Bijlagen bij COM(2012)568 - Standpunt EU in het ACS-EU-Comité van Ambassadeurs inzake de statuten van het Technisch Centrum voor Landbouwsamenwerking en Plattelandsontwikkeling

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

BIJLAGE

BESLUIT NR. …/2012 VAN HET ACS-EU-COMITÉ VAN AMBASSADEURS

inzake de statuten van het

Technisch Centrum voor Landbouwsamenwerking en Plattelandsontwikkeling

HET ACS-EU-COMITÉ VAN AMBASSADEURS,

Gezien de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000[1] , herzien op 25 juni 2005[2] en op 22 juni 2010[3], hierna “de Overeenkomst van Cotonou” genoemd, en met name artikel 3, leden 5 en 6, van bijlage III,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Met de tweede herziening van de Overeenkomst van Cotonou op 22 juni 2010 werd bijlage III ervan gewijzigd om de taken van het Centrum voor de Ontwikkeling van het Bedrijfsleven en het Technisch Centrum voor Landbouwsamenwerking en Plattelandsontwikkeling te herzien, teneinde het bestuur in deze organen te verduidelijken en te versterken, meer bepaald door het toezicht van het Comité van Ambassadeurs en de taken van de raad van bestuur.

(2) Bij Besluit nr. 2/2010 van 21 juni 2010 van de ACS-EU-Raad van Ministers werd een voorlopige toepassing van de overeenkomst tot wijziging goedgekeurd met ingang van 1 november 2010.

(3) De statuten van het Technisch Centrum voor Landbouwsamenwerking en Plattelandsontwikkeling (hierna “het Centrum" genoemd) dienen bijgevolg dienovereenkomstig te worden herzien.

(4) Krachtens artikel 3, lid 5, van bijlage III bij de Overeenkomst is een besluit van het Comité van Ambassadeurs noodzakelijk om de statuten van het Centrum vast te stellen. Het is dienstig dat het Comité een dienovereenkomstig besluit vaststelt namens de Raad van Ministers, overeenkomstig artikel 15, lid 4, en artikel 16, lid 2, van de Overeenkomst,

BESLUIT:

Enig artikel

De statuten van het Technisch Centrum voor Landbouwsamenwerking en Plattelandsontwikkeling in de bijlage bij dit besluit worden goedgekeurd.

De Europese Unie en de ACS-staten nemen de voor elk van hen passende maatregelen voor de tenuitvoerlegging van dit besluit.

Dit besluit treedt in werking op de dag na de dag van goedkeuring ervan.          

Voor het ACS-EU-Comité van Ambassadeurs De voorzitter

BIJLAGE

STATUTEN VAN HET

TECHNISCH CENTRUM VOOR LANDBOUWSAMENWERKING EN PLATTELANDSONTWIKKELING

Artikel 1 Onderwerp

1. Het Technisch Centrum voor Landbouwsamenwerking en Plattelandsontwikkeling (hierna “het Centrum” genoemd) is, zoals bepaald in bijlage III bij de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds (hierna “de Overeenkomst van Cotonou” genoemd), een technisch, paritair ACS-EU-orgaan. Het Centrum is een rechtspersoon en geniet in alle staten die bij de Overeenkomst van Cotonou partij zijn, de ruimste handelingsbevoegdheid die wordt verleend aan rechtspersonen van dezelfde aard.

2. Het personeel van het Centrum heeft de gebruikelijke voorrechten, immuniteiten en faciliteiten, waarin is voorzien bij artikel 1, tweede alinea, van Protocol 2 betreffende de voorrechten en immuniteiten en die zijn genoemd in de verklaringen VI en VII die aan de Overeenkomst van Cotonou zijn gehecht.

3. Het Centrum heeft geen winstoogmerk.

4. Het hoofdkantoor van het Centrum is voorlopig gevestigd in Wageningen (Nederland), met een lokaal kantoor te Brussel.

Artikel 2 Beginselen en doelstellingen

1. Het Centrum handelt in het kader van de bepalingen en doelstellingen van de Overeenkomst van Cotonou. Het Centrum streeft de doelstellingen na die zijn vastgesteld in artikel 3 van bijlage III bij de Overeenkomst van Cotonou onder toezicht van het Comité van Ambassadeurs.

2. Het Centrum werkt deze doelstellingen in detail uit in een algemeen strategiedocument.

3. Het Centrum verricht zijn activiteiten in nauwe samenwerking met de instellingen en andere organen die worden genoemd in de Overeenkomst van Cotonou of de aangehechte verklaringen. Het Centrum kan indien noodzakelijk een beroep doen op regionale en internationale instellingen, meer bepaald die in de Europese Unie of de ACS-staten gevestigd zijn en die zich bezighouden met kwesties als landbouw- en plattelandsontwikkeling.

Artikel 3 Financiering

1. Het Centrum kan worden gefinancierd uit het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF), overeenkomstig de voorschriften van het financieel protocol bedoeld in bijlage I bij de Overeenkomst van Cotonou, volgens de  regels voor de samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering.

