Bijlagen bij COM(2012)748 - EU standpunt inzake de goedkeuring van een aanbeveling voor de tenuitvoerlegging van het ENB-Actieplan EU-Palestijnse Autoriteit

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage opgenomen ENB-Actieplan EU-Palestijnse Autoriteit ten uitvoer te leggen, voor zover die tenuitvoerlegging bijdraagt tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Euro-mediterrane Interim-associatieovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) ten behoeve van de Palestijnse Autoriteit van de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook, anderzijds,

Gedaan te [...]

Voor het Gemengd Comité,

De voorzitter

BIJLAGE

HET ACTIEPLAN EUROPESE UNIE–PALESTIJNSE AUTORITEIT

POLITIEKE INLEIDING

Een nieuw actieplan

De Palestijnse Autoriteit (PA) en de Europese Gemeenschap (EG) gingen voor het eerst contractuele betrekkingen aan in 1997, toen de EG en de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO), ten behoeve van de PA, een interim-associatieovereenkomst voor handel en samenwerking sloten. Op basis van deze overeenkomst werd in mei 2005 een Actieplan EU-Palestijnse Autoriteit in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid ondertekend. Binnen dit kader hebben de betrekkingen tussen de EU en de Palestijnen zich de laatste jaren aanzienlijk ontwikkeld. Zo heeft het Gemengd Comité zijn activiteiten hervat, werden initieel vier subcomités ingesteld en werd een politieke dialoog aangegaan. Aan Palestijnse zijde heeft de PA zich als volwaardige partner in het Europees nabuurschapsbeleid getoond, een partner die actief deelneemt en met wie succesvol kan worden uitgewisseld. Aan EU-zijde heeft de Raad Buitenlandse Zaken in zijn historische conclusies van december 2009 het pad geëffend voor een vernieuwd EU-engagement met de Palestijnse Autoriteit door te benadrukken dat de EU vastberaden is om “haar bilaterale betrekkingen met de PA verder te ontwikkelen op basis van gemeenschappelijke belangen, mede in het kader van het ENB.”[1] Dat de EU beslist dergelijk engagement aan te gaan, is het gevolg van het feit dat de PA meer inspanningen levert om haar hervormingsprogramma uit te voeren en een sterkere positie inneemt in het ENB. De eerste stap was de toename van het aantal ENB-subcomités om een meer doeltreffende en beleidsgerichte dialoog met deelname van het maatschappelijk middenveld mogelijk te maken. Aangezien onze dialoog en partnerschap zich ontwikkelen, is dit nieuwe actieplan, dat zijn fundamenten heeft in de al lang bestaande steun van de EU aan de PA voor de totstandbrenging van een staat, het geschikte kader om de koers voor de toekomst te bepalen.

Een bevoorrecht partnerschap tussen de EU en de PA

De laatste jaren waren de betrekkingen tussen de EU en de PA vooral gericht op het steunen van de PA bij de totstandbrenging van een staat, zoals bepaald in het tweejarige overheidsplan van de PA van 2009 Palestine-Ending the occupation, Establishing the State (Palestina: een einde maken aan de bezetting en de Staat oprichten) en het Palestijnse hervormings- en ontwikkelingsprogramma 2008-2010, die beide door de EU politiek en financieel werden gesteund. Het Palestijnse nationale ontwikkelingsplan 2011-2013 versterkt de resultaten van de vorige programma’s. Aan Palestijnse zijde werd gewerkt aan een ambitieuze hervormingsagenda en werd de strategische keuze gemaakt om de sociaaleconomische ontwikkeling te verankeren in die van de EU. De EU heeft, als de belangrijkste en meest voorspelbare donor voor het Palestijnse volk, door haar tussenkomst een belangrijke rol gespeeld in de succesvolle inspanningen van de PA om instellingen op te bouwen. De EU is het dan ook eens met de beoordeling van de Wereldbank en andere internationale financieringsinstanties dat indien de Palestijnse Autoriteit zich in dezelfde mate blijft inspanningen voor institutionele opbouw en het verlenen van overheidsdiensten, zij goed gepositioneerd is om op korte termijn een staat tot stand te brengen. Deze beoordeling werd opnieuw in de mond genomen door de donoren op de vergadering van het ad-hocverbindingscomité op 13 april 2011 in Brussel, die werd voorgezeten door Hoge Vertegenwoordiger/Vicevoorzitter Ashton, en nogmaals in september 2011. Op basis van de verslagen van de Verenigde Naties (VN), het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Wereldbank erkenden de deelnemers dat de PA in de belangrijkste door hen bestudeerde sectoren zich boven de drempel bevindt voor een functionerende staat en dat de Palestijnse instellingen in vergelijking met die in gevestigde staten goed scoren.[2] De donoren bevestigden opnieuw dat de PA klaar is om een staat tot stand te brengen toen zij de instellingen bespraken op de vergadering van het ad-hocverbindingscomité op 21 maart 2012 in Brussel.

De EU als een wereldspeler in een veranderende omgeving/wereld

De betrekkingen tussen de EU en de Palestijnen vinden plaats tegen de achtergrond van de algemene politieke veranderingen in de regio en van het paradigma van de EU als toonaangever en toegevoegde waarde in mondiaal bestuur, dat “blijkt uit haar actieve steun op het gebied van democratie, de rechtsstaat en de bescherming van de mensenrechten en de menselijke veiligheid, het feit dat zij internationale verdragen op het gebied van milieu en sociale zaken en de agenda voor fatsoenlijk werk naleeft en open handel voert.”[3] Aangezien de EU reageert op de veranderingen in haar buurlanden, voornamelijk de Arabische lente, met een herziening van haar Europees nabuurschapsbeleid, heeft zij met name belang bij het actief bevorderen van democratisering die leidt tot stabiliteit en welvaart in deze regio en heeft zij hierin ook een verantwoordelijkheid. Uit recente gebeurtenissen in de buurlanden is met name gebleken dat “aandacht moet worden geschonken aan de legitieme verlangens van de volkeren in de regio, zoals her verlangen van de Palestijnen naar een staat.”[4] De EU blijft de ontwikkelingen betreffende het Palestijnse initiatief bij de VN nauw opvolgen.[5]

De Palestijnse Autoriteit zal een van de eerste partners zijn met een nieuw actieplan waaruit blijkt dat de EU inspeelt op de veranderingen in haar buurlanden. Dit actieplan is gebaseerd op differentiatie, wederzijdse verantwoordingsplicht en de gemeenschappelijke inzet voor universele waarden, het internationale recht, mensenrechten, democratie en de rechtsstaat. Deze nieuwe aanpak van de EU leidt tot een nauwere politieke samenwerking en een toenemende economische integratie in de interne markt van de EU voor de partners die vooruitgang willen en kunnen boeken in het realiseren van hun hervormingsdoelstellingen. Er wordt uitgegaan van een nieuwe, veel meer gedifferentieerde aanpak waarbij elke partner op basis van zijn eigen ambities, behoeften en capaciteiten zijn betrekkingen met de EU kan ontwikkelen, maar ook op basis van wederzijdse verantwoordingsplicht en de mate van inzet voor de bovengenoemde universele waarden, alsook de capaciteit om gezamenlijk overeengekomen prioriteiten ten uitvoer te leggen.[6] De subcomités zijn het ideale instrument om de tenuitvoerlegging van deze prioriteiten te monitoren en hun conclusies zullen worden opgenomen in het werk van het Gemengd Comité en in het jaarlijks voortgangsverslag van de EU.

Tegelijk streeft de EU er steeds meer naar haar middelen daar in te zetten waar de behoeften het grootst zijn en waar zij maximaal effect kunnen sorteren. De externe EU-instrumenten, waarvan het Palestijnse volk een begunstigde zal zijn, zullen dan ook sterker worden gekoppeld aan de vooruitgang van de hervormingen. Bijgevolg sluit de financiële steun van de EU aan het Palestijnse volk nauw aan op de belangrijkste beleidsdoelstellingen in dit actieplan. Overeenkomstig de beste praktijken op het gebied van ontwikkelingssamenwerking zullen de EU en de lidstaten elkaar raadplegen en hun programmering op elkaar afstemmen.

De doelstellingen in dit actieplan kunnen uitsluitend worden behaald als een oplossing wordt geboden voor de problemen als gevolg van voornamelijk de bezetting, maar ook van de huidige scheiding tussen de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook, de bestaande onzekerheden over de budgettaire houdbaarheid van de PA en de traag vorderende Israëlisch-Palestijnse vredesonderhandelingen. Deze factoren vormen een ernstig gevaar voor de successen van de PA.

Streven naar een oplossing met twee staten

De EU bevestigt opnieuw dat zij een oplossing met twee staten wil door de oprichting van een onafhankelijke, democratische, aaneengesloten en levensvatbare Palestijnse staat die zij aan zij en in vrede met Israël bestaat. De steun van de EU voor een Palestijnse staat en de legitieme rechten van het Palestijnse volk is een concrete vertaling van het al lang bestaande streven van de EU naar een oplossing met twee staten.

De twee partijen herhalen hun belofte om bij te dragen aan hun gemeenschappelijk doel, met name het oplossen van het conflict in het Midden-Oosten, overeenkomstig de hieronder beschreven opdracht.

De EU heeft haar standpunt over het vredesproces in het Midden-Oosten kenbaar gemaakt in de Verklaring van Venetië in 1980. Daarna heeft zij haar standpunt verder uitgewerkt in verschillende Conclusies van de Raad Buitenlandse Zaken, met name die van december 2009, december 2010, mei 2011 en mei 2012, alsook in de Verklaring namens de EU op de VN-Veiligheidsraad van 21 april 2011. De EU brengt het Verdrag van Berlijn van 1999 in herinnering en herhaalt haar bereidheid om de Palestijnse staat, in voorkomend geval, te erkennen. Overeenkomstig de Kwartetverklaring van 23 september 2011 zal de EU aanvullende maatregelen ter bevordering van een Palestijnse onafhankelijke staat actief steunen en zal zij in overeenstemming met de bestaande procedures de Palestijnse Autoriteit steunen bij een meer onafhankelijke en soevereine uitvoering van haar taken, zoals de uitvoering van maatregelen ter bevordering van de sociale en economische ontwikkeling van het C-gebied.

