5       OVERIGE FINANCIËLE CORRECTIES EN TERUGVORDERINGEN

Deze rubriek betreft de financiële correcties en de terugvordering van bedragen die onterecht zijn betaald vanwege fouten of onregelmatigheden die door de Commissie, de lidstaten, de Europese Rekenkamer of OLAF zijn ontdekt, voor het deel van de begroting dat niet onder gedeeld beheer wordt uitgevoerd.

Overige in 2011 besloten/bevestigde financiële correcties

miljoen EUR

|| 2011 || 2010

Europees Investeringsfonds (EIF) ||  0 ||  -

Overige in 2011 uitgevoerde financiële correcties

miljoen EUR

|| 2011 || 2010

Europees Investeringsfonds (EIF) ||  0 ||  -

Financiële correcties is een mechanisme dat ook ingang begint te vinden op het beleidsterrein binnenlandse zaken. Het bedrag van de in 2011 besloten en uitgevoerde financiële correcties is 0,4 miljoen EUR en zal de komende jaren naar verwachting stijgen.

Overige in 2011 bevestigde terugvorderingen

miljoen EUR

|| 2011 || 2010

Overige beheersvormen: || ||

- externe acties || 107 ||  137

- intern beleid || 270 ||  164

Totaal overige bevestigde terugvorderingen || 377 ||  301

Overige in 2011 uitgevoerde terugvorderingen

miljoen EUR

|| 2011 || 2010

Overige beheersvormen: || ||

- externe acties || 77 ||  136

- intern beleid || 268 ||  138

Totaal overige uitgevoerde terugvorderingen || 346 ||  274

Sommige bedragen die in 2010 in de bovenstaande tabellen onder intern beleid werden gerapporteerd, zijn nu vermeld in toelichting 6.4.4.

Toelichting 6 – Bijlage 1

Totaal in 2011 besloten financiële correcties en terugvorderingen voor het ELGF – uitgesplitst per lidstaat

miljoen EUR

Lidstaat || Financiële goedkeuring || Conformiteits-goedkeuring || Gedeclareerde onregel- matigheden || Totaal 2011 || Totaal 2010

België ||  0 || - ||  9 ||  9 ||  4

Bulgarije ||  0 ||  21 ||  3 ||  24 ||  20

Tsjechië ||  0 || - ||  1 ||  1 ||  1

Denemarken ||  0 ||  22 ||  5 ||  27 ||  12

Duitsland || (1) ||  1 ||  11 ||  11 ||  28

Estland ||  0 ||  0 ||  0 ||  0 ||  0

Ierland || (1) || - ||  8 ||  8 ||  7

Griekenland ||  2 ||  257 ||  4 ||  263 ||  477

Spanje ||  2 ||  116 ||  20 ||  138 ||  83

Frankrijk ||  2 ||  2 ||  18 ||  23 ||  67

Italië || (58) ||  80 ||  49 ||  71 ||  78

Cyprus ||  0 ||  8 ||  0 ||  8 ||  1

Letland ||  0 || - ||  1 ||  1 ||  0

Litouwen ||  0 || - ||  1 ||  1 ||  2

Luxemburg ||  0 || - ||  0 ||  0 ||  1

Hongarije ||  0 || - ||  2 ||  3 ||  8

Malta ||  0 ||  0 ||  0 ||  0 ||  0

Nederland || - ||  25 ||  4 ||  29 ||  51

Oostenrijk ||  0 ||  1 ||  3 ||  5 ||  2

Polen ||  0 ||  46 ||  2 ||  49 ||  52

Portugal ||  1 ||  2 ||  8 ||  11 ||  58

Roemenië ||  8 ||  39 ||  8 ||  55 ||  55

Slovenië ||  0 || - ||  0 ||  0 ||  5

Slowakije ||  0 || - ||  1 ||  1 ||  0

Finland ||  0 ||  1 ||  1 ||  2 ||  2

Zweden ||  0 ||  72 ||  2 ||  74 ||  5

Verenigd Koninkrijk || (20) ||  33 ||  11 ||  24 ||  213

Totaal besloten || (63) ||  728 ||  174 ||  839 || 1 233

Toelichting 6 – Bijlage 2

Totaal in 2011 uitgevoerde financiële correcties en terugvorderingen voor het ELGF – uitgesplitst per lidstaat

miljoen EUR

Lidstaat || Financiële goedkeuring en niet-nageleefde betalings-termijnen || Conformiteits-goedkeuring || Door lidstaten gedeclareerde onregelmatigheden (terugbetaald aan de EU) || Totaal 2011 || Totaal 2010

België ||  0 || - ||  10 ||  10 ||  3

Bulgarije ||  0 ||  12 ||  2 ||  15 ||  6

Tsjechië ||  0 ||  1 ||  1 ||  2 ||  1

Denemarken ||  0 ||  0 ||  3 ||  3 ||  12

Duitsland || (1) ||  0 ||  11 ||  10 ||  26

Estland ||  0 || - ||  0 ||  0 ||  0

Ierland || (1) || - ||  6 ||  5 ||  5

Griekenland ||  2 ||  191 ||  5 ||  198 ||  150

Spanje ||  2 ||  116 ||  22 ||  140 ||  130

Frankrijk ||  2 ||  22 ||  16 ||  41 ||  120

Italië || (58) ||  41 ||  60 ||  44 ||  33

Cyprus ||  0 || - ||  0 ||  0 ||  1

Letland ||  0 || - ||  1 ||  1 ||  0

Litouwen ||  0 ||  0 ||  2 ||  2 ||  4

Luxemburg ||  0 || - ||  0 ||  0 ||  1

Hongarije ||  0 || (3) ||  2 || (1) ||  26

Malta ||  0 || - ||  0 ||  0 ||  0

Nederland || - ||  52 ||  4 ||  56 ||  51

Oostenrijk ||  0 || - ||  1 ||  1 ||  3

Polen ||  0 ||  1 ||  2 ||  3 ||  97

Portugal ||  1 ||  16 ||  8 ||  25 ||  24

Roemenië ||  8 ||  26 ||  7 ||  41 ||  16

Slovenië ||  0 ||  4 ||  1 ||  4 ||  1

Slowakije ||  0 || - ||  1 ||  1 ||  1

Finland ||  0 || - ||  1 ||  1 ||  2

Zweden ||  0 || - ||  2 ||  2 ||  5

Verenigd Koninkrijk || (20) ||  27 ||  10 ||  18 ||  215

Totaal uitgevoerd || - 63 ||  506 ||  178 ||  621 ||  934

Toelichting 6 – Bijlage 3

Gecumuleerde bedragen goedkeuring van de ELGF-rekeningen - besloten

Uitgesplitst per lidstaat

(miljoen EUR)

Lidstaat || Goedkeuring van de ELGF-rekeningen Gecumuleerd bedrag eind 2011

België ||  33

Bulgarije ||  37

Tsjechië ||  1

Denemarken ||  172

Duitsland ||  171

Estland ||  0

Ierland ||  41

Griekenland || 2 023

Spanje || 1 334

Frankrijk || 1 052

Italië || 1 472

Cyprus ||  10

Letland ||  0

Litouwen ||  2

Luxemburg ||  5

Hongarije ||  24

Malta ||  0

Nederland ||  163

Oostenrijk ||  7

Polen ||  66

Portugal ||  133

Roemenië ||  86

Slovenië ||  5

Slowakije ||  0

Finland ||  21

Zweden ||  95

Verenigd Koninkrijk ||  762

Totaal besloten || 7 717

Toelichting 6 – Bijlage 4

Totaal in 2011 bevestigde financiële correcties voor structurele maatregelen - Uitgesplitst per lidstaat

miljoen EUR

Lidstaat || Cumulatief eind 2010 || In 2011 bevestigde financiële correcties || Cumulatief eind 2011

EFRO || CF || ESF || FIOV EVF || EOGFL, afdeling Oriëntatie || Totaal jaar 2011

1994-1999 || 2 652 ||  11 ||  0 ||  1 ||  0 ||  1 ||  13 || 2 664

België ||  5 ||  0 ||  - ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  5

Denemarken ||  3 ||  0 ||  - ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  4

Duitsland ||  340 || (2) ||  - ||  - ||  0 ||  1 || (1) ||  339

Ierland ||  42 ||  1 ||  - ||  - ||  - ||  - ||  1 ||  43

Griekenland ||  528 ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  528

Spanje ||  664 ||  - ||  - ||  0 ||  - ||  - ||  0 ||  665

Frankrijk ||  88 ||  6 ||  - ||  1 ||  - ||  - ||  8 ||  95

Italië ||  505 ||  2 ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  2 ||  507

Luxemburg ||  5 ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  5

Nederland ||  177 ||  1 ||  - ||  - ||  - ||  - ||  1 ||  178

Oostenrijk ||  2 ||  - ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  0 ||  2

Portugal ||  141 ||  - ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  0 ||  141

Finland ||  1 ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  1

Zweden ||  1 ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  1

Verenigd Koninkrijk ||  138 ||  2 ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  2 ||  140

Interreg ||  10 ||  0 ||  - ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  10

2000-2006 || 5 965 ||  411 ||  17 ||  9 ||  3 ||  0 ||  440 || 6 405

België ||  10 ||  0 ||  - ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  11

Bulgarije ||  21 ||  - ||  1 ||  - ||  - ||  - ||  1 ||  22

Tsjechië ||  11 ||  - ||  8 ||  - ||  - ||  - ||  8 ||  19

Denemarken ||  0 ||  0 ||  - ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  0

Duitsland ||  13 ||  0 ||  - ||  0 ||  - ||  0 ||  1 ||  13

Estland ||  0 ||  - ||  0 ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  0

Ierland ||  44 ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  44

Griekenland ||  961 ||  221 ||  1 ||  - ||  - ||  - ||  223 || 1 183

Spanje || 2 865 ||  104 || (5) ||  - ||  0 ||  - ||  98 || 2 963

Frankrijk ||  287 ||  0 ||  - ||  0 ||  1 ||  0 ||  2 ||  288

Italië ||  930 ||  25 ||  - ||  - ||  - ||  - ||  25 ||  954

Cyprus ||  0 ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  0

Letland ||  4 ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  4

Litouwen ||  2 ||  - ||  0 ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  2

Luxemburg ||  2 ||  0 || ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  2

Hongarije ||  52 ||  0 ||  3 ||  - ||  - ||  - ||  3 ||  55

Malta ||  0 ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  - ||  0 ||  0

Nederland ||  2 ||  - ||  - ||  0 ||  - ||  - ||  0 ||  2

Oostenrijk ||  0 ||  - ||  - || ||  - ||  - ||  0 ||  0

Polen ||  246 ||  14 ||  5 ||  8 ||  - ||  - ||  27 ||  274

Portugal ||  157 ||  40 ||  4 ||  - ||  - ||  - ||  44 ||  201

Roemenië ||  12 ||  - ||  0 ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  12

Slovenië ||  2 ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  2

Slowakije ||  41 ||  4 ||  1 ||  - ||  - ||  - ||  5 ||  45

Finland ||  1 ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  1

Zweden ||  11 ||  0 ||  - ||  0 ||  - ||  - ||  0 ||  11

Verenigd Koninkrijk ||  283 ||  5 ||  - ||  - ||  1 ||  - ||  6 ||  289

INTERREG ||  10 || (2) ||  - ||  - ||  - ||  - || (2) ||  8

2007-2013 ||  2 ||  3 ||  0 ||  218 ||  0 || n.v.t. ||  219 ||  221

België ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  - || ||  0 ||  0

Bulgarije ||  - ||  - ||  - ||  2 ||  - || ||  2 ||  2

Tsjechië ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - || ||  0 ||  0

Denemarken ||  0 ||  - ||  - ||  - ||  - || ||  0 ||  0

Duitsland ||  - ||  - ||  - ||  3 ||  - || ||  3 ||  3

Estland ||  0 ||  - ||  - ||  0 ||  - || ||  0 ||  0

Ierland ||  0 ||  - ||  - ||  2 ||  - || ||  2 ||  2

Griekenland ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - || ||  0 ||  0

Spanje ||  - ||  - ||  - ||  87 ||  - || ||  85 ||  85

Frankrijk ||  0 ||  0 ||  - ||  - ||  - || ||  0 ||  0

Italië ||  - ||  - ||  - ||  1 ||  - || ||  1 ||  1

Cyprus ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - || ||  0 ||  0

Letland ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - || ||  0 ||  0

Litouwen ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - || ||  0 ||  0

Luxemburg ||  0 ||  - ||  - ||  - ||  - || ||  0 ||  0

Hongarije ||  1 ||  2 ||  - ||  25 ||  - || ||  27 ||  27

Malta ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - || ||  0 ||  0

Nederland ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - || ||  0 ||  0

Oostenrijk ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - || ||  0 ||  0

Polen ||  0 ||  - ||  - ||  92 ||  - || ||  92 ||  92

Portugal ||  1 ||  - ||  - ||  - ||  - || ||  0 ||  1

Roemenië ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - || ||  0 ||  0

Slovenië ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - || ||  0 ||  0

Slowakije ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - || ||  0 ||  0

Finland ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - || ||  0 ||  0

Zweden ||  - ||  0 ||  - ||  - ||  - || ||  0 ||  0

Verenigd Koninkrijk ||  - ||  - ||  - ||  6 ||  - || ||  6 ||  6

Interreg ||  - ||  0 ||  - ||  - ||  - || ||  0 ||  0

Totaal bevestigd || 8 619 ||  424 ||  17 ||  227 ||  3 ||  1 ||  673 || 9 291

Toelichting 6 – Bijlage 5

Totaal in 2011 uitgevoerde financiële correcties en terugvorderingen voor structurele maatregelen – Uitgesplitst per lidstaat

miljoen EUR

Lidstaat || Cumulatief eind 2010 || In 2011 uitgevoerde financiële correcties || Cumulatief eind 2011

EFRO || CF || ESF || FIOV EVF || EOGFL, afdeling Oriëntatie || Totaal jaar 2011

1994-1999 || 2 621 ||  30 ||  0 ||  1 ||  0 ||  1 ||  32 || 2 652

België ||  6 ||  0 ||  - ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  6

Denemarken ||  4 ||  0 ||  - ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  4

Duitsland ||  338 || (2) ||  - ||  - ||  0 ||  1 || (1) ||  338

Ierland ||  40 ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  40

Griekenland ||  525 ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  525

Spanje ||  658 ||  - ||  - ||  0 ||  - ||  - ||  0 ||  658

Frankrijk ||  89 ||  6 ||  - ||  1 ||  - ||  - ||  8 ||  97

Italië ||  504 ||  0 ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  0 ||  505

Luxemburg ||  5 || ||  - ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  5

Nederland ||  177 ||  1 ||  - ||  - ||  - ||  - ||  1 ||  178

Oostenrijk ||  2 ||  - ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  0 ||  2

Portugal ||  141 ||  - ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  0 ||  141

Finland ||  1 ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  1

Zweden ||  1 ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  1

Verenigd Koninkrijk ||  120 ||  23 ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  23 ||  144

INTERREG ||  9 ||  0 ||  - ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  9

2000-2006 || 3 480 ||  387 ||  115 ||  19 || - 90 ||  0 ||  432 || 3 912

België ||  8 ||  0 ||  - ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  8

Bulgarije ||  2 ||  - ||  9 ||  - ||  - ||  - ||  9 ||  12

Tsjechië ||  0 ||  - ||  5 ||  - ||  - ||  - ||  5 ||  5

Denemarken ||  0 ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  0

Duitsland ||  10 ||  0 ||  - ||  0 ||  - ||  0 ||  1 ||  11

Estland ||  0 ||  - ||  0 ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  0

Ierland ||  26 ||  - ||  1 ||  - ||  - ||  - ||  1 ||  26

Griekenland ||  904 ||  244 ||  2 ||  - ||  - ||  - ||  245 || 1 149

Spanje || 1 051 ||  15 ||  74 ||  - || (90) ||  - ||  0 || 1 051

Frankrijk ||  248 ||  1 ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  1 ||  250

Italië ||  768 ||  62 ||  - ||  3 ||  - ||  - ||  65 ||  833

Cyprus ||  0 ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  0

Letland ||  4 ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  4

Litouwen ||  1 ||  - ||  0 ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  1

Luxemburg ||  2 ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  2

Hongarije ||  41 ||  4 ||  2 ||  8 ||  - ||  - ||  14 ||  55

Malta ||  0 ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  - ||  0 ||  0

Nederland ||  1 ||  - ||  - ||  0 ||  - ||  - ||  0 ||  1

Oostenrijk ||  0 ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  0

Polen ||  90 ||  41 ||  11 ||  8 ||  - ||  - ||  61 ||  151

Portugal ||  113 ||  4 ||  5 ||  - ||  - ||  - ||  8 ||  121

Roemenië ||  8 ||  - ||  3 ||  - ||  - ||  - ||  3 ||  11

Slovenië ||  2 ||  - ||  - ||  0 ||  - ||  - ||  0 ||  2

Slowakije ||  1 ||  2 ||  3 ||  - ||  - ||  - ||  4 ||  6

Finland ||  0 ||  0 ||  - ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  0

Zweden ||  11 ||  0 ||  - ||  0 ||  - ||  - ||  0 ||  11

Verenigd Koninkrijk ||  188 ||  13 ||  - ||  - ||  - ||  - ||  13 ||  201

INTERREG ||  0 ||  1 ||  - ||  - ||  - ||  - ||  1 ||  1

2007-2013 ||  2 ||  2 ||  0 ||  158 ||  0 || n.v.t. ||  160 ||  162

België ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  - || ||  0 ||  0

Bulgarije ||  - ||  - ||  - ||  1 ||  - || ||  1 ||  1

Tsjechië ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - || ||  0 ||  0

Denemarken ||  0 ||  - ||  - ||  - ||  - || ||  0 ||  0

Duitsland ||  - ||  - ||  - ||  3 ||  - || ||  3 ||  3

Estland ||  0 ||  - ||  - ||  - ||  - || ||  0 ||  0

Ierland ||  0 ||  - ||  - ||  2 ||  - || ||  2 ||  2

Griekenland ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - || ||  0 ||  0

Spanje ||  - ||  - ||  - ||  41 ||  - || ||  41 ||  41

Frankrijk ||  0 ||  0 ||  - ||  - ||  - || ||  0 ||  0

Italië ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - || ||  0 ||  0

Cyprus ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - || ||  0 ||  0

Letland ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - || ||  0 ||  0

Litouwen ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - || ||  0 ||  0

Luxemburg ||  - ||  - ||  - ||  0 ||  - || ||  0 ||  0

Hongarije ||  1 ||  2 ||  - ||  25 ||  - || ||  27 ||  28

Malta ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - || ||  0 ||  0

Nederland ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - || ||  0 ||  0

Oostenrijk ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - || ||  0 ||  0

Polen ||  0 ||  - ||  - ||  86 ||  - || ||  86 ||  86

Portugal ||  1 ||  0 ||  - ||  0 ||  - || ||  0 ||  1

Roemenië ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - || ||  0 ||  0

Slovenië ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - || ||  0 ||  0

Slowakije ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - || ||  0 ||  0

Finland ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - || ||  0 ||  0

Zweden ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - || ||  0 ||  0

Verenigd Koninkrijk ||  - ||  - ||  - ||  - ||  - || ||  0 ||  0

INTERREG ||  - ||  0 ||  - ||  - ||  - || ||  0 ||  0

Totaal uitgevoerd || 6 102 ||  419 ||  115 ||  178 || (90) ||  1 ||  624 || 6 726

              7. LENINGSACTIVITEITEN VAN DE EU

Deze toelichting omvat informatie die eerder werd gerapporteerd in toelichting 2 (toelichtingen bij de balans).

7.1      LENINGSACTIVITEITEN - OVERZICHT

Bedragen aan boekwaarde 31.12.2011 || miljoen EUR

|| EFSM || Betalingsbalans || MFB || Euratom-faciliteit || EGKS || Totaal ||

Verstrekte leningen (zie toelichting 2.5) || 28 344 || 11 625 || 595 || 451 || 266 || 41 281 ||

Opgenomen leningen (toelichting 2.16) || 28 344 || 11 625 || 595 || 451 || 236 || 41 251 ||

De bovenvermelde bedragen zijn aan boekwaarde, terwijl in de tabellen hieronder de nominale waarden zijn opgenomen.

Krachtens het EU-Verdrag is de Europese Unie gemachtigd om leningprogramma's vast te stellen waarmee de financiële middelen kunnen worden ingezet om haar mandaat uit te voeren. Namens de Europese Unie voert de Europese Commissie momenteel drie programma's uit in het kader waarvan zij leningen kan garanderen door uitgifte van schuldinstrumenten op de kapitaalmarkten of bij financiële instellingen:

1. het Europees financieel stabilisatiemechanisme (EFSM): ondersteunen van de lidstaten van het eurogebied, tot ongeveer 60 miljard EUR (28,3 miljard EUR uitstaand aan het einde van het jaar);

2. betalingsbalansbijstand (BB): aan lidstaten die de euro nog niet hebben aangenomen, tot 50 miljard EUR (11,6 miljard EUR uitstaand aan het einde van het jaar);

3. macrofinanciële bijstand (MFB): financieel steunprogramma om niet-lidstaten bij te staan (595 miljoen EUR uitstaand aan het einde van het jaar).

Wat zijn de belangrijkste punten of kenmerken waarop voor deze drie instrumenten moet worden gewezen?

- De EU neemt leningen op op de kapitaalmarkten of bij financiële instellingen en niet uit de begroting, aangezien het de EU niet toegestaan is leningen op te nemen om haar gewone begrotingsuitgaven of een begrotingstekort te financieren.

- De omvang van de opgenomen leningen varieert van kleine particuliere plaatsingen van enkele (tientallen) miljoenen EUR tot operaties met een benchmarkkarakter in het kader van de betalingsbalansleningen en het EFSM.

- De aangetrokken middelen worden back-to-back, d.w.z. met dezelfde coupon en looptijd en voor hetzelfde bedrag, uitgeleend aan het begunstigde land. Wel blijft de schuldendienst van de obligatie een verplichting voor de Europese Unie, die ervoor moet zorgen dat alle obligatiebetalingen op tijd geschieden. Daarom moeten de begunstigden van betalingsbalansleningen de terugbetalingen zeven dagen vóór de vervaldatum verrichten en de begunstigden van het EFSM 14 dagen vóór de vervaldatum, zodat de Commissie voldoende tijd heeft om in alle omstandigheden tijdig te kunnen betalen.

- Voor elk landprogramma worden het globale bedrag, de te betalen termijnen en de maximale gemiddelde looptijd van het leningspakket bij besluiten van de Raad en de Commissie vastgesteld. Vervolgens moeten de Commissie en de begunstigde lidstaat overeenstemming bereiken over de lenings-/financieringsparameters, de termijnen en de betaling van tranches. Daarnaast hangen alle termijnen van de lening (met uitzondering van de eerste) af van de naleving van strenge voorwaarden, met soortgelijke voorwaarden als voor IMF-steun, in het kader van een gezamenlijke EU/IMF-financiële steun, wat een andere factor is die de timing van de financiering beïnvloedt.

- De timing en looptijden van emissies hangen dus af van de desbetreffende EU-leningsactiviteit.

- De financiering is uitsluitend in euro en de looptijden variëren van vijf tot 30 jaar.

- Leningen zijn directe en onvoorwaardelijke verplichtingen van de EU en worden gegarandeerd door de 27 EU-lidstaten.

- Mocht een begunstigde lidstaat in gebreke blijven, dan zal de schuldendienst worden onttrokken uit het beschikbare kassaldo van de Europese Commissie, indien mogelijk. Mocht dat niet mogelijk zijn, dan zal de Commissie de nodige middelen bij de lidstaten ophalen. De EU-lidstaten zijn op grond van de EU-wetgeving inzake eigen middelen (artikel 12 van Verordening 1150/2000 van de Raad) wettelijk verplicht om voldoende middelen ter beschikking te stellen om te voldoen aan de verplichtingen van de EU. De investeerders zijn dus alleen blootgesteld aan het kredietrisico van de EU, en niet aan dat van de begunstigde van de gefinancierde leningen.

- Met „back-to-back”-leningen loopt de EU-begroting geen rente- of wisselkoersrisico's.

Daarnaast neemt de juridische entiteit Euratom (die door de Commissie wordt vertegenwoordigd) leningen op om aan lidstaten en niet-lidstaten leningen te verstrekken voor de financiering van projecten in verband met energie-installaties. Ten slotte heeft de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) in liquidatie op de datum van de balans nog één uitstaande lening uit opgenomen middelen, voor een nominaal bedrag van 46 miljoen EUR. Die lening werd verstrekt aan een in Frankrijk gevestigd staatsbedrijf. De EGKS heeft in haar leningportefeuille ook leningen die zijn verstrekt uit haar eigen middelen aan ambtenaren van de Europese instellngen uit het vroegere pensioenfonds van de EGKS in liquidatie.

Over elk van deze instrumenten wordt hieronder nadere informatie verschaft. De effectieve rentevoeten (uitgedrukt als een rente-interval) waren als volgt:

Verstrekte leningen || 31.12.2011 || 31.12.2010

EFSM || 2,375%-3,50% || n.v.t.

Betalingsbalans || 2,375%-3,625% || 2,375%-3,625%

Macrofinanciële bijstand || 1,58513%-4,54% || 0,99%-4,54%

Euratom || 1,067%-5,76% || 0,96313%-5,76%

EGKS in liquidatie || 1,158%-5,8103% || 0,556%-5,8103%

Opgenomen leningen || 31.12.2011 || 31.12.2010

EFSM || 2,375%-3,50% || n.v.t.