2. Aan de begroting van het Centrum kunnen door andere partijen aanvullende middelen worden bijgedragen met het oog op de uitvoering van de doelstellingen, zoals in de Overeenkomst van Cotonou bepaald, en van de strategie, zoals door het Centrum vastgesteld.

Artikel 4 Comité van Ambassadeurs

Het Comité van Ambassadeurs is de toezichthoudende autoriteit van het Centrum overeenkomstig artikel 3, lid 5, van bijlage III bij de Overeenkomst van Cotonou. Het Comité wijst de leden van de raad van bestuur aan, alsook de directeur van het Centrum, op voorstel van de raad van bestuur, het houdt toezicht op de algemene strategie van het Centrum, en ziet toe op de werkzaamheden van de raad van bestuur.

Het Comité van Ambassadeurs verleent de directeur kwijting voor de uitvoering van de begroting in het jaar n+2. Met het oog op de verlening van de kwijting onderzoekt het Comité van Ambassadeurs op basis van een aanbeveling van de raad van bestuur de rekeningen, alsook het advies van de accountant en de antwoorden daarop van de directeur.

Het Comité van Ambassadeurs kan de besluiten van het Centrum op elk ogenblik naar zich toe trekken, herzien, of er zich tegen verzetten. Het Comité van Ambassadeurs wordt regelmatig op de hoogte gehouden door de raad van bestuur, en ook door de directeur van het centrum, als het daarom verzoekt.

Artikel 5 Raad van bestuur

1. Er wordt een raad van bestuur opgericht om de technische, administratieve en financiële aspecten van alle activiteiten van het Centrum te ondersteunen, te sturen en te controleren.

2. De raad van bestuur is samengesteld uit zes leden, op paritaire basis drie ACS-onderdanen en drie EU-onderdanen, die door de partijen worden geselecteerd en aangewezen op grond van hun professionele kwalificaties op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling en/of informatie- en communicatiebeleid, wetenschap, bestuur en technologie.

3. De helft van de raad van bestuur wordt om de twee en een half jaar vernieuwd.

4. De leden van de raad van bestuur worden door het Comité van Ambassadeurs voor ten hoogste vijf jaar benoemd, volgens een door dit Comité vastgestelde procedure. Halverwege deze periode wordt de situatie geëvalueerd.

5. Per jaar worden vier gewone vergaderingen gehouden. De raad van bestuur kan ook bijeen komen telkens wanneer dat nodig is voor de vervulling van zijn taken, op verzoek van het Comité van Ambassadeurs of de voorzitter van de raad van bestuur, of van de directeur.  Het Centrum verzorgt het secretariaat van de raad van bestuur.

6. De leden van de raad van bestuur vervullen hun taken in onafhankelijkheid, zij vragen noch verstrekken instructies van derde partijen, en handelen uitsluitend in het belang van het Centrum. Het lidmaatschap van de raad van bestuur is niet verenigbaar met andere bezoldigde werkzaamheden voor rekening van het Centrum.

7. De leden van de raad van bestuur verkiezen de voorzitter en de vicevoorzitter voor een periode van maximaal vijf jaar overeenkomstig de bepalingen van het reglement van orde. Het voorzitterschap wordt bekleed door de partij (ACS of EU) die niet het ambt van directeur van het Centrum bekleedt. Het vicevoorzitterschap wordt bekleed door de partij die niet de post van voorzitter van de raad van bestuur bekleedt.

8. Waarnemers van de Europese Commissie, van het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie en van het secretariaat van de ACS nemen aan de vergaderingen van de raad van bestuur deel.

9. De raad van bestuur kan andere leden van de directie, personeelsleden van het Centrum en/of externe deskundigen uitnodigen om hun standpunt over specifieke vraagstukken uiteen te zetten.

10. De raad van bestuur neemt zijn besluiten met een gewone meerderheid van stemmen van de aanwezige of overeenkomstig het reglement van orde vertegenwoordigde leden. Elk lid van de raad van bestuur heeft één stem. Bij staking van stemmen beslist de voorzitter.

11. Na elke bijeenkomst worden notulen opgesteld. De besprekingen van de raad van bestuur zijn vertrouwelijk.

12. De raad van bestuur keurt zijn eigen reglement van orde goed en stelt het Comité van Ambassadeurs daarvan in kennis.

Artikel 6 Taken van de raad van bestuur

1. De raad van bestuur houdt zorgvuldig toezicht op de activiteiten van het Centrum. De raad van bestuur legt verantwoording af aan het Comité van Ambassadeurs.