De EU herhaalt haar steun aan het Palestijnse verzoeningsproces als opgenomen in de Conclusies van de Raad Buitenlandse Zaken van 23 mei 2011. Zij is van mening dat de situatie in en rond Gaza kwetsbaar en onhoudbaar blijft zolang er een politieke scheiding is met de Westelijke Jordaanoever.

De EU herinnert aan de vorige Conclusies van de Raad over het vredesproces in het Midden-Oosten en blijft oproepen tot een onmiddellijke, duurzame en onvoorwaardelijke openstelling van grensovergangen zodat humanitaire hulp, handelswaar en personen vrij kunnen circuleren naar en van de Gazastrook en met name tussen Gaza en de Westelijke Jordaanoever.

De EU herinnert aan de toepasselijkheid van het internationale humanitaire recht in het bezette Palestijnse gebied, alsook de toepasselijkheid van het Vierde Verdrag van Genève betreffende de bescherming van burgers.[7] De EU roept op tot het naleven van internationale plichten betreffende de mensenrechten van de Palestijnse gevangenen.[8]

De EU benadrukt dat het vredesproces dringend opnieuw moet worden in gang gezet zodat een oplossing met twee staten kan worden bereikt in overeenstemming met de plichten in de routekaart en op basis van de resoluties van de VN-Veiligheidsraad, de beginselen van Madrid zoals het beginsel “land in ruil voor vrede”, de routekaart, de eerder door de partijen bereikte akkoorden en het Arabische vredesinitiatief. Dergelijke oplossing kan worden bereikt:

– door een overeenkomst over de grenzen van de twee staten op basis van de grenzen die op 4 juni 1967 zijn vastgesteld, met een gelijkwaardige, door de partijen overeengekomen ruil van grond.[9] De EU zal geen wijzigingen erkennen aan de grenzen van vóór 1967, ook niet met betrekking tot Jeruzalem, tenzij de partijen hierover een overeenkomst bereiken.[10] De EU herhaalt dat nederzettingen, scheidingen op bezet grondgebied, de vernietiging van huizen en verdrijvingen illegaal zijn onder het internationale recht, de vrede in de weg staan en een oplossing met twee staten onmogelijk dreigen te maken. De EU zal ervoor blijven zorgen dat producten uit nederzettingen geen preferentiële behandeling krijgen onder de associatieovereenkomst EU-Israël en dat activiteiten in nederzettingen niet worden gesteund door EU-fondsen of -programma's;

– door, rekening houdend met het feit dat de EU de annexatie van Oost-Jeruzalem nooit heeft erkend, een oplossing te zoeken op basis van onderhandelingen voor de status van Jeruzalem als de toekomstige hoofdstad van twee staten;

– door een rechtvaardige, eerlijke, realistische en overeengekomen oplossing voor het vluchtelingenprobleem;

– door veiligheidsregelingen die, voor de Palestijnen, hun soevereiniteit eerbiedigen en duidelijk maken dat de bezetting over is, en, voor de Israëli’s, hen beveiligen, de heropflakkering van terrorisme tegengaan en doeltreffend nieuwe, opkomende bedreigingen aanpakken;

– door controle van het Palestijnse volk over zijn natuurlijke hulpbronnen, alsook de evenredige en redelijke toewijzing van grensoverschrijdende waterbronnen, overeenkomstig de relevante normen van internationaal recht en als een van de maatregelen om tot een definitieve status te komen;

– door aan de regionale dialoog te werken om allesomvattende vrede in het Midden-Oosten te verzekeren.

De EU blijft in aanzienlijke mate bijdragen aan regelingen na conflicten.

Dit actieplan zal een periode van drie tot vijf jaren bestrijken.

PRIORITAIRE DOELSTELLINGEN[11]

1) Inspanningen verhogen om het conflict in het Midden-Oosten op te lossen op basis van de hierboven beschreven opdracht en de totstandbrenging steunen van een soevereine Palestijnse staat.

2) De bilaterale betrekkingen versterken als voorbereiding op een volwaardige associatieovereenkomst tussen de EU en de toekomstige Palestijnse staat.

· Een politieke dialoog op alle niveaus nastreven en ontwikkelen.

· Een jaarlijkse bijeenkomst organiseren met de EU en de Palestijnse zijde in lijn met de Associatieraad die met andere ENB-partners wordt georganiseerd.

· Zo snel mogelijk de onderhandelingen starten over een volwaardige associatieovereenkomst, die officieel wordt gesloten wanneer de onafhankelijke Palestijnse staat effectief tot stand is gekomen.

· Multilaterale samenwerking verhogen door onder andere de VN te helpen regionale conflicten op te lossen en door effectief multilateralisme te bevorderen.

3) Een Palestijnse staat op basis van de rechtsstaat en eerbiediging van mensenrechten binnen een werkende democratie met diepgang en met verantwoordelijke instellingen.

· De rechten van de burgers beschermen, met name het recht op het beleven van hun fundamentele vrijheden en het recht op het uitoefenen van hun mensenrechten, zoals de vrijheid van vergadering, vrijheid van meningsuiting, vrijheid van vereniging, het vrije verkeer, vrijheid van godsdienst of levensovertuiging en vrijheid van de media, en het blijven bestrijden van aansporing tot geweld door het opstellen en naar behoren uitvoeren van een geschikt rechtskader overeenkomstig internationale normen; de rechten van vrouwen en meisjes beschermen door bijvoorbeeld alle discriminerende bepalingen uit de nationale wetgeving te schrappen.

Termijn: doorlopend.

IJkpunten: goedkeuring van wetgeving in overeenstemming met de plichten in de internationale verdragen inzake mensenrechten; volledige tenuitvoerlegging van de ngo-wet van 2000 in het bezette Palestijnse gebied; goedkeuring van wetgeving betreffende media; totstandbrenging van de Palestijnse onafhankelijke mensenrechtencommissie in overeenstemming met de beginselen van Parijs (Resolutie 48/134 van de Algemene Vergadering van de VN); volledige tenuitvoerlegging van het nationale strategische plan inzake het bestrijden van geweld tegen vrouwen; bevorderen van de deelname van de vrouw aan de economie; goedkeuring van een allesomvattende Palestijnse strategie inzake mensenrechten.

Indicatoren: verslagen van de Palestijnse onafhankelijke mensenrechtencommissie; verslagen over de tenuitvoerlegging van het Comité inzake de uitbanning van discriminatie van vrouwen en over het Actieplan van Istanbul; ENB-voortgangsverslagen.

EU-verantwoordelijkheden: doorlopende bijstand aan het maatschappelijk middenveld en andere niet-overheidsactoren; verdedigen en ondersteunen van passende wetgevende hervormingen en de tenuitvoerlegging ervan; ondersteunen van mensenrechtenverdedigers.

· Organiseren van eerlijke, democratische verkiezingen op alle niveaus in overeenstemming met internationale normen.

Termijn: korte termijn, daarna in overeenstemming met de kieswet.

IJkpunten: bijgewerkte registratie van kiezers in Gaza en bijwerkingen in de Westelijke Jordaanoever; afkondiging van de herziene kieswet; presidentieel decreet met het tijdschema van de verkiezingen; plaatselijke, presidentiële en parlementsverkiezingen; samenroepen van een democratisch gekozen Palestijnse Wetgevende Raad die toezicht houdt op een democratische regering.

Indicatoren: conclusies van nationale en internationale onafhankelijke verkiezingswaarnemingsmissies.

EU-verantwoordelijkheden: politieke steun voor het uitroepen van verkiezingen, ook in Oost-Jeruzalem; doorlopende steun aan de centrale kiescommissie en het secretariaat van de Palestijnse Wetgevende Raad; eventuele uitvoering van EU-verkiezingswaarnemingsmissies; steun voor de vrijlating van vastgehouden Palestijnse wetgevers.[12]

· Het oprichten van een onafhankelijk, onpartijdig en volledig functionerend justitieel apparaat in overeenstemming met internationale normen; zorgen voor echte processen, eerlijke onderzoeken en naleving van gerechtelijke uitspraken en besluiten.

Termijn: middellange tot lange termijn.

IJkpunten: termijn waarbinnen zaken moeten worden afgerond; aantal burgers in voorlopige hechtenis; instellen van rechtsbijstand; goedkeuring van wetgeving (strafwetboek, bemiddelings- en arbitragewetgeving, jeugdrechtbank, administratieve rechtbanken); regelen van de bevoegdheid van gespecialiseerde rechtbanken door onder andere de scheiding van burgerlijke rechtbanken en rechtbanken voor veiligheid en de beperking van de bevoegdheden van militaire rechtbanken tot de militairen die in dienst zijn.

Indicatoren: verslagen van de Palestijnse onafhankelijke mensenrechtencommissie; voortgangsverslagen in het kader van het Seyada II-programma of de opvolgers ervan; EUPOL COPPS-beoordelingen; ENB-voortgangsverslagen.

EU-verantwoordelijkheden: doorlopende steun aan het justitiële apparaat.

· De Palestijnse veiligheidssector hervormen en uitbouwen; burgerlijke, democratische controle over veiligheidsdiensten institutionaliseren en ervoor zorgen dat dergelijke diensten de mensenrechten eerbiedigen via passende wetgeving, geschikte opleiding en verantwoordingsmechanismen.

Termijn: middellange termijn.

IJkpunten: tenuitvoerlegging van de beleidsprioriteiten in de veiligheidssector van het Palestijnse nationale ontwikkelingsplan 2011-2013; verenigde bevelstructuren en begrotingsplanningssystemen met rapportage aan de minister van Binnenlandse Zaken voor alle veiligheidsagentschappen in het bezette Palestijnse gebied; instellen van een inspectieorgaan voor controle over alle veiligheidsdiensten en versterken van de publieke verantwoordingsplicht van het ministerie van Binnenlandse Zaken; toegang, ook zonder voorafgaande toelating, voor de Palestijnse onafhankelijke mensenrechtencommissie tot alle gevangeniscentra (met inbegrip van die van de interne-veiligheidsdiensten).

Indicatoren: verslagen van de Palestijnse onafhankelijke mensenrechtencommissie; EUPOL COPPS-beoordelingen; ENB-voortgangsverslagen.

EU-verantwoordelijkheden: doorlopende EU-steun voor het veiligheids- en penitentiair systeem, onder andere via het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid, waar gepast; opleidingen betreffende mensenrechten; ondersteunen van overeengekomen maatregelen voor de uitbreiding van de veiligheidsbevoegdheden en het operationele toepassingsgebied van de PA in de Westelijke Jordaanoever (de huidige B- en C-gebieden).