Betalingsbalans || 2,375%-3,625% || 2,375%-3,625%

Macrofinanciële bijstand || 1,58513%-4,54% || 0,99%-4,54%

Euratom || 0,867%-5,6775% || 0,7613%-5,6775%

EGKS in liquidatie || 1,158%-9,2714% || 0,556%-9,2714%

7.2      EFSM

NOMINALE WAARDE EFSM || miljoen EUR

|| Ierland || Portugal || Totaal

Totaal toegekende leningen || 22 500 || 26 000 || 48 500

Leningen uitbetaald op 31.12.2011 || 13 900 || 14 100 || 28 000

Leningen terugbetaald op 31.12.2011* || 0 || 0 || 0

Leningen uitstaand op 31.12.2011 || 13 900 || 14 100 || 28 000

Niet-opgevraagde bedragen op 31.12.2011 || 8 600 || 11 900 || 20 500

* Aan het einde van deze toelichting wordt een tabel gegeven met daarin het terugbetalingsschema voor deze leningen.

Op 11 mei 2010 nam de Raad een Europees financieel stabilisatiemechanisme (EFSM) aan om de financiële stabiliteit in Europa te vrijwaren (Verordening (EU) nr. 407/2010 van de Raad). Dit mechanisme is gebaseerd op artikel 122, lid 2, van het Verdrag en maakt het mogelijk financiële bijstand te verlenen aan een lidstaat die zich voor een feitelijke of ernstig dreigende serieuze verstoring gesteld ziet die wordt veroorzaakt door buitengewone gebeurtenissen die deze lidstaat niet kan beheersen. De bijstand kan de vorm aannemen van een lening of een kredietlijn. De Commissie gaat namens de EU leningen op de kapitaalmarkten of bij financiële instellingen aan en leent deze middelen aan de begunstigde lidstaat. Voor elk land dat een lening in het kader van het EFSM ontvangt, wordt per kwartaal beoordeeld of de beleidsvoorwaarden zijn vervuld, voordat een tranche wordt uitgekeerd.

Volgens de conclusies van de Raad (Ecofin) van 9 mei 2010 worden de middelen van de faciliteit beperkt tot 60 miljard EUR, maar de juridische limiet is vastgelegd in artikel 2, lid 2, van Verordening nr. 407/2010 van de Raad, op grond waarvan het uitstaande bedrag van de leningen of kredietlijnen wordt beperkt tot de beschikbare marge onder het plafond van de eigen middelen. De leningen die worden opgenomen om in het kader van het EFSM leningen te verstrekken, worden door de EU-begroting gewaarborgd: op 31 december 2011 was de begroting in verband met deze leningen blootgesteld aan een mogelijk risico van ten hoogste 28 344 miljoen EUR (zijnde de nominale waarde). Aangezien de leningen in het kader van het EFSM door de EU-begroting worden gewaarborgd, volgt het Europees Parlement de EFSM-acties van de Commissie en oefent het controle uit in het kader van de begrotings- en kwijtingsprocedure.

De Raad besloot in december 2010 bij uitvoeringsbesluit een lening aan Ierland van ten hoogste 22,5 miljard EUR toe kennen, en in mei 2011 een lening aan Portugal van ten hoogste 26 miljard EUR. De initiële uitvoeringsbesluiten stelden rente vast met een marge, hetgeen resulteert in soortgelijke voorwaarden als die welke voor de IMF-bijstand worden gesteld. Met zijn Uitvoeringsbesluiten nr. 682/2011 en 683/2011 van 11 oktober 2011 schafte de Raad de rentemarge met terugwerkende kracht af en werd de maximale gemiddelde looptijd van 7,5 jaar verlengd tot 12,5 jaar en de looptijd van afzonderlijke tranches tot 30 jaar.

In januari 2012 werd zowel aan Ierland als aan Portugal nog eens 1,5 miljard EUR uitbetaald (looptijd 30 jaar). In maart werd nog eens 3 miljard EUR uitbetaald aan Ierland (looptijd 20 jaar). In april en mei werd respectievelijk 1,8 miljard EUR en 2,7 miljard EUR uitbetaald aan Portugal (looptijden 26 en 10 jaar). In juli werd 2,3 miljard EUR uitbetaald aan Ierland (looptijd 16 jaar). De EU is van plan in het kader van het EFSM in 2012 verdere obligaties uit te geven voor een totaal bedrag van 3 miljard EUR, voor leningen aan Ierland en Portugal.

7.3      BETALINGSBALANSLENINGEN

Het betalingsbalansmechanisme is een financieel beleidsinstrument dat nieuw leven is ingeblazen om de lidstaten van de EU tijdens de huidige economische en financiële crisis financiële bijstand te verlenen. Er kunnen leningen worden verstrekt aan lidstaten die zich voor feitelijke of ernstig dreigende moeilijkheden met betrekking tot hun betalingsbalans of kapitaalverkeer gesteld zien. Alleen lidstaten die niet deelnemen aan de euro, komen voor dit mechanisme in aanmerking. Het maximum uitstaande bedrag van toe te kennen leningen is 50 miljard EUR. De leningen die voor deze leningen worden opgenomen, worden door de EU-begroting gewaarborgd: op 31 december 2011 was de begroting in verband met deze leningen blootgesteld aan een mogelijk risico van ten hoogste 11 625 miljoen EUR (de 11,4 miljard EUR hieronder zijnde de nominale waarde).

NOMINALE WAARDE BETALINGSBALANS || miljoen EUR

|| Hongarije || Letland || Roemenië || Totaal

Uitbetaald in 2008 || 2 000 || - || - || 2 000

Uitbetaald in 2009 || 3 500 || 2 200 || 1 500 || 7 200

Uitbetaald in 2010 || - || 700 || 2 150 || 2 850

Uitbetaald in 2011 || - || - || 1 350 || 1 350

Leningen uitbetaald op 31.12.2011 || 5 500 || 2 900 || 5 000 || 13 400

Leningen terugbetaald op 31.12.2011 || (2 000) || - || - || (2 000)

Uitstaand bedrag op 31.12.2011 || 3 500 || 2 900 || 5 000 || 11 400

Totaal toegekende leningen || 6 500 || 3 100 || 6 400 || 16 000

Niet-opgevraagde bedragen 31.12.2011 || 0 || 200 || 1 400 || 1 600

* Aan het einde van deze toelichting wordt een tabel gegeven met daarin het terugbetalingsschema voor deze leningen.

Tussen november 2008 en eind 2011 werden ten belope van 16 miljard EUR leningen verstrekt aan Hongarije, Letland en Roemenië, waarvan tegen eind 2011 13,4 miljard EUR was uitbetaald. Opgemerkt zij dat het betalingsbalans‑bijstandsprogramma voor Hongarije in november 2010 afliep (1 miljard EUR was nog niet opgevraagd) en dat de eerste terugbetaling van 2 miljard EUR zoals gepland in december 2011 werd ontvangen. Eind 2011 had Letland nog 200 miljoen EUR niet opgevraagd en ter beschikking, maar het recht om dit ongebruikte deel op te vragen, verviel in januari 2012. Het totaal van de nieuwe faciliteit die aan Roemenië (hieronder) werd toegekend, was aan het einde van het jaar ook nog niet opgevraagd.

In februari 2011 verzocht Roemenië in het kader van het betalingsbalansmechanisme om verdere anticiperende financiële bijstand om nieuwe impulsen aan de economische groei te kunnen geven. Op 12 mei 2011 heeft de Raad ingestemd met de terbeschikkingstelling aan Roemenië van anticiperende betalingsbalanssteun van de EU ten belope van maximaal 1,4 miljard EUR (Besluit 2011/288/EU van de Raad). Momenteel is Roemenië niet voornemens te verzoeken om de uitbetaling van een tranche in het kader van de anticiperende financiële bijstand, aangezien alleen om uitbetaling zou worden verzocht in geval van een onvoorziene verslechtering van de economische en/of financiële situatie als gevolg van omstandigheden waarop de Roemeense autoriteiten geen vat hebben en die zouden leiden tot het ontstaan van een acuut financieringstekort. Indien een beroep wordt gedaan op de financiële bijstand, dan zou die worden versterkt in de vorm van een lening met een maximale looptijd van zeven jaar.

7.4      MACROFINANCIËLE BIJSTAND, EURATOM EN EGKS in liquidatie

Macrofinanciële bijstand is een financieel beleidsinstrument voor niet-gebonden en niet-specifieke betalingsbalans- en/of begrotingssteun aan derde partnerlanden die geografisch gezien dicht bij het grondgebied van de EU gelegen zijn. Macrofinanciële bijstand wordt verstrekt in de vorm van middellange- of langetermijnleningen of subsidies, of een combinatie daarvan, en dient in het algemeen ter aanvulling van de financiering in het kader van een door het IMF gesteund aanpassings- en hervormingsprogramma. Op 31 december 2011 had de Commissie nog eens 239 miljoen EUR aan leningsovereenkomsten aangegaan, die echter nog niet voor het einde van het jaar door de andere partij waren opgenomen. De Commissie heeft voor deze leningen nog geen garanties van derden ontvangen, maar zij zijn gewaarborgd door het Garantiefonds (zie toelichting 2.4).

Euratom is een juridische entiteit van de EU die wordt vertegenwoordigd door de Europese Commissie. Euratom verstrekt leningen aan de lidstaten voor de financiering van investeringsprojecten in de lidstaten voor de industriële productie van elektriciteit door middel van kernenergie en voor industriële splijtstofcyclusinstallaties. Euratom verstrekt ook leningen aan niet-lidstaten voor het verbeteren van de veiligheid en de doelmatigheid van kerncentrales en splijtstofcyclusinstallaties die in werking of in aanbouw zijn. Voor de dekking van deze leningen zijn garanties van derden ten belope van 447 miljoen EUR (in 2010: 466 miljoen EUR) ontvangen.

EGKS-leningen worden verstrekt door de EGKS in liquidatie uit opgenomen leningen overeenkomstig de artikelen 54 en 56 van het EGKS-Verdrag, alsmede drie niet-genoteerde obligaties van de EIB als vervanging van een in gebreke gebleven debiteur. Deze obligaties zullen tot het einde van de looptijd (2017 en 2019) worden aangehouden om de schuldendienst van de opgenomen leningen te dekken. De veranderingen in boekwaarde stemmen overeen met de veranderingen in de vervallen rente plus de jaarlijkse afschrijving van betaalde premies en transactiekosten die bij aanvang werden gemaakt, berekend op basis van de effectieverentemethode.

              7.5     INTERGOUVERNEMENTELE MECHANISMEN VOOR FINANCIËLE STABILITEIT

7.5.1   Europese Faciliteit voor financiële stabiliteit (EFSF)

De Europese Faciliteit voor financiële stabiliteit („EFSF”) werd opgericht door de lidstaten van het eurogebied na de besluiten die op 9 mei 2010 door de Raad Ecofin werden vastgesteld. Haar mandaat is de vrijwaring van de financiële stabiliteit in Europa, door financiële bijstand te verlenen aan de lidstaten van het eurogebied. Overeenkomstig de huidige kaderovereenkomst zal de EFSF naar verwachting na 1 juli 2013 niet langer beschikbaar zijn voor nieuwe leningen. Op grond van een akkoord tussen de staatshoofden en regeringsleiders van het eurogebied van juli 2011, mag de EFSF de volgende instrumenten gebruiken, mits zij de nodige voorwaarden stelt:

- leningen verstrekken aan landen in financiële moeilijkheden;

- tussenkomen in de primaire en secundaire schuldenmarkten. Tussenkomst op de secundaire markt zal alleen mogelijk zijn op basis van een analyse van de ECB waarin het bestaan van buitengewone omstandigheden op de financiële markten en de risico’s voor de financiële stabiliteit worden erkend;

- handelen op basis van een anticiperend programma;

- herkapitaliseringen van financiële instellingen financieren via leningen aan regeringen;

- gedeeltelijke beschermingscertificaten verstrekken bij nieuwe uitgiften van kwetsbare staten.

Om haar opdracht te vervullen, geeft de EFSF obligaties of andere schuldinstrumenten uit op de kapitaal markten. Zij wordt gedekt door garantievastleggingen van de 17 lidstaten van het eurogebied voor een totaal van 780 miljard EUR en heeft een leningscapaciteit van 440 miljard EUR. Zij wordt niet gewaarborgd door de EU-begroting. De EFSF is een in Luxemburg geregistreerde commerciële onderneming, die het eigendom is van de lidstaten van het eurogebied buiten het kader van het EU-Verdrag. Als zodanig is zij geen EU-orgaan en is zij volledig apart van en niet geconsolideerd in de EU-rekeningen. Zij heeft bijgevolg geen gevolgen voor de EU-rekeningen, buiten de hieronder beschreven mogelijke sancties. De EFSF is onderworpen aan de wettelijke controles van externe auditors op grond van de Luxemburgse controlewetgeving.

De Commissie is verantwoordelijk voor het onderhandelen van de beleidsvoorwaarden die aan de financiële bijstand worden verbonden, en voor het toezien op de naleving van die voorwaarden. Voor elk land dat financiële bijstand uit de EFSF ontvangt, zal regelmatig worden beoordeeld of de beleidsvoorwaarden worden nageleefd, voordat een volgende tranche kan worden uitbetaald. Die voorwaarden kunnen gaan van een macro-economisch herstelprogramma (voor gewone leningen) tot voortdurende eerbiediging van vooraf vastgestelde subsidiabiliteitscriteria (voor anticiperende bijstand). In beginsel onderhandelt de Europese Commissie, in overleg met de ECB, met de betrokken lidstaten van het eurogebied over een memorandum van overeenstemming, waarin de voorwaarden van de financiële bijstand worden beschreven. In het memorandum van overeenstemming worden de ernst van de aan te pakken zwakke punten en het gekozen financiële-bijstandinstrument aangegeven.

De hierboven vermelde EFSM-leningen aan Ierland en Portugal werden verstrekt in samenhang met een leningfaciliteit van de EFSF, waarbij in totaal een nettobedrag van 17,7 miljard EUR aan Ierland en 26 miljard EUR aan Portugal ter beschikking werd gesteld (naast de bijstand van het Internationaal Monetair Fonds van respectievelijk 19,5 miljard BTR (ongeveer 22,5 miljard EUR op basis van de wisselkoers op het ogenblik van de overeenkomst) en 23,7 miljard BTR (ongeveer 26 miljard EUR) in het kader van een uitgebreide Fondsfaciliteit).

Verordening 1173/2011 van het Europees Parlement en de Raad maakt het mogelijk sancties op te leggen in de vorm van boeten voor lidstaten met de euro als munt. Deze boeten, namelijk 0,2% van het bbp van de lidstaat in het voorgaande jaar, kunnen worden toegepast in gevallen waarin een lidstaat geen passende maatregelen heeft genomen om een einde te maken aan zijn buitensporig begrotingstekort, of wanneer de statistieken zijn gemanipuleerd. Verordening 1174/2011 inzake macro-economische onevenwichtigheden voorziet daarnaast ook in een jaarlijkse boete van 0,1% van het bbp van een lidstaat van het eurogebied, wanneer een lidstaat niet de gevraagde corrigerende maatregelen heeft genomen of geen toereikend plan met corrigerende maatregelen heeft ingediend. Verordening 1177/2011 wijzigde Verordening 1467/97 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten. Ook deze gewijzigde verordening voorziet in de mogelijkheid om lidstaten van het eurogebied boeten op te leggen (gelijk aan 0,2% van het bbp plus een variabel bestanddeel). Volgens deze drie verordeningen worden alle geldboeten die door de Commissie worden geïnd, toegewezen aan de EFSF of de opvolger daarvan. Momenteel worden deze boeten in de EU-begroting opgenomen en vervolgens aan de EFSF overgedragen. Dit betekent dat deze gelden begrotingsontvangsten en begrotingsuitgaven vormen, zodat zij geen effect hebben op het globale begrotingsresultaat. Zij hebben dus evenmin effect op het economisch resultaat dat in de financiële staten van de EU is opgenomen.

7.5.2   Europees stabilisatiemechanisme (ESM)

De Europese Raad is op 17 december 2010 overeengekomen dat de lidstaten van het eurogebied een permanent stabiliteitsmechanisme moeten instellen: het Europees stabilisatiemechanisme („ESM”), een intergouvernementele organisatie onder internationaal publiekrecht buiten het kader van het EU‑Verdrag. Het ESM-verdrag werd op 2 februari 2012 ondertekend door de 17 lidstaten van het eurogebied en momenteel zijn de ratificatieprocedures in de deelnemende lidstaten aan de gang. Pas daarna kan het operationeel worden. Het ESM zal uiteindelijk de taken overnemen die momenteel door de EFSF en het EFSM worden vervuld en, indien nodig, financiële bijstand aan lidstaten van het eurogebied verlenen. Er zal echter een periode zijn waarin de drie mechanismen elkaar overlappen, maar reeds onder het EFSM verleende leningen zullen volgens de EFSM-regels worden uitbetaald en terugbetaald. De daarmee verband houdende leningen zullen nog steeds door de EU-begroting worden gewaarborgd en zullen op de balans van de EU blijven. De oprichting van het ESM zal dus geen effect hebben op de bestaande vastleggingen onder het EFSM. Opgemerkt zij dat de EU-begroting de ESM-leningen niet zal waarborgen.

Het ESM zal gedekt worden door een stevige kapitaalstructuur, met een totaal ingeschreven kapitaal van 700 miljard EUR, waarvan 80 miljard EUR in de vorm van volgestort kapitaal dat door de lidstaten van het eurogebied wordt verstrekt. Met een dergelijk kapitaal moet zijn leningscapaciteit in beginsel 500 miljard EUR bereiken. De doeltreffendheid van de gecombineerde capaciteit met de EFSF werd recentelijk geëvalueerd. Op 30 maart kwam de eurogroep overeen om het cumulatieve leningsplafond van de EFSF en het ESM tot 700 miljard EUR te verhogen, en toe te staan dat beide mechanismen tegelijk bestaan tot 30 juni 2013. Het controleproces van het ESM werd ontwikkeld met de hoogste controle-instanties en er zal een externe onafhankelijke audit plaatsvinden, alsook een audit door een onafhankelijke raad van auditors.

Om bijstand uit het ESM te krijgen, zullen voorwaarden worden gesteld, die passen bij het gekozen bijstandsinstrument. Aan leningen aan begunstigde lidstaten zal de voorwaarde verbonden zijn dat overeenkomstig bestaande regelingen een streng economisch en budgettair aanpassingsprogramma ten uitvoer wordt gelegd. Aangezien dit mechanisme eigen rechtspersoonlijkheid zal hebben en rechtstreeks door de lidstaten van het eurogebied wordt gefinancierd, is het geen EU-orgaan en is er geen effect op de EU-rekeningen of de EU-begroting, buiten de hieronder beschreven mogelijke sancties. De Commissie is verantwoordelijk voor het onderhandelen van de beleidsvoorwaarden die aan de financiële bijstand worden verbonden, en voor het toezien op de naleving van die voorwaarden (net als bij de EFSF hierboven). Voor elk land dat financiële bijstand uit het ESM ontvangt, zal regelmatig worden beoordeeld of de voorwaarden worden nageleefd, voordat een volgende tranche kan worden uitbetaald.

Zoals hierboven gezegd, zullen de boeten die op grond van de Verordeningen 1173/2011, 1174/2011 en 1177/2011 worden geheven, in de EU-begroting worden opgenomen en aan het ESM worden overgedragen, zodra de EFSF niet langer operationeel is. Voorts voorziet het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur, dat door 25 lidstaten (met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk en Tsjechië) is ondertekend, in financiële sancties voor een „verdragsluitende partij”, indien die lidstaat niet de nodige maatregelen heeft genomen om een te hoog tekort te voorkomen. De opgelegde financiële sancties (die niet meer kunnen bedragen dan 0,1% van het bbp) zullen aan het ESM moeten worden betaald, indien deze aan lidstaten van de eurozone worden opgelegd (en hebben dus geen gevolgen voor het begrotingsresultaat van de EU, net als bij de EFSF hierboven), of aan de EU-begroting voor lidstaten die geen lid zijn van de eurozone (zie artikel 8, lid 2, van het Verdrag). In dat laatste geval zal de financiële sanctie een ontvangst zijn voor de EU-begroting en als zodanig in haar rekeningen worden opgenomen.

|| Terugbetalingsschema voor uitstaande EFSM- en betalingsbalansleningen op 17 juli 2012 || miljard EUR ||

Lening/land || Tranche || 2014 || 2015 || 2016 || 2017 || 2018 || 2019 || 2021 || 2022 || 2025 || 2026 || 2028 || 2032 || 2038 || 2042 || Totaal

Betalingsbalans || || || || || || || || || || || || || || || ||

Hongarije || 2de || 2,0 || || || || || || || || || || || || || ||

|| 3de || || || 1,5 || || || || || || || || || || || ||

Letland || 1ste || 1,0 || || || || || || || || || || || || || ||

|| 2de || || 1,2 || || || || || || || || || || || || ||

|| 3de || || || || || || 0,5 || || || || || || || || ||

|| 4de || || || || || || || || || 0,2 || || || || || ||

Roemenië || 1ste || || 1,5 || || || || || || || || || || || || ||

|| 2de || || || || || || 1,0 || || || || || || || || ||

|| 3de || || || || 1,15 || || || || || || || || || || ||

|| 4de || || || || || 1,2 || || || || || || || || || ||

|| 5de || || || || || 0,15 || || || || || || || || || ||

Totaal betalingsbalans || || 3,0 || 2,7 || 1,5 || 1,15 || 1,35 || 1,5 || 0,0 || 0,0 || 0,2 || 0,0 || 0,0 || 0,0 || 0,0 || 0,0 || 11,4

EFSM || || || || || || || || || || || || || || || ||

Ierland || 1ste (T1) || || 5,0 || || || || || || || || || || || || ||

|| 1ste (T2) || || || || || 3,4 || || || || || || || || || ||

|| 2de || || || || || || || 3,0 || || || || || || || ||

|| 3de (T1) || || || || || || || || || || 2,0 || || || || ||

|| 3de (T2) || || || || || 0,5 || || || || || || || || || ||

|| 4de || || || || || || || || || || || || || || 1,5 ||

|| 5de || || || || || || || || || || || || 3,0 || || ||

|| 6de || || || || || || || || || || || 2,3 || || || ||

Portugal || 1ste (T1) || || || || || || || 1,75 || || || || || || || ||

|| 1ste (T2) || || || 4,75 || || || || || || || || || || || ||

|| 2de (T1) || || || || || || || 5,0 || || || || || || || ||

|| 2de (T2) || || || || || || || || || || 2,0 || || || || ||

|| 2de (T3) || || || || || 0,6 || || || || || || || || || ||

|| 3de || || || || || || || || || || || || || || 1,5 ||

|| 4de (T1) || || || || || || || || || || || || || 1,8 || ||

|| 4de (T2) || || || || || || || || 2,7 || || || || || || ||

Totaal EFSM || || 0,0 || 5,0 || 4,75 || 0,0 || 4,5 || 0,0 || 9,75 || 2,7 || 0,0 || 4,0 || 2,3 || 3,0 || 1,8 || 3,0 || 40,8

Totaal-generaal || || 3,0 || 7,7 || 6,25 || 1,15 || 5,85 || 1,5 || 9,75 || 2,7 || 0,2 || 4,0 || 2,3 || 3,0 || 1,8 || 3,0 || 52,2

* Uitbetaald in 2012 dus niet opgenomen in de EU-balans op 31 december 2011.

              8. BEHEER VAN FINANCIËLE RISICO'S

De hieronder verschafte informatie met betrekking tot het beheer van de financiële risico's van de Europese Unie (EU) heeft betrekking op:

– leningsactiviteiten van de Europese Commissie via: Europees mechanisme voor financiële stabiliteit (EFSM), betalingsbalans (BB), macrofinanciële bijstand (MFB), Euratom en Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (in liquidatie);

– de kasverrichtingen die door de Europese Commissie zijn verricht om de EU-begroting uit te voeren, met inbegrip van het ontvangen van geldboeten; en

– het Garantiefonds voor externe acties.

8.1      Types risico

Marktrisico is het risico dat de reële waarde of toekomstige kasstromen van een financieel instrument zullen schommelen als gevolg van veranderingen in de marktprijzen. Marktrisico bestaat niet alleen uit potentieel verlies, maar ook uit potentiële baten. Het omvat het valutarisico, het renterisico en overige prijsrisico's (de EU heeft geen materiële overige prijsrisico's).

1. Valutarisico is het risico dat de verrichtingen van de EU of de waarde van haar investeringen beïnvloed zullen worden door veranderingen in de wisselkoers. Dit risico vloeit voort uit de verandering van de koers van de ene valuta tegenover een andere.

2. Renterisico is de mogelijkheid dat de waarde van een effect, en dan vooral een obligatie, vermindert, door een stijging van de rentevoet. Over het algemeen leiden hogere rentevoeten tot lagere prijzen van obligaties met vaste rentevoet en omgekeerd.

Kredietrisico is het risico van verlies doordat een schuldenaar/leningnemer een lening of een andere kredietlijn (hoofdsom of rente (coupon) of beide) niet betaalt of op een andere manier zijn contractuele verplichtingen niet nakomt. Het kan gaan om laattijdige terugbetalingen, herstructurering van de terugbetalingen van de leningnemer en faillissement.