2. De raad van bestuur:

(a) stelt het ontwerp van financieel reglement vast overeenkomstig de voorschriften van het EOF en legt dit ter goedkeuring voor aan het Comité van Ambassadeurs;

(b) stelt het personeelsreglement en de werkwijzen voor het Centrum vast in overeenstemming met de voorschriften van het EOF, hecht er zijn goedkeuring aan en verstrekt ze ter informatie aan het Comité van Ambassadeurs;

(c) houdt toezicht op de activiteiten van het Centrum en verzekert de correcte uitvoering van de taken en de voorschriften ervan;

(d) keurt de jaarlijkse en meerjarige werkprogramma’s en de jaarlijkse begroting van het Centrum goed en verstrekt ze ter informatie aan het Comité van Ambassadeurs; 

(e) dient periodieke verslagen en evaluaties in bij het Comité van Ambassadeurs;

(f) stelt de algemene strategie van het Centrum vast en verstrekt deze ter informatie aan het Comité van Ambassadeurs;

(g) keurt de organisatiestructuur, het personeelsbeleid en het organigram goed;

(h) de indienstneming van nieuwe personeelsleden en de hernieuwing, verlenging of beëindiging van bestaande contracten goed te keuren;

(i) keurt de jaarrekeningen goed en zendt deze ter informatie aan het Comité van Ambassadeurs tezamen met het advies van de accountant;

(j) de jaarverslagen goed te keuren en toe te zenden aan het Comité van ambassadeurs, zodat dit kan beoordelen of de activiteiten van het Centrum in overeenstemming zijn met de doelstellingen die zijn vastgesteld in de Overeenkomst van Cotonou en de algemene strategie;

(k) stelt de aanstelling van de directeur van het Centrum voor aan het Comité van Ambassadeurs;

(l) brengt aan het Comité van Ambassadeurs verslag uit over alle belangrijke vraagstukken waarmee de raad van bestuur bij de uitoefening van zijn taken wordt geconfronteerd;

(m) brengt aan het Comité van Ambassadeurs verslag uit over de maatregelen die zijn getroffen in het licht van de opmerkingen en aanbevelingen van het kwijtingsbesluit van het Comité van Ambassadeurs.

3. De raad van bestuur kiest voor drie jaren uit een aanbesteding met ten minste drie firma's, een accountantsfirma die lid is van een internationaal erkend toezichtsorgaan. Deze accountants onderzoeken of de jaarrekeningen op correcte wijze zijn opgemaakt, in overeenstemming met internationaal erkende boekhoudnormen, en of zij een getrouw beeld geven van de financiële positie van het Centrum. De accountants geven ook hun mening over de deugdelijkheid van het financiële beheer van het Centrum.

4. De raad van bestuur beveelt het Comité van Ambassadeurs aan de directeur kwijting te verlenen voor de jaarrekeningen.

Artikel 7 Directeur

1. Het centrum wordt geleid door een directeur die wordt benoemd door het Comité van Ambassadeurs op voorstel van de raad van bestuur voor een periode van maximaal vijf jaar; de benoeming is niet verlengbaar. De post van directeur wordt afwisselend door een ACS- en een EU-onderdaan bekleed. De aanstellingsbrieven van de directeur worden ondertekend door de voorzitters van het Comité.

2. De directeur is verantwoordelijk voor de wettelijke en institutionele vertegenwoordiging van het Centrum en voor de uitvoering van het mandaat en de taken van het Centrum.

3. De directeur legt aan de raad van bestuur de volgende documenten ter goedkeuring voor:

(a) de algemene strategie van het Centrum;

(b) de jaarlijkse en meerjarige activiteiten-/werkprogramma’s;

(c) de jaarlijkse begroting van het Centrum;

(d) de jaarverslagen, periodieke verslagen en evaluaties;

(e) de organisatiestructuur, het personeelsbeleid en het organigram;

(f) de aanstelling van nieuwe personeelsleden en de verlenging, uitbreiding of beëindiging van bestaande contracten.

4. De directeur is verantwoordelijk voor de organisatie en het dagelijkse beheer van het Centrum. De directeur brengt verslag uit bij de raad van bestuur over elke toevoeging aan de werkwijzen van het Centrum.

5. De directeur brengt verslag uit bij de raad van bestuur over alle belangrijke vraagstukken waarmee de raad van bestuur bij de uitoefening van zijn taken wordt geconfronteerd en brengt deze indien nodig ook ter kennis van het Comité van Ambassadeurs.

6. Indien noodzakelijk kan de raad van bestuur, nadat de door het personeelsreglement voorgeschreven procedure is doorlopen, bij het Comité van Ambassadeurs een met redenen omkleed voorstel indienen om de directeur van zijn functie te ontheffen.

7. De directeur is verantwoordelijk voor de indiening van de jaarrekeningen ter goedkeuring bij de raad van bestuur en voor toezending ervan aan het Comité van Ambassadeurs.

8. De directeur zet de nodige stappen om aan opmerkingen en aanbevelingen van het kwijtingsbesluit van het Comité van Ambassadeurs tegemoet te komen.

[1]               PB L 317 van 15.12.2000, blz. 3, ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000, in werking getreden op 1 april 2003.

[2]               PB L 287 van 28.10.2005, blz. 5, ondertekend te Luxemburg op 25 juni 2005, in werking getreden op 1 juli 2008.

[3]               PB L 287 van 4.11.2010, blz. 3, ondertekend te Ouagadougou op 22 juni 2010, voorlopig toegepast sinds 1 november 2010.