· Versterken van nationale inspanningen om het nationale ontwikkelingsplan (2011-2013) en de opvolgers ervan volledig ten uitvoer te leggen in samenwerking met de internationale donorengemeenschap.

Termijn: korte tot middellange termijn.

IJkpunten: tenuitvoerlegging van de prioriteiten van het nationale ontwikkelingsplan.

Indicatoren: kwartaalverslagen van het ministerie van Financiën; verslagen van het ministerie van Planning en Administratieve Ontwikkeling; jaarlijkse monitoringverslagen van het nationale ontwikkelingsplan; verslagen van de Wereldbank en het IMF aan het ad-hocverbindingscomité.

EU-verantwoordelijkheden: doorlopende financiële steun aan het Palestijnse volk, met inbegrip van bijdragen aan de budgettaire houdbaarheid van de PA, en aan Palestijnse vluchtelingen via de VN-organisatie voor hulpverlening, afhankelijk van de beschikbare middelen; technische ondersteuning voor de versterking van de administratieve capaciteit van Palestijnse instellingen ter voorbereiding van de integratie in het multilaterale systeem.

4) Begrotingsconsolidatie en duurzame economische ontwikkeling in het hele bezette Palestijnse gebied tot stand brengen.

· Verder bouwen op de grote vooruitgang op het gebied van een sterk beheersysteem voor overheidsfinanciën door met name de externe en interne audit en controle te blijven verbeteren.

Termijn: doorlopend.

IJkpunten: begrotingsdiscipline; strategische toewijzing van middelen en doeltreffende dienstverlening; het begrotingstekort van de PA en steunafhankelijkheid; een betere inning van belastingen door de PA; schrappen van energiesubsidies (“netto financieringsoverschot”); tenuitvoerlegging van de hervormingen van overheidsdiensten en pensioenen; uitvoeren van de beoordeling van de overheidsuitgaven en de financiële verantwoordingsplicht en het daaruit voortvloeiende actieplan; goedkeuring van een regelgevingskader voor overheidsopdrachten.

Indicatoren: kwartaalverslagen van het ministerie van Financiën; jaarlijkse monitoringverslagen van het nationale ontwikkelingsplan; verslagen van de Wereldbank en het IMF aan het ad-hocverbindingscomité.

EU-verantwoordelijkheden: doorlopende financiële steun aan het Palestijnse volk en maatregelen ter ondersteuning van de budgettaire houdbaarheid van de PA, en doorlopende financiële steun aan Palestijnse vluchtelingen via de VN-organisatie voor hulpverlening, afhankelijk van de beschikbare middelen; technische ondersteuning voor de versterking van de administratieve capaciteit van Palestijnse instellingen ter voorbereiding van de integratie in het multilaterale systeem; ondersteunen van een betere inning van belastingen door de PA, met inbegrip van de goedkeuring van een beter mechanisme voor een doeltreffende, doorzichtige en voorspelbare inning van inkomstenbelastingen door Israël namens de PA in overeenstemming met het protocol van Parijs.

· Verbeteren van beleidsbeheer, beheer van openbare diensten en mechanismen voor publieke verantwoordingsplicht, alsook het versterken van de capaciteit op het gebied van audit en toezicht en de bekwaamheid om fraude en corruptie te voorkomen en bestrijden.

Termijn: lange termijn.

IJkpunten: tenuitvoerlegging van een gedecentraliseerd basissysteem voor personeelsbeheer; decentralisatie van de interne audit van de regering; werking van het financieel en administratief controlebureau als een onafhankelijk bureau voor externe audit in overeenstemming met de normen van de Internationale Organisatie van Hoge Controle-instanties.

Indicatoren: verslagen van het Palestijnse ministerie van Planning en Administratieve Ontwikkeling, de Wereldbank en het IMF aan het ad-hocverbindingscomité; jaarverslagen van het financieel en administratief controlebureau; beoordeling van de overheidsuitgaven en de financiële verantwoordingsplicht.

EU-verantwoordelijkheden: medevoorzitterschap van de strategiegroep inzake governance; doorlopende financiële steun voor met name het beheer van overheidsfinanciën; volledig gebruik van TAIEX.

· Steun voor de ontwikkeling van een concurrerende Palestijnse privésector door onder andere belemmeringen voor de ontwikkeling van de privésector weg te nemen; het bevorderen van de Palestijnse economische zelfvoorziening.

Termijn: middellange termijn.

IJkpunten: goedkeuring van een nieuwe handelswetgeving om de economische activiteiten en investeringen te bevorderen; oprichten van regelgevende instellingen en instellingen voor technische normen in alle belangrijke economische sectoren.

Indicatoren: internationaal erkende recensies, zoals de “Ease of Doing Business”-verslagen van de Wereldbank; recensies in het kader van het Euro-mediterraan handvest voor het bedrijfsleven.

EU-verantwoordelijkheden: doorlopende financiële steun, afhankelijk van de beschikbare middelen; volledig gebruik van TAIEX, blijven ijveren voor de Palestijnse status als waarnemer als een eerste stap in de richting van onderhandelingen over toetreding tot de Wereldhandelsorganisatie.

· Gerichte steun voor de ontwikkeling van de Gazastrook in het kader van deze wereldwijde inspanningen.

Termijn: middellange termijn.

IJkpunten: tenuitvoerlegging van de sectorindicatoren van het nationale ontwikkelingsplan in de Gazastrook.

Indicatoren: verslagen van het Palestijnse ministerie van Planning en Administratieve Ontwikkeling aan het ad-hocverbindingscomité.

EU-verantwoordelijkheden: oproepen voor de volledige tenuitvoerlegging van de overeenkomst van 2005 betreffende het verkeer over en de toegang tot grensovergangen; ijveren voor het opheffen van de Gaza-blokkade[13]; ijveren voor de volledige en permanente verwijdering van belemmeringen voor verkeer en toegang, wat een absolute voorwaarde is voor de Palestijnse economische heropleving, en ervoor trachten te zorgen dat de PA volledig kan steunen op bestaande overeenkomsten en de instrumenten waarop zij recht heeft.

· Uitbouwen van handelsrelaties en concrete maatregelen nemen om de volledige tenuitvoerlegging van de Interim-associatieovereenkomst voor handel en samenwerking te bevorderen.

Termijn: middellange termijn.

IJkpunten: tenuitvoerlegging van de overeenkomst betreffende het verkeer over en de toegang tot grensovergangen; concurrentiepositie van de Palestijnse privésector.

Indicatoren: verslagen van de Wereldbank en het IMF aan het ad-hocverbindingscomité; handelscijfers, met inbegrip van cijfers over landbouwquota’s.

EU-verantwoordelijkheden: doorlopende steun aan de Palestijnse privésector; tenuitvoerlegging van het economische pakket dat door de Euro-mediterrane ministers werd goedgekeurd; volledige tenuitvoerlegging van de Interim-associatieovereenkomst en van de overeenkomst tot verdere liberalisering van landbouwproducten, verwerkte landbouwproducten en vis en visserijproducten; meer aandacht voor de problemen betreffende het visserijgebied in de Gazastrook.

· Een modern grensbeheersysteem ontwerpen op basis van een doeltreffend geïntegreerd grensbeheer en de ontwikkeling blijven steunen van gekwalificeerd personeel om de douaneafdelingen in internationale havens te bemannen.

Termijn: lange termijn.

IJkpunten: toewijzing van ontwikkelingsmiddelen voor het beheer van grensovergangen en geïntegreerd grensbeheer; toewijzing van middelen om te voorzien in de nodige infrastructuur (territoriale verbindingen, havens, vervoersnetwerk); tenuitvoerlegging van de overeenkomst betreffende het verkeer over en de toegang tot grensovergangen.

Indicatoren: beoordeling van de Palestijnse douaneheffing, indien toegepast; bevorderen/beoordelen van een geïntegreerd grensbeheer om het verkeer van personen en goederen te bevorderen en tegelijk de grenzen te beveiligen.

EU-verantwoordelijkheden: doorlopende EU-steun, onder andere via het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid, waar gepast; opleiding van PA-ambtenaren voor toekomstige werkzaamheid aan de grenzen; blijven ijveren voor de Palestijnse status als waarnemer als een eerste stap in de richting van onderhandelingen over toetreding tot de Wereldhandelsorganisatie.

5) Meer inspanningen leveren om armoede en sociale uitsluiting te bestrijden, met name onder de kwetsbaarste bevolkingsgroepen, en de sociale cohesie in heel het bezette Palestijnse gebied te versterken.

· Een duurzaam, rechtvaardig en kostenefficiënt socialezekerheidsstelsel ontwikkelen.

Termijn: lange termijn.

IJkpunten: goedkeuring van passende wetgeving inzake sociale bescherming, met inbegrip van pensioenen; ontwikkeling van een nationale gegevensbank inzake armoede en kwetsbaarheid; volledige tenuitvoerlegging van het programma inzake overdracht van contant geld in de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook en daarna de integratie van het programma in een volledig gefinancierde nationale regeling.

Indicatoren: verslagen van het Palestijnse ministerie van Planning en Administratieve Ontwikkeling, de Wereldbank en het IMF aan het ad-hocverbindingscomité; voortgangsverslagen en beoordelingen van EU-steunprogramma’s in de sector.

EU-verantwoordelijkheden: doorlopende financiële steun, met name voor de hervorming van financiële-bijstandsprogramma’s voor kwetsbare Palestijnen; integratie van het Palestijnse Centrale Bureau van Statistiek in regionale bijstandsprogramma’s (MEDSTAT III).

· De volksgezondheid en de gezondheidszorg in het bezette Palestijnse gebied verbeteren in overeenstemming met de tenuitvoerlegging van de allesomvattende nationale gezondheidsstrategie van de PA, die problemen aanpakt op het gebied van infrastructuur en logistiek, financiering voor de gezondheidssector, personele middelen in de gezondheidssector en toegang tot geneesmiddelen, ook in Gaza.

Termijn: lange termijn.

IJkpunten: toewijzing van middelen voor de ontwikkeling van tweedelijns- en derdelijnsgezondheidszorg; oprichting van het universitair ziekenhuis Al Najah.

Indicatoren: verslagen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) en ontwikkelingsindexverslagen van het VN-Ontwikkelingsprogramma.