Liquiditeitsrisico is het risico dat voortvloeit uit de moeilijkheid om een actief te verkopen, bv. het risico dat een bepaald effect of actief niet snel genoeg kan worden verhandeld op de markt om een verlies te voorkomen of een verplichting na te komen.

              8.2     Risicobeheerbeleid

Opgenomen en verstrekte leningen

De leningtransacties alsmede het daarmee samenhangende beheer van de kasmiddelen worden door de EU verricht overeenkomstig de respectieve besluiten van de Raad, indien van toepassing, en interne richtsnoeren. Er zijn schriftelijke procedurehandleidingen opgesteld die betrekking hebben op specifieke terreinen, zoals opgenomen leningen, verstrekte leningen en het beheer van kasmiddelen, die door de betrokken operationele eenheden worden gebruikt. In de regel worden geen afdekkingsactiviteiten („hedging”) verricht om rente- of valutaschommelingen te compenseren, aangezien verstrekte leningen doorgaans door middel van opgenomen „back-to-back”-leningen worden gefinancierd en er dus geen open rente- of valutaposities ontstaan. De toepassing van het „back-to-back”-beginsel wordt op gezette tijden gecontroleerd.

De Europese Commissie beheert de liquidatie van de verplichtingen van de EGKS en er zijn geen nieuwe leningen of overeenstemmende middelen voor de EGKS in liquidatie gepland. Opname van nieuwe leningen door de EGKS blijft dus beperkt tot herfinancieringen met als oogmerk de financieringskosten te verminderen. Ten aanzien van de kasverrichtingen worden de beginselen van behoedzaamheid toegepast teneinde de financiële risico's te beperken.

              Kasverrichtingen

De voorschriften en beginselen voor het beheer van de kasverrichtingen van de Commissie zijn vastgelegd in Verordening nr. 1150/2000 van de Raad (gewijzigd bij Verordeningen nrs. 2028/2004 en 105/2009 van de Raad) en in het Financieel Reglement (Verordening nr. 1605/2002 van de Raad, gewijzigd bij Verordeningen nrs. 1995/2006, 1525/2007 en 1081/2010 van de Raad) en de uitvoeringsvoorschriften daarvan (Verordening nr. 2342/2002 van de Commissie, gewijzigd bij Verordeningen nrs. 1261/2005, 1248/2006 en 478/2007 van de Commissie).

Als gevolg van de bovenvermelde regelgeving zijn de volgende hoofdprincipes van toepassing:

– de eigen middelen worden door de lidstaten betaald op rekeningen die daartoe op naam van de Commissie zijn geopend bij de schatkist van elke lidstaat of bij het orgaan dat de lidstaat aangewezen heeft. De Commissie mag slechts geld van de bovenvermelde rekeningen afhalen om aan haar behoeften aan kasmiddelen te voldoen;

– de eigen middelen worden door de lidstaten betaald in hun eigen nationale munt, terwijl de betalingen door de Commissie meestal in euro luiden;

– bankrekeningen die zijn geopend in naam van de Commissie mogen niet overschreden worden; Deze beperking geldt niet voor de eigenmiddelenrekening van de Commissie in geval van wanbetaling met betrekking tot leningen die overeenkomstig de verordeningen en besluiten van de Raad van de EU zijn gesloten of gewaarborgd.

– het saldo van rekeningen die luiden in andere munten dan de euro, wordt ofwel gebruikt voor betalingen in dezelfde munt, ofwel periodiek omgezet in euro.

Naast de eigenmiddelenrekeningen heeft de Commissie nog andere bankrekeningen geopend bij centrale banken en commerciële banken om andere betalingen te verrichten en te ontvangen dan de bijdragen van de lidstaten aan de begroting.

De kasverrichtingen en de betalingen zijn sterk geautomatiseerd en maken gebruik van moderne informaticasystemen. Er worden specifieke procedures toegepast om de veiligheid van het systeem te waarborgen en om te garanderen dat de taken gescheiden worden conform het Financieel Reglement, de internecontrolenormen van de Commissie en de controleprincipes.

Een op schrift gestelde reeks richtsnoeren en procedures regelt het beheer van de kasverrichtingen en betalingen van de Commissie met als doel het operationele en financiële risico te beperken en een gepast controleniveau te waarborgen. Zij betreffen de verschillende werkingsgebieden (bv. uitvoering van betalingen en beheer van de liquide middelen, prognoses van de kasmiddelen, bedrijfscontinuïteit enz.) en de naleving van de richtsnoeren en procedures wordt periodiek gecontroleerd. Daarnaast vinden tussen DG BUDG en DG ECFIN bijeenkomsten plaats om informatie uit te wisselen over risicobeheer en beste praktijken.

Voorlopig geïnde geldboeten: portefeuille (BUFI)

Met ingang van 2010 worden voorlopig geïnde geldboeten gestort in een speciaal daartoe opgericht fonds, BUFI genoemd, dat door DG ECFIN wordt beheerd. Vόόr 2010 ontvangen boetebedragen blijven op specifieke bankrekeningen staan. De Commissie beheert het fonds voor voorlopig geïnde boeten in overeenstemming met interne richtsnoeren en de richtsnoeren voor het beheer van activa die zijn opgenomen in het service level agreement (SLA) dat DG BUDG en DG ECFIN in december 2009 met elkaar hebben gesloten. Er zijn procedurehandleidingen opgesteld die betrekking hebben op specifieke terreinen, zoals het beheer van kasmiddelen, die door de betrokken operationele eenheden worden gebruikt. Financiële en operationele risico's worden vastgesteld en beoordeeld en de naleving van de interne richtsnoeren en procedures wordt periodiek gecontroleerd.

Het vermogensbeheer is erop gericht de aan de Commissie betaalde boeten op zodanige wijze te beleggen dat:

(a) gemakkelijk over het geld kan worden beschikt wanneer dat nodig is; en

(b) het in normale omstandigheden een rendement oplevert dat gemiddeld gelijk is aan het rendement van de BUFI-referentiebelegging minus gemaakte kosten.

Investeringen blijven in beginsel beperkt tot de volgende categorieën: termijndeposito's bij de centrale banken van de eurozone, de agentschappen voor de schuld van de landen van de eurozone, banken die volledig in handen van de overheid zijn of onder staatswaarborg werken, of supranationale instellingen.

Garantiefonds

De regels en beginselen voor het beheer van de activa van het Garantiefonds (zie toelichting 2.4) zijn vastgelegd in de overeenkomst tussen de Europese Commissie en de Europese Investeringsbank (EIB) van 25 november 1994 en de latere wijzigingen daarvan van 17/23 september 1996, 8 mei 2002, 25 februari 2008 en 9 november 2010. Het Garantiefonds werkt alleen in euro. Het investeert uitsluitend in deze valuta teneinde wisselkoersrisico’s te vermijden. Het beheer van de activa is gebaseerd op de traditionele regels inzake behoedzaamheid die worden gehanteerd voor financiële activiteiten. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan de vermindering van de risico’s en er wordt voor gezorgd dat de beheerde activa een voldoende mate van liquiditeit en overdraagbaarheid hebben, gelet op de gedekte verplichtingen.

8.3      Valutarisico

Opgenomen en verstrekte leningen

De meeste financiële activa en verplichtingen zijn in euro uitgedrukt, dus in die gevallen staat de EU niet bloot aan een valutarisico. Via het financiële instrument Euratom verstrekt de EU echter leningen die in Amerikaanse dollar (USD) zijn uitgedrukt en die gefinancierd zijn met leningen van hetzelfde bedrag in USD („back-to-back”-verrichtingen). Op de balansdatum staat de EU niet bloot aan een valutarisico in verband met Euratom. De EGKS in liquidatie loopt een klein nettovalutarisico dat gelijk is 1,3 miljoen EUR en dat voortvloeit uit woningleningen (het equivalent van 1,26 miljoen EUR) en banksaldi (het equivalent van 0,04 miljoen EUR).

              Kasverrichtingen

De eigen middelen die door de lidstaten in andere valuta's dan de euro worden betaald, worden overeenkomstig het eigenmiddelenbesluit aangehouden op de eigenmiddelenrekeningen. Zij worden in euro omgezet wanneer dat nodig is om betalingen uit te voeren. De procedures die voor het beheer van deze middelen moeten worden gevolgd, zijn in het eigenmiddelenbesluit vastgesteld. Af en toe worden zij onmiddellijk gebruikt voor betalingen die in dezelfde valuta worden uitgevoerd.

De Commissie houdt een aantal rekeningen in andere Europese munten dan de euro, en in Amerikaanse dollar en Zwitserse frank aan bij commerciële banken om betalingen in deze valuta's te verrichten. Deze rekeningen worden aangevuld naargelang van het bedrag van de te verrichten betalingen, zodat er geen blootstelling van het saldo aan valutarisico's aanwezig is.

Wanneer diverse bedragen (behalve eigen middelen) in andere munten dan de euro worden ontvangen, worden zij ofwel overgeschreven naar andere rekeningen van de Commissie in dezelfde valuta wanneer dat nodig is om de uitvoering van betalingen te dekken, ofwel omgezet in euro en overgeschreven naar andere rekeningen in euro. Gelden ter goede rekening in andere munten dan de euro worden aangevuld naar gelang van de verwachte behoefte aan plaatselijke betalingen op korte termijn in dezelfde munten. De saldi op deze rekeningen worden onder hun respectieve bovengrenzen gehouden.

Voorlopig geïnde geldboeten: portefeuille (BUFI)

Aangezien alle opgelegde boeten in euro worden betaald, is er geen valutarisico.

Garantiefonds

De financiële activa zijn in euro uitgedrukt en derhalve is er geen valutarisico.

8.4      Renterisico

Leningsactiviteiten

Opgenomen en verstrekte leningen met variabele rentevoeten

Gezien de aard van de verstrekte en opgenomen leningen heeft de EU aanzienlijke rentedragende activa en passiva. De MFB- en Euratomleningen tegen variabele rentevoeten stellen de EU bloot aan renterisico. De renterisico's die voortvloeien uit opgenomen leningen worden echter gecompenseerd door verstrekte leningen waarvan de termijnen en voorwaarden vergelijkbaar zijn („back-to-back”-verrichtingen). Op de balansdatum beloopt het bedrag aan verstrekte leningen van de EU met variabele rente (uitgedrukt in nominale bedragen) 0,8 miljard EUR (in 2010: 0,86 miljard EUR). Aanpassingen vinden om de zes maanden plaats.

Opgenomen en verstrekte leningen met vaste rentevoeten

De EU heeft ook MFB- en Euratomleningen met vaste rentevoeten voor in totaal 236 miljoen EUR in 2011 (in 2010: 110 miljoen EUR), die een looptijd hebben tussen één en vijf jaar (25 miljoen EUR) en meer dan vijf jaar (211 miljoen EUR). Belangrijker is dat de EU onder het financiële instrument betalingsbalans elf leningen met vaste rentevoeten heeft voor in totaal 11,4 miljard EUR in 2011 (in 2010: 12,05 miljard EUR), die een looptijd hebben tussen één en vijf jaar (7,2 miljard EUR) en meer dan vijf jaar (4,2 miljard EUR). In het kader van het financiële instrument EFSM heeft de EU tien leningen met vaste rentevoeten voor in totaal 28 miljard EUR in 2011, die een looptijd hebben tussen één en vijf jaar (9,75 miljard EUR) en meer dan vijf jaar (18,25 miljard EUR).

Vanwege de aard van haar activiteiten staat de EGKS in liquidatie bloot aan een renterisico. Het renterisico dat voortvloeit uit opgenomen leningen, wordt meestal geneutraliseerd door verstrekte leningen tegen soortgelijke voorwaarden. In termen van vermogensbeheer bevat de EGKS‑portefeuille geen obligaties met een variabele rente. Op de balansdatum bestond 15% van de obligatieportefeuille uit nulcouponobligaties.

              Kasverrichtingen

Voor de kasverrichtingen van de Commissie worden geen leningen opgenomen. Bijgevolg is zij niet blootgesteld aan een renterisico. Zij ontvangt echter rente op de saldi op haar verschillende bankrekeningen. De Commissie heeft daarom maatregelen getroffen om ervoor te zorgen dat de verkregen rente overeenstemt met de marktrente en de mogelijke schommelingen daarvan.

Rekeningen geopend bij schatkisten of nationale centrale banken van lidstaten leveren geen rente op en zijn vrij van kosten. Voor alle andere rekeningen bij nationale centrale banken hangt de vergoeding af van de specifieke voorwaarden van elke bank. De rentevoeten zijn variabel en volgen de schommelingen op de markt.

Overnightsaldi op rekeningen die bij commerciële banken worden aangehouden, leveren dagelijks rente op. Die is gebaseerd op de variabele marktrente waarop een contractuele marge (positief of negatief) wordt toegepast. Voor de meeste rekeningen is de rentevoet gekoppeld aan de EONIA (Euro over night index average) en wordt hij aangepast aan eventuele schommelingen daarvan. Voor sommige andere rekeningen is de rentevoet gekoppeld aan de marginale rentevoet van de ECB voor haar belangrijkste herfinancieringstransacties. De Commissie loopt dus geen risico dat zij een rente ontvangt die lager ligt dan de geldende markttarieven.

Voorlopig geïnde geldboeten: portefeuille (BUFI)

De BUFI-portefeuille bevat geen obligaties met een variabele rente. Op de balansdatum bestond 34% van de obligatieportefeuille uit nulcouponobligaties.

Garantiefonds

Schuldeffecten in het Garantiefonds die met variabele rentevoeten zijn uitgegeven, ondergaan de volatiliteitseffecten van die rentevoeten, terwijl schuldeffecten met vaste rentevoeten een risico lopen in verband met hun reële waarde. Op de balansdatum maken obligaties met vaste rentevoet ongeveer 83% uit van de investeringsportefeuille (in 2010 93%).

8.5      Kredietrisico

Leningsactiviteiten

De blootstelling aan kredietrisico wordt in de eerste plaats beheerd door garanties van landen te krijgen in het geval van Euratom, dan via het Garantiefonds (MFB en Euratom), dan via de mogelijkheid de nodige middelen te onttrekken uit de eigenmiddelenrekeningen van de Commissie bij de lidstaten en uiteindelijk via de begroting van de EU. In de eigenmiddelenwetgeving is het plafond voor betalingen van eigen middelen vastgesteld op 1,23% van het bni van de lidstaten en in 2011 werd 0,93% daadwerkelijk gebruikt om betalingskredieten te dekken. Dit betekent dat er op 31 december 2011 een beschikbare marge van 0,3% bestond om deze garantie te dekken. Het Garantiefonds voor externe leningen werd in 1994 ingesteld ter dekking van risico’s van wanbetaling in verband met opgenomen leningen waaruit leningen aan landen buiten de Europese Unie worden gefinancierd. In elk geval wordt de blootstelling aan kredietrisico gemilderd doordat een beroep kan worden gedaan op de eigenmiddelenrekeningen van de Commissie bij de lidstaten naast de activa op die rekeningen wanneer een schuldenaar een verschuldigd bedrag niet volledig kan terugbetalen. Hiervoor mag de EU een beroep doen op alle lidstaten om ervoor te zorgen dat de juridische verbintenis van de EU ten opzichte van haar leners kan worden nageleefd.

Wat de kasmiddelen betreft, moeten de richtsnoeren inzake de keuze van de tegenpartijen worden toegepast. De operationele eenheid zal bijgevolg alleen overeenkomsten kunnen sluiten met in aanmerking komende banken, die als tegenpartij over voldoende limieten beschikken.

De blootstelling van de EGKS aan kredietrisico wordt beheerd door geregeld te onderzoeken of de ontleners in staat zijn te voldoen aan rente- en kapitaalterugbetalingsverplichtingen. Het kredietrisico wordt ook beheerd door het verkrijgen van zakelijke en persoonlijke, alsmede landen- en bedrijfsgaranties. 61% van het totale bedrag aan uitstaande leningen is gedekt door garanties van een lidstaat of een gelijkwaardige instantie (bv. overheidsinstellingen). 30% van de uitstaande leningen is verstrekt aan banken of gegarandeerd door banken. Wat de kasmiddelen betreft, moeten de richtsnoeren inzake de keuze van de tegenpartijen worden toegepast. De operationele eenheid mag alleen overeenkomsten sluiten met in aanmerking komende banken, die als tegenpartij over voldoende limieten beschikken.

              Kasverrichtingen

De meeste kasmiddelen van de Commissie worden conform Verordening nr. 1150/2000 van de Raad aangehouden op rekeningen die geopend zijn door de lidstaten voor de betaling van hun bijdragen (eigen middelen). Al deze rekeningen worden aangehouden bij de schatkist of de nationale centrale banken van de lidstaten. Deze instellingen houden voor de Commissie zo goed als geen krediet- of tegenpartijrisico in, aangezien het gaat om blootstelling op de lidstaten. Voor het deel van de kasmiddelen van de Commissie dat wordt aangehouden bij commerciële banken ter dekking van betalingen, worden de rekeningen precies op tijd aangevuld. Dit gebeurt automatisch door het kasmiddelenbeheersysteem van de afdeling thesaurie. Op elke rekening wordt het laagst mogelijk saldo aangehouden, in verhouding tot het gemiddelde bedrag van de betalingen die dagelijks vanuit die rekening worden verricht. Bijgevolg zijn de bedragen die overnight op deze rekeningen staan, voortdurend zeer laag (gemiddeld tussen 20 en 100 miljoen EUR, gespreid over meer dan 20 rekeningen). Hierdoor is de Commissie hier slechts in beperkte mate blootgesteld aan kredietrisico. Deze bedragen moeten worden gezien in het licht van het totaal van de kasmiddelensaldi, dat fluctueert tussen 1 miljard EUR en 35 miljard EUR, en in het licht van het totale bedrag van de betalingen die in 2011 zijn verricht, dat de 128 miljard EUR overschreed.

Bovendien worden specifieke richtsnoeren toegepast voor de selectie van de commerciële banken om het kredietrisico waaraan de Commissie is blootgesteld, nog verder te minimaliseren:

– Alle commerciële banken worden via openbare aanbestedingen geselecteerd. Om toegelaten te worden tot de aanbestedingsprocedures, dienen de banken minimaal over een rating op korte termijn te beschikken van Moody's P-1 of gelijkwaardig (S&P A-1 of Fitch F1). In bepaalde, naar behoren gerechtvaardigde, omstandigheden volstaat een lagere rating.

– De commerciële banken die specifiek geselecteerd zijn voor het aanhouden van voorlopig geïnde geldboeten, moeten in de regel minimaal over een rating op lange termijn beschikken van AA in één ratingagentschap. Als de rating van een bank in deze groep wordt verlaagd, worden er specifieke maatregelen getroffen. Daarnaast wordt het bedrag dat bij elke bank wordt aangehouden, beperkt tot een bepaald percentage van haar eigen vermogen. Bij de berekening van die limiet wordt ook rekening gehouden met de uitstaande garanties die diezelfde instelling aan de Commissie heeft verstrekt.

– Gelden ter goede rekening worden aangehouden bij lokale banken die geselecteerd worden met behulp van een vereenvoudigde aanbestedingsprocedure. De vereiste ratings zijn afhankelijk van de plaatselijke situatie en kunnen aanzienlijk verschillen van land tot land. Om de blootstelling aan kredietrisico te beperken worden de saldi op deze rekeningen zo laag mogelijk gehouden (waarbij rekening wordt gehouden met de operationele behoeften), worden deze rekeningen periodiek aangevuld en worden de toegepaste bovengrenzen jaarlijks herzien.

– De kredietrating van de commerciële banken waarbij de Commissie rekeningen heeft, wordt minstens maandelijks bekeken en indien nodig met een hogere frequentie. Naar aanleiding van de financiële crisis werden strengere toezichtsmaatregelen en dagelijkse controles van de ratings van commerciële banken ingevoerd, die gedurende 2011 van toepassing bleven.

Er zijn ook voor aanzienlijke bedragen garanties van financiële instellingen verstrekt aan de Commissie in verband met de geldboeten die zij oplegt aan bedrijven die de EU-mededingingsregels niet naleven (zie toelichting 2.11.1). De bedrijven die een geldboete moeten betalen, verstrekken deze garanties als een alternatief voor voorlopige betalingen. Begin 2012 is het beleid voor het beheer van het risico bij het aanvaarden van dergelijke garanties herzien en zijn er in het licht van de huidige financiële omgeving in de EU nieuwe eisen in verband met de kredietrating en beperkingen van het percentage per tegenpartij (volgens het eigen vermogen van elke tegenpartij) vastgesteld. Op die manier blijft de Commissie zich verzekeren van een hoge kredietkwaliteit. Op gezette tijden wordt nagegaan of de uitstaande garanties voldoen aan de geldende eisen van het beleid.

Voorlopig geïnde geldboeten: portefeuille (BUFI)

Voor de beleggingen uit voorlopig geïnde boeten houdt de Commissie rekening met een kredietrisico, dat wil zeggen het risico dat een tegenpartij niet in staat zal zijn haar betalingsverplichtingen volledig na te komen. De blootstelling is het grootst op Frankrijk en Duitsland, die respectievelijk 62% en 25% van de totale portefeuille uitmaken.

Garantiefonds

Overeenkomstig de tussen de EU en de EIB gesloten overeenkomst betreffende het beheer van het Garantiefonds dienen alle interbancaire beleggingen minimaal een rating P-1 van Moody's of gelijkwaardig te hebben. Op 31 december 2011 werden bij dergelijke tegenpartijen vastetermijndeposito’s (300 miljoen EUR) gedaan (in 2010: 124 miljoen EUR). Op 31 december 2011 heeft het fonds geen beleggingen in discontopapieren op korte termijn. Voor dezelfde periode in het vorige jaar had het Garantiefonds belegd in vier financiële instrumenten op korte termijn en waren al die beleggingen (69 miljoen EUR) gedaan bij tegenpartijen met een minimumrating P-1 van Moody's of gelijkwaardig. Alle effecten in de voor verkoop beschikbare portefeuille zijn in overeenstemming met de beheersrichtsnoeren.

8.6      LIQUIDITEITSRISICO

Leningsactiviteiten

Het liquiditeitsrisico dat voortvloeit uit leningsactiviteiten wordt meestal geneutraliseerd door leningen tegen soortgelijke voorwaarden („back-to-back”-verrichtingen). Voor de macrofinanciële bijstand en Euratom dient het Garantiefonds als liquiditeitsreserve (of vangnet) in geval de leners niet of laattijdig betalen. Voor het betalingsbalansmechanisme voorziet Verordening nr. 431/2009 in een procedure die voldoende tijd laat om middelen uit de eigenmiddelenrekeningen van de Commissie bij de lidstaten te mobiliseren. Voor het EFSM voorziet Verordening 407/2010 van de Raad in een soortgelijke procedure.

In het kader van het beheer van de activa en passiva van de EGKS in liquidatie beheert de Commissie de liquiditeitsvereisten op basis van een prognose omtrent de uitbetalingen die werd opgesteld na overleg met de verantwoordelijke diensten van de Commissie.

              Kasverrichtingen

De begrotingsbeginselen van de EU garanderen dat de totale kasmiddelen voor het jaar volstaan om alle betalingen uit te voeren. De totale bijdragen van de lidstaten zijn in feite gelijk aan het bedrag van de betalingskredieten van het begrotingsjaar. De bijdragen van de lidstaten worden echter in de loop van het jaar ontvangen in twaalf maandelijkse tranches, terwijl de betalingen tot op zekere hoogte seizoensgebonden zijn. Om ervoor te zorgen dat in elke maand de kasmiddelen altijd toereikend zijn om de uit te voeren betalingen te dekken, worden procedures gevolgd om periodiek een prognose van de kasmiddelen te maken. Onder bepaalde voorwaarden kunnen eigen middelen of aanvullende financiering vroegtijdig bij de lidstaten worden afgeroepen. Daarnaast zorgen automatische instrumenten voor kasmiddelenbeheer ervoor dat er dagelijks op elke bankrekening van de Commissie voldoende liquiditeit is om de dagelijkse verrichtingen te kunnen doen.

Garantiefonds

Het fonds wordt beheerd volgens het beginsel dat de activa voldoende liquide moeten zijn om voor de betrokken verbintenissen te kunnen worden gemobiliseerd. Het fonds moet minstens 100 miljoen EUR in portefeuille houden met een looptijd van minder dan 12 maanden, die in monetaire instrumenten moeten worden belegd. Op 31 december 2011 beliepen deze beleggingen 300 miljoen EUR. Voorts moet minstens 20% van de nominale waarde van het fonds bestaan uit monetaire instrumenten, obligaties met vaste rentevoet met een resterende looptijd van minder dan een jaar en obligaties met variabele rentevoet. Op 31 december 2011 bedroeg dit aandeel 45%.

              9. INFORMATIEVERSCHAFFING OVER VERBONDEN PARTIJEN

9.1        VERBONDEN PARTIJEN

De verbonden partijen van de Commissie zijn de andere geconsolideerde EU-entiteiten en de leidinggevenden van deze entiteiten. Verrichtingen tussen deze entiteiten maken deel uit van de normale verrichtingen van de EU en derhalve gelden er overeenkomstig de boekhoudregels van de EU geen specifieke verplichtingen tot informatieverschaffing voor deze verrichtingen.

9.2        RECHTEN VAN LEIDINGGEVENDEN

Voor de informatieverschaffing over verrichtingen met verbonden partijen met betrekking tot de leidinggevenden van de Europese Unie, werden deze in vijf categorieën onderverdeeld:

Categorie 1: de voorzitter van de Europese Raad, de voorzitter van de Commissie en de voorzitter van het Hof van Justitie.

Categorie 2: de vicevoorzitter van de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Europese Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de andere vicevoorzitters van de Commissie.

Categorie 3: de secretaris-generaal van de Raad, de leden van de Commissie, de rechters en de advocaten- generaal van het Hof van Justitie, de voorzitter en de leden van het Gerecht van eerste aanleg, de voorzitter en de leden van het Gerecht voor ambtenarenzaken, de Ombudsman en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming.

Categorie 4: de voorzitter en leden van de Rekenkamer.

Categorie 5: de topambtenaren van de instellingen en agentschappen.

Hieronder volgt een overzicht van hun geldelijke rechten. Verdere informatie kan worden gevonden in het Publicatieblad van de Europese Unie (L 187 van 8.8.1967, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 202/2005 van de Raad van 18 januari 2005 (L 33 van 5.2.2005) en L 68 van 20.10.1977, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 1293/2004 van 30 april 2004 (L 243 van 15.7.2004). Overige informatie is ook te vinden in het statuut dat bekendgemaakt is op de Europa-website. Het statuut is het officiële document waarin de rechten en plichten van alle ambtenaren van de EU zijn beschreven. Leidinggevenden hebben geen preferentiële leningen van de EU ontvangen.

GELDELIJKE RECHTEN VAN LEIDINGGEVENDEN || EUR

Rechten (per personeelslid) || Categorie 1 || Categorie 2 || Categorie 3 || Categorie 4 || Categorie 5

Basissalaris (per maand) || 25 351,76 || 22 963,55 –23 882,09 || 18 370,84 – 20 667,20 || 19 840,51 – 21 126,47 || 11 681,17 –18 370,84

Verblijfstoelage/Ontheemdings-toelage || 15% || 15% || 15% || 15% || 16%

Gezinstoelagen: Kostwinnerstoelage (% salaris) Kindertoelage Voorschoolse toelage Schooltoelage Schooltoelage buiten standplaats || 2%+170,52 372,61 91,02 252,81 505,39 || 2%+170,52 372,61 91,02 252,81 505,39 || 2%+170,52 372,61 91,02 252,81 505,39 || 2%+170,52 372,61 91,02 252,81 505,39 || 2%+170,52 372,61 91,02 252,81 505,39

Voorzitterstoelage || n.v.t. || n.v.t. || 500 – 810,74 || n.v.t. || n.v.t.

Representatietoelage || 1 418,07 || 0 – 911,38 || 500 – 607,71 || n.v.t. || n.v.t.

Jaarlijkse reiskosten || n.v.t. || n.v.t. || n.v.t. || n.v.t. || Ja

Overdrachten naar lidstaat: Schooltoelage* % salaris* % salaris zonder correctiecoëfficiënt || Ja 5% max. 25 % || Ja 5% max. 25 % || Ja 5% max. 25 % || Ja 5% max. 25 % || Ja 5% max. 25 %

Representatiekosten || terugbetaald || terugbetaald || terugbetaald || n.v.t. || n.v.t.

Ambtsaanvaarding: Inrichtingskosten Reiskosten familie Verhuiskosten || 50 703,52 terugbetaald terugbetaald || 45 927,10 –47 764,18 terugbetaald terugbetaald || 36 741,68 – 41 334,40 terugbetaald terugbetaald || 39 681,02 – 42 252,94 terugbetaald terugbetaald || terugbetaald terugbetaald terugbetaald

Ambtsneerlegging: Inrichtingskosten Reiskosten familie Verhuiskosten Overbrugging (% salaris)** Ziektekostenverzekering || 25 351,76 terugbetaald terugbetaald 40% - 65% gedekt || 22 963,55 –23 882,09 terugbetaald terugbetaald 40% - 65% gedekt || 18 370,84 – 20 667,20 terugbetaald terugbetaald 40% - 65% gedekt || 19 840,51 – 21 126,47 terugbetaald terugbetaald 40% - 65% gedekt || terugbetaald terugbetaald terugbetaald n.v.t. facultatief

Pensioen (% salaris, vóór belastingen) || max. 70 % || max. 70 % || max. 70 % || max. 70 % || max. 70 %

Inhoudingen: Gemeenschapsbelasting Ziektekostenverzekering (% salaris) Speciale heffing op salaris Pensioenbijdrage || 8% - 45% 1,8% 5,5% n.v.t. || 8% - 45% 1,8% 5,5% n.v.t. || 8% - 45% 1,8% 5,5% n.v.t. || 8% - 45% 1,8% 5,5% n.v.t. || 8% - 45% 1,8% 5,5% 11,6%

Aantal personen aan het einde van het jaar || 3 || 8 || 90 || 27 || 97

* Met toepassing van de correctiecoëfficiënt.

** Betaald gedurende de eerste drie jaar na vertrek.

              10. GEBEURTENISSEN NA DE BALANSDATUM

Op de datum van ondertekening van de rekeningen zijn er buiten de hieronder verschafte informatie geen relevante punten onder de aandacht gekomen van de rekenplichtige van de Commissie die een afzonderlijke vermelding in deze rubriek zouden vereisen. Evenmin zijn dergelijke punten bij hem aangemeld. Bij het opstellen van de jaarrekeningen en de bijbehorende toelichtingen werd gebruikgemaakt van de meest recente beschikbare gegevens en dit komt tot uiting in de hierboven opgenomen informatie.

Aanvullende verzoeken om financiële bijstand binnen de eurozone

Op 25 juni 2012 ontving de eurogroep het formele verzoek van de Spaanse regering om financiële bijstand. Op 9 juli werd een politiek akkoord bereikt over een programma om Spanje te helpen zijn financiële instellingen te herkapitaliseren en te herstructureren. Zodra het memorandum van overeenstemming is aangenomen, kan de eerste uitbetaling plaatsvinden. De financiële bijstand voor herkapitalisering zal worden verstrekt via de Europese Faciliteit voor financiële stabiliteit (EFSF), totdat het Europees stabilisatiemechanisme (ESM) beschikbaar zal zijn en deze taak zal overnemen.

De eurogroep ontving op 27 juni ook het verzoek van de Cypriotische autoriteiten om financiële bijstand van de lidstaten van de eurozone, en dit vanwege de problemen waarmee Cyprus te kampen heeft, voornamelijk onrust in de banksector en de aanwezigheid van macro‑economische onevenwichtigheden. Op basis van een beoordeling van de financiële behoeften zal er in het kader van een uitgebreid herstelprogramma financiële bijstand van de eurozone worden verleend. Het pakket financiële bijstand zal worden verstrekt door de EFSF of het ESM met behulp van hun financieringsinstrumenten.

Voor nadere informatie over het EFSF en het ESM, alsook over de programma’s voor financiële bijstand van de EU, zie toelichting 7.

              11. CONSOLIDATIEBEREIK

11.1 GECONSOLIDEERDE ENTITEITEN

A. ENTITEITEN WAAROVER ZEGGENSCHAP WORDT UITGEOEFEND

1. Instellingen en raadgevende organen ||

Comité van de Regio's || Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming.

Raad van de Europese Unie || Europees Economisch en Sociaal Comité

Hof van Justitie van de Europese Unie || Europese Ombudsman

Europese Commissie || Europees Parlement

Europese Rekenkamer || Europese Raad

Europese Dienst voor extern optreden* ||

||

2. EU-agentschappen ||

Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk || Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten

Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart || Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging

Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding || Europese Stichting voor opleiding

Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding || Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie

Europees Milieuagentschap || Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie

Europese Autoriteit voor voedselveiligheid. || Toezichtautoriteit voor het Europees GNSS

Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden || Harmonisatiebureau voor de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid || Europees Spoorwegbureau

Europees Geneesmiddelenbureau || Communautair Bureau voor plantenrassen

Europees Chemicaliënagentschap || Europees Bureau voor visserijcontrole

Fusion for Energy (Europese Gemeenschappelijke Onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie) || Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving

Eurojust || Europese Politieacademie (EPA)

Europees Genderinstituut || Europese Politiedienst (Europol)

||

Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie || Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en consumenten

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur || Uitvoerend Agentschap voor het trans-Europees vervoersnetwerk

Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad || Uitvoerend Agentschap Onderzoek

Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators* || Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen*

Europese Bankautoriteit* || Europese Autoriteit voor effecten en markten*

Bureau van het Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie* || Europees Instituut voor innovatie en technologie*

||

3. Overige entiteiten waarover zeggenschap wordt uitgeoefend ||

Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (in liquidatie) ||

||

B. GEMEENSCHAPPELIJKE ONDERNEMINGEN

Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie (ITER) || Gemeenschappelijke onderneming Galileo in liquidatie

Gemeenschappelijke onderneming SESAR || Gemeenschappelijke onderneming IMI

Gemeenschappelijke onderneming FCH ||

||

C. GEASSOCIEERDE DEELNEMINGEN

Europees Investeringsfonds || Gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS

Gemeenschappelijke onderneming Clean Sky || Gemeenschappelijke onderneming ENIAC

||

* Voor het eerst geconsolideerd in 2011

11.2    NIET-GECONSOLIDEERDE ENTITEITEN

Hoewel de EU de activa beheert van de hieronder vermelde entiteiten, voldoen deze niet aan de consolidatievereisten en zijn zij derhalve niet in de rekening van de Europese Unie opgenomen.

11.2.1   Europees Ontwikkelingsfonds (EOF)

Het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) is het belangrijkste instrument door middel waarvan de Europese Unie ontwikkelingshulp verleent aan de staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (ACS) en aan de landen en gebieden overzee (LGO). Het Verdrag van Rome van 1957 voorzag al in de oprichting van dit fonds om technische en financiële bijstand te verlenen, oorspronkelijk aan de Afrikaanse landen die toen nog niet onafhankelijk waren en waarmee sommige landen historische banden hadden.

Het EOF wordt niet gefinancierd uit de EU-begroting doch met rechtstreekse bijdragen van de lidstaten, die in het kader van onderhandelingen worden vastgelegd. De Commissie en de EIB beheren de middelen van het EOF. Elk EOF wordt gewoonlijk voor een periode van ongeveer vijf jaar gesloten. Sinds de sluiting van de eerste partnerschapsovereenkomst in 1964 volgen de EOF-programmeringscycli in het algemeen die van de partnerschapsovereenkomsten.

Het beheer van het EOF komt tot stand op grond van het eigen Financieel Reglement van het EOF (PB L 78 van 19.3.2008), dat voorziet in de presentatie van eigen financiële staten, los van deze van de EU. De jaarrekening en het middelenbeheer van het EOF vallen onder de externe controle van de Rekenkamer en het Parlement. Ter informatie zijn de balans en de economische resultatenrekening van het 8e, 9e en 10e EOF hieronder opgenomen:

BALANS – 8e, 9e en 10e EOF

|| || || miljoen EUR

|| 31.12.2011 || 31.12.2010

|| NIET-VLOTTENDE ACTIVA || 380 || 353

|| || ||

|| VLOTTENDE ACTIVA || 2 510 || 2 151

|| || ||

|| TOTAAL VLOTTENDE ACTIVA || 2 890 || 2 504

|| || ||

|| VLOTTENDE PASSIVA || (1 033) || (1 046)

|| || ||

|| TOTAAL PASSIVA || (1 033) || (1 046)

|| || ||

|| NETTOACTIVA || 1 857 || 1 458

|| || ||

|| MIDDELEN EN RESERVES || ||

|| Afgeroepen middelen van het fonds || 26 979 || 23 879

|| Overige reserves || 2 252 || 2 252

|| Van vorige jaren overgedragen economisch resultaat || (24 674) || (21 908)

|| Economisch resultaat van het jaar || (2 700) || (2 765)

|| NETTOACTIVA || 1 857 || 1 458

ECONOMISCHE RESULTATENREKENING – 8e, 9e en 10e EOF

|| || || miljoen EUR

|| 2011 || 2010

|| BELEIDSONTVANGSTEN || 99 || 140

|| || ||

|| BELEIDSUITGAVEN || (2 778) || (3 000)

|| || ||

|| TEKORT VAN BELEIDSACTIVITEITEN || (2 679) || (2 860)

|| || ||

|| FINANCIËLE ACTIVITEITEN || (21) || 95

|| ECONOMISCH RESULTAAT VAN HET BEGROTINGSJAAR || (2 700) || (2 765)

11.2.2   Gemeenschappelijk stelsel van ziektekostenverzekering

In het kader van het ziektekostenstelsel wordt de ziektekostenverzekering geregeld van de personeelsleden van de verschillende organen van de Europese Unie. De middelen van het ziektekostenstelsel zijn eigendom van het stelsel en worden niet door de Europese Unie gecontroleerd, hoewel de financiële activa van het stelsel door de Commissie worden beheerd. Het stelsel wordt gefinancierd met bijdragen van zijn leden (personeelsleden) en van de werkgevers (de instellingen/agentschappen/organen). Alle overschotten blijven binnen het stelsel.

Het stelsel heeft vier verschillende entiteiten. Het belangrijkste stelsel heeft betrekking op de personeelsleden van de instellingen en agentschappen van de Europese Unie en drie kleinere stelsels hebben betrekking op de personeelsleden van Europese Universiteit van Firenze, de Europese scholen en de personeelsleden die buiten de EU werkzaam zijn zoals personeelsleden in de delegaties van de EU. De totale activa van het stelsel bedroegen op 31 december 2011 294 miljoen EUR (in 2010: 286 miljoen EUR).

11.2.3   GARANTIEFONDS VOOR DEELNEMERS

Bepaalde voorfinancieringen die in het kader van het zevende kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling (KP7) worden betaald, zijn daadwerkelijk gedekt door een garantiefonds voor de deelnemers.

Dit is een instrument voor onderlinge verzekering, dat is opgezet om de financiële risico's van de Unie en de deelnemers te dekken tijdens de uitvoering van indirecte maatregelen van KP7, aangezien het kapitaal en de rente ervan een uitvoeringsgarantie vormen. Alle deelnemers aan indirecte maatregelen die de vorm van een subsidie aannemen, dragen 5% van de totale bijdrage van de EU bij aan het kapitaal van het Garantiefonds voor deelnemers voor de duur van de maatregel. Aan het einde van een indirecte maatregel dienen de deelnemers hun bijdrage in het kapitaal volledig terug te krijgen, behalve wanneer het Garantiefonds voor de deelnemers verlies lijdt doordat begunstigden in gebreke blijven. In dat geval dienen de deelnemers minstens 80% van hun bijdrage terug te krijgen. Het Garantiefonds voor deelnemers staat garant voor de financiële belangen van zowel de EU als de deelnemers.

Op 31 december 2011 beliepen de activa van het Garantiefonds in totaal 1 171 miljoen EUR (in 2010: 879 miljoen EUR). De middelen van het Garantiefonds zijn eigendom van het fonds en worden niet door de Europese Unie gecontroleerd, hoewel de financiële activa van het stelsel door de Commissie worden beheerd.

EUROPESE UNIE

GECONSOLIDEERDE

VERSLAGEN OVER DE UITVOERING VAN DE BEGROTING EN TOELICHTINGEN

BEGROTINGSJAAR 2011

INHOUDSOPGAVE

Blz.

Deel II: Geconsolideerde verslagen over de uitvoering van de begroting en toelichtingen

      Geconsolideerde verslagen over de uitvoering van de begroting:

      1. EU-begrotingsresultaat                                                                               94

      2. Staat van vergelijking van de begroting en de werkelijke bedragen                      95

      Ontvangsten:

      3. Overzicht van de uitvoering van de ontvangstenzijde van de begroting                97

      Uitgaven:

      4. Samenstelling en ontwikkeling van de vastleggings- en betalingskredieten

      per rubriek van het financieel kader                                                                  98

      5. Besteding van de vastleggingskredieten per rubriek van het financieel kader         98

      6. Besteding van de betalingskredieten per rubriek van het financieel kader              99

      7. Ontwikkeling van de nog betaalbaar te stellen vastleggingen per rubriek

      van het financieel kader                                                                                100

      8. Samenstelling van de nog betaalbaar te stellen vastleggingen naar jaar

      van oorsprong per rubriek van het financieel kader                                             100

      9. Samenstelling en ontwikkeling van de vastleggings- en betalingskredieten per

      beleidsterrein                                                                                              101

      10. Besteding van de vastleggingskredieten per beleidsterrein                              102

      11. Besteding van de betalingskredieten per beleidsterrein                                   103

      12. Ontwikkeling van de nog betaalbaar te stellen vastleggingen per beleidsterrein   104

      13. Samenstelling van de nog betaalbaar te stellen vastleggingen naar jaar

      van oorsprong per beleidsterrein                                                                     105

      Instellingen:

      14. Overzicht van de uitvoering van de ontvangstenzijde van de begroting

      per instelling                                                                                               106

      15. Besteding van de vastleggings- en betalingskredieten per instelling                  107

      Agentschappen:

      16. Inkomsten agentschap: begrotingsramingen, vastgestelde rechten

      en ontvangen bedragen                                                                                108

      17. Vastleggings- en betalingskredieten per agentschap                                      109

      18. Begrotingsresultaat met inbegrip van de agentschappen                                110

        Toelichtingen bij de geconsolideerde verslagen over de uitvoering van de begroting:       

      1. Begrotingsbeginselen, structuur en kredieten                                                 112

      2. Toelichting bij de geconsolideerde verslagen over de uitvoering van de begroting 115

Geconsolideerde verslagen over de uitvoering van de begroting*

* Doordat de cijfers afgerond zijn tot miljoenen euro, kan het lijken alsof sommige financiële gegevens in deze begrotingstabellen niet correct zijn opgeteld.

RESULTAAT VAN DE UITVOERING VAN DE EU-BEGROTING

|| 1: EU-BEGROTINGSRESULTAAT || miljoen EUR

EUROPESE UNIE || 2011 || 2010 ||

Ontvangsten van het begrotingsjaar || 130 000 || 127 795 ||

Betalingen uit de kredieten van het lopende jaar || (128 043) || (121 213) ||

Betalingskredieten overgedragen naar jaar N+1 || (1 019) || (2 797) ||

Annulering van niet-gebruikte betalingskredieten overgedragen uit jaar N-1 || 457 || 741 ||

Wisselkoersverschillen voor het jaar || 97 || 23 ||

Begrotingsresultaat* || 1 492 || 4 549 ||

* Waarvan de EVA goed is voor (5) miljoen EUR in 2011 en 9 miljoen EUR in 2010.

Het begrotingsoverschot voor de Europese Unie wordt in de loop van het volgende jaar terugbetaald aan de lidstaten door een vermindering van de bedragen die de lidstaten voor dat jaar zijn verschuldigd.

2. Staat van vergelijking van de begroting en de werkelijke bedragen ||

ONTVANGSTEN ||

|| || || || || || || || miljoen EUR

Titel || Oorspronkelijke begroting || Definitieve begroting || Vastgestelde rechten || Ontvangsten || Verschil definitief-werkelijk || Ontvangsten als % van de begroting || Nog te ontvangen

|| 1 || 2 || 3 || 4 || 5=2-4 || 6=4/2 || 7=3-4

1. Eigen middelen || 125 106 || 118 289 || 118 193 || 118 164 || 125 || 99,89% || 29

3. Overschotten, saldi en aanpassingen || 0 || 6 354 || 6 472 || 6 370 || (16) || 100,25% || 102

4. Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen en andere organen van de Unie || 1 182 || 1 182 || 1 213 || 1 207 || (25) || 102,12% || 6

5. Ontvangsten voortvloeiende uit de administratieve werking van de instellingen || 56 || 56 || 609 || 587 || (531) || 1 048,48% || 22

6. Bijdragen en terugbetalingen in het kader van overeenkomsten en programma's van de Unie/Gemeenschap || 30 || 82 || 2 745 || 2 454 || (2 372) || 2 993,28% || 291

7. Achterstandsrente en geldboeten || 123 || 733 || 13 943 || 1 183 || (450) || 161,37% || 12 761

8. Opgenomen en verstrekte leningen || 0 || 0 || 159 || 1 || 0 || || 159

9. Diverse ontvangsten || 30 || 30 || 44 || 34 || (4) || 111,86% || 11

Totaal || 126 527 || 126 727 || 143 380 || 130 000 || (3 273) || 102,58% || 13 380

|| || || || || || ||

UITGAVEN – PER RUBRIEK VAN HET FINANCIEEL KADER || miljoen EUR

Rubriek van het financieel kader || Oorspronkelijke begroting || Definitieve begroting (*) || Gedane betalingen || Verschil definitief-werkelijk || % || Overgedragen kredieten || Vervallen kredieten

|| 1 || 2 || 3 || 4=2-3 || 5=3/2 || 6 || 7=2-3-6

1. Duurzame groei || 53 280 || 56 982 || 54 732 || 2 251 || 96,05% || 2 051 || 199

2. Bescherming en beheer van natuurlijke hulpbronnen || 56 379 || 58 887 || 57 374 || 1 513 || 97,43% || 1 416 || 97

3. Burgerschap, vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid || 1 459 || 2 008 || 1 827 || 181 || 91,00% || 144 || 37

4. De EU als mondiale partner || 7 238 || 7 366 || 7 102 || 264 || 96,42% || 145 || 118

5. Administratie || 8 172 || 9 716 || 8 359 || 1 357 || 86,03% || 1 012 || 345

6. Compensaties || || || || || || ||

Totaal || 126 527 || 134 960 || 129 395 || 5 565 || 95,88% || 4 768 || 797

* Met inbegrip van overgedragen kredieten en bestemmingsontvangsten.

2. Staat van vergelijking van de begroting en de werkelijke bedragen/UITGAVEN ||

PER BELEIDSTERREIN || miljoen EUR

Beleidsterrein || Oorspronkelijke begroting || Definitieve begroting (*) || Gedane betalingen || Verschil definitief-werkelijk || % || Overgedragen kredieten || Vervallen kredieten

|| 1 || 2 || 3 || 4=2-3 || 5=3/2 || 6 || 7=2-3-6

01 Economische en financiële zaken || 341 || 443 || 389 || 54 || 87,76% || 9 || 46

02 Ondernemingen || 1 210 || 1 485 || 1 336 || 149 || 89,99% || 123 || 25

03 Concurrentie || 93 || 104 || 94 || 10 || 90,73% || 9 || 1

04 Werkgelegenheid en sociale zaken || 9 163 || 10 498 || 10 392 || 106 || 98,99% || 75 || 30

05 Landbouw en plattelandsontwikkeling || 55 269 || 57 784 || 56 342 || 1 442 || 97,50% || 1 406 || 35

06 Mobiliteit en vervoer || 1 142 || 1 217 || 1 114 || 103 || 91,53% || 77 || 26

07 Milieu en klimaatactie || 390 || 379 || 332 || 47 || 87,54% || 24 || 23

08 Onderzoek || 4 117 || 5 476 || 4 604 || 872 || 84,08% || 861 || 10

09 Informatiemaatschappij en media || 1 334 || 1 741 || 1 489 || 252 || 85,51% || 250 || 2

10 Eigen onderzoek || 396 || 832 || 441 || 391 || 53,01% || 384 || 6

11 Maritieme zaken en visserij || 771 || 812 || 772 || 40 || 95,08% || 5 || 35

12 Interne markt || 93 || 104 || 95 || 9 || 91,52% || 8 || 1

13 Regionaal beleid || 33 317 || 33 052 || 32 995 || 57 || 99,83% || 51 || 5

14 Belastingen en douane-unie || 115 || 133 || 123 || 10 || 92,20% || 9 || 1

15 Onderwijs en cultuur || 1 996 || 2 725 || 2 414 || 310 || 88,62% || 305 || 5

16 Communicatie || 253 || 279 || 259 || 21 || 92,61% || 17 || 4

17 Gezondheidszorg en consumentenbescherming || 596 || 659 || 623 || 37 || 94,40% || 27 || 10

18 Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht || 885 || 1 014 || 944 || 70 || 93,10% || 40 || 30

19 Externe betrekkingen || 3 385 || 3 462 || 3 313 || 148 || 95,72% || 66 || 82

20 Handel || 104 || 113 || 104 || 8 || 92,51% || 8 || 1

21 Ontwikkeling en betrekkingen met de ACS-staten || 1 480 || 1 583 || 1 513 || 71 || 95,54% || 43 || 27

22 Uitbreiding || 1 013 || 970 || 928 || 42 || 95,63% || 38 || 4

23 Humanitaire hulp || 839 || 1 090 || 1 068 || 22 || 97,96% || 10 || 12

24 Fraudebestrijding || 75 || 83 || 71 || 12 || 85,96% || 7 || 4

25 Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie || 191 || 221 || 197 || 24 || 89,07% || 21 || 4

26 Administratie van de Commissie || 1 017 || 1 274 || 1 063 || 211 || 83,45% || 196 || 15

27 Begroting || 69 || 73 || 60 || 13 || 82,01% || 12 || 1

28 Audit || 11 || 13 || 12 || 1 || 91,58% || 1 || 0

29 Statistiek || 124 || 159 || 134 || 25 || 84,26% || 19 || 6

30 Pensioenen en daarmee samenhangende uitgaven || 1 278 || 1 273 || 1 257 || 16 || 98,75% || 0 || 16

31 Taaldiensten || 393 || 501 || 442 || 60 || 88,11% || 56 || 3

32 Energie || 1 535 || 1 087 || 963 || 123 || 88,63% || 44 || 79

40 Reserves || 100 || 0 || 0 || 0 || 0,00% || 0 || 0

90 Overige instellingen || 3 428 || 4 321 || 3 512 || 809 || 81,27% || 565 || 245

Totaal || 126 527 || 134 960 || 129 395 || 5 565 || 95,88% || 4 768 || 797

* Met inbegrip van overgedragen kredieten en bestemmingsontvangsten.

3. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN DE ONTVANGSTENZIJDE VAN DE BEGROTING ||

|| || || || || || || || miljoen EUR

Titel || Inkomstenkredieten || Vastgestelde rechten || Ontvangsten || Ontvangsten als || Nog te ontvangen

|| Oorspron-kelijk || Definitief || Lopend jaar || Overgedragen || Totaal || Op rechten van lopend jaar || Op overgedra-gen rechten || Totaal || % van begroting ||

1. Eigen middelen || 125 106 || 118 289 || 118 111 || 81 || 118 193 || 118 121 || 43 || 118 164 || 99,89% || 29

3. Overschotten, saldi en aanpassingen || 0 || 6 354 || 6 308 || 164 || 6 472 || 6 308 || 62 || 6 370 || 100,25% || 102

4. Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen en andere organen van de Unie || 1 182 || 1 182 || 1 206 || 7 || 1 213 || 1 201 || 6 || 1 207 || 102,12% || 6

5. Ontvangsten voortvloeiende uit de administratieve werking van de instellingen || 56 || 56 || 591 || 18 || 609 || 573 || 14 || 587 || 1 048,48% || 22

6. Bijdragen en terugbetalingen in het kader van communautaire overeenkomsten en programma's || 30 || 82 || 2 470 || 275 || 2 745 || 2 313 || 141 || 2 454 || 2 993,28% || 291

7. Achterstandsrente en geldboeten || 123 || 733 || 50 || 13 893 || 13 943 || (172) || 1 355 || 1 183 || 161,37% || 12 761

8. Opgenomen en verstrekte leningen || 0 || 0 || 37 || 122 || 159 || 1 || 0 || 1 || 195,64% || 159

9. Diverse ontvangsten || 30 || 30 || 34 || 10 || 44 || 30 || 4 || 34 || 111,86% || 11

Totaal || 126 527 || 126 727 || 128 808 || 14 572 || 143 380 || 128 374 || 1 626 || 130 000 || 102,58% || 13 380

|| || || || || || || || || ||

Detail titel 1: Eigen middelen

Hoofdstuk || Inkomstenkredieten || Vastgestelde rechten || Ontvangsten || Ontvangsten als || Nog te ontvangen

|| Oorspron-kelijk || Definitief || Lopend jaar || Overgedragen || Totaal || Op rechten van lopend jaar || Op overgedra-gen rechten || Totaal || % van begroting ||

11. Suikerheffingen || 123 || 123 || 132 || 0 || 132 || 132 || 0 || 132 || 106,75% || 0

12. Douanerechten || 16 654 || 16 544 || 16 593 || 81 || 16 675 || 16 603 || 43 || 16 646 || 100,62% || 29

13. Btw || 13 787 || 14 126 || 14 077 || 0 || 14 077 || 14 077 || 0 || 14 077 || 99,65% || 0

14. Bni || 94 542 || 87 497 || 87 259 || 0 || 87 259 || 87 259 || 0 || 87 259 || 99,73% || 0

15. Correctie van begrotingsonevenwichtigheden || 0 || 0 || 52 || 0 || 52 || 52 || 0 || 52 || || 0

16. Vermindering van de bni-bijdrage van Nederland en Zweden || 0 || 0 || (1) || 0 || (1) || (1) || 0 || (1) || || 0

Totaal || 125 106 || 118 289 || 118 111 || 81 || 118 193 || 118 121 || 43 || 118 164 || 99,89% || 29

|| || || || || || || || || ||

Detail titel 3: Overschotten, saldi en aanpassingen

Hoofdstuk || Inkomstenkredieten || Vastgestelde rechten || Ontvangsten || Ontvangsten als || Nog te ontvangen

|| Oorspron-kelijk || Definitief || Lopend jaar || Overgedragen || Totaal || Op rechten van lopend jaar || Op overgedra-gen rechten || Totaal || % van begroting ||

30. Overschot van het voorgaande begrotingsjaar || 0 || 4 539 || 4 539 || 0 || 4 539 || 4 539 || 0 || 4 539 || 100,00% || 0

31. Btw-saldi || 0 || 673 || 680 || 37 || 717 || 680 || 14 || 694 || 103,11% || 23

32. Bni-saldi || 0 || 1 142 || 1 135 || 128 || 1 263 || 1 135 || 48 || 1 183 || 103,64% || 80

34. Aanpassing i.v.m. niet-participatie in het beleid inzake justitie en binnenlandse zaken || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || || 0

35. Correctie voor het Verenigd Koninkrijk - aanpassingen || 0 || 0 || (46) || 0 || (46) || (46) || 0 || (46) || || 0

Totaal || 0 || 6 354 || 6 308 || 164 || 6 472 || 6 308 || 62 || 6 370 || 100,25% || 102

4. Samenstelling en ontwikkeling van de vastleggings- en betalingskredieten Uitgaven – per rubriek van het financieel kader ||

|| || || || || || || || miljoen EUR

|| Vastleggingskredieten || Betalingskredieten

Rubriek van het financieel kader || Goedgekeurde kredieten || Wijzigingen (overschrijvingen/gewijzigde begroting) || Overgedra-gen || Bestem-mings-ontvangsten || Totaal aanvullend || Totaal toegestaan || Goedgekeurde kredieten || Wijzigingen (overschrijvingen/ gewijzigde begroting) || Overge-dragen || Bestem-mingsontvangsten || Totaal aanvullend || Totaal toegestaan

|| 1 || 2 || 3 || 4 || 5=3+4 || 6=1+2+5 || 7 || 8 || 9 || 10 || 11=9+10 || 12=7+8+11

1 Duurzame groei || 64 501 || 3 || 182 || 2 308 || 2 490 || 66 995 || 53 280 || 714 || 281 || 2 707 || 2 989 || 56 982

2 Bescherming en beheer van natuurlijke hulpbronnen || 58 659 || 0 || 2 || 2 680 || 2 682 || 61 341 || 56 379 || (585) || 419 || 2 675 || 3 093 || 58 887

3 Burgerschap, vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid || 1 822 || 276 || 24 || 169 || 193 || 2 291 || 1 459 || 255 || 98 || 196 || 294 || 2 008

4 De EU als mondiale partner || 8 754 || 5 || 42 || 287 || 329 || 9 088 || 7 238 || (184) || 38 || 274 || 313 || 7 366

5 Administratie || 8 173 || 0 || 9 || 785 || 794 || 8 967 || 8 172 || 1 || 745 || 799 || 1 544 || 9 716

6 Compensaties || || || || || || || || || || || ||

Totaal || 141 909 || 284 || 259 || 6 228 || 6 488 || 148 681 || 126 527 || 200 || 1 582 || 6 651 || 8 233 || 134 960

|| || || || || || || || || ||

5. Besteding van de vastleggingskredieten per rubriek van het financieel kader

|| || || || || miljoen EUR

Rubriek van het financieel kader || Toegestane vastleggings-kredieten || Gedane vastleggingen || Overgedragen kredieten || Vervallen kredieten

|| Van kredieten van het jaar || Van overdrachten || Van bestemmings-ontvangsten || Totaal || % || Bestem-mingsontvangsten || Over-drachten bij besluit || Totaal || % || Van begrotings-kredieten van het jaar || Van overdrachten || Bestem-mingsontvangsten || Totaal || %

|| 1 || 2 || 3 || 4 || 5=2+3+4 || 6=5/1 || 7 || 8 || 9=7+8 || 10=9/1 || 11 || 12 || 13 || 14=11+12+13 || 15=14/1

1 Duurzame groei || 66 995 || 64 065 || 182 || 991 || 65 238 || 97,38% || 1 317 || 36 || 1 353 || 2,02% || 403 || 0 || 0 || 404 || 0,60%

2 Bescherming en beheer van natuurlijke hulpbronnen || 61 341 || 58 577 || 2 || 1 328 || 59 907 || 97,66% || 1 352 || 23 || 1 375 || 2,24% || 59 || 0 || 0 || 59 || 0,10%

3 Burgerschap, vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid || 2 291 || 2 048 || 24 || 92 || 2 165 || 94,50% || 76 || 41 || 117 || 5,12% || 9 || 0 || 0 || 9 || 0,38%

4 De EU als mondiale partner || 9 088 || 8 572 || 42 || 194 || 8 808 || 96,91% || 94 || 178 || 272 || 2,99% || 8 || 0 || 0 || 8 || 0,09%

5 Administratie || 8 967 || 7 941 || 9 || 504 || 8 454 || 94,28% || 281 || 22 || 303 || 3,38% || 210 || 0 || 0 || 210 || 2,34%

6 Compensaties || || || || || || || || || || || || || || ||

Totaal || 148 681 || 141 204 || 259 || 3 108 || 144 572 || 97,24% || 3 120 || 301 || 3 420 || 2,30% || 689 || 0 || 0 || 689 || 0,46%

6. Besteding van de BETALINGSkredieten per rubriek van het financieel kader

|| || || || || || || || || || || || || || miljoen EUR

Rubriek van het financieel kader || Toege-stane betalings-kredieten || Gedane betalingen || Overgedragen kredieten || Vervallen kredieten

Van kredie-ten van het jaar || Van over-drach-ten || Van bestemmings-ontvang-sten || Totaal || % || Over-drach-ten van rechts-wege || Over-drach-ten bij besluit || Bestem-mingsontvangsten || To-taal || % || Van kredie-ten van het jaar || Van over-drachten || Bestem-mingsontvangsten || Tot-aal || %

|| 1 || 2 || 3 || 4 || 5=2+3+4 || 6=5/1 || 7 || 8 || 9 || 10=7+8+9 || 11=10/1 || 12 || 13 || 14 || 15=12+ 13+14 || 16=15/1

1 Duurzame groei || 56 982 || 53 658 || 235 || 839 || 54 732 || 96,05% || 131 || 53 || 1 868 || 2 051 || 3,60% || 153 || 47 || 0 || 199 || 0,35%

2 Bescherming en beheer van natuurlijke hulpbronnen || 58 887 || 55 646 || 391 || 1 337 || 57 374 || 97,43% || 32 || 46 || 1 338 || 1 416 || 2,40% || 70 || 27 || 0 || 97 || 0,16%

3 Burgerschap, vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid || 2 008 || 1 636 || 92 || 99 || 1 827 || 91,00% || 9 || 38 || 97 || 144 || 7,17% || 31 || 6 || 0 || 37 || 1,83%

4 De EU als mondiale partner || 7 366 || 6 902 || 19 || 181 || 7 102 || 96,42% || 27 || 25 || 93 || 145 || 1,97% || 99 || 19 || 0 || 118 || 1,61%

5 Administratie || 9 716 || 7 304 || 614 || 442 || 8 359 || 86,03% || 637 || 22 || 352 || 1 012 || 10,41% || 209 || 131 || 5 || 345 || 3,55%

6 Compensaties || || || || || || || || || || || || || || || ||

Totaal || 134 960 || 125 145 || 1 352 || 2 898 || 129 395 || 95,88% || 835 || 185 || 3 748 || 4 768 || 3,53% || 562 || 230 || 5 || 797 || 0,59%

7. Ontwikkeling van de nog betaalbaar te stellen vastleggingen - per rubriek van het financieel kader ||

|| || || || || || || || miljoen EUR

|| Aan het einde van het vorige jaar nog betaalbaar te stellen vastleggingen || Vastleggingen van het jaar ||

Rubriek van het financieel kader || Van vorige jaar overgedragen vastleggingen || Vrijmakingen/ herwaarderingen/annuleringen || Betalingen || Aan het einde van het jaar nog te betaalbaar te stellen vastleggingen || Vastleggingen tijdens het jaar || Betalingen || Annulering van niet-overdraagbare vastleggingen || Aan het einde van het jaar nog te betaalbaar te stellen vastleggingen || Totaal aan het einde van het jaar nog betaalbaar te stellen vastleggingen

1 Duurzame groei || 150 467 || (1 262) || (48 945) || 100 259 || 65 238 || (5 786) || (3) || 59 448 || 159 707

2 Bescherming en beheer van natuurlijke hulpbronnen || 22 963 || (193) || (11 687) || 11 083 || 59 907 || (45 687) || 0 || 14 220 || 25 302

3 Burgerschap, vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid || 1 911 || (118) || (555) || 1 237 || 2 165 || (1 272) || 0 || 893 || 2 130

4 De EU als mondiale partner || 18 332 || (469) || (4 740) || 13 123 || 8 808 || (2 363) || (1) || 6 444 || 19 567

5 Administratie || 722 || (77) || (631) || 14 || 8 454 || (7 728) || (4) || 722 || 737

6 Compensaties || || || || || || || || ||

Totaal || 194 395 || (2 120) || (66 559) || 125 717 || 144 572 || (62 836) || (9) || 81 727 || 207 443

8. SAMENSTELLING VAN DE NOG BETAALBAAR TE STELLEN VASTLEGGINGEN NAAR JAAR VAN OORSPRONG - PER RUBRIEK VAN HET FINANCIEEL KADER ||

|| || || || || || || || miljoen EUR ||

Rubriek van het financieel kader || <2005 || 2005 || 2006 || 2007 || 2008 || 2009 || 2010 || 2011 || Totaal

1 Duurzame groei || 820 || 998 || 10 089 || 984 || 7 997 || 29 501 || 49 870 || 59 448 || 159 707

2 Bescherming en beheer van natuurlijke hulpbronnen || 42 || 32 || 928 || 91 || 180 || 1 237 || 8 573 || 14 220 || 25 302

3 Burgerschap, vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid || 16 || 14 || 21 || 80 || 172 || 401 || 534 || 893 || 2 130

4 De EU als mondiale partner || 783 || 357 || 986 || 1 093 || 2 097 || 3 180 || 4 627 || 6 444 || 19 567

5 Administratie || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 14 || 722 || 737

Totaal || 1 661 || 1 401 || 12 024 || 2 247 || 10 446 || 34 319 || 63 618 || 81 727 || 207 443

9. Samenstelling en ontwikkeling van de vastleggings- en betalingskredieten per beleidsterrein ||

|| miljoen EUR

|| Vastleggingskredieten || Betalingskredieten

Beleidsterrein || Goedge-keurde kredieten || Wijzigingen (overschrij-vingen/ge-wijzigde begroting) || Overge-dragen || Bestem-mingsontvangsten || Totaal aanvul-lend || Totaal toegestaan || Goedge-keurde kredieten || Wijzigingen (overschrij-vingen/ge-wijzigde begroting) || Overge-dragen || Bestem-mingsontvangsten || Totaal aanvul-lend || Totaal toegestaan

|| 1 || 2 || 3 || 4 || 5=3+4 || 6=1+2+5 || 7 || 8 || 9 || 10 || 11=9+10 || 12=7+8+11

01 Economische en financiële zaken || 524 || (122) || 0 || 13 || 13 || 416 || 341 || 26 || 54 || 22 || 76 || 443

02 Ondernemingen || 1 056 || (1) || 0 || 119 || 119 || 1 174 || 1 210 || 95 || 33 || 146 || 180 || 1 485

03 Concurrentie || 93 || (2) || 0 || 5 || 5 || 96 || 93 || (2) || 8 || 5 || 13 || 104

04 Werkgelegenheid en sociale zaken || 11 398 || 255 || 19 || 16 || 35 || 11 689 || 9 163 || 1 283 || 36 || 15 || 51 || 10 498

05 Landbouw en plattelandsontwikkeling || 57 292 || 0 || 0 || 2 667 || 2 667 || 59 960 || 55 269 || (510) || 357 || 2 667 || 3 024 || 57 784

06 Mobiliteit en vervoer || 1 547 || 1 || 0 || 115 || 115 || 1 663 || 1 142 || (110) || 66 || 119 || 185 || 1 217

07 Milieu en klimaatactie || 471 || 0 || 0 || 21 || 21 || 492 || 390 || (44) || 17 || 16 || 33 || 379

08 Onderzoek || 5 335 || 0 || 0 || 849 || 849 || 6 184 || 4 117 || 130 || 29 || 1 199 || 1 228 || 5 476

09 Informatiemaatschappij en media || 1 539 || (3) || 0 || 248 || 248 || 1 784 || 1 334 || 101 || 17 || 289 || 305 || 1 741

10 Eigen onderzoek || 395 || 0 || 0 || 484 || 484 || 879 || 396 || (7) || 39 || 403 || 443 || 832

11 Maritieme zaken en visserij || 1 001 || 23 || 2 || 2 || 4 || 1 028 || 771 || 0 || 38 || 2 || 40 || 812

12 Interne markt || 95 || 2 || 0 || 3 || 3 || 100 || 93 || 2 || 6 || 3 || 9 || 104

13 Regionaal beleid || 40 383 || 141 || 21 || 4 || 25 || 40 549 || 33 317 || (346) || 77 || 4 || 81 || 33 052

14 Belastingen en douane-unie || 142 || (3) || 0 || 4 || 4 || 143 || 115 || 6 || 8 || 4 || 12 || 133

15 Onderwijs en cultuur || 2 429 || (6) || 0 || 514 || 514 || 2 937 || 1 996 || 145 || 20 || 563 || 583 || 2 725

16 Communicatie || 273 || 1 || 0 || 6 || 6 || 280 || 253 || 8 || 13 || 5 || 18 || 279

17 Gezondheidszorg en consumentenbescherming || 692 || (23) || 0 || 36 || 36 || 705 || 596 || (8) || 35 || 36 || 71 || 659

18 Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht || 1 210 || 42 || 24 || 62 || 86 || 1 339 || 885 || 24 || 31 || 75 || 106 || 1 014

19 Externe betrekkingen || 4 315 || 45 || 31 || 118 || 149 || 4 508 || 3 385 || (75) || 43 || 109 || 152 || 3 462

20 Handel || 105 || 0 || 0 || 3 || 3 || 109 || 104 || 0 || 5 || 3 || 8 || 113

21 Ontwikkeling en betrekkingen met de ACS-staten || 1 542 || 81 || 6 || 121 || 127 || 1 749 || 1 480 || (47) || 31 || 119 || 150 || 1 583

22 Uitbreiding || 1 123 || (5) || 0 || 44 || 44 || 1 163 || 1 013 || (94) || 7 || 44 || 52 || 970

23 Humanitaire hulp || 878 || 256 || 0 || 14 || 14 || 1 149 || 839 || 234 || 5 || 12 || 17 || 1 090

24 Fraudebestrijding || 82 || 0 || 0 || 0 || 0 || 81 || 75 || 1 || 7 || 0 || 7 || 83

25 Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie || 191 || 2 || 0 || 10 || 10 || 203 || 191 || 2 || 18 || 10 || 28 || 221

26 Administratie van de Commissie || 1 019 || 4 || 0 || 108 || 108 || 1 131 || 1 017 || 10 || 134 || 112 || 246 || 1 274

27 Begroting || 69 || (12) || 0 || 6 || 6 || 64 || 69 || (12) || 8 || 6 || 15 || 73

28 Audit || 11 || 0 || 0 || 1 || 1 || 12 || 11 || 0 || 1 || 1 || 2 || 13

29 Statistiek || 145 || (5) || 0 || 17 || 17 || 157 || 124 || 10 || 7 || 18 || 25 || 159

30 Pensioenen en daarmee samenhangende uitgaven || 1 278 || (5) || 0 || 0 || 0 || 1 273 || 1 278 || (5) || 0 || 0 || 0 || 1 273

31 Taaldiensten || 393 || (2) || 0 || 83 || 83 || 474 || 393 || (2) || 28 || 83 || 110 || 501

32 Energie || 700 || 1 || 146 || 42 || 188 || 889 || 1 535 || (518) || 15 || 54 || 70 || 1 087

40 Reserves || 754 || (383) || 0 || 0 || 0 || 371 || 100 || (100) || 0 || 0 || 0 || 0

90 Overige instellingen || 3 428 || 0 || 9 || 493 || 502 || 3 930 || 3 428 || 0 || 388 || 504 || 893 || 4 321

Totaal || 141 909 || 284 || 259 || 6 228 || 6 488 || 148 681 || 126 527 || 200 || 1 582 || 6 651 || 8 233 || 134 960

10. Besteding van de vastleggingskredieten per beleidsterrein                                                         miljoen EUR ||

Beleidsterrein || Toegestane vastleggingskredieten || Gedane vastleggingen || Overgedragen kredieten || Vervallen kredieten

Van de kredieten van het jaar || Van over-drach-ten || Bestemmings-ontvangsten || Totaal || % || Bestemmings-ontvangsten || Over-gedragen kredieten: besluit || Totaal || % || Van begro-tingskredieten van het jaar || Van over-drachten || Bestemmings-ontvangsten || Totaal || %

|| 1 || 2 || 3 || 4 || 5=2+3+4 || 6=5/1 || 7 || 8 || 9=7+8 || 10=9/1 || 11 || 12 || 13 || 14=11+12+13 || 15=14/1

01 Economische en financiële zaken || 416 || 403 || 0 || 11 || 414 || 99,55% || 2 || 0 || 2 || 0,41% || 0 || 0 || 0 || 0 || 0,05%

02 Ondernemingen || 1 174 || 1 053 || 0 || 61 || 1 113 || 94,87% || 58 || 0 || 58 || 4,94% || 2 || 0 || 0 || 2 || 0,19%

03 Concurrentie || 96 || 91 || 0 || 3 || 94 || 97,65% || 2 || 0 || 2 || 2,28% || 0 || 0 || 0 || 0 || 0,07%

04 Werkgelegenheid en sociale zaken || 11 689 || 11 612 || 19 || 7 || 11 638 || 99,57% || 9 || 34 || 42 || 0,36% || 8 || 0 || 0 || 8 || 0,07%

05 Landbouw en plattelandsontwikkeling || 59 960 || 57 257 || 0 || 1 322 || 58 579 || 97,70% || 1 345 || 0 || 1 345 || 2,24% || 36 || 0 || 0 || 36 || 0,06%

06 Mobiliteit en vervoer || 1 663 || 1 545 || 0 || 64 || 1 609 || 96,79% || 51 || 0 || 51 || 3,08% || 2 || 0 || 0 || 2 || 0,12%

07 Milieu en klimaatactie || 492 || 466 || 0 || 11 || 478 || 97,08% || 10 || 0 || 10 || 2,02% || 4 || 0 || 0 || 4 || 0,90%

08 Onderzoek || 6 184 || 5 334 || 0 || 396 || 5 730 || 92,67% || 453 || 0 || 453 || 7,33% || 0 || 0 || 0 || 0 || 0,01%

09 Informatiemaatschappij en media || 1 784 || 1 535 || 0 || 102 || 1 637 || 91,75% || 146 || 0 || 146 || 8,21% || 1 || 0 || 0 || 1 || 0,04%

10 Eigen onderzoek || 879 || 395 || 0 || 79 || 474 || 53,90% || 405 || 0 || 405 || 46,09% || 0 || 0 || 0 || 0 || 0,01%

11 Maritieme zaken en visserij || 1 028 || 996 || 2 || 1 || 999 || 97,13% || 1 || 23 || 24 || 2,35% || 5 || 0 || 0 || 5 || 0,51%

12 Interne markt || 100 || 96 || 0 || 2 || 98 || 98,21% || 1 || 0 || 1 || 1,47% || 0 || 0 || 0 || 0 || 0,32%

13 Regionaal beleid || 40 549 || 40 472 || 21 || 2 || 40 495 || 99,87% || 2 || 40 || 41 || 0,10% || 12 || 0 || 0 || 12 || 0,03%

14 Belastingen en douane-unie || 143 || 139 || 0 || 2 || 141 || 98,01% || 3 || 0 || 3 || 1,78% || 0 || 0 || 0 || 0 || 0,21%

15 Onderwijs en cultuur || 2 937 || 2 422 || 0 || 297 || 2 720 || 92,58% || 217 || 0 || 217 || 7,40% || 0 || 0 || 0 || 0 || 0,02%

16 Communicatie || 280 || 271 || 0 || 3 || 274 || 97,71% || 3 || 0 || 3 || 0,96% || 4 || 0 || 0 || 4 || 1,32%

17 Gezondheidszorg en consumentenbescherming || 705 || 653 || 0 || 21 || 674 || 95,61% || 15 || 0 || 15 || 2,12% || 16 || 0 || 0 || 16 || 2,27%

18 Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht || 1 339 || 1 244 || 24 || 40 || 1 308 || 97,74% || 22 || 3 || 25 || 1,86% || 5 || 0 || 0 || 5 || 0,40%

19 Externe betrekkingen || 4 508 || 4 312 || 31 || 72 || 4 415 || 97,93% || 46 || 44 || 90 || 2,00% || 3 || 0 || 0 || 3 || 0,07%

20 Handel || 109 || 105 || 0 || 2 || 106 || 98,01% || 1 || 0 || 1 || 1,22% || 1 || 0 || 0 || 1 || 0,77%

21 Ontwikkeling en betrekkingen met de ACS-staten || 1 749 || 1 495 || 6 || 111 || 1 612 || 92,16% || 10 || 127 || 136 || 7,80% || 1 || 0 || 0 || 1 || 0,04%