EU-verantwoordelijkheden: behoort momenteel niet tot de aandachtsgebieden voor EU-steun, maar de EU zal algemene, rechtstreekse financiële steun aan de PA blijven verstrekken en kan steun verlenen voor specifieke, acute gezondheidsbehoeften in bijvoorbeeld de Gazastrook of in de ziekenhuizen op de Westelijke Jordaanoever.

6) Bevorderen van territoriaal beheer van en toegang tot bijvoorbeeld natuurlijke hulpbronnen.

· Ontwikkelen van het noodzakelijke rechtskader en institutionele kader voor een geïntegreerd beheer van water en afvalwater zodat in het hele bezette Palestijnse gebied een eerlijke dienstverlening en de duurzaamheid van de hulpbronnen kunnen worden verzekerd; steun verlenen voor de tenuitvoerlegging van deze kaders.

Termijn: lange termijn.

IJkpunten: instelling van een regelgevende instantie voor waterbeheer; toewijzing van middelen voor een nationaal, regionaal verbonden waterleidingnet en voor ontzilting.

Indicatoren: beoordeling van de mate waarin de doelstellingen voor waterinfrastructuur van het nationale ontwikkelingsplan zijn behaald, met name tegen 2013 95% van de gezinnen van zuiver water voorzien, en 65% (Westelijke Jordaanoever) en 92% (Gaza) van riolering, en beperking van lekken in het net. De doelstellingen moeten na 2013 worden herzien.

EU-verantwoordelijkheden: doorlopende EU-steun; eventueel steun uit de investeringsfaciliteit voor het nabuurschapsbeleid.

· Verhogen van de inspanningen om regionale en internationale infrastructuurnetten op elkaar aan te sluiten (bijv. vervoer, energie, water, telecommunicatie enz.), voornamelijk in de Euro-mediterrane regio.

Termijn: lange termijn.

IJkpunten: instelling van een regelgevende instantie voor telecommunicatie die mededinging en dienstnormen bevordert; investeringen in regionale verbindingen met Egypte/Jordanië; energiezekerheid verhogen door onder andere het gebruik van eigen hernieuwbare energiebronnen te bevorderen; toewijzing van middelen voor de territoriale verbinding tussen de Westelijke Jordaanoever en Gaza en het regionale wegennet.

Indicatoren: jaarlijks verslag van het nationale ontwikkelingsplan; verslagen van de Wereldbank aan het ad-hocverbindingscomité.

EU-verantwoordelijkheden: doorlopende EU-steun, bijvoorbeeld via het instrument van het Bureau voor de uitwisseling van informatie inzake technische bijstand (TAIEX) en Euro-mediterrane initiatieven; eventueel steun uit de investeringsfaciliteit voor het nabuurschapsbeleid.

· Ten uitvoer leggen van beleid inzake duurzame ontwikkeling door strategieën en initiatieven te ontwikkelen om onder andere milieuduurzame economische ontwikkeling en een grotere sociale integratie te bewerkstelligen.

Termijn: middellange termijn.

IJkpunten: volledige tenuitvoerlegging van de nationale milieustrategie; ontwikkeling en herziening van het relevante rechtskader en institutionele kader.

Indicatoren: jaarlijks verslag van het nationale ontwikkelingsplan.

EU-verantwoordelijkheden: EU-steun via voornamelijk capaciteitsopbouw; ondersteuning van projecten; TAIEX- en Euro-mediterrane initiatieven.

7) De kwaliteit van onderwijs, onderzoek en innovatie, en de informatiemaatschappij in het bezette Palestijnse gebied verbeteren.

· De kwaliteit van onderwijs, onderzoek en innovatie, en de informatiemaatschappij in het bezette Palestijnse gebied verbeteren.

Termijn: lange termijn.

IJkpunten: toewijzing van PA-middelen voor basis-, secundair en tertiair onderwijs, onderzoek, wetenschap en technologie; instelling van een nationaal fonds voor academisch onderzoek; ontwikkeling van onderwijs-, culturele, jeugd- en sportinfrastructuur; instelling van een e-overheidsprogramma; instelling van een regelgevende instantie voor telecommunicatie en een betere aansluiting van het onderzoeks- en academische netwerk van de PA op het pan-Europese multigigabit onderzoeksnetwerk (GEANT, Gigabit European Advanced Network Technology).

Indicatoren: indicatoren van het VN-ontwikkelingsprogramma inzake onderwijs; beoordeling van de bereikte resultaten wat betreft de indicatoren van het nationale ontwikkelingsprogramma inzake de inschrijvingsgraad voor basisonderwijs en hoger onderwijs; aantal succesvolle Palestijnse steunaanvragen voor relevante EU-programma's.

EU-verantwoordelijkheden: bevordering van de Palestijnse deelname in relevante EU-programma’s; hoewel momenteel buiten de aandachtsgebieden voor bilaterale EU-steun, doorlopende EU-steun voor het programma inzake het technische en beroepsonderwijs en de vorming op dat gebied (wordt in 2013 herzien).

8) De rechten van het Palestijnse volk in Oost-Jeruzalem ondersteunen.

· Ondersteunen van de politieke, economische, sociale en culturele rechten van het Palestijnse volk in Oost-Jeruzalem in overeenstemming met de conclusies van de Raad Buitenlandse Zaken van december 2009 en met het Palestijnse strategische multisectorale ontwikkelingsplan voor Jeruzalem.

Termijn: doorlopend.

IJkpunten: tenuitvoerlegging van het strategische multisectorale ontwikkelingsplan voor Oost-Jeruzalem; Oost-Jeruzalem tot aandachtsgebied voor de PLO maken; heropening van de Palestijnse instellingen in Oost-Jeruzalem in overeenstemming met de routekaart.

Indicatoren: indicatoren van de WGO/demografische indicatoren voor Palestijnen die in Oost-Jeruzalem leven; andere menselijke-ontwikkelingsindicatoren indien beschikbaar.

EU-verantwoordelijkheden: doorlopende EU-steun voor het Oost-Jeruzalemprogramma (met inbegrip van huisvesting, economische ontwikkeling, sociale basisdiensten, mensenrechten, instandhouding en bevordering van cultureel erfgoed).

9) Ontwikkelingsinspanningen in het C-gebied verhogen.

· Ontwikkelingsinspanningen in het C-gebied verhogen.

Termijn: doorlopend.

IJkpunten: investeringen in openbare werken of instellingen in het C-gebied; een beter verkeer van mensen en goederen, betere ontwikkeling, en betere handel en uitvoer.

Indicatoren: verslagen van het Palestijnse ministerie van Planning en Administratieve Ontwikkeling aan het ad-hocverbindingscomité; goedkeuring van Palestijnse masterplannen voor het C-gebied.

EU-verantwoordelijkheden: doorlopende financiële steun voor Palestijnse ontwikkeling in het C-gebied[14] om de Palestijnse aanwezigheid daar te behouden; ondersteunen van de ontwikkeling van Palestijnse masterplannen om de hele Westelijke Jordaanoever beter te ontwikkelen en om de leefbaarheid van de toekomstige Palestijnse staat te handhaven; ijveren voor de volledige en permanente verwijdering van belemmeringen voor verkeer en toegang, wat een absolute voorwaarde is voor de Palestijnse economische heropleving, en ervoor trachten te zorgen dat de PA volledig kan steunen op bestaande overeenkomsten en de instrumenten waarop zij recht heeft. Er zal ook tijdig en op een doeltreffende manier humanitaire bijstand blijven worden verleend, wanneer en waar dit nodig blijkt, in overeenstemming met de humanitaire beginselen.

BIJLAGE: AANVULLENDE DOELSTELLINGEN

A. POLITIEKE DIMENSIE

I. Politieke dialoog en samenwerking

[Politieke dialoog EU-PLO]

Bilaterale betrekkingen verdiepen als onderdeel van een strategische visie naar een volledig geïntegreerde en soevereine Palestijnse staat en een nauwere politieke samenwerking en politieke dialoog op basis van gedeelde waarden.

(1) De politieke en strategische dialoog en samenwerking op het gebied van buitenlands en veiligheidsbeleid versterken en op een aantal niveaus en binnen een aantal fora vergaderingen beleggen.[15]

(2) Een jaarlijkse bijeenkomst organiseren met de EU en de Palestijnse zijde in lijn met de Associatieraad die met andere ENB-partners wordt georganiseerd.

(3) Zo snel mogelijk de onderhandelingen starten over een volwaardige associatieovereenkomst, die officieel wordt gesloten wanneer de onafhankelijke Palestijnse staat effectief tot stand is gekomen.

(4) De contacten tussen Palestijnse ministers en hun Europese ambtsgenoten versterken.

(5) Jaarlijkse vergaderingen houden met een Palestijnse seniorambtenaar in het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) en aanvullende ad-hocvergaderingen organiseren.

(6) De dialoog en samenwerking inzake conflictpreventie, vrede, crisisbeheersing en civiele bescherming versterken.

(7) Multilaterale samenwerking verhogen door onder andere de VN te helpen regionale conflicten op te lossen en door effectief multilateralisme te bevorderen.

(8) De samenwerking verdiepen bij het aanpakken van gemeenschappelijke bedreigingen voor de veiligheid, zoals proliferatie van massavernietigingswapens en illegale wapenuitvoer.

II.          Democratie, rechtsstaat en goed bestuur

[Subcomité mensenrechten, goed bestuur en rechtsstaat]

Een duurzame democratie met diepgang bouwen die is gestoeld op eerbiediging van de mensenrechten en de rechtsstaat.

Verkiezingen

(9) Eerlijke, democratische verkiezingen op alle niveaus in overeenstemming met internationale normen organiseren.

(10) Het nationale rechtskader versterken ter waarborging van onafhankelijke nationale en internationale monitoring en waarneming van de verkiezingen, met inbegrip van monitoring en waarneming door het maatschappelijk middenveld.

(11) De rol, onafhankelijkheid en capaciteiten versterken van de centrale kiescommissie en ervoor zorgen dat deze commissie over voldoende financiële middelen beschikt.

(12) Maatregelen nemen om de deelname van vrouwen aan het politieke en democratische leven te vergroten.

Justitieel apparaat

(13) Een onafhankelijk, onpartijdig en volledig functionerend justitieel apparaat proberen tot stand te brengen in overeenstemming met internationale normen; zorgen voor echte processen, eerlijke onderzoeken en naleving van gerechtelijke uitspraken en besluiten.

(14) Wetgeving ontwikkelen, publieke toegang tot juridische informatie bevorderen zodat iedereen gelijke toegang tot rechtspraak heeft en een fonds oprichten voor rechtsbijstand met de nodige structuren voor het correcte beheer ervan.