22 Uitbreiding || 1 163 || 1 110 || 0 || 9 || 1 119 || 96,29% || 35 || 8 || 43 || 3,70% || 0 || 0 || 0 || 0 || 0,01%

23 Humanitaire hulp || 1 149 || 1 131 || 0 || 8 || 1 139 || 99,19% || 6 || 0 || 6 || 0,55% || 3 || 0 || 0 || 3 || 0,26%

24 Fraudebestrijding || 81 || 77 || 0 || 0 || 77 || 95,16% || 0 || 0 || 0 || 0,02% || 4 || 0 || 0 || 4 || 4,82%

25 Beleidscoördinatie en juridisch advies || 203 || 193 || 0 || 5 || 198 || 97,72% || 4 || 0 || 4 || 2,09% || 0 || 0 || 0 || 0 || 0,20%

26 Administratie van de Commissie || 1 131 || 1 020 || 0 || 61 || 1 081 || 95,61% || 47 || 0 || 47 || 4,16% || 3 || 0 || 0 || 3 || 0,23%

27 Begroting || 64 || 57 || 0 || 4 || 61 || 94,91% || 3 || 0 || 3 || 4,17% || 1 || 0 || 0 || 1 || 0,92%

28 Audit || 12 || 11 || 0 || 0 || 12 || 96,94% || 0 || 0 || 0 || 2,74% || 0 || 0 || 0 || 0 || 0,32%

29 Statistiek || 157 || 137 || 0 || 9 || 146 || 93,06% || 7 || 0 || 7 || 4,58% || 4 || 0 || 0 || 4 || 2,37%

30 Pensioenen en daarmee samenhangende uitgaven || 1 273 || 1 257 || 0 || 0 || 1 257 || 98,75% || 0 || 0 || 0 || 0,00% || 16 || 0 || 0 || 16 || 1,25%

31 Taaldiensten || 474 || 390 || 0 || 50 || 440 || 92,98% || 33 || 0 || 33 || 6,89% || 1 || 0 || 0 || 1 || 0,13%

32 Energie || 889 || 698 || 146 || 16 || 860 || 96,75% || 26 || 0 || 26 || 2,96% || 3 || 0 || 0 || 3 || 0,29%

40 Reserves || 371 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0,00% || 0 || 0 || 0 || 0,00% || 371 || 0 || 0 || 371 || 100,00%

90 Overige instellingen || 3 930 || 3 225 || 9 || 336 || 3 570 || 90,83% || 156 || 22 || 178 || 4,53% || 182 || 0 || 0 || 182 || 4,64%

Totaal || 148 681 || 141 204 || 259 || 3 108 || 144 572 || 97,24% || 3 120 || 301 || 3 420 || 2,30% || 689 || 0 || 0 || 689 || 0,46%

11. Besteding van de betalingskredieten per beleidsterrein ||

|| || || || || || || || miljoen EUR

Beleidsterrein || Toege-stane betalingskredieten || Gedane betalingen || Overgedragen kredieten || Vervallen kredieten

|| Van kredieten van het jaar || Van over-drach-ten || Bestem-mings-ontvang-sten || Totaal || % || Over-drachten van rechts-wege || Over-drach-ten bij besluit || Bestem-mingsontvangsten || Totaal || % || Van kredie-ten van het jaar || Van over-drachten || Bestemmings-ontvangsten || Totaal || %

|| 1 || 2 || 3 || 4 || 5=2+3+4 || 6=5/1 || 7 || 8 || 9 || 10=7+8+9 || 11=10/1 || 12 || 13 || 14 || 15=12+13+14 || 16=15/1

01 Economische en financiële zaken || 443 || 330 || 40 || 20 || 389 || 87,76% || 6 || 0 || 2 || 9 || 1,92% || 31 || 14 || 0 || 46 || 10,32%

02 Ondernemingen || 1 485 || 1 271 || 22 || 43 || 1 336 || 89,99% || 20 || 0 || 103 || 123 || 8,29% || 14 || 12 || 0 || 25 || 1,71%

03 Concurrentie || 104 || 85 || 7 || 2 || 94 || 90,73% || 6 || 0 || 3 || 9 || 8,53% || 0 || 1 || 0 || 1 || 0,74%

04 Werkgelegenheid en sociale zaken || 10 498 || 10 354 || 32 || 7 || 10 392 || 98,99% || 17 || 50 || 8 || 75 || 0,72% || 26 || 4 || 0 || 30 || 0,29%

05 Landbouw en plattelandsontwikkeling || 57 784 || 54 663 || 349 || 1 330 || 56 342 || 97,50% || 25 || 45 || 1 337 || 1 406 || 2,43% || 27 || 8 || 0 || 35 || 0,06%

06 Mobiliteit en vervoer || 1 217 || 1 001 || 64 || 48 || 1 114 || 91,53% || 6 || 0 || 71 || 77 || 6,33% || 25 || 1 || 0 || 26 || 2,15%

07 Milieu en klimaatactie || 379 || 307 || 14 || 10 || 332 || 87,54% || 18 || 0 || 6 || 24 || 6,33% || 21 || 2 || 0 || 23 || 6,13%

08 Onderzoek || 5 476 || 4 217 || 23 || 364 || 4 604 || 84,08% || 26 || 0 || 835 || 861 || 15,73% || 4 || 7 || 0 || 10 || 0,19%

09 Informatiemaatschappij en media || 1 741 || 1 422 || 15 || 52 || 1 489 || 85,51% || 13 || 0 || 236 || 250 || 14,35% || 1 || 2 || 0 || 2 || 0,14%

10 Eigen onderzoek || 832 || 343 || 35 || 63 || 441 || 53,01% || 44 || 0 || 341 || 384 || 46,22% || 2 || 4 || 0 || 6 || 0,77%

11 Maritieme zaken en visserij || 812 || 750 || 21 || 1 || 772 || 95,08% || 3 || 1 || 1 || 5 || 0,64% || 18 || 17 || 0 || 35 || 4,28%

12 Interne markt || 104 || 89 || 5 || 1 || 95 || 91,52% || 6 || 0 || 2 || 8 || 7,56% || 0 || 1 || 0 || 1 || 0,92%

13 Regionaal beleid || 33 052 || 32 917 || 76 || 2 || 32 995 || 99,83% || 11 || 38 || 2 || 51 || 0,16% || 4 || 1 || 0 || 5 || 0,02%

14 Belastingen en douane-unie || 133 || 114 || 7 || 1 || 123 || 92,20% || 7 || 0 || 3 || 9 || 7,03% || 0 || 1 || 0 || 1 || 0,77%

15 Onderwijs en cultuur || 2 725 || 2 126 || 15 || 273 || 2 414 || 88,62% || 15 || 0 || 290 || 305 || 11,21% || 0 || 5 || 0 || 5 || 0,18%

16 Communicatie || 279 || 246 || 11 || 2 || 259 || 92,61% || 14 || 0 || 3 || 17 || 6,09% || 2 || 2 || 0 || 4 || 1,30%

17 Gezondheidszorg en consumentenbescherming || 659 || 572 || 31 || 20 || 623 || 94,40% || 11 || 0 || 16 || 27 || 4,07% || 5 || 5 || 0 || 10 || 1,53%

18 Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht || 1 014 || 876 || 25 || 43 || 944 || 93,10% || 8 || 0 || 31 || 40 || 3,95% || 24 || 6 || 0 || 30 || 2,95%

19 Externe betrekkingen || 3 462 || 3 243 || 12 || 59 || 3 313 || 95,72% || 10 || 6 || 50 || 66 || 1,91% || 51 || 32 || 0 || 82 || 2,37%

20 Handel || 113 || 99 || 4 || 1 || 104 || 92,51% || 4 || 2 || 2 || 8 || 6,69% || 0 || 1 || 0 || 1 || 0,80%

21 Ontwikkeling en betrekkingen met de ACS-staten || 1 583 || 1 393 || 11 || 108 || 1 513 || 95,54% || 16 || 17 || 11 || 43 || 2,73% || 7 || 20 || 0 || 27 || 1,74%

22 Uitbreiding || 970 || 914 || 3 || 10 || 928 || 95,63% || 4 || 0 || 34 || 38 || 3,95% || 0 || 4 || 0 || 4 || 0,43%

23 Humanitaire hulp || 1 090 || 1 054 || 5 || 9 || 1 068 || 97,96% || 6 || 0 || 3 || 10 || 0,90% || 12 || 0 || 0 || 12 || 1,14%

24 Fraudebestrijding || 83 || 66 || 5 || 0 || 71 || 85,96% || 6 || 1 || 0 || 7 || 8,93% || 3 || 2 || 0 || 4 || 5,11%

25 Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie || 221 || 178 || 15 || 4 || 197 || 89,07% || 15 || 0 || 5 || 21 || 9,28% || 0 || 3 || 0 || 4 || 1,65%

26 Administratie van de Commissie || 1 274 || 893 || 122 || 47 || 1 063 || 83,45% || 130 || 2 || 65 || 196 || 15,37% || 3 || 12 || 0 || 15 || 1,18%

27 Begroting || 73 || 49 || 8 || 3 || 60 || 82,01% || 8 || 0 || 4 || 12 || 16,29% || 1 || 1 || 0 || 1 || 1,71%

28 Audit || 13 || 11 || 1 || 0 || 12 || 91,58% || 1 || 0 || 0 || 1 || 7,29% || 0 || 0 || 0 || 0 || 1,13%

29 Statistiek || 159 || 125 || 5 || 4 || 134 || 84,26% || 5 || 0 || 14 || 19 || 12,19% || 4 || 2 || 0 || 6 || 3,55%

30 Pensioenen en daarmee samenhangende uitgaven || 1 273 || 1 257 || 0 || 0 || 1 257 || 98,75% || 0 || 0 || 0 || 0 || 0,00% || 16 || 0 || 0 || 16 || 1,25%

31 Taaldiensten || 501 || 373 || 25 || 43 || 442 || 88,11% || 17 || 0 || 39 || 56 || 11,23% || 1 || 3 || 0 || 3 || 0,67%

32 Energie || 1 087 || 934 || 14 || 16 || 963 || 88,63% || 6 || 0 || 39 || 44 || 4,08% || 78 || 2 || 0 || 79 || 7,28%

40 Reserves || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0,00% || 0 || 0 || 0 || 0 || 0,00% || 0 || 0 || 0 || 0 || 0,00%

90 Overige instellingen || 4 321 || 2 873 || 330 || 308 || 3 512 || 81,27% || 351 || 22 || 192 || 565 || 13,07% || 182 || 58 || 5 || 245 || 5,66%

Totaal || 134 960 || 125 145 || 1 352 || 2 898 || 129 395 || 95,88% || 835 || 185 || 3 748 || 4 768 || 3,53% || 562 || 230 || 5 || 797 || 0,59%

12. Ontwikkeling van de nog betaalbaar te stellen vastleggingen per beleidsterrein ||

miljoen EUR ||

|| Aan het einde van het vorige jaar nog betaalbaar te stellen vastleggingen || Vastleggingen van het jaar ||

Beleidsterrein || Van vorig jaar overgedra-gen vastleg-gingen || Vrijmakingen/herwaarde-ringen/annu-leringen || Betalingen || Aan het einde van het jaar nog te betaalbaar te stellen vastleggingen || Vastleggingen tijdens het jaar || Betalingen || Annulering van niet-overdraag-bare vastleggingen || Aan het einde van het jaar nog te betaalbaar te stellen vastleggingen || Totaal aan het einde van het jaar nog betaalbaar te stellen vastleggin-gen

01 Economische en financiële zaken || 581 || (24) || (175) || 382 || 414 || (214) || 0 || 200 || 582

02 Ondernemingen || 2 414 || (36) || (963) || 1 415 || 1 113 || (373) || 0 || 740 || 2 155

03 Concurrentie || 8 || (1) || (7) || 0 || 94 || (87) || 0 || 7 || 7

04 Werkgelegenheid en sociale zaken || 28 673 || (250) || (9 999) || 18 424 || 11 638 || (394) || 0 || 11 245 || 29 669

05 Landbouw en plattelandsontwikkeling || 20 197 || (76) || (10 833) || 9 288 || 58 579 || (45 509) || 0 || 13 070 || 22 358

06 Mobiliteit en vervoer || 2 468 || (154) || (894) || 1 420 || 1 609 || (220) || 0 || 1 389 || 2 809

07 Milieu en klimaatactie || 783 || (30) || (199) || 554 || 478 || (133) || 0 || 344 || 898

08 Onderzoek || 8 222 || (147) || (2 910) || 5 165 || 5 730 || (1 694) || (2) || 4 035 || 9 200

09 Informatiemaatschappij en media || 2 157 || (35) || (767) || 1 355 || 1 637 || (722) || 0 || 914 || 2 269

10 Eigen onderzoek || 163 || (12) || (93) || 58 || 474 || (348) || 0 || 125 || 184

11 Maritieme zaken en visserij || 1 877 || (42) || (521) || 1 314 || 999 || (251) || 0 || 748 || 2 062

12 Interne markt || 20 || (1) || (16) || 3 || 98 || (80) || 0 || 19 || 22

13 Regionaal beleid || 101 474 || (561) || (31 994) || 68 919 || 40 495 || (1 001) || 0 || 39 494 || 108 413

14 Belastingen en douane-unie || 76 || (2) || (51) || 22 || 141 || (71) || 0 || 69 || 92

15 Onderwijs en cultuur || 1 698 || (82) || (707) || 909 || 2 720 || (1 708) || 0 || 1 012 || 1 921

16 Communicatie || 123 || (16) || (83) || 24 || 274 || (176) || 0 || 98 || 122

17 Gezondheidszorg en consumentenbescherming || 724 || (58) || (312) || 355 || 674 || (311) || 0 || 363 || 718

18 Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht || 1 282 || (51) || (267) || 964 || 1 308 || (678) || 0 || 631 || 1 595

19 Externe betrekkingen || 9 380 || (249) || (2 229) || 6 901 || 4 415 || (1 085) || 0 || 3 330 || 10 232

20 Handel || 19 || (1) || (12) || 6 || 106 || (93) || 0 || 13 || 20

21 Ontwikkeling en betrekkingen met de ACS-staten || 3 276 || (94) || (971) || 2 211 || 1 612 || (542) || 0 || 1 070 || 3 281

22 Uitbreiding || 2 766 || (93) || (766) || 1 907 || 1 119 || (162) || 0 || 957 || 2 864

23 Humanitaire hulp || 621 || (24) || (369) || 229 || 1 139 || (699) || 0 || 441 || 670

24 Fraudebestrijding || 32 || (4) || (16) || 12 || 77 || (56) || 0 || 22 || 34

25 Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie || 20 || (3) || (17) || 1 || 198 || (180) || 0 || 18 || 19

26 Administratie van de Commissie || 179 || (14) || (156) || 10 || 1 081 || (907) || 0 || 174 || 184

27 Begroting || 8 || (1) || (8) || 0 || 61 || (52) || 0 || 9 || 9

28 Audit || 1 || 0 || (1) || 0 || 12 || (11) || 0 || 1 || 1

29 Statistiek || 108 || (5) || (50) || 53 || 146 || (84) || 0 || 62 || 115

30 Pensioenen en daarmee samenhangende uitgaven || 0 || 0 || 0 || 0 || 1 257 || (1257) || 0 || 0 || 0

31 Taaldiensten || 28 || (3) || (25) || 0 || 440 || (417) || 0 || 24 || 24

32 Energie || 4 672 || (47) || (820) || 3 805 || 860 || (143) || 0 || 717 || 4 522

90 Overige instellingen || 344 || (2) || (330) || 12 || 3 570 || (3 181) || (3) || 385 || 397

Totaal || 194 395 || (2 120) || (66 559) || 125 717 || 144 572 || (62 836) || (9) || 81 727 || 207 443

13. SAMENSTELLING VAN DE NOG BETAALBAAR TE STELLEN VASTLEGGINGEN NAAR JAAR VAN OORSPRONG PER BELEIDSTERREIN ||

|| || || || || || || || miljoen EUR ||

Beleidsterrein || <2005 || 2005 || 2006 || 2007 || 2008 || 2009 || 2010 || 2011 || Totaal

01 Economische en financiële zaken || 0 || 11 || 43 || 10 || 5 || 113 || 200 || 200 || 582

02 Ondernemingen || 9 || 9 || 10 || 27 || 179 || 222 || 959 || 740 || 2 155

03 Concurrentie || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 7 || 7

04 Werkgelegenheid en sociale zaken || 109 || 333 || 2 029 || 62 || 984 || 5 209 || 9 697 || 11 245 || 29 669

05 Landbouw en plattelandsontwikkeling || 6 || 1 || 631 || 0 || 30 || 828 || 7 790 || 13 070 || 22 358

06 Mobiliteit en vervoer || 24 || 21 || 45 || 161 || 152 || 400 || 618 || 1 389 || 2 809

07 Milieu en klimaatactie || 3 || 13 || 23 || 78 || 111 || 156 || 172 || 344 || 898

08 Onderzoek || 157 || 96 || 204 || 370 || 736 || 1 413 || 2 189 || 4 035 || 9 200

09 Informatiemaatschappij en media || 12 || 13 || 20 || 75 || 196 || 363 || 676 || 914 || 2 269

10 Eigen onderzoek || 0 || 1 || 5 || 2 || 11 || 15 || 24 || 125 || 184

11 Maritieme zaken en visserij || 33 || 18 || 275 || 10 || 28 || 302 || 649 || 748 || 2 062

12 Interne markt || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 3 || 19 || 22

13 Regionaal beleid || 681 || 579 || 8 004 || 159 || 5 532 || 20 317 || 33 647 || 39 494 || 108 413

14 Belastingen en douane-unie || 0 || 0 || 0 || 0 || 2 || 5 || 16 || 69 || 92

15 Onderwijs en cultuur || 4 || 3 || 4 || 78 || 177 || 238 || 405 || 1 012 || 1 921

16 Communicatie || 0 || 0 || 0 || 0 || 1 || 3 || 20 || 98 || 122

17 Gezondheidszorg en consumentenbescherming || 11 || 2 || 10 || 14 || 50 || 92 || 175 || 363 || 718

18 Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht || 1 || 9 || 7 || 57 || 142 || 345 || 403 || 631 || 1 595

19 Externe betrekkingen || 406 || 135 || 421 || 750 || 1 149 || 1 658 || 2 382 || 3 330 || 10 232

20 Handel || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 2 || 4 || 13 || 20

21 Ontwikkeling en betrekkingen met de ACS-staten || 118 || 87 || 118 || 145 || 344 || 586 || 812 || 1 070 || 3 281

22 Uitbreiding || 45 || 42 || 116 || 185 || 385 || 453 || 682 || 957 || 2 864

23 Humanitaire hulp || 0 || 0 || 1 || 2 || 12 || 41 || 172 || 441 || 670

24 Fraudebestrijding || 0 || 0 || 0 || 1 || 1 || 3 || 6 || 22 || 34

25 Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 1 || 18 || 19

26 Administratie van de Commissie || 0 || 0 || 0 || 0 || 1 || 0 || 9 || 174 || 184

27 Begroting || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 9 || 9

28 Audit || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 1 || 1

29 Statistiek || 2 || 1 || 3 || 3 || 2 || 10 || 31 || 62 || 115

30 Pensioenen en daarmee samenhangende uitgaven || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0

31 Taaldiensten || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 24 || 24

32 Energie || 42 || 28 || 56 || 55 || 216 || 1 545 || 1 863 || 717 || 4 522

90 Overige instellingen || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 12 || 385 || 397

Totaal || 1 661 || 1 401 || 12 024 || 2 247 || 10 446 || 34 319 || 63 618 || 81 727 || 207 443

14. OVERZICHT VAN DE UITVOERING VAN DE ONTVANGSTENZIJDE VAN DE BEGROTING PER INSTELLING ||

|| || || || || || || || miljoen EUR

Instelling || Inkomstenkredieten || Vastgestelde rechten || Ontvangsten || Ontvangsten als || Nog te ontvangen

|| Oorspron-kelijk || Definitief || Lopend jaar || Overge-dragen || Totaal || Op rechten van lopend jaar || Op overgedragen rechten || Totaal || % van begroting ||

Europees Parlement || 125 || 125 || 170 || 29 || 200 || 169 || 4 || 173 || 139,02% || 26

Europese Raad en Raad || 49 || 49 || 121 || 8 || 129 || 111 || 7 || 118 || 240,35% || 11

Commissie || 126 236 || 126 436 || 128 119 || 14 535 || 142 654 || 127 697 || 1 615 || 129 312 || 102,27% || 13 342

Hof van Justitie || 44 || 44 || 45 || 0 || 45 || 44 || 0 || 44 || 102,26% || 0

Rekenkamer || 21 || 21 || 20 || 0 || 20 || 20 || 0 || 20 || 94,14% || 0

Economisch en Sociaal Comité || 11 || 11 || 16 || 0 || 16 || 16 || 0 || 16 || 138,47% || 0

Comité van de Regio's || 8 || 8 || 21 || 0 || 21 || 21 || 0 || 21 || 262,06% || 0

Europese Ombudsman || 1 || 1 || 1 || 0 || 1 || 1 || 0 || 1 || 99,52% || 0

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming || 1 || 1 || 1 || 0 || 1 || 1 || 0 || 1 || 69,15% || 0

Europese Dienst voor extern optreden || 32 || 32 || 295 || 0 || 295 || 295 || 0 || 295 || 917,61% || 0

Totaal || 126 527 || 126 727 || 128 808 || 14 572 || 143 380 || 128 374 || 1 626 || 130 000 || 102,58% || 13 380

15. Besteding van de vastleggings- en betalingskredieten per instelling ||

Vastleggingskredieten ||

|| || || || || || || || miljoen EUR

Instelling || Toegestane vastleggings-kredieten || Gedane vastleggingen || Overgedragen kredieten || Vervallen kredieten

Van kredie-ten van het jaar || Van over-drach-ten || Van bestem-mings-ontvang-sten || Totaal || % || Van bestem-mingsontvangsten || Over-drachten bij besluit || Totaal || % || Van begro-tingskredieten van het jaar || Van overdrachten || Bestem-mingsontvangsten || Totaal || %

|| 1 || 2 || 3 || 4 || 5=2+3+4 || 6=5/1 || 7 || 8 || 9=7+8 || 10=9/1 || 11 || 12 || 13 || 14=11+12+13 || 15=14/1

Europees Parlement || 1 820 || 1 570 || 9 || 24 || 1 603 || 88,11% || 101 || 22 || 123 || 6,74% || 94 || 0 || 0 || 94 || 5,15%

Europese Raad en Raad || 647 || 507 || 0 || 47 || 554 || 85,51% || 37 || 0 || 37 || 5,77% || 56 || 0 || 0 || 56 || 8,71%

Commissie || 144 751 || 137 979 || 250 || 2 772 || 141 002 || 97,41% || 2 964 || 279 || 3 242 || 2,24% || 507 || 0 || 0 || 507 || 0,35%

Hof van Justitie || 344 || 336 || 0 || 2 || 338 || 98,11% || 1 || 0 || 1 || 0,34% || 5 || 0 || 0 || 5 || 1,55%

Rekenkamer || 145 || 134 || 0 || 0 || 135 || 92,81% || 0 || 0 || 0 || 0,30% || 10 || 0 || 0 || 10 || 6,89%

Economisch en Sociaal Comité || 132 || 123 || 0 || 3 || 125 || 95,20% || 0 || 0 || 0 || 0,30% || 6 || 0 || 0 || 6 || 4,50%

Comité van de Regio's || 96 || 82 || 0 || 12 || 94 || 97,76% || 0 || 0 || 0 || 0,02% || 2 || 0 || 0 || 2 || 2,22%

Europese Ombudsman || 9 || 9 || 0 || 0 || 9 || 92,54% || 0 || 0 || 0 || 0,00% || 1 || 0 || 0 || 1 || 7,46%

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming || 8 || 7 || 0 || 0 || 7 || 89,31% || 0 || 0 || 0 || 0,00% || 1 || 0 || 0 || 1 || 10,69%

Europese Dienst voor extern optreden || 729 || 457 || 0 || 249 || 706 || 96,82% || 16 || 0 || 16 || 2,19% || 7 || 0 || 0 || 7 || 0,99%

Totaal || 148 681 || 141 204 || 259 || 3 108 || 144 572 || 97,24% || 3 120 || 301 || 3 420 || 2,30% || 689 || 0 || 0 || 689 || 0,46%

|| || || || || || ||

Betalingskredieten ||

|| || || || || || || miljoen EUR

Instelling || Toegestane betalings-kredieten || Gedane betalingen || Overgedragen kredieten || Vervallen kredieten

Van kredie-ten van het jaar || Van overdrachten || Van bestem-mingsontvangsten || Totaal || % || Over-drachten van rechts-wege || Over-drachten bij besluit || Van bestem-mingsontvangsten || Totaal || % || Van kredie-ten van het jaar || Van over-drachten || Bestem-mingsontvangsten || Totaal || %

|| 1 || 2 || 3 || 4 || 5=2+3+4 || 6=5/1 || 7 || 8 || 9 || 10=7+8+9 || 11=10/1 || 12 || 13 || 14 || 15=12+13+14 || 16=15/1

Europees Parlement || 2 060 || 1 348 || 207 || 25 || 1 580 || 76,72% || 223 || 22 || 109 || 353 || 17,14% || 94 || 33 || 0 || 126 || 6,14%

Europese Raad en Raad || 699 || 465 || 40 || 41 || 547 || 78,26% || 41 || 0 || 44 || 86 || 12,29% || 56 || 10 || 0 || 66 || 9,45%