(15) Door middel van goedkeuring en tenuitvoerlegging van wetgeving de bevoegdheid van gespecialiseerde rechtbanken regelen door onder andere de scheiding van burgerlijke rechtbanken en militaire rechtbanken en de beperking van de bevoegdheden van militaire rechtbanken tot de militairen die in dienst zijn, en de burgerlijke rechtbanken bevoegd maken voor alle mensenrechten en schendingen van het internationale humanitaire recht. Voorzien in meer rechtsmiddelen in geval van schendingen van mensenrechten en het internationale humanitaire recht, alsook toegang tot informatie over burgerrechten.

(16) De verantwoordelijkheden van de verschillende justitiële instellingen verduidelijken.

Veiligheid

(17) De Palestijnse veiligheidssector hervormen en uitbouwen; burgerlijke, democratische controle over veiligheidsdiensten institutionaliseren en ervoor zorgen dat dergelijke diensten de mensenrechten eerbiedigen via passende wetgeving en geschikte opleiding.

Goed bestuur

(18) Alle nodige wettelijke en administratieve maatregelen nemen om een duidelijke scheiding van machten tussen de verschillende overheidsniveaus vast te stellen en uit te voeren.

(19) Versterken van nationale inspanningen om het nationale ontwikkelingsplan (2011-2013) en de opvolgers ervan volledig ten uitvoer te leggen in samenwerking met de internationale donorengemeenschap.

(20) De PA helpen om de overheidsinstellingen te hervormen, als een van nationale strategische doelstellingen, om in het hele bezette Palestijnse gebied uiterst kwalitatieve en doeltreffende overheidsdiensten te verlenen.

(21) Een werkend wettelijk kader ontwikkelen via het formuleren van een wetgevingsplan, het opstellen van regels om de kwalificatie van wetgevingsinitiatieven in noodomstandigheden te herzien en het volledig benutten van het TAIEX-instrument voor de voorbereiding van nieuwe wetgeving.

III.         Mensenrechten en fundamentele vrijheden

De eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden waarborgen, overeenkomstig de internationale normen, en bevordering van de tenuitvoerlegging van de internationale mensenrechtennormen.

Internationaal humanitair recht en internationaal recht inzake mensenrechten

(22) Ervoor zorgen dat het internationale recht, met name het internationale humanitaire recht en het internationale recht inzake mensenrechten, wordt geëerbiedigd, zoals met betrekking tot Palestijnse gevangenen en administratieve gevangenen.

Foltering en andere wrede, onmenselijke en onterende behandeling

(23) Alle noodzakelijke maatregelen nemen om het absolute verbod op foltering te steunen en interne en externe onderzoeksmechanismen instellen om verantwoording te verzekeren door de personen die in gevangenschap en tijdens een verhoor hebben mishandeld en gefolterd. Onafhankelijke nationale preventiemechanismen instellen in overeenstemming met de beginselen in het facultatieve protocol bij het VN-Verdrag tegen foltering.

(24) Gevangeniscentra renoveren in overeenstemming met internationale normen, ervoor zorgen dat advocaten, families en mensenrechtenorganisaties alle gevangenen kunnen bezoeken en ervoor zorgen dat de betreffende ministeries, de openbaar aanklager en het justitiële apparaat regelmatig gevangeniscentra kunnen controleren om te waarborgen dat de wettelijke procedures correct worden toegepast.

(25) Toegang verlenen aan de Palestijnse onafhankelijke mensenrechtencommissie tot dossiers inzake onderzoeken van vermeende foltering.

Fundamentele vrijheden

(26) Een allesomvattende Palestijnse strategie inzake mensenrechten vaststellen.

(27) Een eengemaakt strafwetboek goedkeuren dat in overeenstemming is met internationale normen inzake mensenrechten en onder andere de doodstraf verbiedt, en dat juridische waarborgen voor alle fundamentele vrijheden versterkt. Volledig trouw blijven aan het de-factomoratorium inzake doodstraf en werken aan een de-juremoratorium.

(28) Paal en perk stellen aan alle willekeurige aanhoudingen en alle vereisten voor veiligheidsmachtigingen op basis van politieke overtuiging schrappen in alle situaties (zoals bij de registratie van verenigingen, aanwerving van ambtenaren, afgifte van paspoorten enz.).

(29) Ervoor zorgen dat mensen uitsluitend worden vastgehouden omwille van geldige strafrechtelijke of veiligheidsredenen en op basis van aanhoudingsbevelen die zijn uitgevaardigd door bevoegde autoriteiten.

(30) De rechten van de burgers beschermen, met name het recht op het beleven van hun fundamentele vrijheden en het recht op het uitoefenen van hun burgerlijke en politieke mensenrechten, zoals de vrijheid van vergadering en vereniging, vrijheid van meningsuiting, vrijheid van godsdienst of levensovertuiging en vrijheid van de media door middel van een geschikt nationaal rechtskader ter bescherming van mensenrechten overeenkomstig internationale normen. Consolideren van de Palestijnse onafhankelijke mensenrechtencommissie in overeenstemming met de beginselen van Parijs (Resolutie 48/134 van de Algemene Vergadering van de VN).

(31) De rechten van vrouwen en meisjes beschermen; alle discriminerende bepalingen in de nationale wetgeving schrappen en regelmatig informatie verschaffen over de tenuitvoerlegging van het nationale strategische plan inzake het bestrijden van geweld tegen vrouwen, de uitvoering van het Comité inzake de uitbanning van discriminatie van vrouwen en over het actieplan van Istanbul.

(32) De kinderrechten beschermen en zorgen voor mainstreaming in PA-strategieën en –stelsels (zoals jeugdrechtbanken) in overeenstemming met de beginselen in de VN-kinderrechtenverdragen, met name het protocol inzake de betrokkenheid van kinderen bij gewapende conflicten en IAO-verdrag 182 over de ernstigste vormen van kinderarbeid.

(33) Institutionaliseren van een rapportagemechanisme over de tenuitvoerlegging van Wet 4/1999 betreffende de rechten van mensen met een handicap.

(34) Het rechtskader op alle niveaus ter bestrijding van racisme, vreemdelingenhaat en discriminatie versterken.

(35) De rechten en de bescherming van mensenrechtenverdedigers steunen in overeenstemming met de VN-verklaring inzake mensenrechtenverdedigers (resolutie 53/144 van de Algemene Vergadering van de VN).

(36) De politieke, economische, sociale en culturele rechten beschermen van de bevolking op de Westelijke Jordaanoever, met inbegrip van Oost-Jeruzalem, en in de Gazastrook.

Maatschappelijk middenveld

(37) Zorgen voor ruimte en voor doorzichtige registratieprocedures voor het maatschappelijk middenveld om zijn rol en onafhankelijkheid te versterken in overeenstemming met het nationale recht en internationale normen.

(38) De dialoog en raadpleging tussen de autoriteiten en het maatschappelijke organisaties verbeteren.

(39) Een participatief ontwikkelingsbeleid en een nationale verantwoordelijkheid voor hervormingen die verder reikt dan regeringsverantwoordelijkheid bevorderen door de deelname van het maatschappelijk middenveld in sectorale beleidsdialogen en hervormingsinspanningen te bevorderen via regelmatige, gestructureerde en inclusieve raadplegingen met meerdere belanghebbenden.

IV.         Samenwerking op het gebied van justitie en binnenlandse zaken

Bestrijding van racisme en vreemdelingenhaat; strijd tegen discriminatie

(40) Het rechtskader op alle niveaus ter bestrijding van racisme, vreemdelingenhaat en discriminatie versterken.

(41) Haatdelicten bestrijden, met inbegrip van delicten die geïnspireerd zijn door islamofobie, antisemitisme of christenhaat of door haat tegen andere geloofsovertuigingen, die mogelijk aangevuurd worden door racistische en xenofobe propaganda in de media of op internet.

Migratie, asiel en grensbeheer

(42) Dialoog en samenwerking op het gebied van migratie en asiel bevorderen en de capaciteiten versterken om migratie te beheren, onder andere om de positieve effecten van migratie op ontwikkeling te bevorderen.

(43) Ervoor zorgen dat de Palestijnse Autoriteit de grenzen beter kan beheren.

Bestrijding van de georganiseerde misdaad

(44) Nationaal beleid ter bestrijding van corruptie versterken en ten uitvoer leggen overeenkomstig de internationale normen, in het bijzonder via de commissie voor corruptiebestrijding.

(45) De capaciteiten van rechtshandhavingsinstanties versterken zodat zij politieonderzoeken kunnen uitvoeren en criminele activiteiten, zoals cybermisdaden, financiële misdaden en witwassen van geld, kunnen voorkomen en vervolgen.

(46) De capaciteit helpen te vergroten om het smokkelen van migranten zonder papieren en mensensmokkel te bestrijden en om slachtofferhulp te bieden.

(47) Politieopleiding en -samenwerking ontwikkelen.

(48) Internationale samenwerking ontwikkelen om georganiseerde misdaad te voorkomen en bestrijden op basis van internationale instrumenten, in het bijzonder het VN-Verdrag ter bestrijding van grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit en de bijhorende protocollen.

(49) De samenwerking versterken op het gebied van fraudevoorkoming en –bestrijding en de bescherming van de financiële belangen van beide partijen.

Drugs

(50) Informatie en beste praktijken uitwisselen inzake internationale samenwerking in de strijd tegen drugs, en regionale samenwerking op dit gebied bevorderen.

(51) De capaciteit om drugshandel te bestrijden versterken door onder andere opleiding van de relevante autoriteiten en rechtshandhavingsinstanties.

Bestrijding van terrorisme

(52) Relevante wetgeving ten uitvoer leggen ter bestrijding van witwassen van geld en terrorismefinanciering in overeenstemming met internationale (bijv. Financial Action Task Force), Europese en EU-normen.

(53) Samenwerking tussen de rechtshandhavingsinstanties bij de bestrijding van terrorisme versterken.

(54) Justitiële samenwerking bij de bestrijding van terrorisme versterken.

(55) Terrorisme voorkomen door bijvoorbeeld maatregelen te bevorderen ter bestrijding van propaganda van gewelddadig extremisme.

(56) Samenwerken ter versterking van de rol van de VN bij de multilaterale strijd tegen terrorisme, onder andere door de volledige tenuitvoerlegging van de Resoluties 1267/99 en 1373/01 van de VN-Veiligheidsraad en de tenuitvoerlegging en handhaving van de mondiale strategie voor terrorismebestrijding en de antiterrorismeverdragen van de VN.

B. ECONOMISCHE SAMENWERKING

V. Economische hervormingen en ontwikkeling

[Subcomité economische en financiële zaken]

(57) Vooruitgang blijven boeken op het gebied van een passend rechts- en regelgevingskader voor het begrotingsbeleid en monetaire hervormingen.

(58) Een economisch beleid voeren dat is gericht op macro-economische en financiële stabiliteit, via onder andere een begrotingsbeleid dat is ontwikkeld om budgettaire duurzaamheid te verzekeren en via een passend toezichtskader voor het financiële systeem.

(59) Structurele hervormingen ten uitvoer leggen die economische ontwikkeling en geleidelijke duurzame economische groei moeten bevorderen.

(60) De rol van de privésector bevorderen in het hele bezette Palestijnse gebied, met name door een grotere budgettaire onafhankelijkheid te bewerkstelligen en de toegang van de privésector tot het financiële systeem te bevorderen.

(61) De economische omgeving verbeteren om nationale investeringen te bevorderen en buitenlandse investeringen aan te trekken in het bezette Palestijnse gebied, met name in Oost-Jeruzalem, het C-gebied en de Gazastrook.

(62) Oproepen tot de volledige tenuitvoerlegging van de overeenkomst van 2005 betreffende het verkeer over en de toegang tot grensovergangen, en ijveren voor de volledige en permanente verwijdering van belemmeringen voor verkeer en toegang als een sleutelelement in de bevordering van economisch herstel, integratie en ontwikkeling in het bezette Palestijnse gebied en in Gaza.

VI.         Financiële verantwoordingsplicht en gezond beheer van overheidsfinanciën

[Subcomité economische en financiële zaken]

(63) De afhankelijkheid van internationale hulp verkleinen:

– bijdragen tot een doeltreffende, doorzichtige en voorspelbare inning van inkomstenbelastingen door Israël namens de PA in overeenstemming met het protocol van Parijs;[16]

– ontwikkelen van het regelgevings- en institutionele kader en de capaciteit voor een modern belastingsysteem dat gebaseerd is op internationale en Europese belastingnormen, met inbegrip van goed bestuur op het gebied van belastingen, en verhogen van belastinginkomsten om het begrotingstekort te verkleinen;

– verbeteren van de capaciteit van de PA om grenzen te beheren en inkomsten te innen;

– controleren en rationaliseren van de gewone uitgaven door de loonmassa in de overheidssector te verlagen en een financieel duurzaam pensioenstelsel in te stellen;

– geleidelijk laten afnemen van het netto financieringsoverschot in de elektriciteitssector door de regelgevingsstructuur te organiseren, de distributie te versterken, de stroomopwekking te verhogen en de elektriciteitstransmissie te herorganiseren.

(64) Streven naar een beter beheer van de steun en coördinatie van donoren.

(65) Het nodige rechtskader ontwikkelen en goedkeuren voor de overgang van de Palestijnse Monitaire Autoriteit naar een centrale bank.

(66) De vooruitgang versterken door een sterk en verantwoordelijk overheidssysteem voor financieel beheer in te stellen:

– ontwikkelen van het wettelijke kader om de overheidssystemen voor financieel beheer van de PA te versterken;

– zorgen voor een betere begrotingsrapportage en vergroten van de mogelijkheden om voorspellingen te doen door de oprichting te ondersteunen van een macrobudgettaire eenheid bij het ministerie van Financiën;

– goedkeuren en uitvoeren van een nieuw regelgevingskader voor overheidsaanbestedingen, met inbegrip van de goedkeuring en harmonisatie van relevante verordeningen en voorschriften met betrekking tot aanbestedingen;

– zorgen voor een beter toezicht op de overheidsfinanciën: het State Audit and Administrative Control Bureau (overheidsbureau voor audit en administratieve controle) wordt een onafhankelijke, externe auditinstelling in overeenstemming met de INTOSAI-normen, krijgt aanzienlijke institutionele capaciteit en opereert overeenkomstig een robuust rechtskader;

– het verbeteren en decentraliseren van de interne audits van de PA;

– een beoordeling uitvoeren van overheidsuitgaven en financiële verantwoordingsplicht.

Statistieken

(67) Sociale en economische ontwikkelingen in het bezette Palestijnse gebied opvolgen en relevante statistische gegevens verstrekken voor beleidsvorming en het monitoren van vooruitgang.

(68) De capaciteit versterken van het nationale statistische systeem op het gebied van gegevensanalyse en verspreiding en kwaliteit, alsook ervoor zorgen dat de gegevens die aan Eurostat worden verstrekt, vollediger zijn en tijdiger worden doorgestuurd.

(69) Een systeem voor de statistiek ontwikkelen op basis van de internationale beste praktijken en de huidige samenwerking tussen twee instanties voor de statistiek, met name EUROSTAT en het Palestinian Central Bureau of Statistics (Palestijnse centrale bureau voor de statistiek) uitbreiden, bijvoorbeeld in het kader van het Medstat III-programma, en bijdragen tot de ontwikkeling van een regionale strategie voor statistische samenwerking.

VII.        Handelsgerelateerde vraagstukken, landbouw en visserij, markt en hervorming van de regelgeving, douane

[Subcomité handel en interne markt, industrie, landbouw en visserij, douane]

De PA en de EU hebben zich beide verbonden tot de uitvoering van acties die vastgesteld zijn door de Unie voor de mediterrane ministers van Handel, zoals de Europees-mediterrane routekaart voor de handel na 2010 en het Euro-mediterrane handvest voor het bedrijfsleven. Dit zijn gemeenschappelijke referentieteksten die de partnerlanden gebruiken als leidraad om de economische en handelsbetrekkingen te verdiepen, investeringen te stimuleren en verruimen, markttoegang te vergemakkelijken en het ondernemerschap aan te moedigen, zowel op nationaal vlak als in de gehele regio.

VII. i.     Goederenverkeer

Bilaterale handelsbetrekkingen

(70) De handelsrelaties tussen de Europese Unie en de Palestijnse Autoriteit ontwikkelen en concrete maatregelen nemen om de volledige tenuitvoerlegging van de Interim-associatieovereenkomst voor handel en samenwerking tussen de EU en de PLO, ten behoeve van de PA, te bevorderen.

(71) De samenwerking tussen de EU, de Palestijnse Autoriteit en Israël versterken om de volledige tenuitvoerlegging van de Interim-associatieovereenkomst en de relevante bepalingen van het protocol van Parijs te bevorderen.

(72) Maatregelen invoeren ter bevordering van de handel van Palestijnse producten als goedgekeurd door de Unie voor de mediterrane ministers van Handel in 2010.

(73) De verantwoordingsplicht van Palestijnse instellingen versterken, alsook de administratieve en technische capaciteiten ervan door onder andere EU-steun voor institutionele capaciteitsopbouw, als voorbereiding op de integratie in het multilaterale handelssysteem.

(74) Begeleidende maatregelen bepalen en goedkeuren, die zorgen voor de nodige structurele, wettelijke en administratieve steun om de toegang tot exportmarkten te vergemakkelijken, met inbegrip van onderlinge aanpassing van de technische wetgeving.

Landbouw en visserij

(75) De overeenkomst tussen de EU en de PLO tot verdere liberalisering van landbouwproducten, verwerkte landbouwproducten en vis en visserijproducten maximaal benutten en blijven zorgen voor de volledige tenuitvoerlegging ervan.

(76) De capaciteit van de overheids- en privésector versterken om de landbouw- en visserijsector te ontwikkelen, met name het ontwikkelen en verbeteren van productiekwaliteit, zodat deze sectoren zo veel mogelijk voordeel kunnen halen uit de bovenvermelde overeenkomst tussen de EU en de PLO.

Sanitaire en fytosanitaire kwesties

(77) Productiviteit, voedselveiligheid, gezondheid van dieren en planten en dierenwelzijn in het bezette Palestijnse gebied verbeteren door een hervorming van de dieren- en plantensector, en indien mogelijk de bevordering van de handel.

(78) De nodige capaciteiten, wetgeving en infrastructuur ontwikkelen om een adequaat niveau van sanitaire en fytosanitaire bescherming en bescherming van dierenwelzijn in de binnenlandse productie te verzekeren en om te voldoen aan de sanitaire en fytosanitaire vereisten van de markten die producten invoeren van het bezette Palestijnse gebied, met inbegrip van de EU-vereisten en internationale normen van de Codex Alimentarius, de Wereldorganisatie voor diergezondheid en het Internationaal Verdrag voor de bescherming van de planten.

Overeenkomst inzake conformiteitsbeoordeling en aanvaarding van industrieproducten

(79) Als voorbereiding van de onderhandelingen over een overeenkomst inzake conformiteitsbeoordeling en aanvaarding van industrieproducten:

– harmoniseren van technische voorschriften en nationale normen met Europese en internationale normen voor industrieproducten in bepaalde prioritaire sectoren;

– de instellingen voor standaardisering, accreditatie, conformiteitsbeoordeling, metrologie en markttoezicht versterken en op gelijke hoogte brengen als de overeenstemmende EU-instellingen.

Regionale samenwerking

(80) De regionale samenwerking tussen buurlanden versterken door het netwerk van vrijhandelsovereenkomsten in de Euro-mediterrane regio te voltooien en versterken.

(81) De overeenkomst van Agadir helpen uitvoeren op alle gebieden die momenteel onder deze overeenkomst vallen, en ernaar streven het toepassingsgebied ervan uit te breiden naar nieuwe gebieden zoals diensten en investeringen, alsook nieuwe leden aanmoedigen de overeenkomst te ondertekenen.

(82) De integratie van de Palestijnse Autoriteit in het multilaterale handelssysteem bevorderen door te blijven ijveren voor de Palestijnse status als waarnemer als een eerste stap in de richting van onderhandelingen over toetreding tot de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en de Werelddouaneorganisatie en door de nodige administratieve capaciteit en het nodige rechts- en regelgevingskader tot stand te brengen om te voldoen aan de WTO-eisen.

Douane

(83) De douanewetgeving, het douanewetboek en de douaneprocedures ontwikkelen in overeenstemming met de Palermo-aanbevelingen.