Commissie || 130 639 || 122 272 || 1 021 || 2 590 || 125 883 || 96,36% || 484 || 163 || 3 557 || 4 203 || 3,22% || 380 || 172 || 0 || 552 || 0,42%

Hof van Justitie || 361 || 318 || 15 || 2 || 334 || 92,62% || 18 || 0 || 1 || 19 || 5,36% || 5 || 2 || 0 || 7 || 2,02%

Rekenkamer || 161 || 121 || 15 || 0 || 137 || 84,64% || 13 || 0 || 0 || 14 || 8,41% || 10 || 1 || 0 || 11 || 6,95%

Economisch en Sociaal Comité || 142 || 115 || 7 || 3 || 126 || 88,83% || 7 || 0 || 1 || 8 || 5,71% || 6 || 2 || 0 || 8 || 5,46%

Comité van de Regio's || 103 || 73 || 6 || 12 || 91 || 88,39% || 9 || 0 || 0 || 9 || 8,51% || 2 || 1 || 0 || 3 || 3,10%

Europese Ombudsman || 10 || 8 || 0 || 0 || 9 || 85,89% || 1 || 0 || 0 || 1 || 6,55% || 1 || 0 || 0 || 1 || 7,56%

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming || 9 || 6 || 1 || 0 || 7 || 74,86% || 1 || 0 || 0 || 1 || 10,49% || 1 || 1 || 0 || 1 || 14,65%

Europese Dienst voor extern optreden || 777 || 419 || 38 || 225 || 682 || 87,80% || 38 || 0 || 36 || 74 || 9,56% || 7 || 9 || 5 || 21 || 2,65%

Totaal || 134 960 || 125 145 || 1 352 || 2 898 || 129 395 || 95,88% || 835 || 185 || 3 748 || 4 768 || 3,53% || 562 || 230 || 5 || 797 || 0,59%

|| 16. Inkomsten agentschap: begrotingsramingen, vastgestelde rechten en ontvangen bedragen || miljoen EUR ||

Agentschap || Begrotingsraming || Vastgestelde rechten || Ontvan-gen bedragen || Nog te ontvangen || Financiering van de Commissie (beleidsterrein)

Europees Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators || 4 || 4 || 4 || 0 || 06

Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart || 139 || 111 || 111 || 0 || 06

Frontex || 118 || 119 || 119 || 0 || 18

Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding || 19 || 19 || 18 || 1 || 15

Europese Politieacademie || 8 || 9 || 9 || 0 || 18

Europees Chemicaliënagentschap || 35 || 38 || 38 || 0 || 02

Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding || 57 || 57 || 57 || 0 || 17

Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving || 16 || 16 || 16 || 0 || 18

Europese Bankautoriteit || 13 || 13 || 13 || 0 || 12

Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen || 11 || 9 || 9 || 0 || 12

Europees Milieuagentschap || 62 || 45 || 44 || 0 || 07

Europol || 85 || 85 || 85 || 0 || 18

Europese Autoriteit voor effecten en markten || 17 || 17 || 17 || 0 || 12

Communautair Bureau voor visserijcontrole || 12 || 12 || 12 || 0 || 11

Europese Autoriteit voor voedselveiligheid || 76 || 76 || 76 || 0 || 17

Europees Genderinstituut || 8 || 8 || 8 || 0 || 04

Europees GNSS-toezichtautoriteit || 8 || 39 || 39 || 0 || 06

Fusion for Energy || 242 || 279 || 243 || 36 || 08

Eurojust || 32 || 31 || 31 || 0 || 18

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid || 57 || 53 || 53 || 0 || 06

Harmonisatiebureau voor de interne markt || 166 || 176 || 176 || 0 || 12

Europees Geneesmiddelenbureau || 209 || 220 || 199 || 21 || 17

Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging || 8 || 8 || 8 || 0 || 09

Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie || 1 || 1 || 1 || 0 || 09

Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten || 22 || 22 || 22 || 0 || 18

Europees Spoorwegbureau || 26 || 25 || 25 || 0 || 06

Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk || 15 || 15 || 15 || 0 || 04

Europees Instituut voor innovatie en technologie || 16 || 10 || 10 || 0 || 15

Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie || 51 || 47 || 43 || 4 || 15

Europese Stichting voor opleiding || 20 || 20 || 20 || 0 || 15

Communautair Bureau voor plantenrassen || 13 || 13 || 13 || 0 || 17

Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden || 21 || 21 || 21 || 0 || 04

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur || 50 || 50 || 50 || 0 || 15

Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie || 16 || 16 || 16 || 0 || 06

Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad || 36 || 36 || 36 || 0 || 08

Uitvoerend Agentschap Onderzoek || 39 || 39 || 39 || 0 || 08

Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en consumenten || 7 || 7 || 7 || 0 || 17

Uitvoerend Agentschap voor het trans-Europees vervoersnetwerk || 10 || 10 || 10 || 0 || 06

Totaal || 1 744 || 1 773 || 1 710 || 63 ||

|| || || miljoen EUR

Soort ontvangst || Begrotings-raming || Vastge-stelde rechten || Ontvangen bedragen || Nog te ontvangen

Subsidies van de Commissie || 1 119 || 1 137 || 1 137 || 0

Inkomsten uit heffingen || 441 || 457 || 437 || 19

Overige baten || 184 || 180 || 136 || 44

Totaal || 1 744 || 1 773 || 1 710 || 63

|| 17. vastleggings- en betalingskredieten per agentschap ||

|| || miljoen EUR ||

Agentschap || Vastleggingskredieten || Betalingskredieten

Kredie-ten || Gedane vastleg-gingen || Overge-dragen || Kredie-ten || Gedane betalingen || Overge-dragen

Europees Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators || 5 || 3 || 0 || 6 || 4 || 1

Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart || 150 || 122 || 26 || 162 || 103 || 55

Frontex || 121 || 119 || 0 || 145 || 100 || 39

Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding || 21 || 21 || 0 || 21 || 18 || 2

Europese Politieacademie || 10 || 10 || 0 || 11 || 8 || 2

Europees Chemicaliënagentschap || 93 || 89 || 0 || 105 || 85 || 15

Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding || 57 || 55 || 0 || 72 || 58 || 11

Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving || 17 || 16 || 0 || 17 || 16 || 1

Europese Bankautoriteit || 13 || 9 || 0 || 13 || 7 || 2

Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen || 11 || 7 || 0 || 11 || 6 || 0

Europees Milieuagentschap || 71 || 46 || 25 || 75 || 43 || 31

Europol || 87 || 82 || 0 || 107 || 84 || 17

Europese Autoriteit voor effecten en markten || 17 || 13 || 0 || 17 || 11 || 2

Communautair Bureau voor visserijcontrole || 13 || 13 || 0 || 13 || 12 || 1

Europese Autoriteit voor voedselveiligheid || 78 || 77 || 0 || 87 || 72 || 13

Europees Genderinstituut || 8 || 7 || 0 || 10 || 5 || 3

Europees GNSS-toezichtautoriteit || 77 || 33 || 44 || 56 || 21 || 34

Fusion for Energy || 649 || 647 || 1 || 298 || 255 || 40

Eurojust || 35 || 31 || 2 || 41 || 31 || 7

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid || 58 || 55 || 1 || 59 || 50 || 2

Harmonisatiebureau voor de interne markt || 387 || 151 || 0 || 422 || 149 || 32

Europees Geneesmiddelenbureau || 212 || 202 || 3 || 254 || 205 || 39

Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging || 8 || 8 || 0 || 10 || 9 || 1

Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie || 1 || 1 || 0 || 1 || 1 || 0

Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten || 21 || 20 || 1 || 28 || 21 || 7

Europees Spoorwegbureau || 26 || 25 || 0 || 32 || 26 || 4

Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk || 16 || 14 || 1 || 20 || 14 || 4

Europees Instituut voor innovatie en technologie || 26 || 24 || 0 || 16 || 7 || 5

Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie || 51 || 42 || 0 || 55 || 43 || 4

Europese Stichting voor opleiding || 21 || 20 || 0 || 21 || 20 || 1

Communautair Bureau voor plantenrassen || 14 || 13 || 0 || 14 || 12 || 0

Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden || 21 || 20 || 0 || 24 || 20 || 4

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur || 50 || 50 || 0 || 56 || 50 || 6

Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie || 16 || 15 || 0 || 18 || 15 || 1

Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad || 36 || 35 || 0 || 37 || 34 || 2

Uitvoerend Agentschap Onderzoek || 39 || 38 || 0 || 43 || 37 || 3

Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en consumenten || 7 || 7 || 0 || 8 || 7 || 1

Uitvoerend Agentschap voor het trans-Europees vervoersnetwerk || 10 || 10 || 0 || 11 || 10 || 1

Totaal || 2 553 || 2 149 || 107 || 2 397 || 1 670 || 394

Soort uitgave || Vastleggingskredieten || Betalingskredieten ||

Kredieten || Gedane vastleg-gingen || Overge-dragen || Kredieten || Gedane betalingen || Overge-dragen

Personeel || 757 || 727 || 4 || 773 || 720 || 21

Administratieve uitgaven || 274 || 260 || 4 || 361 || 265 || 76

Beleidsuitgaven || 1 522 || 1 162 || 99 || 1 263 || 684 || 297

Totaal || 2 553 || 2 149 || 107 || 2 397 || 1 670 || 394

18. BEGROTINGSRESULTAAT MET INBEGRIP VAN DE AGENTSCHAPPEN || miljoen EUR ||

|| || EUROPESE UNIE || AGENT-SCHAPPEN || Uitsluiting van de subsidies voor de agent-schappen || TOTAAL

|| Ontvangsten van het begrotingsjaar || 130 000 || 1 710 || (1 137) || 130 573

|| Betalingen uit de kredieten van het lopende jaar || (128 043) || (1 451) || 1 137 || (128 357)

|| Betalingskredieten overgedragen naar jaar N+1 || (1 020) || (394) || 0 || (1 413)

|| Niet-bestede overdrachten van jaar N-1 die zijn geannuleerd || 457 || 167 || 0 || 624

|| Wisselkoersverschillen voor het jaar || 97 || (2) || 0 || 96

|| Begrotingsresultaat || 1 492 || 31 || 0 || 1 523

Toelichtingen bij de geconsolideerde verslagen over de uitvoering van de begroting

1. BEGROTINGSBEGINSELEN, -STRUCTUUR EN -KREDIETEN

2. TOELICHTING BIJ DE GECONSOLIDEERDE VERSLAGEN OVER DE UITVOERING VAN DE BEGROTING

1. BEGROTINGSBEGINSELEN, -STRUCTUUR EN -KREDIETEN

1.1    RECHTSGRONDSLAG EN HET FINANCIEEL REGLEMENT

De begrotingsboekhouding wordt gevoerd overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 (PB L 248 van 16 september 2002) houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Unie en Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van dit Financieel Reglement. De algemene begroting, het voornaamste instrument van het financiële beleid van de Unie, is het besluit waarbij elk jaar de ontvangsten en uitgaven van de Unie worden geraamd en toegestaan.

Elk jaar maakt de Commissie voor het komende jaar een raming op van de ontvangsten en uitgaven van alle instellingen en stelt zij een ontwerpbegroting op die zij bij de begrotingsautoriteit indient. Op basis van deze ontwerpbegroting stelt de Raad zijn standpunt vast, waarover de twee takken van de begrotingsautoriteit vervolgens onderhandelen. De vaststelling van het gemeenschappelijk ontwerp wordt geconstateerd door de voorzitter van het Parlement, die daarmee de begroting uitvoerbaar maakt. De uitvoering van de begroting is een opdracht die vooral toevalt aan de Commissie.

1.2      BEGROTINGSBEGINSELEN

De algemene begroting van de Europese Unie is onderworpen aan verschillende basisbeginselen:

– eenheid en begrotingswaarachtigheid: alle uitgaven en ontvangsten moeten tezamen in een enkel begrotingsdocument worden opgenomen en in een begrotingsonderdeel worden opgevoerd. De uitgaven mogen de toegestane kredieten niet overschrijden;

– universaliteit: dit beginsel behelst twee regels:

– onbestemdheid, hetgeen betekent dat de ontvangsten niet mogen worden bestemd voor welbepaalde uitgaven (alle ontvangsten dekken alle uitgaven);

– niet-compensatie, hetgeen betekent dat de ontvangsten en uitgaven voor het volle bedrag in de begroting moeten worden opgenomen en niet met elkaar mogen worden verrekend;

– jaarperiodiciteit: de kredieten worden toegestaan voor de duur van één begrotingsjaar en moeten dus tijdens dat begrotingsjaar worden gebruikt;

– evenwicht: de begroting omvat hetzelfde bedrag aan ontvangsten als aan uitgaven (de geraamde ontvangsten zijn gelijk aan de betalingskredieten);

– specialiteit: elk krediet heeft een bepaalde bestemming en moet voor dat doel worden gebruikt;

– rekeneenheid: de begroting wordt in euro opgesteld en uitgevoerd, alsook de rekening;

– goed financieel beheer: de begrotingskredieten worden aangewend volgens het beginsel van goed financieel beheer, dat zuinigheid, efficiëntie en doeltreffendheid inhoudt;

– transparantie: de begroting en de gewijzigde begrotingen, alsook de definitieve rekening worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

1.3      STRUCTUUR VAN DE BEGROTING

De begroting omvat:

(a) een algemene staat van ontvangsten;

(b) afdelingen, verdeeld in staten van ontvangsten en uitgaven van elke instelling: afdeling I: Parlement; afdeling II: Raad; afdeling III: Commissie; afdeling IV: Hof van Justitie; afdeling V: Rekenkamer; afdeling VI: Economisch en Sociaal Comité; afdeling VII: Comité van de Regio's; afdeling VIII: Ombudsman; afdeling IX: Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming; afdeling X: Europese Dienst voor extern optreden.

De ontvangsten en uitgaven van elke instelling worden verdeeld in titels, hoofdstukken, artikelen en posten, naargelang van hun aard of bestemming.

1.4      STRUCTUUR VAN DE BEGROTINGSBOEKHOUDING

1.4.1   Algemeen overzicht

Alleen de begroting van de Commissie bestaat uit administratieve kredieten en beleidskredieten. De overige instellingen hebben alleen administratieve kredieten. De begroting onderscheidt nog twee soorten kredieten: niet-gesplitste en gesplitste kredieten.

Niet-gesplitste kredieten zijn bestemd voor de financiering van acties die beperkt zijn tot het jaar (en voldoen aan het jaarperiodiciteitsbeginsel). Zij omvatten alle administratieve onderdelen van de afdeling van de Commissie van de begroting en alle andere afdelingen in hun geheel, ELGF-kredieten die alleen op het jaar betrekking hebben en bepaalde technische kredieten (terugbetalingen, verstrekte of opgenomen leningen enz.). Het bedrag van de vastleggingskredieten is bij de niet-gesplitste kredieten hetzelfde als dat van de betalingskredieten.

De gesplitste kredieten zijn ingevoerd om het jaarperiodiciteitsbeginsel te verzoenen met het beheer van meerjarenacties. Gesplitste kredieten dienen ter dekking van meerjarenacties en omvatten alle andere kredieten in alle hoofdstukken behalve hoofdstuk 1 van de afdeling van de Commissie. De gesplitste kredieten bestaan uit vastleggingskredieten en betalingskredieten:

– vastleggingskredieten: dekken de totale kosten van de juridische verbintenissen die in het begrotingsjaar zijn aangegaan voor maatregelen waarvan de tenuitvoerlegging zich over verschillende begrotingsjaren uitstrekt. Vastleggingen voor acties waarvan de tenuitvoerlegging zich over meer dan een begrotingsjaar uitstrekt, mogen echter volgens artikel 76, lid 3, van het Financieel Reglement in jaartranches worden verdeeld wanneer het basisbesluit daarin voorziet;

– betalingskredieten: dekken de uitgaven die voortvloeien uit de nakoming van de verplichtingen die in het begrotingsjaar en/of in vorige begrotingsjaren zijn aangegaan.

1.4.2   Herkomst van de kredieten

De belangrijkste bron van kredieten is de EU-begroting van het lopende jaar. Daarnaast bestaan nog andere soorten kredieten die voortvloeien uit de bepalingen van het Financieel Reglement. Het gaat om kredieten die afkomstig zijn van vorige begrotingsjaren of uit externe bronnen.

– De oorspronkelijke begrotingskredieten die voor het lopende jaar zijn goedgekeurd, kunnen worden aangevuld met overschrijvingen tussen begrotingsonderdelen overeenkomstig de regels die zijn vastgesteld in de artikelen 22 tot en met 24 van het Financieel Reglement, en door gewijzigde begrotingen (overeenkomstig de artikelen 37 en 38 van het Financieel Reglement).

– De huidige begroting wordt ook aangevuld met van het vorige jaar overgedragen kredieten of wederopgevoerde kredieten. Dit zijn: i) niet-gesplitste betalingskredieten die van rechtswege uitsluitend naar het volgende begrotingsjaar kunnen worden overgedragen overeenkomstig artikel 9, lid 4, van het Financieel Reglement; ii) bij besluit van de instellingen overgedragen kredieten in een van de twee volgende gevallen: de voorbereidende stadia zijn beëindigd (artikel 9, lid 2, onder a), van het Financieel Reglement) of de rechtsgrondslag is laat in het jaar goedgekeurd (artikel 9, lid 2, onder b)). Zowel vastleggings- als betalingskredieten kunnen worden overgedragen (artikel 9, lid 3), en iii) naar aanleiding van vrijmakingen wederopgevoerde kredieten. Hierbij gaat het om vastleggingskredieten met betrekking tot de structuurfondsen die opnieuw in de begroting worden opgenomen nadat zij zijn vrijgemaakt. Deze wederopvoering geschiedt bij wijze van uitzondering indien de Commissie een fout heeft begaan of het bedrag onmisbaar blijkt voor de uitvoering van het programma (artikel 157 van het Financieel Reglement).

– Bestemmingsontvangsten, die bestaan uit: i) terugbetalingen die bestemd zijn voor het begrotingsonderdeel ten laste waarvan de oorspronkelijke uitgave kwam en die onbeperkt kunnen worden overgedragen; ii) EVA-kredieten: de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte voorziet in een financiële deelneming van haar leden aan bepaalde activiteiten in de EU‑begroting. De betrokken begrotingsonderdelen en de uitgetrokken bedragen worden gepubliceerd in bijlage III bij de EU-begroting. De betrokken onderdelen worden verhoogd met de EVA-bijdrage. De kredieten die aan het einde van het jaar niet zijn gebruikt, worden geannuleerd en aan de EER-landen terugbetaald; iii) ontvangsten van derden/andere landen die met de Europese Unie overeenkomsten hebben gesloten die voorzien in een financiële deelneming in EU-activiteiten: de in verband hiermee ontvangen bedragen worden beschouwd als van derden afkomstige ontvangsten en zijn bestemd voor de desbetreffende begrotingsonderdelen (vaak op het gebied van onderzoek). Deze kunnen onbeperkt worden overgedragen (artikel 10 en artikel 18, lid 1, onder a) en d), van het Financieel Reglement); iv) werken voor derden: in het kader van hun onderzoeksactiviteiten kunnen de EU-onderzoekscentra werkzaamheden verrichten voor externe organisaties (artikel 161, lid 2, van het Financieel Reglement). Zoals de ontvangsten van derden zijn de werken voor derden voor bepaalde begrotingsonderdelen bestemd en kunnen zij onbeperkt worden overdragen (artikel 10 en artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement), en v) na terugbetaling van vooruitbetalingen wederopgevoerde kredieten. Het gaat om EU-middelen die door de begunstigden zijn terugbetaald en die onbeperkt kunnen worden overgedragen. Op het gebied van de structuurfondsen is de wederopneming gebaseerd op een besluit van de Commissie (artikel 18, lid 2, van het Financieel Reglement en artikel 228 van de uitvoeringsvoorschriften).

1.4.3   Samenstelling van de toegestane kredieten

– Definitieve begrotingskredieten = oorspronkelijke in de begroting opgenomen ontvangsten + ontvangsten van gewijzigde begrotingen + overschrijvingen;

– Aanvullende kredieten = bestemmingsontvangsten (zie boven) + van het vorige begrotingsjaar overgedragen kredieten en na vrijmakingen wederopgevoerde kredieten;

– Totaal toegestane kredieten = definitieve begrotingskredieten + aanvullende kredieten;

– Kredieten voor het begrotingsjaar (zoals gebruikt voor de berekening van het begrotingsresultaat) = definitieve begrotingskredieten + bestemmingsontvangsten.

1.5      UITVOERING VAN DE BEGROTING

De uitvoering van de begroting wordt geregeld door artikel 48, lid 1, dat bepaalt: „De Commissie voert de begroting […] uit overeenkomstig deze verordening, onder haar eigen verantwoordelijkheid en binnen de grens van de toegekende kredieten.” Artikel 50 bepaalt dat de Commissie de overige instellingen de bevoegdheden toekent die nodig zijn voor de uitvoering van hun afdeling van de begroting.

1.6      NOG BETAALBAAR TE STELLEN VASTLEGGINGEN (RAL)

Door de invoering van de gesplitste kredieten ontstond een verschil tussen de gedane vastleggingen en de verrichte betalingen. Dit verschil, de nog betaalbaar te stellen verplichtingen, houdt verband met het tijdsverloop tussen het moment waarop de vastleggingen worden gedaan en het moment waarop de desbetreffende betalingen worden verricht.

2. TOELICHTING BIJ DE GECONSOLIDEERDE VERSLAGEN OVER DE UITVOERING VAN DE BEGROTING

2.1      BEGROTINGSRESULTAAT VAN HET JAAR (tabel 1)

2.1.1   Algemeen

De eigen middelen worden geboekt op basis van de bedragen waarmee de door de lidstaten voor de Commissie geopende rekeningen in de loop van het jaar worden gecrediteerd. In het geval van een overschot omvatten de ontvangsten ook het begrotingsresultaat van het vorige begrotingsjaar. De overige ontvangsten worden geboekt op basis van de in de loop van het jaar werkelijk geïnde bedragen.

Voor de berekening van het resultaat van het jaar worden onder uitgaven verstaan de betalingen uit de betalingskredieten van het jaar, vermeerderd met de kredieten van hetzelfde jaar die naar het volgende jaar zijn overgedragen. De betalingen uit de betalingskredieten van het jaar zijn die welke uiterlijk op 31 december van dat begrotingsjaar door de rekenplichtige worden verricht. Voor het ELGF worden als betalingen geboekt die welke de lidstaten tussen 16 oktober N-1 en 15 oktober N hebben verricht, voor zover de vastlegging en de betalingsopdracht uiterlijk op 31 januari N+1 door de rekenplichtige zijn ontvangen. Ten aanzien van de uitgaven van het ELGF kan een later conformiteitsbesluit worden genomen, nadat in de lidstaten controles zijn verricht.

Het begrotingsresultaat bestaat uit twee delen: het resultaat van de Europese Unie en het resultaat van de deelneming van de EVA-landen die lid zijn van de EER. Overeenkomstig artikel 15 van Verordening nr. 1150/2000 betreffende de eigen middelen weerspiegelt dit resultaat het verschil tussen:

– de totale begrotingsontvangsten van het begrotingsjaar;

– en alle betalingen uit de kredieten van dat jaar, vermeerderd met het totale bedrag van de kredieten van hetzelfde jaar die naar het volgende jaar zijn overgedragen.

Dit verschil wordt vermeerderd of verminderd met:

– het nettobedrag dat voortvloeit uit de annulering van uit vorige jaren overgedragen betalingskredieten en de bij de betalingen door veranderingen van de wisselkoersen van de euro opgetreden overschrijdingen van de niet-gesplitste kredieten die van het vorige jaar zijn overgedragen;

– het saldo dat voortvloeit uit de in het begrotingsjaar geboekte wisselkoerswinsten en -verliezen.

Het begrotingsresultaat wordt het volgende jaar terugbetaald aan de lidstaten door een vermindering van de bedragen die zij voor dat begrotingsjaar zijn verschuldigd.

Van het vorige begrotingsjaar overgedragen kredieten die betrekking hebben op bijdragen van en werkzaamheden voor derden worden uiteraard nooit geannuleerd en worden opgenomen onder de aanvullende kredieten voor het begrotingsjaar. Dit verklaart het verschil tussen de van het vorige jaar overgedragen kredieten in de verslagen over de uitvoering van de begroting 2011 en de naar het volgende jaar overgedragen kredieten in de verslagen over de uitvoering van de begroting 2010. De betalingskredieten voor wederaanwending en de na terugstorting van vooruitbetalingen wederopgevoerde kredieten maken geen deel uit van het resultaat van het begrotingsjaar.

De overgedragen betalingskredieten omvatten: overdrachten van rechtswege en overdrachten bij besluit. De annulering van niet-gebruikte betalingskredieten die van het vorige jaar zijn overgedragen toont de annuleringen van kredieten die van rechtswege zijn overgedragen en kredieten die bij besluit zijn overgedragen. Dit omvat ook de daling van bestemmingsontvangsten die naar het volgende jaar zijn overgedragen in vergelijking met 2010.