(84) De Regionale conventie betreffende de pan-Europees-mediterrane preferentiële oorsprongsregels ten uitvoer leggen.

(85) Deelnemen aan de grondige herziening van de pan-Europees-mediterrane oorsprongsregels in het kader van de Regionale conventie betreffende de pan-Europees-mediterrane preferentiële oorsprongsregels.

(86) Een modern grensbeheersysteem ontwerpen op basis van een doeltreffend geïntegreerd grensbeheer en de ontwikkeling blijven steunen van gekwalificeerd personeel om de douaneafdelingen in internationale havens te bemannen.

III. ii.     Recht van vestiging, vennootschapsrecht en dienstverlening

Recht van vestiging en vennootschapsrecht

(87) Obstakels verwijderen zodat bedrijven zich kunnen vestigen en hun activiteiten uitvoeren.

Diensten

(88) Een strategie formuleren en ten uitvoer leggen ter versterking van het concurrentievermogen van de Palestijnse dienstensector, onder meer door vereenvoudiging van de regelgeving en bestuurlijke facilitering voor de Palestijnse dienstensector en die van de EU.

(89) Streven naar de geleidelijke afschaffing van beperkingen op dienstverlening in het bezette Palestijnse gebied.

Ontwikkeling van financiële diensten

(90) Een regelgeving voor financiële diensten, waaronder het bank- en verzekeringswezen, de auditsector en de effectenmarkt, ontwikkelen.

(91) De toegang van het mkb tot financiering vergemakkelijken en, in samenwerking met donoren en internationale organisaties, alle financieringskanalen activeren zoals kredietverzekeringssystemen en equityfondsen specifiek voor het mkb.

III. iii.    Andere belangrijke gebieden

Mededinging

(92) Voorwaarden scheppen voor concurrentie tussen EU-ondernemingen en Palestijnse ondernemingen en tussen Palestijnse ondernemingen onderling en goedkeuring van een regeling voor antitrustcontrole die verenigbaar is met die van de EU.

Consumentenbescherming

(93) De onderlinge compatibiliteit van de consumentenwetgeving versterken, teneinde handelsbelemmeringen te voorkomen, terwijl wordt voorzien in een hoog niveau van bescherming van de consument.

(94) De uitwisseling bevorderen van informatie over systemen voor consumentenbescherming, met inbegrip van de consumentenwetgeving, veiligheid van consumptiegoederen, toepassing van de consumentenwetgeving, consumenteneducatie en mondigheid van de consument en verhaalsmogelijkheden voor de consument.

(95) De oprichting bevorderen van onafhankelijke consumentenorganisaties en de totstandbrenging van contacten tussen vertegenwoordigers van consumentenbelangen.

Toerisme

(96) Bijstand bieden bij en uitwisselen van informatie en beste praktijken over de betreffende beleidslijnen en projecten inzake duurzaam toerisme, en hierbij alle overheids- en particuliere belanghebbenden, ook die in Oost-Jeruzalem, betrekken.

(97) De Palestijnse deelname in EU-initiatieven zoals het Enterprise Europe Network bevorderen.

C. SECTORSAMENWERKING

VIII.    Gelijke kansen, werkgelegenheid, sociaal beleid en volksgezondheid

[Subcomité sociale zaken en volksgezondheid]

Gelijke kansen

(98) Meer doen om de gelijke kansen van mannen en vrouwen en andere kwetsbare groepen zoals gehandicapten te bevorderen binnen de overheid en in het kader van verschillende nationale strategieën (werkgelegenheid, onderwijs, gezondheid enz.).

(99) Genderstereotypen en alle soorten culturele en sociale uitsluiting of discriminatie doeltreffend bestrijden.

Werkgelegenheid

(100) In overeenstemming met de nationale strategie van de PA, de vaardigheden van de Palestijnse werknemers verbeteren, maatregelen en een aanpak ontwikkelen en uitvoeren ter ondersteuning van de jeugdwerkgelegenheid en een nationale, genderbewuste werkgelegenheidsstrategie volledig ten uitvoer leggen.

(101) Een dialoog ontwikkelen over fundamentele sociale rechten en arbeidsnormen die zijn gericht op een inclusieve, niet-discriminerende arbeidsmarkt.

(102) Zich blijven inspannen om een functionerende sociale dialoog tot stand te brengen, en met name de capaciteit van werkgeversorganisaties te ontwikkelen en vakbonden en personeelsafgevaardigden op te leiden over (collectieve) onderhandelingen en aspecten met betrekking tot gezondheid en veiligheid op het werk, rekening houdend met het lopende IAB-Beiroet-project inzake de sociale dialoog.

(103) Zich blijven inspannen om de capaciteiten en het beheer van de reeds bestaande trilaterale commissie te verbeteren en om de oprichting van een bredere sociale, economische en burgerlijke dialoog te bevorderen, die aansluit op de trilaterale sociale dialoog, via de opbouw van burgerlijke instellingen (Raad voor een economische, sociale en burgerlijke dialoog).

(104) De capaciteit van arbeidsinspecties versterken, met name de inspecties van gezondheid en veiligheid op het werk, kinderarbeid en gendergerelateerde problemen.

(105) In het kader van de Palestijnse strategie voor sociale bescherming, strategisch middelen uit de nationale begroting toekennen, via bijvoorbeeld het fonds voor werkgelegenheid en sociale bescherming, om de kosten te dekken van sociale basisbijstand (die niet op betaling van premies of bijdragen berust) en om een sociaalzekerheidsstelsel op basis van premies of bijdragen te ontwikkelen en vast te stellen met een ruime dekking.

Sociale integratie en bescherming

(106) Meer concrete maatregelen nemen om armoede en sociale uitsluiting te bestrijden, met name onder de kwetsbaarste bevolkingsgroepen, en de sociale cohesie in heel het bezette Palestijnse gebied te versterken.

(107) Een duurzaam, rechtvaardig en kostenefficiënt socialezekerheidsstelsel ontwikkelen.

(108) Wetgeving inzake sociale bescherming ontwikkelen en verbeteren.

(109) De institutionele capaciteit van de PA ontwikkelen met het oog op een efficiënte en doeltreffende dienstverlening, met inbegrip van een organisatorische herstructurering van het ministerie van Sociale Zaken en de geleidelijke decentralisering/deconcentratie van taken naar regionale bureaus.

(110) Synergieën tussen particuliere en overheidsactoren op het gebied van sociale bescherming verbeteren.

(111) Een nationale gegevensbank voor armoede en kwetsbaarheid ontwikkelen en sociaaleconomische interventiemaatregelen in kaart brengen.

(112) Het programma inzake overdracht van contant geld in de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook volledig uitvoeren door de doeltreffendheid en doorzichtigheid van de dienstverlening te verbeteren.

Volksgezondheid

(113) De volksgezondheid en de gezondheidszorg in het bezette Palestijnse gebied verbeteren door onder andere de tenuitvoerlegging te controleren van de Palestijnse gezondheidsstrategie, die problemen aanpakt op het gebied van infrastructuur en logistiek, financiering voor de gezondheidssector, personele middelen in de gezondheidssector en toegang tot geneesmiddelen.

(114) Blijven samenwerken, ook in de regionale context, voor de preventie van en de controle over besmettelijke en niet-besmettelijke ziekten.

IX.         Onderzoek, informatiemaatschappij, audiovisuele sector en media, onderwijs, jeugd en cultuur

[Subcomité onderzoek, innovatie, informatiemaatschappij, audiovisuele sector en media, onderwijs en cultuur]

Onderzoek en innovatie

(115) Het bewustzijn en de capaciteit van Palestijnse onderzoeksinstellingen verhogen zodat zij talrijker kunnen deelnemen aan de Europese onderzoeksruimte en het kaderprogramma voor onderzoek.

(116) De wetenschappelijke en technologische capaciteit ontwikkelen zodat de industriesector en het mkb kan gebruikmaken van OTO-resultaten om te komen tot meer innovatie en tot netwerking tussen de privésector en de onderzoekssector.

(117) Een stimulerende omgeving tot stand brengen, ook op het gebied van regelgeving, en streven naar de oprichting van kenniscentra.

(118) De dialoog over onderzoek en innovatie met andere mediterrane partnerlanden en met de EU versterken.

Informatiemaatschappij, audiovisuele sector en media

(119) Het Palestijnse lidmaatschap van EUMEDCONNECT ondersteunen voor de connectiviteit van Palestijnse onderzoeks- en onderwijsnetwerken tot GEANT en toegang tot e-infrastructuur in het Middellandse Zeegebied.

(120) De ontwikkeling van een breed regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten voortzetten, voor onder meer goedkeuring, toegang en koppeling, universele dienstverlening en gebruikersrechten, bescherming van de consument, verwerking van persoonsgegevens en bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie, beheer van het radiospectrum en kostenoriëntatie van de tarieven.

(121) Met de groep van Euro-mediterrane regelgevende instanties (EMERG) samenwerken, en met de regelgevende autoriteiten van de EU-lidstaten inzake aangelegenheden van gemeenschappelijk belang.

(122) Een transparant, efficiënt en voorspelbaar regelgevingsstelsel uitvoeren en de onafhankelijkheid van de regelgevende autoriteit voor de audiovisuele sector versterken en in stand houden.

Onderwijs, jeugd en cultuur

(123) Samenwerken om gezamenlijke activiteiten op het gebied van een leven lang leren, hoger onderwijs en beroepsonderwijs en -opleiding te ontwikkelen en te bevorderen en streven naar convergentie met de EU-normen en -praktijk in het kader van de Palestijnse nationale strategie, met name voor vrouwen, personen die speciale aandacht behoeven en kwetsbare groepen.

(124) Aan onderwijsbehoeften tegemoetkomen en de nadruk leggen op de kwaliteit van het onderwijs in het hele bezette Palestijnse gebied, en in het C-gebied, Oost-Jeruzalem en de Gazastrook in het bijzonder.

(125) De hervorming van het hoger onderwijs bevorderen en internationale academische samenwerking versterken overeenkomstig de beginselen van het proces van Bologna en de prestaties van hogeronderwijsinstellingen verbeteren, voornamelijk door het hoger onderwijs af te stemmen op de vereisten van de arbeidsmarkt.

(126) De ontwikkeling en hervorming van het nationale stelsel voor beroepsonderwijs en beroepsopleidingen in het kader van de nationale strategie inzake het technische en beroepsonderwijs en de vorming op dat gebied ondersteunen.

(127) De mobiliteit van studenten en de jeugd ondersteunen, met name tussen de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever.

(128) De uitwisseling van jongeren en samenwerking op het gebied van niet-formeel onderwijs en de dialoog tussen culturen stimuleren.

(129) Samenwerking in internationale fora zoals de Unesco stimuleren, onder meer om de culturele diversiteit te ontwikkelen en te behouden, het culturele en historische erfgoed beter te benutten, en archeologische sites te beschermen in overeenstemming met de relevante normen van het internationale recht.

(130) De capaciteit van de PA voor wat haar cultuurbeleid betreft versterken, culturele uitwisselingen verbeteren, zoals in de context van culturele evenementen, alsook capaciteitsopbouw in de culturele sector.

(131) De Palestijnse deelname aan door de EU-ondersteunde programma's op het gebied van hoger onderwijs, jeugd en cultuur bevorderen.

X. Energie, vervoer, klimaatverandering, milieu, water

[Subcomité energie, vervoer, klimaatverandering, milieu en water]

Energie

(132) Energiezekerheid en de diversifiëring van bronnen verhogen op basis van EU-energiebeleidsbeginselen door onder andere de Palestijnse energiesectorstrategie volledig ten uitvoer te leggen en de hervormingen van de elektriciteitssector te versterken; het institutionele kader versterken door onder andere de Palestijnse reguleringsraad in een stevigere positie te plaatsen; de capaciteit van de elektriciteitsproductie en de nationale en internationale energienetten ontwikkelen.

(133) De toepassing van het beleid inzake hernieuwbare energie en energie-efficiëntie verbeteren op basis van EU-wetgeving en beste praktijken.

(134) Regionale samenwerkingsinitiatieven (op het gebied van elektriciteit, gas, hernieuwbare energie, energie-efficiëntie enz.) ontwikkelen die kunnen leiden tot regionale marktintegratie, bijvoorbeeld in het kader van het zonne-energieplan in het Middellandse Zeegebied (Mediterranean Solar Plan).

Vervoer

(135) Een nationale vervoersstrategie uitwerken en uitvoeren, met inbegrip van het ontwikkelen van een vervoersinfrastructuur en met aandacht voor een verdere aanpassing van de wetgeving en het regelgevende kader aan de Europese en internationale normen, met name betreffende veiligheid en beveiliging voor alle vervoerswijzen.

(136) Deelnemen aan de planning en bepaling van prioritaire infrastructuurprojecten in het toekomstige transmediterrane netwerk voor multimodaal vervoer en de aansluiting ervan op het trans-Europese vervoersnetwerk.

(137) Deelname aan de ontwikkeling van systemen voor wereldwijde navigatiesatellieten in het Middellandse Zeegebied en gebruikmaken van het TAIEX-instrument om de toepassing van EGNOS (European Geostationary Navigation Overlay Service) in de burgerluchtvaart en in de maritieme sector te versnellen.

Klimaatverandering

(138) Het gebruik en het delen van gegevens over klimaatwetenschap ondersteunen zodat betere, welgerichte strategieën voor aanpassing aan de klimaatverandering kunnen worden ontwikkeld en geïntegreerd in andere beleidslijnen.

(139) Inspanningen om aan te passen aan de negatieve gevolgen van klimaatverandering ondersteunen door onder andere de goedkeuring van kwetsbaarheids- en aanpassingsbeoordelingen, om strategieën voor aanpassing aan de klimaatverandering te bevorderen en om te zorgen voor meer veerkracht tegen de gevolgen van klimaatverandering.

Milieu

(140) Samenwerking op het gebied van milieu verbeteren door onder andere deelname van de PA aan activiteiten van het Europees Milieuagentschap.

(141) Goed milieubestuur verzekeren door de strategie voor de milieusector volledig ten uitvoer te leggen, door het actieplan in het kader van deze strategie te voltooien en door de relevante wetgeving en het institutionele kader te ontwikkelen en herzien.

(142) Convergentie met de wetgeving en beginselen van de EU over onder andere vergunningverlening, toezicht en inspectie, milieueffectbeoordeling, luchtkwaliteit, afvalbeheer, natuurbescherming, industriële verontreiniging, chemische stoffen en milieu-integratie.

(143) Institutionele structuren in de milieusector herzien en duidelijke taken vaststellen voor elke instelling, en een handhavingsorgaan voor milieu- en betreffende wetgeving en regelgeving operationeel maken.

(144) Milieudiversiteit in stand houden en het zee- en kustmilieu beschermen door de ontwikkeling van betreffend beleid en betreffende normen, programma's en systemen.

(145) Het kader voor het beheer van gevaarlijke en vaste afvalstoffen versterken en beheersystemen voor afvalverwerking ontwikkelen.

Geïntegreerd maritiem beleid

(146) Een geïntegreerd maritiem beleid ontwikkelen met naleving van relevante internationale en regionale verdragen, alsook afstemming op EU-wetgeving, met het oog op een duurzame groei; institutionele structuren instellen, vaststellen van beschermde zones in overeenstemming met het Verdrag van Barcelona en de Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee.

Water en afvalwater

(147) Het nodige wettelijke, institutionele en infrastructurele kader ontwikkelen voor een geïntegreerd beheersysteem voor water en afvalwater om een rechtvaardige dienstverlening en de duurzaamheid van de bronnen te waarborgen.

(148) De bevolking voorzien van een duurzame watervoorziening en de gemeenschappen zonder watervoorziening aansluiten op het net; de waterlekken beperken tot ongeveer 15% (op dit moment bedragen deze 45-50%).

(149) Samenwerking op het gebied van water verbeteren door onder andere deelname van de PA aan Horizon 2020-activiteiten.

D. ANDERE

XI.         Deelname aan programma's en activiteiten van agentschappen van de EU

(150) De deelname aan activiteiten van EU-agentschappen en aan EU-programma's voor ENB-landen en -partners bevorderen.

(151) Een kaderovereenkomst sluiten voor deelname aan EU-programma's voor ENB-landen en -partners.

(152) De samenwerking met EU-agentschappen versterken in de context van hun regionale activiteiten.

XII.        Financiële dimensie

(153) Voor de financiële dimensie van de betrekkingen tussen de EU en de PA wordt rekening gehouden met de volgende beginselen:

– de overkoepelende doelstelling van de EU voor de institutionele opbouw van een onafhankelijke, democratische, aaneengesloten en levensvatbare Palestijnse staat, die zij aan zij en in vrede met Israël bestaat;

– de vooruitgang in het uitvoeren van de hervormingen die zijn beschreven in de prioriteiten van dit actieplan, voornamelijk op de aandachtsgebieden die in de jaarlijkse programmering zijn opgenomen;

– de financiële behoeften van de Palestijnse Autoriteit (en van de Palestijnse vluchtelingen via de VN-organisatie voor hulpverlening) zodat zij in staat is de nodige diensten aan het Palestijnse volk te verlenen;

– de relevante nieuwe instrumenten en programma's van de EU in het kader van haar extern optreden, rekening houdend met de behoeften van de PA, de vooruitgang in de tenuitvoerlegging van de hervormingen en haar absorptievermogen.

XIII.      Traceer- en monitoringverslagen

Het actieplan zal dienen als richtsnoer voor de werkzaamheden tussen de EU en de PA in de komende drie tot vijf jaar. Het actieplan zal voor formele goedkeuring worden ingediend bij het Gemengd Comité.

De gezamenlijke organen die krachtens de Interim-associatieovereenkomst zijn ingesteld, voornamelijk de subcomités, zullen de tenuitvoerlegging van het actieplan bevorderen en monitoren op basis van regelmatige verslagen over de tenuitvoerlegging ervan. De subcomités, die dezelfde structuur hebben als dit actieplan, zijn de organen bij uitstek om de doelstellingen in het actieplan te monitoren. Deze doelstellingen zullen worden aangevuld met gezamenlijk overeengekomen precieze, geordende en controleerbare acties met ijkpunten die de subcomités jaarlijks overeenkomen.

Het actieplan kan door middel van een besluit van het Gemengd Comité regelmatig worden gewijzigd/bijgewerkt op basis van de vooruitgang die op het gebied van de prioriteiten is geboekt.

De tenuitvoerlegging van de gezamenlijk overeengekomen doelstellingen zal regelmatig worden opgevolgd door middel van de regelmatige voortgangsverslagen van de respectieve partijen.

[1]               Conclusies van de Raad Buitenlandse Zaken van 8 december 2009.

[2]               Samenvatting van de voorzitter, vergadering van het ad-hocverbindingscomité van 13 april 2011.

[3]               De rol van Europa in de wereld: een nieuwe aanpak voor de financiering van het externe optreden van de EU.

[4]               Conclusies van de Raad Buitenlandse Zaken van 23 mei 2011.

[5]               Conclusies van de Raad Buitenlandse Zaken van 10 oktober 2011.

[6]               Gezamenlijke mededeling: Inspelen op de veranderingen in onze buurlanden (een herziening van het Europees nabuurschapsbeleid).

[7]               Conclusies van de Raad Buitenlandse Zaken van 14 mei 2012.

[8]               Plaatselijke verklaring van de EU over Palestijnse gevangenen in hongerstaking van 8 mei 2012.

[9]               Conclusies van de Raad Buitenlandse Zaken van 8 december 2009.

[10]             Conclusies van de Raad Buitenlandse Zaken van 8 december 2009.

[11]             De termijnen die ter indicatie in de prioritaire doelstellingen zijn vermeld, zijn korte termijn (1 tot 2 jaar), middellange termijn (2 tot 3 jaar), lange termijn (3 tot 5 jaar) en doorlopend (voor de gehele geldigheidsduur van het actieplan).

[12]             Conclusies van de Raad van 23 juli 2007.

[13]             Conclusies van de Raad Buitenlandse Zaken van 23 mei 2011.

[14]             Conclusies van de Raad Buitenlandse Zaken van 14 mei 2012.

[15]             De PLO en de EC startten de politieke dialoog in december 2008 op basis van de gemeenschappelijke verklaring van 1997 over politieke dialoog. De EU heeft het verzoek toegejuicht om een politieke dialoog te ontwikkelen in de brief van adjunct-directeur-generaal Robert Rydberg (ministerie van Buitenlandse Zaken in Zweden) en directeur Dupla del Moral (Europese Commissie) van 10 december 2009.

[16]             Ad-hocverbindingscomité, Samenvatting van de voorzitter van 18 september 2011.