2.1.2   Afstemming begrotingsresultaat – economisch resultaat

Het economisch resultaat van het jaar is berekend op transactiebasis. Doch het begrotingsresultaat is gebaseerd op het gewijzigdekasbeginsel, zoals bepaald in het Financieel Reglement. Aangezien beide resultaten het gevolg zijn van dezelfde onderliggende verrichtingen, is het nuttig om na te gaan of zij op elkaar kunnen worden afgestemd. In onderstaande tabel is deze afstemming opgenomen, met vermelding van de belangrijkste afgestemde bedragen, opgesplitst in ontvangsten en uitgaven.

|| AFSTEMMING: ECONOMISCH RESULTAAT – BEGROTINGSRESULTAAT ||

|| || miljoen EUR

|| 2011 || 2010

|| ||

ECONOMISCH RESULTAAT VAN HET JAAR || (1 789) || 17 232

|| ||

Ontvangsten || ||

Rechten die in het lopende jaar zijn vastgesteld, maar nog niet geïnd zijn || (371) || (3 132)

Rechten die in vorige jaren zijn vastgesteld en in het lopende jaar geïnd zijn || 2 072 || 1 346

Toegerekende baten (netto) || (236) || (371)

|| ||

Uitgaven || ||

Toegerekende uitgaven (netto) || 3 410 || (7 426)

Uitgaven van een vorig jaar betaald in het lopende jaar || (936) || (386)

Netto-effect voorfinanciering || 1 131 || (678)

Betalingskredieten overgedragen naar volgend jaar || (1 211) || (2 798)

Betalingen gedaan uit overdrachten en annulering van niet-gebruikte betalingskredieten || 2 000 || 1 760

Mutaties in voorzieningen || (2 109) || (323)

Overige || (378) || (257)

|| ||

Economisch resultaat agentschappen en EKGS || (91) || (418)

|| ||

BEGROTINGSRESULTAAT VAN HET JAAR || 1 492 || 4 549

|| ||

Afstemmingsposten — ontvangsten

De werkelijke begrotingsontvangsten van een begrotingsjaar zijn gelijk aan de bedragen die worden geïnd van in de loop van het jaar vastgestelde rechten en de bedragen die worden geïnd van rechten die in vorige jaren zijn vastgesteld. Daarom moeten de rechten die in het lopende jaar zijn vastgesteld maar nog niet geïnd zijn, ten behoeve van de afstemming van het economisch resultaat worden afgetrokken, aangezien zij geen deel uitmaken van de begrotingsontvangsten. Daarentegen moeten de rechten die in vorige jaren zijn vastgesteld en in het lopende jaar zijn geïnd, ten behoeve van de afstemming bij het economisch resultaat worden opgeteld.

De netto toegerekende baten bestaan hoofdzakelijk uit toegerekende baten voor landbouwheffingen, eigen middelen en rente en dividenden. Alleen het netto-effect, d.w.z. de toegerekende baten voor het lopende jaar verminderd met de teruggeboekte toegerekende baten van vorig jaar, wordt in aanmerking genomen.

Afstemmingsposten — uitgaven

De netto toegerekende uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit uitgaven die zijn toegerekend met het oog op afsluiting aan het einde van het jaar, d.w.z. subsidiabele uitgaven die begunstigden van EU-middelen hebben gedaan, maar nog niet aan de Commissie hebben gedeclareerd.

Hoewel toegerekende uitgaven niet als begrotingsuitgaven worden beschouwd, maken de betalingen die in het lopende jaar zijn verricht in verband met facturen die in vorige jaren zijn geboekt, wel deel uit van de begrotingsuitgaven van het lopende jaar.

Het netto-effect van voorfinanciering is de combinatie van 1) de nieuwe voorfinancieringsbedragen die in het lopende jaar zijn betaald en als begrotingsuitgaven van het jaar geboekt zijn en 2) de goedkeuring van de voorfinancieringen die in het lopende jaar of in vorige jaren werden betaald ingevolge de aanvaarding van subsidiabele kosten. De laatste zijn wel toegerekende uitgaven, doch geen uitgave in de begrotingsboekhouding, aangezien de aanvankelijke voorfinanciering reeds als een begrotingsuitgave werd beschouwd op het ogenblik van de betaling.

Naast de betalingen die verricht zijn uit de kredieten van het jaar, dienen de kredieten voor dat jaar die naar het volgende jaar worden overgedragen, ook in aanmerking te worden genomen voor de berekening van het begrotingsresultaat van het jaar (overeenkomstig artikel 15 van Verordening nr. 1150/2000). Hetzelfde geldt voor begrotingsbetalingen die in het lopende jaar zijn gedaan uit overgedragen kredieten en de annulering van niet-gebruikte betalingskredieten.

De mutaties in de voorzieningen hebben betrekking op ramingen die aan het einde van het jaar in de boekhouding op transactiebasis zijn gedaan (hoofdzakelijk personeelsbeloningen) die geen invloed hebben op de begrotingsboekhouding. Andere afstemmingsbedragen zijn verschillende elementen zoals de waardevermindering van activa, de aankoop van activa, financiëleleaseverplichtingen en financiële participaties, waarvan de behandeling in de begrotingsboekhouding en in de boekhouding op transactiebasis verschilt.

2.2      VERGELIJKING VAN DE BEGROTING EN DE WERKELIJKE BEDRAGEN (tabel 2)

Het bedrag van de vastleggingskredieten in de oorspronkelijk goedgekeurde begroting, die op 15 december 2010 door de voorzitter van het Europees Parlement werd ondertekend, werd vastgelegd op 126 527 miljoen EUR, voor 125 106 miljoen EUR uit eigen middelen te financieren. De geraamde ontvangsten en uitgaven in de oorspronkelijke begroting worden doorgaans in de loop van het begrotingsjaar aangepast, en deze wijzigingen worden in gewijzigde begrotingen opgenomen. Wijzigingen in de eigenmiddelenbetalingen op basis van het bni garanderen dat de begrote ontvangsten precies overeenstemmen met de begrote uitgaven. In overeenstemming met het evenwichtsbeginsel moeten de ontvangsten en de uitgaven van de begroting (betalingskredieten) in evenwicht zijn.

Ontvangsten:

In 2011 werden zeven gewijzigde begrotingen goedgekeurd. Met inachtneming van die gewijzigde begrotingen bedroegen de definitieve ontvangsten voor de begroting 2011 in totaal 126 727 miljoen EUR. Die werden voor een totaal van 118 289 miljoen EUR (dus 6 816 miljoen EUR minder dan aanvankelijk geraamd) uit eigen middelen gefinancierd en voor de rest uit andere ontvangsten. Dat er minder behoefte bestond aan eigen middelen was voornamelijk toe te schrijven aan de opneming van 4 539 miljoen EUR in verband met het overschot van het vorige jaar. Ten slotte leidden de wijzigingen in de prognoses van de ontvangsten in gewijzigde begroting nr. 6/2011 tot een extra vermindering.

Wat het resultaat van de eigen middelen betreft, stemde de inning van traditionele eigen middelen bijna overeen met de geraamde bedragen. De begrotingsramingen werden gewijzigd bij het opstellen van gewijzigde begroting nr. 4/2011 (verhoging met 1 090 miljoen EUR volgens de nieuwe macro-economische prognoses van het voorjaar 2011). Bij de gewijzigde begroting nr. 6/2011 werden de begrotingsramingen opnieuw gewijzigd om rekening te houden met het werkelijke ritme van inning. Ze werden verlaagd met 1 200 miljoen EUR en kwamen zo bijna uit op het oorspronkelijke bedrag.

De definitieve btw- en bni-betalingen van de lidstaten lagen ook dicht bij de laatste begrotingsraming. De verschillen tussen de geraamde bedragen en de werkelijk betaalde bedragen worden veroorzaakt door de verschillen tussen de eurokoersen die voor begrotingsdoeleinden zijn gebruikt en de koersen die golden op het ogenblik waarop de lidstaten die geen deel uitmaken van de EMU, hun betalingen daadwerkelijk hebben verricht.

Uitgaven:

Het jaar 2011 was het vijfde jaar van de huidige programmeringsperiode: voor veel grote programma’s kwam de uitvoering van betalingen op kruissnelheid. Gelet op de algemene context van begrotingsconsolidatie in de lidstaten bleef de stijging van de betalingskredieten in de begroting echter beperkt en ontoereikend om te voldoen aan de betalingsbehoeften in de loop van het jaar. De stijging bleef ook onder een niveau dat een effect zou hebben gehad om de vermindering van de omvang van de nog betaalbaar te stellen vastleggingen (RAL).

Wat de vastleggingen betreft, werd de toegestane begroting (en bijgevolg de vastgelegde politieke doelstellingen) volledig uitgevoerd (99,6%). In de loop van het jaar uitgevoerde aanpassingen bedroegen 240 miljoen EUR voor het Europees Solidariteitsfonds, waarvan de uitgaven inherent onvoorspelbaar zijn, en 41 miljoen EUR voor titel 18 Ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid (voornamelijk voor Frontex). Na de besteding van in totaal 141 204 miljoen EUR was er nog een niet-besteed bedrag van 617 miljoen EUR. Na de overdracht naar 2012 is een bedrag van 316 miljoen EUR geannuleerd, alsook de niet-gebruikte reserve voor het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering van 371 miljoen EUR en niet-gebruikte voorlopige kredieten van 2 miljoen EUR.

Het uitvoeringspercentage van betalingskredieten (125 145 miljoen EUR) bereikte 98,8%. In de loop van het jaar werden de totale kredieten gewijzigd: in gewijzigde begroting nr. 6/2011 werd 200 miljoen EUR extra toegestaan voor het Europees Sociaal Fonds. In die gewijzigde begroting werd ook nog 253 miljoen EUR overgeschreven van plattelandsontwikkeling naar het Europees Sociaal Fonds. Bij overschrijving DEC 52/2011 van de begrotingsautoriteit ontving dit fonds nog eens 601 miljoen EUR. Ondanks deze maatregelen leidden een toename in de betalingsaanvragen in de laatste drie weken van het jaar en het ontbreken van de nodige betalingskredieten ertoe dat ongeveer 11 miljard EUR aan aanvragen pas in 2012 zal worden voldaan.

De niet-gebruikte goedgekeurde kredieten, met uitsluiting van reserves, beliepen 1 580 miljoen EUR (in 2010: 3 243 miljoen EUR), en na de overdracht naar 2012 vervalt een totaal bedrag van 560 miljoen EUR (in 2010: 1 730 miljoen EUR), voornamelijk in de rubrieken 2 en 4. 2 miljoen EUR voorlopige betalingskredieten bleven niet-gebruikt.

In het verslag over het begrotings- en financieel beheer - Begrotingsjaar 2011 van de Commissie, deel A (overzicht op begrotingsniveau) en deel B (over elke rubriek van het meerjarig financieel kader afzonderlijk), is een gedetailleerde analyse opgenomen van de begrotingsaanpassingen, hun specifieke context, hun motivering en hun effect.

2.3    ONTVANGSTEN (tabel 3)

De ontvangsten van de algemene begroting van de Europese Unie vallen onder twee hoofdcategorieën: eigen middelen en andere ontvangsten. Dit is vastgelegd in artikel 311 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, dat bepaalt: „De begroting wordt, onverminderd andere ontvangsten, volledig uit eigen middelen gefinancierd.” Het grootste deel van de begrotingsuitgaven wordt uit de eigen middelen gefinancierd. De andere ontvangsten vertegenwoordigen slechts een klein deel van de totale financiering.

Er zijn drie categorieën eigen middelen: traditionele eigen middelen, btw-middelen en bni-middelen. De traditionele eigen middelen omvatten suikerheffingen en douanerechten. Een mechanisme voor de correctie van begrotingsonevenwichtigheden (korting ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk) alsook een brutovermindering van de jaarlijkse bni-bijdrage van Nederland en Zweden maken integrerend deel uit van het stelsel van eigen middelen.

De toewijzing van eigen middelen gebeurt overeenkomstig de regels die zijn vastgesteld in Besluit nr. 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen. Het eigenmiddelenbesluit van 2007 trad op 1 maart 2009 in werking. Het werd echter van kracht op 1 januari 2007. In het begrotingsjaar 2009 werd bijgevolg rekening gehouden met de terugwerkende effecten.

2.3.1   Traditionele eigen middelen

Traditionele eigen middelen: elk vastgesteld bedrag aan traditionele eigen middelen moet in één van beide door de bevoegde autoriteiten gevoerde boekhoudingen worden opgenomen:

– in de „normale” boekhouding als bedoeld in artikel 6, lid 3, onder a), van Verordening nr. 1150/2000: elk geïnd of gewaarborgd bedrag;

– in de „specifieke” boekhouding als bedoeld in artikel 6, lid 3, onder b), van Verordening nr. 1150/2000: elk nog niet geïnd en/of niet gegarandeerd bedrag; de gegarandeerde, maar betwiste bedragen kunnen ook in deze boekhouding worden opgenomen.

Voor de specifieke boekhouding zenden de lidstaten de Commissie een kwartaaloverzicht toe, met daarin:

– het saldo dat in het vorige kwartaal nog moest worden geïnd;

– de in het betrokken kwartaal geïnde bedragen;

– rectificaties van de grondslag (rectificaties/annuleringen) in het betrokken kwartaal;

– de geschrapte bedragen (die overeenkomstig artikel 17, lid 2, van Verordening nr. 1150/2000),

– de in het betrokken kwartaal geïnde bedragen,

– het aan het eind van het betrokken kwartaal nog te innen saldo.

Traditionele eigen middelen moeten uiterlijk op de eerste werkdag na de 19e van de tweede maand die volgt op de maand waarin het recht is vastgesteld (of geïnd in het geval van de specifieke boekhouding), worden geboekt op de rekening van de Commissie bij de schatkist of het door de lidstaat aangewezen orgaan. De lidstaten houden als inningskosten 25% van de traditionele eigen middelen in. De voorwaardelijke rechten op eigen middelen worden aangepast naargelang het waarschijnlijk is dat zij zullen worden geïnd.

2.3.2   Bni- en btw-middelen

De btw-middelen vloeien voort uit de toepassing van een voor alle lidstaten geldend uniform percentage op de geharmoniseerde btw-grondslag, die wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder b), van het eigenmiddelenbesluit van 2007. Het uniforme percentage is vastgesteld op 0,30%, met uitzondering van de periode 2007-2013, waarin het percentage was vastgesteld op 0,225% voor Oostenrijk, 0,15% voor Duitsland en 0,10% voor Nederland en Zweden. De btw-grondslag wordt voor alle lidstaten afgetopt op 50% van het bni.

De bni-middelen vormen een variabele middelenbron die tijdens een gegeven begrotingsjaar de ontvangsten moet leveren ter dekking van de uitgaven die boven het bedrag liggen dat is geïnd uit hoofde van traditionele eigen middelen, btw-middelen en diverse ontvangsten. De ontvangsten vloeien voort uit de toepassing van een uniform percentage op de som van de bni's van alle lidstaten. De btw- en bni-middelen worden vastgesteld op basis van ramingen van de btw- en bni-grondslagen die tijdens de opstelling van het voorontwerp van begroting worden gemaakt. Deze ramingen worden later bijgesteld. Dit gebeurt tijdens het betrokken begrotingsjaar via een gewijzigde begroting.

De definitieve gegevens met betrekking tot de btw- en bni-grondslagen zijn beschikbaar tijdens het jaar dat volgt op het betrokken begrotingsjaar. De Commissie berekent de verschillen tussen de bedragen die de lidstaten verschuldigd zijn op grond van de werkelijke grondslagen en de bedragen die zij daadwerkelijk hebben betaald op grond van de (bijgestelde) ramingen. Deze btw- en bni-saldi, die positief of negatief kunnen zijn, worden voor de eerste werkdag van december van het jaar dat volgt op het begrotingsjaar in kwestie door de Commissie bij de lidstaten afgeroepen. Gedurende de volgende vier jaar kunnen nog correcties worden aangebracht op de werkelijke btw- en bni-grondslagen, tenzij er voorbehoud is gemaakt. De eerder berekende saldi worden dan aangepast en het verschil wordt tegelijk met de btw- en bni-saldi voor het vorige begrotingsjaar afgeroepen.

Bij het verrichten van controles van btw-overzichten en bni-gegevens kan de Commissie tegen de lidstaten voorbehoud formuleren ten aanzien van bepaalde punten, die gevolgen kunnen hebben voor hun bijdragen aan eigen middelen. Deze punten van voorbehoud kunnen bv. gebaseerd zijn op een gebrek aan aanvaardbare gegevens of de noodzaak een passende methodiek te ontwikkelen. Deze punten van voorbehoud moeten worden beschouwd als mogelijke vorderingen op de lidstaten voor onzekere bedragen, aangezien de financiële impact niet precies kan worden geraamd. Wanneer het precieze bedrag kan worden vastgesteld, worden de overeenstemmende btw- en bni-middelen afgeroepen, hetzij in het kader van btw- en bni-saldi of via afzonderlijke afroepingen van middelen.

2.3.3   Britse correctie

Dit mechanisme vermindert de stortingen van eigen middelen van het Verenigd Koninkrijk in verhouding tot de „begrotingsonevenwichtigheid” ten nadele van dit land en vermeerdert de stortingen van eigen middelen van de andere lidstaten in dezelfde mate. Het mechanisme ter correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk is ingesteld door de Europese Raad van Fontainebleau (juni 1984) en het daaruit voortvloeiende eigenmiddelenbesluit van 7 mei 1985. Het doel van dit mechanisme was de begrotingsonevenwichtigheid ten nadele van het Verenigd Koninkrijk te compenseren door een vermindering van de door dit land aan de EU af te dragen middelen. Duitsland, Oostenrijk, Zweden en Nederland dragen in mindere mate aan die correctie bij (beperkt tot een vierde van hun normale aandeel).

2.3.4   Brutovermindering

De Europese Raad van 15 en 16 december 2005 concludeerde dat Nederland en Zweden in de periode 2007-2013 brutoverminderingen in hun jaarlijkse bni-bijdragen zullen genieten. Volgens dit compensatiemechanisme zal de jaarlijkse bni-bijdrage van Nederland worden verminderd met een brutobedrag van 605 miljoen EUR en de jaarlijkse bni-bijdrage van Zweden met een brutobedrag van 150 miljoen EUR, uitgedrukt in prijzen van 2004.

2.4      UITGAVEN (tabellen 4 tot en met 13)

2.4.1   Financieel kader 2007-2013

|| miljoen EUR

|| 2007 || 2008 || 2009 || 2010 || 2011 || 2012 || 2013

1. Duurzame groei || 53 979 || 57 653 || 61 696 || 63 555 || 63 974 || 67 614 || 70 147

2. Bescherming en beheer van natuurlijke hulpbronnen || 55 143 || 59 193 || 56 333 || 59 955 || 59 888 || 60 810 || 61 289

3. Burgerschap, vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid || 1 273 || 1 362 || 1 518 || 1 693 || 1 889 || 2 105 || 2 376

4. De EU als mondiale speler || 6 578 || 7 002 || 7 440 || 7 893 || 8 430 || 8 997 || 9 595

5. Administratie || 7 039 || 7 380 || 7 525 || 7 882 || 8 091 || 8 523 || 9 095

6. Compensaties || 445 || 207 || 210 || 0 || 0 || 0 || 0

Vastleggingskredieten: || 124 457 || 132 797 || 134 722 || 140 978 || 142 272 || 148 049 || 152 502

Totaal betalingskredieten: || 122 190 || 129 681 || 120 445 || 134 289 || 133 700 || 141 360 || 143 911

De uitgaven worden per grote uitgavencategorie van de EU gepresenteerd volgens de indeling in rubrieken van het financieel kader 2007-2013. Het begrotingsjaar 2011 was het vijfde jaar van het financieel kader 2007-2013. Het totale maximum van de vastleggingskredieten bedraagt voor 2011 142 272 miljoen EUR of 1,15% van het bni. Het totale maximum van de betalingskredieten bedraagt 133 700 miljoen EUR of 1,08 % van het bni. In de bovenstaande tabel wordt het financieel kader tegen de huidige prijzen getoond.

Rubriek 1 — Duurzame groei

Deze rubriek is onderverdeeld in twee afzonderlijke, maar onderling afhankelijke componenten:

- 1a. Concurrentiekracht ter bevordering van groei en werkgelegenheid, die uitgaven bevat voor onderzoek en innovatie, onderwijs en opleiding, trans-Europese netwerken, sociaal beleid, de interne markt en bijbehorende beleidslijnen.

- 1b. Cohesie ter bevordering van groei en werkgelegenheid, bedoeld om de convergentie van de minst ontwikkelde lidstaten en regio's te verhogen, om de EU-strategie voor duurzame ontwikkeling buiten de minder welvarende regio's aan te vullen en om de interregionale samenwerking te steunen.

Rubriek 2 — Bescherming en beheer van natuurlijke hulpbronnen

Rubriek 2 omvat gemeenschappelijke beleidslijnen voor landbouw en visserij, maatregelen voor plattelandsontwikkeling en milieu, meer bepaald Natura 2000. Het bedrag dat bestemd is voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid is de neerslag van de overeenkomst die werd bereikt tijdens de Europese Raad in oktober 2002.

Rubriek 3 — Burgerschap, vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid

De nieuwe rubriek 3 (Burgerschap, vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid) heeft betrekking op het groeiend belang dat de EU hecht aan bepaalde domeinen waarin de Unie nieuwe opdrachten heeft gekregen, meer bepaald justitie en binnenlandse zaken, bescherming van de grenzen, immigratie- en asielbeleid, gezondheidszorg en consumentenbescherming, cultuur, jeugd, informatie en de dialoog met de burgers. Zij is opgesplitst in twee componenten:

- 3a. Vrijheid, veiligheid en recht.

- 3b. Burgerschap.

Rubriek 4 — De EU als mondiale partner

Rubriek 4 heeft betrekking op alle externe maatregelen, onder meer pretoetredingsinstrumenten. Hoewel de Commissie had voorgesteld om het EOF in het financieel kader te integreren, waren de Europese Raad en het Europees Parlement het eens om het daar niet in op te nemen.

Rubriek 5 — Administratie

Deze rubriek heeft betrekking op de administratieve uitgaven van alle instellingen, de pensioenen en de Europese Scholen. Voor de andere instellingen dan de Commissie vormen al hun uitgaven administratieve uitgaven, maar de agentschappen en andere organen doen beide: zowel administratieve als beleidsuitgaven.

Rubriek 6 — Compensaties

Overeenkomstig het politieke akkoord dat de nieuwe lidstaten helemaal aan het begin van hun lidmaatschap geen nettobetalers aan de begroting zouden worden, is hiervoor in deze rubriek voorzien in een compensatie. Dit bedrag zal beschikbaar worden gesteld via overschrijvingen om hun begrotingsontvangsten en -bijdragen in evenwicht te brengen.

2.4.2   Beleidsgebieden

Als onderdeel van het activiteitsgestuurd beheer (activity based management, afgekort AGM) voert de Commissie voor haar plannings- en beheersprocessen de activiteitsgestuurde begroting in. Het gaat daarbij om een begrotingsstructuur waarin de begrotingstitels overeenkomen met beleidsterreinen en de begrotingshoofdstukken met activiteiten. Met de activiteitsgestuurde begroting wordt beoogd een duidelijk kader te verschaffen voor de omzetting van de beleidsdoelstellingen van de Commissie in acties door wetgeving, door financiële middelen of door andere middelen van openbaar beleid. Door alles wat de Commissie doet, te structureren in termen van activiteiten, wordt een duidelijk beeld gegeven van wat de Commissie onderneemt en tegelijkertijd een gemeenschappelijk kader geboden voor de vaststelling van prioriteiten. In de begrotingsprocedure worden middelen toegewezen aan prioriteiten, waarbij de activiteiten worden gebruikt als de bouwstenen voor budgetteringsdoeleinden. Door een verband te leggen tussen activiteiten en de aan deze activiteiten toegewezen middelen wordt met de activiteitsgestuurde begroting getracht binnen de Commissie de efficiëntie en de doeltreffendheid bij het gebruik van de middelen te verhogen.

Beleidsterreinen zouden kunnen worden gedefinieerd als homogene groepen activiteiten die onderdelen van de werkzaamheden van de Commissie vormen en die van belang zijn voor het besluitvormingsproces. Elk beleidsterrein stemt doorgaans met een DG overeen en omvat gemiddeld ongeveer zes of zeven afzonderlijke activiteiten. Bij de meeste van deze beleidsterreinen gaat het om activiteiten ten behoeve van derden. De beleidsbegroting wordt aangevuld met de nodige administratieve uitgaven voor elk beleidsterrein.

2.5      INSTELLINGEN EN AGENTSCHAPPEN (tabellen 14 tot en met 18)

Net als in de voorbije jaren is de uitvoering van de begroting van alle instellingen opgenomen in de geconsolideerde verslagen over de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie, aangezien binnen de EU-begroting een afzonderlijke begroting voor iedere instelling is vastgesteld. Agentschappen hebben geen afzonderlijke begroting binnen de EU-begroting en zij worden gedeeltelijk gefinancierd met een begrotingssubsidie van de Commissie.

Wat de EDEO betreft, zij opgemerkt dat deze dienst naast zijn eigen begroting ook bijdragen van de Commissie (202 miljoen EUR) en het EOF (50 miljoen EUR) ontvangt. Deze begrotingskredieten worden ter beschikking gesteld van de EDEO (als bestemmingsontvangsten), in de eerste plaats ter dekking van de kosten van de personeelsleden van de Commissie die in de EU-delegaties werken. Deze delegaties worden administratief beheerd door de EDEO.

Om alle relevante begrotingsgegevens voor de agentschappen te kunnen verstrekken, zijn in het begrotingsgedeelte van de geconsolideerde jaarrekeningen afzonderlijke verslagen opgenomen over de uitvoering van de individuele begrotingen van de traditionele geconsolideerde agentschappen.